PUROL FIETSTOCHTEN! DAROL FARGUHAR S NACHTWANDELING 72ste Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 30 Juli 1931 Derde Blad No. 21890 GEMEENTEZAKEN. BURG. STAND VAN LEIDEN KERK- EN SCH00LNIEUWS dit verzacht en geneest ,f RADIO-PROGRAMMA. FEUILLETON. BENOEMING EN ONTSLAG. Voorgedragen wordt voor benoeming als leeraar in de oude talen aan het Gym nasium: 1. de heer W. Weersma te Brits- werd, 2. de heer H. Heuvel te Groningen. Voorgesteld wordt de heeren J. H. Wat- tez en dr. J. A. W. Groenewegen voor 1931/'32 opnieuw te benoemen tot tijde lijk leeraar. resp. in het lijnteekenen en plant- en dierkunde aan de Meisjes H.B.S. en voorts mej. dra. A. M. M. Smit tot tijdelijk leerares in het Fransch. Voorgesteld wordt mej. C. A. Kok met ingang van 1 Septémber op verzoek eer vol ontslag te geven als leerares in (le Lichamelijke Oefening aan het Gymna sium. GEBOREN: Anna Maria, d. v. A. Cossee en M. van Hoore. Kiem Gwan, z. v. L. S. G. Tan en M. C. C. Bader. Leijntje Adreana, d. v. R. van Huis en A. M. van Valkenburg. Johannes, ~z. v. S. van Weeren en H. van den Brink. Nicolaas, z. v. J. van den Hoed en C. de la Rie. Cornelia Anna, d. v. J. J. Rozier en M. A. Zijlstra. GEHUWD. N. van Tol jm. en L. K. Anneeze jd. P. A. van Amsterdam jm. en P. Smeele jd. A. Blom jm. en I. F. Bauch jd. A. Filippo jm. en M. Oudshoorn jd. G. N. Geuke jm. en M. H. van Eek jd. J. Ver- lind jm. en P. Crispijn jd. J. van Vil- steren jm. en P. E. Bonte jd. J. de Vink jm. en N. Fuchs jd. W. A. C. de Vreede jm. en V. Z. Hausner jd. OVERLEDEN H. van Polanen z. 11 j. NED. BERV. KERK. Beroepen: te Leeuwarden (vac. T. Kloos terman) D. Siemelink te Roswinkel; te Burgwerd c.a. W. J. Keiler te Nijkerker- veen; te Colmschate mr. C. J.' Bartels te Lathum. Aangenomen: naar Emmastad (Cura cao) W. J. van Lindink te Eek en Wiel. Bedankt: voor Krimpen a.d. Lek C. v. d. Wal te Dirksland. CHR. GER. KERK. Beroepen: te Vlissingen W. Heerma, cand. te Dokkum. GEREF. KERKEN. Beroepen: te Andel P. Bakker, cand. te Ellewoutsdijk. Aangenomen: naar Strijen N. J. A. van Exel cand. te Utrecht. ALGEM. SYNODE NED. HERV. KERK. Dertiende zitting. De heer Wolffensperger brengt rapport uit over de consideraties omtrent de wij ziging van art. 16 al. 2 van het Reglement op het Hooger Onderwijs, bedoelende, dat belangstellenden in de lessen der kerke lijke hoogleeraren, die geen predikant wenschen te worden, niet nog afzonderlijk hebben te betalen de f. 25, die theologi sche studenten wel moeten betalen. De conclusie van dit rapport is die wijziging definitief vast te stellen en aan de hoof delijke stemming van de leden der Prov. Kerkbesturen en der Waalsche commissie De conclusie aangenomen. Aan de orde komt het verslag van het Zuiderzeefonds. Met ingang van 1 April 1930 werd de heer Ruys aangewezen tot het houden van voortdurend contact met de classicale en plaatselijke commissies, het dienen van voorlichting en het bevorderen dat zulke commissies in alle classes en ge meenten worden gevormd en aan het werk gaan. AI spoedig bleek de wensche- lijkheid tot officieele besprekingen tus- schen de Zuiderzeecommissie en afge vaardigden van de bestaande classicale commissies of van die der Classicale Be sturen, waar nog geen classicale commis sies bestonden. Zoo drie vergaderigen te Utrecht, Breda en Meppel. In 30 classe» zijn thans classicale commissies. Een krachtige opwekking om het werk te steunen is uitgegaan van verschillende bestuursleden, die zich beschikbaar stel den voor het vervullen van spreekbeurten op classicale samenkomsten of gemeente avonden, waarbij menigmaal de Zuiderzee film werd vertoond. Van het propagandageschriftje zijn thans ruim 80.000 exemplaren verspreid. Er werd een excursie naar de Zuider zeewerken ondernomen. Uit het financieele verslag blijkt, dat in 1930 aan giften werd ontvangen f. 4724.70, aan collecten f. 31.150,31; aan jaarlijksche bijdragen f. 325; aan interest f. 20150 totaal f. 36.401,51, waaronder evenwel f. 15.113,98, die van den Questor-Generaal der Algemeene Synode ingekomen zijn, welk bedrag onder het hoofd „collecten'' is verantwoord. Hiertegenover werd uit gegeven f. 4141.98. De heer Bolt brengt rapport uit over het voorstel van den Raad van Beheer om alinea 2 van art. 2 van het Reglement p de predikantstraktementen te wijzigen, in dien zin, dat dispensatie van het mini- mum-tractement niet meer ieder jaar wordt verleend, maar om de vijf jaren, behoudens in bijzondere gevallen. De conclusie van het rapport is deze wijzi ging aan te nemen, waarmede de vergade ring zich vereenigt. De heer Barbas brengt rapport uit over een voorstel van den heer Wolffensper ger om art. 23 van Algemeen Reglement in dien zin te wijzigen, dat de beroeping der predikanten geschiedt door den Kerke- raad, in alle gemeenten de kiescolleges af te schaffen en de verkiezing van Kerke- raadsleden plaats te doen vinden door de gemeente volgens evenredige vertegen woordiging. De conclusie van het rapport is afwijzend; aldus besloten. Naar aanleiding van dit voorstel stelt de president voor een commissie van 5 personen te benoemen om het Synodaal Reglement op de benoeming te herzien en met voorstellen daaromtrent bij de Sy node in te dienen, wat wordt aangeno men. Eveneens rapporteert hij over een voor stel van de classicale vergadering van Dokkum tot wijziging van art. 43 van het Reglement op de vacaturen nl. om het preeken op beroep van predikanten, die een vaste standplaats bekleeden. toe te staan en om een commissie van advies voor beroepingszaken in te stellen. Beide voorstellen werden afgewezen, omdat men acht, dat het peil van het ambt daardoor zou dalen. Wegens het bijeenkomen van een Sy- nodus contracta wordt de zitting geslo ten. Hbld. HET NEDERLANDSCH ONDERWIJZERS-GENOOTSCHAP. De vijf-en-tachtigste algemeene vergadering. Heden en morgen houdt te Tiel het Nederlandsch Onderwijzers Genootschap zijn vijf-en-tachtigste algemeene vergade ring. De voorzitter der ontvangende afdee- ling, de heer E. Boersma, heette de aan wezigen met een kort woord hartelijk welkom. Hierop was het woord aan den heer H. J. Bon, voorzitter van het hoofdbestuur. Aan zijn uitvoerige rede ontleenen wij het volgende Een jaar is voorbijgegaan ener is ten aanzien van de salarieering, vertegen woordiging der onderwijzers in het geor ganiseerd overleg, een nadere uitwerking van de financieele gelijkstelling tusschen openbaar en bijzonder onderwijs, niets verbeterd. Ten aanzien van de financieele gelijkstelling en de wijziging der onder wijswet is een wetsontwerp op komst. Ten aanzien van het georganiseerd overleg voor de onderwijzers kan een nadere rege ling niet uitblijven. Bij de regeering zijn geen plannen in de maak tot verlaging van de ambtenaren- en onderwijzerssala rissen. Zoo goed als niemand in de onderwijs wereld zal zich met de conclusies van het rapport Rutgers, neergelegd in een con RECLAME. cept tot wijziging der onderwijswet, kun nen vereenigen. Het ontwerp der staatscommissie met zijn 45 leerlingenschaal, met zijn laten voortbestaan van de achterstelling van het openbaar bij het bijzonder onderwijs, met zijn terugnemen van een verbeterde opleiding, met zijn invoeging van een uit voerig straffenSysteem voor de onderwij zers, is alleen om die vier punten al voor ons onaannemelijk. Wij willen verbetering en geen verslechtering van het onderwijs. Wij wenschen niet, dat het openbaar onderwijs tengevolge van de doorwerking van wettelijke bepalingen verarmelijkt en verschrompelt. Wij wenschen voor de openbare school een gelijke huisvesting, een even aanzienlijke leermiddelenvoor- raad als waarin zeer Veel bijzondere scho len zich mogen verheugen. Wij wenschen geen continueering van een algemeen onvoldoend geachte opleiding, wij wen schen een verbeterde opleiding. En ten slotte wij wenschen niet in de wet te zien uitgedrukt den onverdienden blaam, dat onderwijzers zulke ambtenaren zouden zijn, voor wie een zevental straffen van opklimmenden aard moeten worden uit gedacht. Wij wenschen ook in de nieuwe wet het respect voor ons ambt, dat te dezen in de vroegere wetten is betoond. Binnenkort kan de verschijning van een Regeeeringsontwerp tot wijziging der Lager Onderwijswet verwacht worden; het is te wenschen, dat het in belangrijke mate zal afwijken van het ontwerp der commissie-Rutgers. We vreezen .echter dat het Regeeringsontwerp aan onze wenschen niet zal tegemoet komen. Dan wacht ons een harde strijd in den ko menden winter, terwille van de ongerepte handhaving van onze openbare school. Ten aanzien van het tweede punt, dat ik u aangaf, het Georganiseerd Overleg, zal een beslissing van de Regeering wel spoedig dienen te vallen ingevolge de Ambtenarenwet. Tot ons leedwezen heeft de Regeering de Centrale Commissie voor Georganiseerd Overleg onveranderd ge handhaafd. Het lijkt ons wenschelijk, nu het ambte narenreglement voor 11/12 niet op de onderwijzers van toepassing wordt ver klaard ook het laatste twaalfde deel niet meer op hen van toepassing zal zijn en advies over de onderwijzersbezoldiging voortaan door de gezamenlijke onderwij zersorganisaties aan de Regeering zal worden uitgebracht. Met klem dringen wij er op aan, dat aan de achterstelling van de onderwijzers bij de ambtenaren een einde zal komen. Die bevoorrechting van ambtenaren boven de onderwijzers, komt eveneens sprekend uit in de ziekteregeling. Voor ons geldt nog steeds de armzalige ziekteregeling: zes maanden heel, zes maanden half salaris. Minister Terpstra heeft toegezegd, dat de ziekteverlof regeling voor de onderwij zers zou worden herzie'- Met klem drin gen wij er op aan, dat deze belofte spoedig wordt ingelost. Bij het derde punt de salarieering, zijn we op het doode punt gekomen. Wij kunnen niet aannemen, dat de minister er thans toe zal overgaan, op de onderwijzerssalarissen korting te gaan toepassen. De beschouwingen in de onderwijsbla den over de salarisherziening 1928 hebben toch wel duidelijk aangetoond, hoe onre delijk de onderwijzers toen zijn behandeld. Onze salarisverhoogingen in 1928 met hun honderden gevallen van achterstelling der onderwijzers, die met hun f. 50 verhooging van aanvangs- en f. 100 van het eind- salaris er zoo poover afkwamen in verge lijking met anderen, die eenige honderden guldens omhoog gingen, moeten het toch wel duidelijk maken, dat de onderwijzers ook toen als bij de salarisverlaging van 1925 zoowel als bij de vaststelling van hun salaris in 1920 in ernstige mate zijn gedu peerd, en het dus in geen geval aangaat, hun te lage salarissen thans nog eens aan te tasten. Een blijder geluid kan ik doen hooren ten aanzien van onze organisatie. Wij con- stateeren iedere maand groei van ons ledental en een steeds grooter aantal jongeren sluit zich bij het oude Genoot schap aan. De commissie, uit de afd. Winterswijk, welke de rekening en verantwoording van het H.B. over het loopend Genootschaps jaar had onderzocht, bracht hierna ver slag uit en verklaarde de boeken in orde te hebben bevonden. Den secretaris werd décharge verleend. De rekenin~en werden door de vergadering goedgekeurd. DE PREDIKANT-SCHOOLMEESTER HERLEEFD? In het Brabantsche dorp St. Michiels gestel doet zich de eigenaardige omstan digheid voor, dat de Hervormde predikant aan enkele kinderen uit zijn gemeente gratis schoolonderwijs geeft. De openbare school is daar n.l. sedert 1 Januari opge heven en ouders, die er bezwaar tegen maakten hun kinderen naar de R.K. school te sturen, vonden, dat de gemeente hun niet genoeg tegemoet kwam in de kosten van het vervoer naar den Bosch, weshalve zij hun kinderen thuishielden. De predikant dezer gemeente, wien het verdroot de aan zijn zorgen toevertrouwde zieltjes van alle onderwijs verstoken te zien, besloot den* knoop door te hakken en besteedt nu reeds sedert Februari zijn morgenuren geheel belangeloos aan het onderwijs geven aan deze kinderen bij zich aan huis. De pastor loei verricht dit extra- werk met veel genoegen en toewijding, maar intusschen is deze zaak, naar ons ter oore kwam, reeds bij gedeputeerden aan hangig gemaakt, zoodat er kans bestaat, dat de predikant zich eerlang zal kunnen veroorloven van deze eervolle maar on reglementaire functie even vrijwillig af stand te doen als hij haar op zich heeft genomen. N. R. Crt. RECLAME. 968 Gebruik bij Zonnebrand. Schrijnen en Stukgaan der Huid In doozen van 30, 60 en 90 ct. Tube 80 ct.j TWfëf Verkrijgbaar bij Apothekers en Drogisten. VOOR VRIJDAG 31 JULI. Hilversum. 1875 M. 6.4512.00: VARA, 12.00—4.00 AVRO, 4.00—8.00: VARA, 8.00 —11.00: VPRO, 11.00—12.00 VARA 6.45 —7.00 en 7.30—7.45: Gymnastiekles o.l.v. G Kleerekoper 10.00: Morgenwijding VPRO 10.15: Voordracht door Jan La- mers - 10.30Voor de zieken 11.30 12.00: Gramofoonpl. 12.152.15: Con cert door de stafmuziek van het 5e Reg. Infanterie o.l.v. J. R. v. d. Glas 2.15 2.45: dr. H. B Holsboer: „Opleiding voor dc Textiel-Industrie en -handel" 2.45— 4.00: Concert AVRO-kwartet o.l.v. D. Groeneveld 4.00: Orgelspel door Fr. Uyttenbogaard 4.30Voor de kinderen 5.15: Concert door' Ensemble uit het VARA-orkest o.l.v. H .Wiggelaar 6.00: J de Vries: „Arbeiders en gas in hun sociale en economische beteekenis" 6.20: Vervolg concert 6.45: Actueel Allerlei door het N.V.V. 7.00: Vervolg en slot concert 7.30: Politieberichten 7.45: Gramofoonpl. 8.00: ds. W. Ban ning: „Jean Jaurès. strijder, denker, ge- loovige (II)" 8.30: Concert Eveline Lopez Salzedo (viool), Theo v. d. Pas (piano) 9.00: Mej. E. C. Knappert: „Reisverhalen: England, the New Forest" 9.30: Vervolg concert 10.00: Vrijz. Godsd. Persbureau 10.05: Vaz Dias 10.1511.00: Vervolg concert 11.00— 12.00: Gramofoonplaten VARA. Huizen. 298 M. Algemeen Programma verzorgd door de KRO 8.009.15: Gra mofoonplaten 10.0011.30: Gramofoon platen 11.30: Voor ouden van dagen en zieken 12.00: Concert KRO-kwintet o.l.v. P. Lustenhouwer 1.30: Gramofoonplaten 2.005.00: Concert KRO Salon-orkest o.l.v. M. van 't Woud 5.155.30: Gra mofoonplaten 5.307.15: Concert KRO Kunstensemble o.l.v. P. Lustenhouwer 6.006.15: M. K. Gerisch: „Het land rond om de Main en de Rijn" 7.157.45: J. Cornelissen „Voetverzorging" 7.45 11.00: Concert KRO-orkest o.l.v. J. Ger ritsen, m.m.v. R. Kloosterhuis (zang) 11.0012.00: Vas Dias en Gramofoonplaten Daventry. 1554 M. 10.35: Morgenwij ding 11.05: Lezing 12.20: Concert (sopraan-alt) 12.50: Orgelconcert 1.50: Gramofoonmuziek 4.20: Licht orkestconcert 5.35: Kinderuurtje 6.20: Lezing 6.35Nieuwsberichten 7.00: Moderne sonates voor cello en piano 7.40: Rugby-match Engeland-Nieuw Zeeland 7.30: Muziekcritiek 7.45 Lezing 8.05: Dansmuziek, Jack Payno 8.35: The King can do no wrong", radiotooneel van Denis Freeman. B.B.C.- orkest o.l.v. Herman Scherchen 11.20—, 12.20: Dansmuziek. Langenberg. 473 M. 7.25, 11.00, 1.25; Orkestconcert 2.50: Gramofoon 5.20: Concert door het Sted. Orkest van Wies baden 8.20: Spaansche liederen (gramo foon) 9.05: „Was frag ich viel nachtgéld und Gut", comedie van Miiller-Schlosser. Tot 11.50: Concert. Parijs „Radio-Paris", 1725 M. 8.05, 12.50, 1.25, 6.50, 7.20: Gramofoon. 8.20: „Tosca", opera van Puccini op gramofoon platen. Kalundborg, 1153 M. 12.20—2.20: Con cert. Strijkensemble. 3.505.50: Concert Orkest. 8.209.20: Concert. Harmonie orkest. 9.20: Concert. Strijkkwartet. Werken van Louis Glas 10.201.20: 's Nachts Dansmuziek. Brussel, 508.5 M. 5.20: Orkestconcert. 6.05: Orkestconcert. 6.35: Lezing. 6.50: Gramofoon. 7.35: Lezing. 7.50: Nieuws 8.20: Orkestconcert. (388.2M.) 5.20: Orkestconcert. 6.05: Orkestcon cert. 6.35: Gramofoon. 7.35: Lezing. 7.50: Nieuws. 8.20: Gramofoon. 9.05: Lezing 9.20: Concert. Casino in Knokke. Naar heb Engelsch van BERTA RUCK door Mr. G. KELLER. 9) Van haar schuld was hij overtuigd en hij was er niet minder zeker van dat haar de gevangenis wachtte. Nu zij als het ware op heeterdaad was betrapt, kon het niet lang duren of de firma Mackenzie en Moss, die voor een verlies van zeven dui zend Pond stond, daar het kostelijke snoer niet was verzekerd door de verarmde Rus sen, voor wie de firma in Whitechapel als makelaar was opgetreden, kreeg de parels terug. Maar toch, ondanks die overwegin gen primeerde dezen voormaligen krijgs gevangene de atkeer voor al wat gevan genis was. Die obcessie kwam tot uiting in de kort afgebeten woorden: U kunt vertrekken. Had zij hem goed verstaan? Neem me niet kwalijk, wat zegt u? Ik zeg, dat u heen kunt gaan. Ik wil de politie niet laten roepen, ik wil er haar niet in mengen. Er kwam weer kleur op haar gelaat. Het ontdooide en het was weer een aardig meisjesgezicht, dat hem met een lachje aankeek. U gelooft me dus, kapitein Farquhar? U aanvaardt dus mijn woord van eer? Maar uit eiken trek van dat onver stoorbare gelaat, uik den kouden blik van tijn staalgrijze oogen begreep zij, dat hij dit niet had bedoeld. Neen dat heb ik niet gezegd. Ik heb alleen gezegd, dat ik er de politie buiten wilde houden. U is vrij om te vertrekken. Zij werd dus weggejaagd! Een oogenblik stonden zij zwijgend te genover elkander, hij niet begrijpend hoe deze dievegge, ondanks de overstelpende bewijzen van haar schuld, kon denken dat hij dwaas genoeg zou zyn zich door haar te laten overbluffen; zij niet begrij pend, dat hij niet van haar onschuld over tuigd was nu zij haar woord van eer had gegeven. Wat deed daarvan af de om standigheid dat het vrijwel onaannemelijk was dat iemand anders de parels had ge stolen? Zij had ze in ieder geval niet, daar had zij haar woord op gegeven. Zij wist evenmin als hij wat er van die parels was geworden. Hij moest dat toch ook inzien Maar hij deed dat niet, hij geloofde haar niet. Verontwaardiging verhoogde de blos op haar wangen en zij hief haar donker hoofdje op en haar houding deed denken aan die van een schooljongen uit de zesde klasse, die zich in een of andere school- historie in zijn eer aangetast gevoelt. U gelooft me dus bij stuk van zaken niet? Ik geef u verlof te vertrekken Zij zeide geen „dank u", zij zeide niets meer, maar wierp een blik van diepe ver ontwaardiging naar hem, alsof zij de aan klaagster was en hij betrapt was op een daad, welke hem voor goed buiten den kring van fatsoenlijke èn brave menschen sloot. Met dien blik van toornige minach ting vertrok zij. Waarheen zij zich begaf, liet Darol Far- quhar koud. Wat aanleiding had gegeven tot zijn zonderling gedrag, daarom be kommerde Sheila Curtis zich niet, nu hij haar op haar woord niet had geloofd. En geen van beiden geloofde ook maar één oogenblik, dat zij elkander ooit weder zouden ontmoeten. HOOFDSTUK VI. Een onverwachte vriendin. Kokend van woede had Sheila het kan toor verlaten. Met een harden bons sloeg zij de deur er van achter zich dicht en brieschend holde zij de vermolmde trap af, de nauwe, duffe gangen door naar de vunzige straat van sombere huizen met donkere ingangen, waarop namen prijkten welke in de wereld van diamanten, pare len en andere edelgesteenten wonderen uitwerkten. Ik hoop zoolang ik leeft nooit meer de namen van Mackenzie en Moss en zeker niet diep van Farquhar te hooren. Nooit van mijn leven zet ik meer een voet ln deze walgelijke steeg, zei Sheila tot zich zelve. Ook al ben ik er uitgetrapt, dan ben ik toch blij dat ik er uit ben en voor goed! Die overpeinzing wakkerde den toorn van het meisje aan en met verdubbelden spoed snelde zij naar het Tehuis voor Jonge Dames in betrekking. Maar nog vóór zij dat had bereikt was de reactie bij haar ingetreden en had zij zich afgevraagd: Wat moet ik nu beginnen? De kilheid der werkelijkheid bracht haar weer tot het alledaagsche leven terug en zij vroeg zich af: Ja, wat moet ik nu beginnen? Ik kom op tijd voor den lunch in het „Kattenhok" (zooals zij haar voor treffelijk kosthuis had gedoopt). Maar wat, als de lunch is afgeloopen? Hoe zal ik later mijn lunch kunnen betalen? Hoe kom ik aan een ander baantje? En naar mate de gedachten steeds snel ler door haar hoofd spookten, vertraag den zich haar schreden. Het waren wel benauwde gedachten, die haar vervulden. Hier sta ik, op straat gezet zonder eenig getuigschrift! Ik ben onder verdenking. Maar daar blijft het niet bij! Die lui zul len natuurlijk wel zorgen, dat het ge beurde ook op andere kantoren bekend raakt. Die Jonge Kei is juist een kerel om mij te laten fileerenOnwillekeurig keek zij eens om, doch bemerkte niets ver dachts. Het ligt voor de hand. dat hij mij heeft laten gaan om te kunnen uitvinden' waarheen ik ga. Daar had ik zoo gauw niet aan gedacht Natuurlijk heeft hij mij daarom niet vastgehouden. Hij wil te we ten komen, waar mijn medeplichtigen zit ten. Knap van hem als hij daar achter komt! Maar wat moet ik intusschen be ginnen. als ik zelfs geen medeplichtigen heb, bij wie ik mij kan verschuilen. In sombere gepeinzen stak zij de straat over. Als ik maar in staat was uit het land te vluchten! Als ik me goed her inner, meent men dat juweelenroovers dat doorgaans doen. Wat zou het heerlijk zijn uit Londen weg te zijn. Engeland den rug toe te keeren, een hoop zeewater te doen golven tusschen mij en de plek waar dit alles is gebeurd! Toch wel jammer, dat ik niet naar Chloe kan gaan. Chloe was de getrouwde zuster in Indië. Maar daar valt niet aan te denken. Het zou weken duren eer Chloe mijn brief kreeg en bovendien gaat zij zoo geheel op in haar zuigeling, dat zij vrijwel geen be langstelling heeft voor wat anderen over komt. Dat is de schaduwzijde van ge trouwde zusters te hebben. Een telegram zou ik niet kunnen betalen, ook al zou het doenlijk zijn zoo'n historie te seinen. Zou ik dan moeten telegrafgeren: Sheila weg gejaagd wegens diefstal van parels? Chloe zou denken, dat ik gek was geworden en zij zou per ommegaand telegram aan een of ander krankzinnigengesticht opdragen mij in de gaten te houden en desnoods op te bergen. Het zou waarlijk nog zoo kwaad niet zijn geweest, als die kerel van een Farquhar de politie er bij had gehaald en mij naar de gevangenis had laten brengen. Het sinistere woord gevangenis zeide aan Sheila niet hetzefde als aan den man met de tralievrees. Want om met derge- Ujken afschuw behept te zijn, moet men er de ervaring van hebben. Intusschen had zij reeds ervaring wat het beteekende een baantje te zoeken. Dat was al verve lend genoeg, ook al had zij op de gebrui kelijke vragen niet behoeven te ant woorden, wat zij thans als de volle waar heid zou willen zeggen, zou moeten op biechten: „ik heb mijn vorige betrekking op staanden voet moeten verlaten, omdat een kostbaar parelsnoer, dat aan mij was toevertrouwd, verdwenen was en mijn pa troon meende, dat ik daarvoor verant woordelijk was te stellen. Er was trouwens niemand anders, die het had kunnen weg nemen. Ik kan u niet mededeelen, waar om er geen onderzoek tegen mij is ge opend, of het moest zijn, dat men mij vrij spel wilde geven, waardoor men hoopte nieuwe bewijzen tegen mij te verkrijgen. Vermoedelijk heeft men mij op vrije voe ten gelaten in de verbeelding, dat zij aldus de toedracht der zaak tot klaarheid kun nen brengen. Ongetwijfeld zal u, wanneer u zich wendt tot mijn vroegere patroons, de firma Mackenzie en Moss, van haar wel de heele geschiedenis vernemen. In het diep gevoel van haar onschuld vond Sheila, dat de zaak toch wel be lachelijk was. Maar er viel waarlijk niet te lachen! Dat gevoelde zij toch ook dui delijk en nog dieper ter neer gedrukt dan te voren, betrad zij de uitgesleten treden van de inrichting voor in betrekking zijnde jonge dames. Huissleutels werden er aan de bewoonsters niet gegeven en dus strekte Sheila de hand uit naar de electrische huisschel. Vóór zij echter op den knop kon drukken werd de deur opengerukt en zij was bijna omvergewor pen door iets groots en warms, iets mas siefs en lomps. Het was een groote, witte bulhond. een zonderling dier, dat, zijn ronde donkere oogen smachtend naar Sheila opheffend, met zijn stompje staart heftig begon te kwispelen en nog heviger dan de straks genoemde boodschapslooper begon te snuiven en te snuffelen. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1931 | | pagina 9