TRIANON-THEATER DE ZANGE SEVILI MAHAMC MONTE G MUITERIJ AAN BOOBD Rami Ren 2 JONGEI DE ZANGER VAf OE ROMAN VAN EEN PAARD BebeDaniels inde komische film: H: Loopjongen, Op een langen Zomeravond. VACANTIE. Familie- en Vacantieprogramma van 31 Juli tot en met 6 Augustus. Wij vervolgen onze niet te evenaren serie filmv een phenomenaal super-filmw* De hoofdr In dit praci NOVARRO artist. Een van spel, s P' EEN AM II De vele vrit kunnen hen: gAMOW NOVARUO VOOR DE PAUZE: Het Cinematografisch meesterv met I. A. OCHSE en zijn filmcamera op Zwerft: U ZIET De onmetelijke rijkdommen van Borne: Ghanl, den bezweerder - Woeste stroomversnel hart van Centraal Borneo - De tijger-lenige Het wondere land van Minang Kabou - Bataksct Nias en zijn wilde krij; Wanneer TRIANON iets bijzonders annonceert, k zijn, dat U iets buitengewoons te zien zult krij, kan U week na week dergelijke progi PLAATSBESPREKEN AANBEVOLEN - CASSA'I AUTO- EN RIJWIELSTALLING ACHT Zaterdag- en Woensdagmiddag: Familievcx Matinéeprijzen: Loge 80 ct., Balcon GO ct„ le Ranp WIJ VERWACHTEN CHARLIE CH/ HEDENAVOND VOOR HET LAATST DE ERNST LUBITSCH'S ondeugen met JEANETTE MAC DONALD en Gevraagd, een flinke goed kuunende fietsen, v.g.g.v. 3. OODWATER, Hofje 1, 1016 Rijnsburg. H.H. K JOH. NI. VAN „Henny, 't wordt je bedtijd," zei juffr. Bouter tot haar negenjarig zoontje. „Och, moeder, nu al? 't Is nog zoo licht. Ik kan toch niet slapen." Met een lichten zucht keek juffrouw Bouter door het raam van haar huiska mer naar buiten, waar de zon in alle pracht straalde. Ja, 't was moeilijk om naar bed te gaan ais het nog zoo licht was. Maar toch kon het niet anders, 't Werd in deze zomer avonden pas om tien uur een beetje don ker en zóó lang kon haar jongen toch on mogelijk opblijven. 't Was alsof Henny voelde dat hij wat meer kans had om nog even op te mogen blijven. „Zal ik de schoenen voor u poetsen?" vroeg hij gedienstig. „Voor u en van pa, en van Beb en van mij. Alle vier de paren vindt u het goed?" Moeder begreep o 200 goed, de list van haar jongen. Ze knikte hem lachend toe: „Nu vooruit dan maar, vent. Maar als je er mee treuzelt, dan maak ik het zelf af." Met een verheugd gezicht ging Henny naar de keuken. Ziezoo, dat scheelde al weer minstens een kwartier. Langer durfde hij er niet over te doen, want dan zou moeder hem toch naar bed sturen. Onder het poetsen zong hij het hoogste lied. „Henny heeft nog niet veel zin in zijn bed," zei Beb, die al zeventien was en dus langer op bleef. „Nee," zei moeder, „ik zal eens bij hem gaan kijken." Toen moeder de keuken binnenkwam, zag Henny haar guitig aan: ,,'k Ben net klaar, moe." „Dat is goed, Henny. En nu flink je handen wasschen en dan naar boven." Daar werd gebeld. Met een verlangend gezicht keek Henny naar zijn moeder. „O, moe, daar is zeker tante Marie. Die zou immers komen, vanavond? Mag ik nu nog wat opblijven?" „Nee, Henny volstrekt niet. Als je klaar bent met wasschen, mag je even binnen komen om tante goeden dag te zeggen en dan moet je direct naar boven, 't Is al meer dan een half uur te laat." Moeder ging de keuken uit om tante Marie te begroeten, die door Beb onder wijl al boven gelaten was. Toen tante goed en wel in moeders makkelijke stoel voor het raam zat, kwam Henny binnenspringen. „Dag, tante," zei hij, terwijl hij haar een hand gaf. „Dag, Henny, ben je nog op?" groette tante terug, 'k Dacht da tje allang in bed lag." Met een donker gezicht keek de jongen naar zijn tante. Wat behoefde ze nu toch van naar bed gaan te spreken? Daar kwam hij nog altijd vroeg genoeg. Maar even later was zijn boosheid al weer verdwenen. Tante had een pakje te voorschijn gehaald en gal hem dit. „Hier jongen, is het boek, dat ik je een poosje geleden beloofd heb. 't Is een echt jongensboek, dus je zult het wel mooi vinden." Gretig nam Henny het pakje aan. Hij gunde zich haast geen tijd om het touwtje los te maken, zóó nieuwsgierig was hij. Maar toen Beb hem wilde helpen, trok hij het vlug los. Nu, dat was een verrassing. Tante had hem wel een boek beloofd, maar hij wist niet dat hij zoo'n mooi dik jongensboek zou krijgen. Wat was hij er blij mee! „Dank u wel, tante," zei hij. „Zal ik je een kopje koffie inschenken Marie?" vroeg moeder nu. „Graag," zei tante. Terwijl moeder hiermee bezig was. ging Henny ongemerkt in een hoekje zittenen even later was hij werkelijk al in zijn boek verdiept. Hij was ook zöó dol op lezen. Toch was het moeders aandacht niet ontgaan, want toen ze tante Marie haar koffie gegeven had, liep ze op Henny toe, nam hem het boek af en zei: „Ziezoo, dat is goed voor morgen. Nu goeden nacht zeggen en dan direct naar boven." Schoorvoetend volgde Henny dit bevel op. Hij zag wel, er was niets aan te doen. „Komt u aanstonds boven moeder?" vroeg hij, toen hij de kamer uitging. „Ja, Henny, als je klaar bent roep je maar." 't Viel minuten mee. Na een minuut of Tijf riep Henny al: „Moeder komt u?" ,,'k Zal hem maar gauw even goeden Door C. E. DE LILLE HOGERWAARD. J I I ...JL Hoera! het is vacantie! Zes weken niet naar school! We gaan nu fijn naar buiten En maken pret en jool. Gaan zwemmen, wand'len, fietsen, Ravotten op de hei. De schooldeur blijft gesloten; Daarom zijn wij zoo blij! En als het regent, lezen We graag een mooi verhaal. Soms doen we leuke spellen Of zingen w'allemaal Hoera! Het ls vacantie! Zes weken! Is 't niet lang? Zoo 1 ij k t 't ons, maar is éénmaal De pret goed aan den gang, Dan vliegen dagen, weken, Vlug, veel te vlug voorbij. 'k Zou vast wel willen houden Die dagen op de hei! We blijven niet lang slapen, Want 't zonnetje, dat lacht. Wat hadden wij op haar toch Al vrees'lijk lang gewacht! Hoera! het is vacantie! De zon en wij zijn blij. Zeg, zullen we niet mopp'ren, Als 't regent op de hei? Want zijn wij dan verdrietig, Of zelfs uit ons humeur, Dan vlucht in huis de zon ook, Verdwijnt fluks door de deur. We kunnen donk're wolken Wel missen bij ons thuis, En bitt're mopperkoekjes, Heeft Moes niet graag in huis! Hoera! het is vacantie! De boeken aan den kant! We zingen, springen vroolijk. De tasch nog in de hand! (Nadruk verboden). nacht gaan zeggen, Marie," zei moeder, terwijl ze opstond, des te eerder gaat hij slapen." Tante Marie en Beb bleven samen in de huiskamer zitten. Moeder liep de trap op en ging Henny's kamertje binnen. Maar wat was dat nu? De jongen lag niet in zijn bed. Wacht, moeder zou eens even onder het ledikant kijken. Mis schien wilde Henny haar foppen. Maar de ondeugd lag niet onder het bed en hij was ook niet in de kleerenkast. Andere schuilplaats was er niet op het kamertje, dus begrepe moeder dat hij daar nog niet eens boven was. Doch dat ging toch te ver! Zóó ongehoorzaam mocht Henny niet zijn. Met een boos gezicht liep moe der naar beneden en deed alsof er geen Henny bestond. Dat viel Henny, die zich beneden er gens verstopt had, tegen. Hij wachtte nu en deed toen aarzelend de huiskamerdeur open. „Moeder, komt u boven?'" „Nee, Henny, ik ben al boven geweest. Ga nu maar alleen naar bed. En dade lijk hoor." Henny zag wel dat het moeder ernst was. Boos draaide hij zich om. Was dat nu zoo erg, dat hij moeder had willen foppen? Hij wist geen andere manier over zijn boo:sheid te toonen, dan doo:r heel hard te stappen. „Bom, bom," was het bij iederen stap die hij op de trap zette. Moeder en tante hoorden het wel, maar moeder zei er, niets van. Op zijn kamertje gekomen, kleedde Henny zich langzaam, heel langzaam uit. 't Kamertje was boven de huiskamer. En telkens weer hoorden moeder en tante zijn harde stappen. Bom-bom ging 't dan. ,,'t Lijkt wel of hij een houten pootje heeft," lachte Beb. Maar moeder lachte niet. Ze vond haar jongen heel ondeugend. Eindelijk, eindelijk lag Henny toch in zijn bed. Maar toen was het met zijn boosheid ook gedaan. Toen kwam het verlangen naar moeder boven, die hem nog geen goeden nacht gezegd had. „Moeder" snikte hij, „moeder komt u nou boven?" In de huiskamer hoorde men hem snik ken. Aarzelend stond Beb op. „Wat wou je Beb?" vroeg moeder. „Even naar Henny toe. moe." „Nee Beb. hier blijven. Straks ga ik wel even. Maar laat hem nog maar wat wach ten. Die ongehoorzaamheid moet hij nu maar eens afleeren. Hij weet het best. dat hij mij niet voor den gek mag houden." 't Gesprek tusschen moeder en tante vlotte niet erg. Want telkens weer hoorde men Henny klagend roepen: „Moeder komt u nou?" Na een half uurtje stond moeder op. Ze was zelf blij dat ze nu naar haar on deugende jongen gaan kon. Nu zou hij toch wel begrepen hebben dat moeder er geen gekheid van maakte. Even later stond moeder voor Henny's ledikant „O, moeder," snikte de jongen, „waarom kwam u toch niet? Ik dacht dat u nooit meer kwam." Moeder ging bij het bed zitten en streek kalmeerend over Henny's hoofd. „Je weet het zelf wel vent, waarom moeder niet kwam. Jij bent ongehoorzaam geweest en hebt moeder voor niets naar boven laten komen." „Maar ik deed het voor een grapje", snikte Henny. „Dat weet ik wel Hen. Maar zullen we nu afspreken, dat jij voortaan zulke grap jes niet meer maakt en dat je direct naar boven gaat als moeder het zegt?" „Ja moeder", antwoordde Menny. „Goed m'n jongen", zei moeder, terwijl ze hem goeden nacht kustte, „slaap dan maar lekker." FRANCINA. Als 2de hoofdfilm een buitengewone sensatiefilm Een prachtig drama door de UFA uitgebracht. Een schitterende geluidsfilm met. zeldzame tooneelen en zeer boeiende inhoud, een film die een waardig gèheel vormt in ons prachtig programma 8479a Zaterdag- en Woensdagmidd. groote Familie- en Kindermatinée, als hoofdfilm Een bezoek aan ons Theater is nimmer een teleurstelling HEDENAVOND DANSEN in den Foyer (ingang Rijnsburgersingel). Gezellig, Vrij entrée, Intiem 2—3 1

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1931 | | pagina 12