PUROL
FIETSTOCHTEN!
DAROL FARGUHAR S
NACHTWANDELING
72ste Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 30 Juli 1931
Derde Blad
No. 21890
GEMEENTEZAKEN.
BURG. STAND VAN LEIDEN
KERK- EN SCH00LNIEUWS
dit verzacht en geneest ,f
RADIO-PROGRAMMA.
FEUILLETON.
BENOEMING EN ONTSLAG.
Voorgedragen wordt voor benoeming
als leeraar in de oude talen aan het Gym
nasium: 1. de heer W. Weersma te Brits-
werd, 2. de heer H. Heuvel te Groningen.
Voorgesteld wordt de heeren J. H. Wat-
tez en dr. J. A. W. Groenewegen voor
1931/'32 opnieuw te benoemen tot tijde
lijk leeraar. resp. in het lijnteekenen en
plant- en dierkunde aan de Meisjes H.B.S.
en voorts mej. dra. A. M. M. Smit tot
tijdelijk leerares in het Fransch.
Voorgesteld wordt mej. C. A. Kok met
ingang van 1 Septémber op verzoek eer
vol ontslag te geven als leerares in (le
Lichamelijke Oefening aan het Gymna
sium.
GEBOREN:
Anna Maria, d. v. A. Cossee en M. van
Hoore. Kiem Gwan, z. v. L. S. G. Tan
en M. C. C. Bader. Leijntje Adreana, d.
v. R. van Huis en A. M. van Valkenburg.
Johannes, ~z. v. S. van Weeren en H.
van den Brink. Nicolaas, z. v. J. van
den Hoed en C. de la Rie. Cornelia
Anna, d. v. J. J. Rozier en M. A. Zijlstra.
GEHUWD.
N. van Tol jm. en L. K. Anneeze jd.
P. A. van Amsterdam jm. en P. Smeele jd.
A. Blom jm. en I. F. Bauch jd. A.
Filippo jm. en M. Oudshoorn jd. G. N.
Geuke jm. en M. H. van Eek jd. J. Ver-
lind jm. en P. Crispijn jd. J. van Vil-
steren jm. en P. E. Bonte jd. J. de Vink
jm. en N. Fuchs jd. W. A. C. de Vreede
jm. en V. Z. Hausner jd.
OVERLEDEN
H. van Polanen z. 11 j.
NED. BERV. KERK.
Beroepen: te Leeuwarden (vac. T. Kloos
terman) D. Siemelink te Roswinkel; te
Burgwerd c.a. W. J. Keiler te Nijkerker-
veen; te Colmschate mr. C. J.' Bartels te
Lathum.
Aangenomen: naar Emmastad (Cura
cao) W. J. van Lindink te Eek en Wiel.
Bedankt: voor Krimpen a.d. Lek C. v. d.
Wal te Dirksland.
CHR. GER. KERK.
Beroepen: te Vlissingen W. Heerma,
cand. te Dokkum.
GEREF. KERKEN.
Beroepen: te Andel P. Bakker, cand.
te Ellewoutsdijk.
Aangenomen: naar Strijen N. J. A. van
Exel cand. te Utrecht.
ALGEM. SYNODE NED. HERV. KERK.
Dertiende zitting.
De heer Wolffensperger brengt rapport
uit over de consideraties omtrent de wij
ziging van art. 16 al. 2 van het Reglement
op het Hooger Onderwijs, bedoelende, dat
belangstellenden in de lessen der kerke
lijke hoogleeraren, die geen predikant
wenschen te worden, niet nog afzonderlijk
hebben te betalen de f. 25, die theologi
sche studenten wel moeten betalen. De
conclusie van dit rapport is die wijziging
definitief vast te stellen en aan de hoof
delijke stemming van de leden der Prov.
Kerkbesturen en der Waalsche commissie
De conclusie aangenomen.
Aan de orde komt het verslag van het
Zuiderzeefonds.
Met ingang van 1 April 1930 werd de
heer Ruys aangewezen tot het houden
van voortdurend contact met de classicale
en plaatselijke commissies, het dienen
van voorlichting en het bevorderen dat
zulke commissies in alle classes en ge
meenten worden gevormd en aan het
werk gaan. AI spoedig bleek de wensche-
lijkheid tot officieele besprekingen tus-
schen de Zuiderzeecommissie en afge
vaardigden van de bestaande classicale
commissies of van die der Classicale Be
sturen, waar nog geen classicale commis
sies bestonden. Zoo drie vergaderigen te
Utrecht, Breda en Meppel. In 30 classe»
zijn thans classicale commissies.
Een krachtige opwekking om het werk
te steunen is uitgegaan van verschillende
bestuursleden, die zich beschikbaar stel
den voor het vervullen van spreekbeurten
op classicale samenkomsten of gemeente
avonden, waarbij menigmaal de Zuiderzee
film werd vertoond.
Van het propagandageschriftje zijn
thans ruim 80.000 exemplaren verspreid.
Er werd een excursie naar de Zuider
zeewerken ondernomen.
Uit het financieele verslag blijkt, dat in
1930 aan giften werd ontvangen f. 4724.70,
aan collecten f. 31.150,31; aan jaarlijksche
bijdragen f. 325; aan interest f. 20150
totaal f. 36.401,51, waaronder evenwel
f. 15.113,98, die van den Questor-Generaal
der Algemeene Synode ingekomen zijn,
welk bedrag onder het hoofd „collecten''
is verantwoord. Hiertegenover werd uit
gegeven f. 4141.98.
De heer Bolt brengt rapport uit over
het voorstel van den Raad van Beheer om
alinea 2 van art. 2 van het Reglement p
de predikantstraktementen te wijzigen, in
dien zin, dat dispensatie van het mini-
mum-tractement niet meer ieder jaar
wordt verleend, maar om de vijf jaren,
behoudens in bijzondere gevallen. De
conclusie van het rapport is deze wijzi
ging aan te nemen, waarmede de vergade
ring zich vereenigt.
De heer Barbas brengt rapport uit over
een voorstel van den heer Wolffensper
ger om art. 23 van Algemeen Reglement
in dien zin te wijzigen, dat de beroeping
der predikanten geschiedt door den Kerke-
raad, in alle gemeenten de kiescolleges af
te schaffen en de verkiezing van Kerke-
raadsleden plaats te doen vinden door
de gemeente volgens evenredige vertegen
woordiging. De conclusie van het rapport
is afwijzend; aldus besloten.
Naar aanleiding van dit voorstel stelt
de president voor een commissie van 5
personen te benoemen om het Synodaal
Reglement op de benoeming te herzien en
met voorstellen daaromtrent bij de Sy
node in te dienen, wat wordt aangeno
men.
Eveneens rapporteert hij over een voor
stel van de classicale vergadering van
Dokkum tot wijziging van art. 43 van het
Reglement op de vacaturen nl. om het
preeken op beroep van predikanten, die
een vaste standplaats bekleeden. toe te
staan en om een commissie van advies
voor beroepingszaken in te stellen. Beide
voorstellen werden afgewezen, omdat men
acht, dat het peil van het ambt daardoor
zou dalen.
Wegens het bijeenkomen van een Sy-
nodus contracta wordt de zitting geslo
ten. Hbld.
HET NEDERLANDSCH
ONDERWIJZERS-GENOOTSCHAP.
De vijf-en-tachtigste algemeene
vergadering.
Heden en morgen houdt te Tiel het
Nederlandsch Onderwijzers Genootschap
zijn vijf-en-tachtigste algemeene vergade
ring.
De voorzitter der ontvangende afdee-
ling, de heer E. Boersma, heette de aan
wezigen met een kort woord hartelijk
welkom.
Hierop was het woord aan den heer H.
J. Bon, voorzitter van het hoofdbestuur.
Aan zijn uitvoerige rede ontleenen wij het
volgende
Een jaar is voorbijgegaan ener is
ten aanzien van de salarieering, vertegen
woordiging der onderwijzers in het geor
ganiseerd overleg, een nadere uitwerking
van de financieele gelijkstelling tusschen
openbaar en bijzonder onderwijs, niets
verbeterd. Ten aanzien van de financieele
gelijkstelling en de wijziging der onder
wijswet is een wetsontwerp op komst. Ten
aanzien van het georganiseerd overleg
voor de onderwijzers kan een nadere rege
ling niet uitblijven. Bij de regeering zijn
geen plannen in de maak tot verlaging
van de ambtenaren- en onderwijzerssala
rissen.
Zoo goed als niemand in de onderwijs
wereld zal zich met de conclusies van het
rapport Rutgers, neergelegd in een con
RECLAME.
cept tot wijziging der onderwijswet, kun
nen vereenigen.
Het ontwerp der staatscommissie met
zijn 45 leerlingenschaal, met zijn laten
voortbestaan van de achterstelling van
het openbaar bij het bijzonder onderwijs,
met zijn terugnemen van een verbeterde
opleiding, met zijn invoeging van een uit
voerig straffenSysteem voor de onderwij
zers, is alleen om die vier punten al voor
ons onaannemelijk. Wij willen verbetering
en geen verslechtering van het onderwijs.
Wij wenschen niet, dat het openbaar
onderwijs tengevolge van de doorwerking
van wettelijke bepalingen verarmelijkt en
verschrompelt. Wij wenschen voor de
openbare school een gelijke huisvesting,
een even aanzienlijke leermiddelenvoor-
raad als waarin zeer Veel bijzondere scho
len zich mogen verheugen. Wij wenschen
geen continueering van een algemeen
onvoldoend geachte opleiding, wij wen
schen een verbeterde opleiding. En ten
slotte wij wenschen niet in de wet te zien
uitgedrukt den onverdienden blaam, dat
onderwijzers zulke ambtenaren zouden
zijn, voor wie een zevental straffen van
opklimmenden aard moeten worden uit
gedacht. Wij wenschen ook in de nieuwe
wet het respect voor ons ambt, dat te
dezen in de vroegere wetten is betoond.
Binnenkort kan de verschijning van een
Regeeeringsontwerp tot wijziging der
Lager Onderwijswet verwacht worden;
het is te wenschen, dat het in belangrijke
mate zal afwijken van het ontwerp der
commissie-Rutgers. We vreezen .echter
dat het Regeeringsontwerp aan onze
wenschen niet zal tegemoet komen. Dan
wacht ons een harde strijd in den ko
menden winter, terwille van de ongerepte
handhaving van onze openbare school.
Ten aanzien van het tweede punt, dat
ik u aangaf, het Georganiseerd Overleg,
zal een beslissing van de Regeering wel
spoedig dienen te vallen ingevolge de
Ambtenarenwet. Tot ons leedwezen heeft
de Regeering de Centrale Commissie voor
Georganiseerd Overleg onveranderd ge
handhaafd.
Het lijkt ons wenschelijk, nu het ambte
narenreglement voor 11/12 niet op de
onderwijzers van toepassing wordt ver
klaard ook het laatste twaalfde deel niet
meer op hen van toepassing zal zijn en
advies over de onderwijzersbezoldiging
voortaan door de gezamenlijke onderwij
zersorganisaties aan de Regeering zal
worden uitgebracht.
Met klem dringen wij er op aan, dat aan
de achterstelling van de onderwijzers bij
de ambtenaren een einde zal komen.
Die bevoorrechting van ambtenaren
boven de onderwijzers, komt eveneens
sprekend uit in de ziekteregeling.
Voor ons geldt nog steeds de armzalige
ziekteregeling: zes maanden heel, zes
maanden half salaris.
Minister Terpstra heeft toegezegd, dat
de ziekteverlof regeling voor de onderwij
zers zou worden herzie'- Met klem drin
gen wij er op aan, dat deze belofte spoedig
wordt ingelost.
Bij het derde punt de salarieering, zijn
we op het doode punt gekomen.
Wij kunnen niet aannemen, dat de
minister er thans toe zal overgaan, op de
onderwijzerssalarissen korting te gaan
toepassen.
De beschouwingen in de onderwijsbla
den over de salarisherziening 1928 hebben
toch wel duidelijk aangetoond, hoe onre
delijk de onderwijzers toen zijn behandeld.
Onze salarisverhoogingen in 1928 met hun
honderden gevallen van achterstelling der
onderwijzers, die met hun f. 50 verhooging
van aanvangs- en f. 100 van het eind-
salaris er zoo poover afkwamen in verge
lijking met anderen, die eenige honderden
guldens omhoog gingen, moeten het toch
wel duidelijk maken, dat de onderwijzers
ook toen als bij de salarisverlaging van
1925 zoowel als bij de vaststelling van hun
salaris in 1920 in ernstige mate zijn gedu
peerd, en het dus in geen geval aangaat,
hun te lage salarissen thans nog eens aan
te tasten.
Een blijder geluid kan ik doen hooren
ten aanzien van onze organisatie. Wij con-
stateeren iedere maand groei van ons
ledental en een steeds grooter aantal
jongeren sluit zich bij het oude Genoot
schap aan.
De commissie, uit de afd. Winterswijk,
welke de rekening en verantwoording van
het H.B. over het loopend Genootschaps
jaar had onderzocht, bracht hierna ver
slag uit en verklaarde de boeken in orde
te hebben bevonden. Den secretaris werd
décharge verleend. De rekenin~en werden
door de vergadering goedgekeurd.
DE PREDIKANT-SCHOOLMEESTER
HERLEEFD?
In het Brabantsche dorp St. Michiels
gestel doet zich de eigenaardige omstan
digheid voor, dat de Hervormde predikant
aan enkele kinderen uit zijn gemeente
gratis schoolonderwijs geeft. De openbare
school is daar n.l. sedert 1 Januari opge
heven en ouders, die er bezwaar tegen
maakten hun kinderen naar de R.K.
school te sturen, vonden, dat de gemeente
hun niet genoeg tegemoet kwam in de
kosten van het vervoer naar den Bosch,
weshalve zij hun kinderen thuishielden.
De predikant dezer gemeente, wien het
verdroot de aan zijn zorgen toevertrouwde
zieltjes van alle onderwijs verstoken te
zien, besloot den* knoop door te hakken en
besteedt nu reeds sedert Februari zijn
morgenuren geheel belangeloos aan het
onderwijs geven aan deze kinderen bij zich
aan huis. De pastor loei verricht dit extra-
werk met veel genoegen en toewijding,
maar intusschen is deze zaak, naar ons ter
oore kwam, reeds bij gedeputeerden aan
hangig gemaakt, zoodat er kans bestaat,
dat de predikant zich eerlang zal kunnen
veroorloven van deze eervolle maar on
reglementaire functie even vrijwillig af
stand te doen als hij haar op zich heeft
genomen. N. R. Crt.
RECLAME.
968
Gebruik bij
Zonnebrand. Schrijnen
en Stukgaan der Huid
In doozen van 30, 60 en 90 ct. Tube 80 ct.j TWfëf
Verkrijgbaar bij Apothekers en Drogisten.
VOOR VRIJDAG 31 JULI.
Hilversum. 1875 M. 6.4512.00: VARA,
12.00—4.00 AVRO, 4.00—8.00: VARA, 8.00
—11.00: VPRO, 11.00—12.00 VARA 6.45
—7.00 en 7.30—7.45: Gymnastiekles o.l.v.
G Kleerekoper 10.00: Morgenwijding
VPRO 10.15: Voordracht door Jan La-
mers - 10.30Voor de zieken 11.30
12.00: Gramofoonpl. 12.152.15: Con
cert door de stafmuziek van het 5e Reg.
Infanterie o.l.v. J. R. v. d. Glas 2.15
2.45: dr. H. B Holsboer: „Opleiding voor
dc Textiel-Industrie en -handel" 2.45—
4.00: Concert AVRO-kwartet o.l.v. D.
Groeneveld 4.00: Orgelspel door Fr.
Uyttenbogaard 4.30Voor de kinderen
5.15: Concert door' Ensemble uit het
VARA-orkest o.l.v. H .Wiggelaar 6.00:
J de Vries: „Arbeiders en gas in hun
sociale en economische beteekenis"
6.20: Vervolg concert 6.45: Actueel
Allerlei door het N.V.V. 7.00: Vervolg en
slot concert 7.30: Politieberichten
7.45: Gramofoonpl. 8.00: ds. W. Ban
ning: „Jean Jaurès. strijder, denker, ge-
loovige (II)" 8.30: Concert Eveline
Lopez Salzedo (viool), Theo v. d. Pas
(piano) 9.00: Mej. E. C. Knappert:
„Reisverhalen: England, the New Forest"
9.30: Vervolg concert 10.00: Vrijz.
Godsd. Persbureau 10.05: Vaz Dias
10.1511.00: Vervolg concert 11.00—
12.00: Gramofoonplaten VARA.
Huizen. 298 M. Algemeen Programma
verzorgd door de KRO 8.009.15: Gra
mofoonplaten 10.0011.30: Gramofoon
platen 11.30: Voor ouden van dagen en
zieken 12.00: Concert KRO-kwintet o.l.v.
P. Lustenhouwer 1.30: Gramofoonplaten
2.005.00: Concert KRO Salon-orkest
o.l.v. M. van 't Woud 5.155.30: Gra
mofoonplaten 5.307.15: Concert KRO
Kunstensemble o.l.v. P. Lustenhouwer
6.006.15: M. K. Gerisch: „Het land rond
om de Main en de Rijn" 7.157.45: J.
Cornelissen „Voetverzorging" 7.45
11.00: Concert KRO-orkest o.l.v. J. Ger
ritsen, m.m.v. R. Kloosterhuis (zang)
11.0012.00: Vas Dias en Gramofoonplaten
Daventry. 1554 M. 10.35: Morgenwij
ding 11.05: Lezing 12.20: Concert
(sopraan-alt) 12.50: Orgelconcert
1.50: Gramofoonmuziek 4.20: Licht
orkestconcert 5.35: Kinderuurtje
6.20: Lezing 6.35Nieuwsberichten
7.00: Moderne sonates voor cello en piano
7.40: Rugby-match Engeland-Nieuw
Zeeland 7.30: Muziekcritiek 7.45
Lezing 8.05: Dansmuziek, Jack Payno
8.35: The King can do no wrong",
radiotooneel van Denis Freeman. B.B.C.-
orkest o.l.v. Herman Scherchen 11.20—,
12.20: Dansmuziek.
Langenberg. 473 M. 7.25, 11.00, 1.25;
Orkestconcert 2.50: Gramofoon 5.20:
Concert door het Sted. Orkest van Wies
baden 8.20: Spaansche liederen (gramo
foon) 9.05: „Was frag ich viel nachtgéld
und Gut", comedie van Miiller-Schlosser.
Tot 11.50: Concert.
Parijs „Radio-Paris", 1725 M. 8.05,
12.50, 1.25, 6.50, 7.20: Gramofoon. 8.20:
„Tosca", opera van Puccini op gramofoon
platen.
Kalundborg, 1153 M. 12.20—2.20: Con
cert. Strijkensemble. 3.505.50: Concert
Orkest. 8.209.20: Concert. Harmonie
orkest. 9.20: Concert. Strijkkwartet.
Werken van Louis Glas 10.201.20:
's Nachts Dansmuziek.
Brussel, 508.5 M. 5.20: Orkestconcert.
6.05: Orkestconcert. 6.35: Lezing.
6.50: Gramofoon. 7.35: Lezing. 7.50:
Nieuws 8.20: Orkestconcert. (388.2M.)
5.20: Orkestconcert. 6.05: Orkestcon
cert. 6.35: Gramofoon. 7.35: Lezing.
7.50: Nieuws. 8.20: Gramofoon.
9.05: Lezing 9.20: Concert. Casino in
Knokke.
Naar heb Engelsch van BERTA RUCK
door Mr. G. KELLER.
9)
Van haar schuld was hij overtuigd en
hij was er niet minder zeker van dat haar
de gevangenis wachtte. Nu zij als het
ware op heeterdaad was betrapt, kon het
niet lang duren of de firma Mackenzie en
Moss, die voor een verlies van zeven dui
zend Pond stond, daar het kostelijke snoer
niet was verzekerd door de verarmde Rus
sen, voor wie de firma in Whitechapel als
makelaar was opgetreden, kreeg de parels
terug. Maar toch, ondanks die overwegin
gen primeerde dezen voormaligen krijgs
gevangene de atkeer voor al wat gevan
genis was. Die obcessie kwam tot uiting
in de kort afgebeten woorden:
U kunt vertrekken.
Had zij hem goed verstaan?
Neem me niet kwalijk, wat zegt u?
Ik zeg, dat u heen kunt gaan. Ik wil
de politie niet laten roepen, ik wil er haar
niet in mengen.
Er kwam weer kleur op haar gelaat. Het
ontdooide en het was weer een aardig
meisjesgezicht, dat hem met een lachje
aankeek. U gelooft me dus, kapitein
Farquhar? U aanvaardt dus mijn woord
van eer?
Maar uit eiken trek van dat onver
stoorbare gelaat, uik den kouden blik van
tijn staalgrijze oogen begreep zij, dat hij
dit niet had bedoeld.
Neen dat heb ik niet gezegd. Ik heb
alleen gezegd, dat ik er de politie buiten
wilde houden. U is vrij om te vertrekken.
Zij werd dus weggejaagd!
Een oogenblik stonden zij zwijgend te
genover elkander, hij niet begrijpend hoe
deze dievegge, ondanks de overstelpende
bewijzen van haar schuld, kon denken
dat hij dwaas genoeg zou zyn zich door
haar te laten overbluffen; zij niet begrij
pend, dat hij niet van haar onschuld over
tuigd was nu zij haar woord van eer had
gegeven. Wat deed daarvan af de om
standigheid dat het vrijwel onaannemelijk
was dat iemand anders de parels had ge
stolen? Zij had ze in ieder geval niet,
daar had zij haar woord op gegeven. Zij
wist evenmin als hij wat er van die parels
was geworden. Hij moest dat toch ook
inzien
Maar hij deed dat niet, hij geloofde
haar niet.
Verontwaardiging verhoogde de blos op
haar wangen en zij hief haar donker
hoofdje op en haar houding deed denken
aan die van een schooljongen uit de zesde
klasse, die zich in een of andere school-
historie in zijn eer aangetast gevoelt.
U gelooft me dus bij stuk van zaken
niet?
Ik geef u verlof te vertrekken
Zij zeide geen „dank u", zij zeide niets
meer, maar wierp een blik van diepe ver
ontwaardiging naar hem, alsof zij de aan
klaagster was en hij betrapt was op een
daad, welke hem voor goed buiten den
kring van fatsoenlijke èn brave menschen
sloot. Met dien blik van toornige minach
ting vertrok zij.
Waarheen zij zich begaf, liet Darol Far-
quhar koud. Wat aanleiding had gegeven
tot zijn zonderling gedrag, daarom be
kommerde Sheila Curtis zich niet, nu hij
haar op haar woord niet had geloofd.
En geen van beiden geloofde ook maar
één oogenblik, dat zij elkander ooit weder
zouden ontmoeten.
HOOFDSTUK VI.
Een onverwachte vriendin.
Kokend van woede had Sheila het kan
toor verlaten. Met een harden bons sloeg
zij de deur er van achter zich dicht en
brieschend holde zij de vermolmde trap
af, de nauwe, duffe gangen door naar de
vunzige straat van sombere huizen met
donkere ingangen, waarop namen prijkten
welke in de wereld van diamanten, pare
len en andere edelgesteenten wonderen
uitwerkten.
Ik hoop zoolang ik leeft nooit meer de
namen van Mackenzie en Moss en zeker niet
diep van Farquhar te hooren. Nooit van
mijn leven zet ik meer een voet ln deze
walgelijke steeg, zei Sheila tot zich zelve.
Ook al ben ik er uitgetrapt, dan ben ik
toch blij dat ik er uit ben en voor goed!
Die overpeinzing wakkerde den toorn
van het meisje aan en met verdubbelden
spoed snelde zij naar het Tehuis voor
Jonge Dames in betrekking.
Maar nog vóór zij dat had bereikt was
de reactie bij haar ingetreden en had zij
zich afgevraagd:
Wat moet ik nu beginnen?
De kilheid der werkelijkheid bracht
haar weer tot het alledaagsche leven terug
en zij vroeg zich af: Ja, wat moet ik nu
beginnen? Ik kom op tijd voor den lunch
in het „Kattenhok" (zooals zij haar voor
treffelijk kosthuis had gedoopt). Maar
wat, als de lunch is afgeloopen? Hoe zal
ik later mijn lunch kunnen betalen? Hoe
kom ik aan een ander baantje?
En naar mate de gedachten steeds snel
ler door haar hoofd spookten, vertraag
den zich haar schreden. Het waren wel
benauwde gedachten, die haar vervulden.
Hier sta ik, op straat gezet zonder eenig
getuigschrift! Ik ben onder verdenking.
Maar daar blijft het niet bij! Die lui zul
len natuurlijk wel zorgen, dat het ge
beurde ook op andere kantoren bekend
raakt. Die Jonge Kei is juist een kerel om
mij te laten fileerenOnwillekeurig
keek zij eens om, doch bemerkte niets ver
dachts. Het ligt voor de hand. dat hij mij
heeft laten gaan om te kunnen uitvinden'
waarheen ik ga. Daar had ik zoo gauw
niet aan gedacht Natuurlijk heeft hij mij
daarom niet vastgehouden. Hij wil te we
ten komen, waar mijn medeplichtigen zit
ten. Knap van hem als hij daar achter
komt! Maar wat moet ik intusschen be
ginnen. als ik zelfs geen medeplichtigen
heb, bij wie ik mij kan verschuilen.
In sombere gepeinzen stak zij de straat
over.
Als ik maar in staat was uit het
land te vluchten! Als ik me goed her
inner, meent men dat juweelenroovers dat
doorgaans doen. Wat zou het heerlijk zijn
uit Londen weg te zijn. Engeland den rug
toe te keeren, een hoop zeewater te doen
golven tusschen mij en de plek waar dit
alles is gebeurd! Toch wel jammer, dat ik
niet naar Chloe kan gaan.
Chloe was de getrouwde zuster in Indië.
Maar daar valt niet aan te denken.
Het zou weken duren eer Chloe mijn brief
kreeg en bovendien gaat zij zoo geheel op
in haar zuigeling, dat zij vrijwel geen be
langstelling heeft voor wat anderen over
komt. Dat is de schaduwzijde van ge
trouwde zusters te hebben. Een telegram
zou ik niet kunnen betalen, ook al zou het
doenlijk zijn zoo'n historie te seinen. Zou
ik dan moeten telegrafgeren: Sheila weg
gejaagd wegens diefstal van parels? Chloe
zou denken, dat ik gek was geworden en
zij zou per ommegaand telegram aan een
of ander krankzinnigengesticht opdragen
mij in de gaten te houden en desnoods op
te bergen. Het zou waarlijk nog zoo kwaad
niet zijn geweest, als die kerel van een
Farquhar de politie er bij had gehaald en
mij naar de gevangenis had laten brengen.
Het sinistere woord gevangenis zeide
aan Sheila niet hetzefde als aan den man
met de tralievrees. Want om met derge-
Ujken afschuw behept te zijn, moet men
er de ervaring van hebben. Intusschen
had zij reeds ervaring wat het beteekende
een baantje te zoeken. Dat was al verve
lend genoeg, ook al had zij op de gebrui
kelijke vragen niet behoeven te ant
woorden, wat zij thans als de volle waar
heid zou willen zeggen, zou moeten op
biechten: „ik heb mijn vorige betrekking
op staanden voet moeten verlaten, omdat
een kostbaar parelsnoer, dat aan mij was
toevertrouwd, verdwenen was en mijn pa
troon meende, dat ik daarvoor verant
woordelijk was te stellen. Er was trouwens
niemand anders, die het had kunnen weg
nemen. Ik kan u niet mededeelen, waar
om er geen onderzoek tegen mij is ge
opend, of het moest zijn, dat men mij vrij
spel wilde geven, waardoor men hoopte
nieuwe bewijzen tegen mij te verkrijgen.
Vermoedelijk heeft men mij op vrije voe
ten gelaten in de verbeelding, dat zij aldus
de toedracht der zaak tot klaarheid kun
nen brengen. Ongetwijfeld zal u, wanneer
u zich wendt tot mijn vroegere patroons,
de firma Mackenzie en Moss, van haar
wel de heele geschiedenis vernemen.
In het diep gevoel van haar onschuld
vond Sheila, dat de zaak toch wel be
lachelijk was. Maar er viel waarlijk niet
te lachen! Dat gevoelde zij toch ook dui
delijk en nog dieper ter neer gedrukt dan
te voren, betrad zij de uitgesleten treden
van de inrichting voor in betrekking
zijnde jonge dames. Huissleutels werden
er aan de bewoonsters niet gegeven en
dus strekte Sheila de hand uit naar de
electrische huisschel. Vóór zij echter op
den knop kon drukken werd de deur
opengerukt en zij was bijna omvergewor
pen door iets groots en warms, iets mas
siefs en lomps. Het was een groote, witte
bulhond. een zonderling dier, dat, zijn
ronde donkere oogen smachtend naar
Sheila opheffend, met zijn stompje staart
heftig begon te kwispelen en nog heviger
dan de straks genoemde boodschapslooper
begon te snuiven en te snuffelen.
(Wordt vervolgd).