72ste Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 27 Juni 1931 Derde Blad No. 21862 i Buitenl. Weekoverzicht. IHEVEA fietsbanden; 1 lichtloopend yzersterk 1 NIEUWS UIT BELGIE. DE DEENSCHE OCEAANVLIEGERS TE KOPENHAGEN. KUNST EN LETTEREN. FEUILLETON. De Blauwe Diamanten van Mijnheer Merchison Licht aan den horizon Toen de Amerikaansche minister van jnancien, Mellon, naai Europa kwam en ie Londen besprekingen voerde met Mc Donald, Henderson en den directeur der jngelsche Bank, toen was aangekondigd, jat ook de Amerikaansche minister van staat Stlmson ons oude werelddeel met een iezoek zou vereeren, toen werd de moge- I iijldieid geopperd, dat Amerika zijn oude I <tandpunt: zich niet in te laten met den I ;3ng van zaken in Europa, zou willen ver- liitenWeinig kon men nog vermoeden, I jat deze mogelijkheid zoo spoedig werke- I tukheid zou worden! Totaal onverwacht I swam opeens uit de lucht vallen het voor- I nel Hoover, dat Amerika bereid was een I moratorium voor een jaar toe te staan aan al zijn debiteuren, zoo deze op hun beurt Duitschland een jaar lang respijt gaven I ien aanzien van alle tribuut-betalingen, schadevergoeding of wat ook. Voor het eerst accepteerde Amerika door dit voor stel verband tusschen de schadevergoe dingsschulden en de oorlogsschulden, het geen het totdusver hardnekkig had gewei gerd; Engelsche zoowel als Fransche pogin gen in die richting hadden steeds gefaald! Er moeten wel dringende redenen zijn geweest, die Hoover er toe hebben ge bracht, het Amerikaansche standpunt al dus te wijzigen want daarop komt het neer, trots Hoover's nadrukkelijke poging om dat te ontkennen, waarbij hij alle zwaarte legde op het verband tusschen welvaart in de oude en nieuwe wereld, die zonder elkaar niet mogelijk zouden zijn. Wat op zich zelf volkomen juist is, maar dat is altijd zoo geweest, niet nu opeens. Die dringende redenen moeten gezocht worden in den noodtoestand in Duitsch land, die veel erger nog is, dan totnutoe werd ondersteld; zoo erg, dat een oogen- blikkelijk ingrijpen noodzakelijk was, wilde men een debacle voorkomen. Mellon is daarvan te Londen blijkbaar overtuigd, dank zij het Duitsche bezoek aan Chequers waarvan de gevolgen zich aldus reeds doen kennen. Hij rapporteerde dat naar Washington en Hoover Informeerde zelf in haast bij de hoogste Duitsche bron. president Hin denburg. Daarmede was het pleit be slecht. Hoover vergewiste zich nog even, dat zijn voorstel bij het Amerikaansche Congres in goede aarde zou vallen op dat het hem niet zou vergaan als destijds Wilson, die den Volkenbond stichtte, doch door zijn eigen parlement werd gedesa voueerd! en zijn voorstel ging in zee; op den zeer korten termijn van ingang met 1 Juli a.s. Een schok ging door de wereld; plotseling zag men van over den haringvijver een reddende hand uitge strekt en alleen dit gebaar is voldoende geweest om aan de beurs een directe ver betering te doen intreden, om ernstig weer de hoop te zien opleven, dat het mogelijk zal zijn uit het slop te geraken, waarin men al dieper en dieper was be land. Men dacht er aanvankelijk niet aan, dat het nog maar een voorstel was, dat nog moest worden aanvaard door alle be trokkenen, men zag een uitweg en daar aan klampte men zich vast. Enkele nuch- terlingen wezen er terstond op en inderdaad met recht dat Amerika in de eerste plaats aan zijn eigen belangen dacht, het veilig stellen van zijn finan ciën in Duitschland, doch wat doet dit er toe, zoo Europa mee profiteert? En daar van is thans ieder wel volledig overtuigd. Men voelt, dat Hoover den weg heeft ge wezen, waarlangs herstel op den duur mogelijk zal zijn. Op den duur, want licht te begrijpen is, dat een moratorium voor een jaar alleen geen redding kan bren gen, dat daarop verdere stappen zullen moeten volgen Met gejubel is Hoover's voorstel ont vangen behalve in Frankrijk en zijn vazal-staten. Engeland en Duitschland hebben zonder aarzelen het voorstel aan vaard, waarbij Engeland zelfs zoo royaal was, om, al kan het geld kosten, wat het zelf moeilijk missen kan, de Dominions te doen deelen in de moratorium-gelegen heid, waartoe het allerminst verplicht was, daar de regeling met de koloniën zuiver een interne aangelegenheid is! Na eenig twijfelen volgde Italië dit goede voorbeeld, al ondervindt het er eenig na deel van. Oostenrijk en Bulgarije betoon den hun volle instemming! Anders stond het, gelijk gezegd, met Frankrijk, en voor een deel is dat te be grijpen, dat dient a priori erkend. Door een moratorium, zooals Hoover voorstelt, verliest Engeland betrekkelijk weinig, daar het immers aan Amerika ongeveer zooveel betaalt (feitelijk iets meer), als het van Duitschland etc. ontvangt; Frank rijk daarentegen ontvangt van Duitsch land beduidend meer als het Amerika be taalt! En afgezien van de financieele las ten en baten. Hoover's voorste) tornt aan het Young-plan. hetgeen voor Frankrijk taboe is Genoemd plan voorziet toch ook de mogelijkheid van een moratorium, doch slechts gedeeltelijk; in ieder geval moet Duitschland volgens het Young-plan de onvoorwaardelijke gedeelten (plm. een derde van het geheel) opbrengen. Hoo ver's plan trekt dit onvoorwaardelijke gedeelte ook in het moratorium en treft aldus Frankrijk's heilig huisje! Frankrijk voorvoelt, dat het, wanneer het eenmaal laat tornen aan het Young-plan. als van zelf komt tot 'n verder aantasten daarvan en daarin heeft het gelijk. Het jaar van het moratorium van Hoover zal toch on getwijfeld leiden tot nadere besprekingen tot wijziging van het plan Young Be paald enthousiast betoonde men zich der halve in Frankrijk direct niet aanvan kelijk voelde men zich zelfs ietwat over rompeld door het onverwachte doch weigeren zonder meer durfde men ook niet, daar men niet het odium wilde dra gen van een mislukking van Hoover's red dingspoging. Een weigering zou Frankrijk in een geïsoleerde positie hebben gebracht, bovendien! De agressieve toon der wereld pers tegen Frankrijk's aarzelen heeft dat reeds voldoende aangetoond Trots alle mooie woorden, heeft Frankrijk zich toch steeds alleen om eigen belang en dat zijner bondgenooten bekommerd, hetgeen het moreel al zeer verzwakte! De Fransche regeering was in een lastig parket, temeer, waar een direct aanvaar den ongetwijfeld haar val zou hebben be- teekend. gelet op de houding der Kamer. Om uit de imnasse te komen, heeft zij een handige vondst gedaan: zij stelde voor. dat Duitschland het verplichte gedeelte zou storten aan de bank voor Internat, betalingen, die dit geld dan weer aan Duitschland zou leenen! Zoodoende zal zij vermoedelijk den eersten storm in eigen land tot bedaren weten te brengen, terwijl zij door het winnen van eenigen tijd ge legenheid vindt naar andere uitwegen om te zien, als Hoover, zooals vrijwel zeker is, bliift staan op aannemen of verwerpen. De Duitsche rijkskanselier Briining, die de moeilijkheid voor de Fransche regee ring blijkbaar goed aanvulde heeft mis schien kans daartoe geboden door een aanbod om met Curtius „een Chequers" te Parijs te komen doorbrengen, hetgeen vermoedelijk met graagte zal worden ge accepteerd. Zooals de zaken thans staan, is het vooruitzicht op een algemeen aanvaarden van het voorstel Hoover gelukkig heusch niet slecht. Er doemt licht aan den horizon Ook waar Hoover indirect het ontwape ningsprobleem in de kwestie betrok en tot verwezenlijking daarvan een stoot gaf door dit als noodwendig gevolg aan zijn moratorium te verbinden. Dat België, dat achter Frankrijk staat, juist groote mili taire credieten voteerde, strekt het niet tot eer. RECLAME. 9057 (Van onzen briefschrijver) De moeilijkheden om zich te Brussel vlug te verplaatsen. Geen autobuslijnen en traag maar comfortabel tramverkeer. De toestanden <in het taxi bedrijf. Op het oorlogspad. Brussel, Juni 1931. Hoe meer Brussel uitbreiding neemt, hoe meer het verkeeresvraagstuk wordt ingesteld Niet alleen wat de gewone ver keersregeling betreft .maar ook wat de mogelijkheid aangaat voor de Brusselaars om zoo vlug mogelijk de verschillende stadsgedeelten te bereiken. Stadsuitbrei ding die naar volledige afzondering van de nieuwe wijk leidt door gebrek aan een vlugge en praktische verbinding, blijkt steeds een slechte onderneming te zijn. Zooals in elke groote stad is te Brussel het verkeersvraagstuk ook langs deze zijde een ernstig probleem geworden. De Brusselsche tramwegmij., die feitelijk een monopolie in handen heeft, daar zij het heeft klaar gespeeld, sedert enkele jaren ook de aandeelen in handen te krijgen van de maatschappij die een paar autobusdiensten in exploitatie had. Zij heeft nu volop de gelegenheid om te be weren, dat exploitatie van autobusdien sten niet mogelijk is. Er is niemand om het tegendeel te bewijzen. De tram in het centrum van de stad heeft echter op punten met druk verkeer volledig afge daan. Te Parijs werden verscheidene tram lijnen aldus afgeschaft en vervangen door autobusdiensten. Te Brussel denkt men er nog niet aan. Alleen hebben de autoriteiten van trammaatschappij ge daan gekregen, dat zij, op zekere lijnen zoo deze die het laag gedeelte, langs het centrum en niet langs de groote buiten lanen van de stad met het hoog gedeelte verbinden, geen aanhangwagens zou la ten rijden. Dit was feitelijk een verplich ting die in de vergunning is bepaald met het oog op de algemeene veiligheid. Tij dens den oorlog had de maatschappij, wegens de bijzondere moeilijkheden voor de exploitatie, toelating verkregen om aanhangwagens in dienst te brengen en na den oorlog vond de maatschappij niets gemakkelijker en winstgevender dan met dit stelsel voort te doen. Verder heeft de maatschappij heel wat geld uitgegeven om de tramwagens comfortabel in te richten. In dit opzicht is het een feit, dat Brussel bijzonder is bevoorrecht. Op de ceintuurlanen rijden, zooals men hier zegt ware Pullmanntrams. - Dit comfort is evenwel nog geen oplos sing. Er moet een vlugger verkeer komen. Het is niet mogelijk, dat om zich van het eene naar het andere stadsgedeelte te be geven ook nog in de verre toekomst, de Brusselaars soms een uur en nog meer in de tram zullen moeten doorbrengen. De trammaatschappij begrijpt dit ook wel en er duiken dan ook af en toe geruchten op over een metro, die door dezelfde maat- schappij zou worden geëxploiteerd. Er is niemand die er aan gelooft. Het eenige dat wellicht nog tot stand zou kunnen komen is een tunnel onder de centrale lanen tusschen Noord- en Zuidstation, in de verbreede bedding van de Zenne, welke thans wordt afgeleid, en waarin de trams zcuden rijden, zoodat in het centrum de trams geen opstopping meer zouden kun nen veroorzaken. Maar hier ook zijn de sceptici het talrijkste. En de taxi's dan? zal men zich afvragen. De Brusselsche taxi's zijn talrijk genoeg. Daarover wordt niet geklaagd Maar de taxi-chauffeurs staan bij het publiek doorslecht aange schreven Hiervoor waren voorheen rede nen te over. Er is ten eerste 't teit, het welk gelukkig steeds zeldzamer wordt, dat een persoon die zich 's avonds naar een eenigzins afgezonderde plaats voeren liet zijn chauffeur in een bandiet verande ren zag en werd beroofd. Dit was vooral in de eerste jaren na den oorlog het ge val. De gevallen van dien aard deden zich veelvuldig voor. Er werd echter zoo'n stemming gemaakt onder het publiek te gen de taxi-chauffeurs, dat de betere elementen onder hen zelf de zuivering ondernamen. Er werden maatregelen ge nomen als b.v de stichting van een coo pers tie voor taxi-bestuurders met onder meer als voorwaarde voor lidmaatschap de eigenaardige bepaling, dat het stral- register onbevlekt moest zijn! Dan was er ook nog de nu nog volstrekt niet verdwe nen ervaring dat het „vrachtje" van een taxi-chauffeur steeds leelijk wordt ge- j vild wanneer het op betalen aankomt. Het is mij nog bijna nooit gebeurd dat, voor hetzelfde ritje van een bepaalde plaats tot mijn huis, mij hetzelfde be drag werd gerekend. De klant is er altijd mee gefopt Hij betaald steeds meer dan het tarief. De Brusselsche taxi-chauffeurs schijnen over een bewonderenswaardige virtuositeit te beschikken, om hun klanten te bedriegen. Dit bedrog wordt in de hand gewerkt door het bestaan van verschillende auto nome gemeenten die, tot voor enkelen tijd, elk een verschillend reglement hadden inzake taxi-verkeer. Men had een stelsel aangenomen, waardoor een door den meter aangeduid tarief werd verhoogd met een percent, dat afwisselde volgens de duurte. In den taxi was het bericht aan geplakt echter op een wijze, die het on mogelijk maakte er kennis van te nemen. Wanneer het dan op betalen aankwam was er gelegenheid te over om geplukt te worden. Dit alles is nu verbeterd door de invoering van een definitief aan de duurte aangepast tarief, dat ook op de meters wordt aangegeven, zonder dat er nog een verhooging bij te pas komt. Wat niet be let, dat de Brusselsche taxi's nog heel dure tarieven hebben, die geregeld gebruik dooi het groote publiek, in een mate zooals b.v. te Parijs uitsluiten, zoodat het vlug-ver- keers-vraagstuk er bezwaarlijk kan wor den door opgelost. Wat de veiligheid be treft zijn de rollen thans vrijwel omge keerd. Er is geen taxi-chauffeur meer of Otto Hiilig. De Deensche Oceaanvliegers Hillig en Holris zijn gistermiddag om 2 uur op het vliegveld van Kopenhagen geland De vliegers ohtvingen bij aankomst de gouden medaille, de hoogste onderschei ding der Deensche Aero Club. Ter begroeting waren op het vliegveld van Kopenhagen ongeveer 50 000 personen aanwezig, die den beiden piloten een enthousiaste ontvangst bereidden Het toe stel. de Liberty, was getooid met de Deen sche en Amerikaansche vlag Holris werd het eerst door zijn moeder verwelkomd. Hierna sprak de voorzitter der ont Holzer Holris. vangstcommissie hartelijke woorden tot de beide aviateurs. De met lauwerkransen omhangen vlie gers werden vervolgens door den Deen- schen minister van Verkeer namens de regeering gecomplimenteerd. Tot slot maakten de vliegers in een open auto. met een 50-tal volgauto's, hun joveuse entrée in de stad. Langs den weg stónden duizenden menschen, die de koene piloten hartelijk toejuichten. Op het Raadhuis werden de vliegers door den eersten burgemeester verwelkomd. In de stad werd druk gevlagd. hij is wanneer hij 's avonds met een klant wegrijdt, voor zijn leven beducht Het is een misdaad in de mode geworden een taxi huren, zich op een eenzame plaats laten voeren en dan den chauffeur een revolver onder den neus duwen met be leefd verzoek zijn portefeuille te ledigen. In den jongsten tijd zijn er ook wel eenige gevallen geweest, waarin de klant-bandiet er maar dadelijk op los schoot of sloeg. Dan kon de chauffeur ohder deelneming van een eindeloozen stoet collega's die allen met hun wagen opkwamen, worden begraven maar was dit indrukwekkend, het was ook alles. In een geval heeft de dader, die niets had kunnen stelen, en berouw had, zich gevangen gemeld. In het andere zijn de chauffeurs zelf op het oorlogspad gegaan en hebben zij de daders van een aanranding voor de politie ontdekt en in haar handen overgeleverd. Er zijn taxi-bestuurders, die erkennen, dat de tarieven te duur zijn. vooral de nachttarieven. Dat zijn de chauffeurs van de Brusschelsche voorsteden. Deze leven op een voet van oorlog met de taxi's van die op het grondgebied van de stad Brus sel hun standplaats hebben om deze reden En ook nog wel om andere redenen maar dat willen zij niet zoo gemakkelijk erken nen. Volgens hen is het niet noodig 's nachts dubbel tarief te doen betalen om 's nachts ook zijn broodje te verdienen Zij hebben zich dan, zooals reeds gezegd, in een coöperatie vereenigd en elk lid draagt op zijn wagen een blauwe ster wat betee- kent, dat hij 's nachts het dagtarief toe past. Dit is zooveel als oorlog aan de maat schappij, die op het eigenlijke Brusselsche grondgebied een monopolium heeft van het taxi-verkeer. Want daarom gaat het feitelijk. De kleinere taxi-ondernemingen zien met leede oogen dat een groote maat schappij de beste standplaatsen heeft in de stad. De topographie van de stad is echter zoo dat het plein voor het Noordstation en dat voor het Zuidstation onderscheidenlijk op grondgebied liggen van St.-Joost-ten- Oode en St. Gillis. Zoodat op deze stand plaatsen op enkele meters afstand van el kaar, des nachts taxi's zijn te vinden, waarvan de een dubbel dagtarief vraagt, en de andere gewoon dagtarief. Welke soort het publiek kiest laat zich gemakke lijk raden. De ster-taxi's hebben er ook een specialiteit van gemaakt door de stad te rijden om er voorbijgangers, die een taxi willen, op te pikken. Wanneer de po litie het opmerkt volgt er wel een proces verbaal, maar daar storen zij zich zooveel niet aan. Doch nu kan men het soms be leven dat een monomolium-taxi het spel letje van zijn concurreerenden collega in de gaten krijgt. Dan rijdt hij hem achter na en wordt het voor den strooper op Brusselsch gebied dikwijls gevaarlijker De ster-taxi-chauffeurs verklaren, dat zij het stelsel van de vrije standplaats wil len bekomen, zooals te Parijs. Dit zou het mogelijk maken, volgens hen, de tarieven ernstig te verlagen. De stad Brussel heft een dubbele onrechtstreeksche belasting op het taxiverkeer daar zij niet alleen een vast standplaatsrecht ontvangt van de maatschappij, maar ook nog een deel in de winst opstrijkt De stad voert hiertegen aan. dat de maatschappij verplicht is o.m. een dubbel nachttarief te hebben, omdat zij verplichtingen heeft, die alleen het openbaar belang op het oog hebben. Zoo bijvoorbeeld het verzekeren van standplaatsen, dag en nacht in weinig drukke wijken. Op deze standplaatsen kan men ook om vier uur 's morgens een taxi vinden, in welks chauffeur men vertrou wen hebben kan. omdat er een zeker toe zicht bestaat Wat niet het geval is voor de chauffeurs van de agglomeratie, die hun standplaats op bepaalde uren verlaten om in de buurt te komêin waar „vrachtjes" te vinden zijn en die ook in de kleine uur tjes liever te bed gaan, omdat zij tot niets zijn verplicht. WILLEN FELTZER t Willem Feltzer, directeur van de Muziek school van de afdeeling Rotterdam van Toonkunst, is, 57 jaar oud, na een lang durige ziekte te Dordrecht, waar hij ten huize van zijn dochter verpleegd werd, overleden. DE ABONNEMENTSVOORSTELLINGEN. Naar wij vernemen is van de gelegenheid om zich op te geven voor de nieuwe serie abonnementsvoorstellingen -n den Leid- schen Schouwburg voor 't komend seizoen een ruim gebruik gemaakt, zoodat het Schouwburgbestuur besloten heeft deze te doen doorgaan. Loge is nog disponibel, be nevens een enkele baignoire- en parterre plaats. Geautoriseerde vert. uit het Engelsch van J. S FLETCHER door Jhr. C. A. L. v. d. W. (Nadruk verboden). 23) En dat is alles wat je weet, Cot- tingley? Alles! Zoo zeide Maythorne. We weten nu iets meer van Mallison. We weten ook, dat hij naar het Noorden is gereisd. Nu zou ik nog willen weten of hij en Maza- roff elkaar na hun ontmoeting te Hut- tingdon en York nog weer hebben ont moet. Waarom? vroeg Crole met verbazing. En waar? Uw tweede vraag is van meer belang dan de eerste, antwoordde Maythorne. De plaats van zulk een ontmoeting, dat is het punt van beteekenis. Hetgeen wij moeten weten is het ver band tusschen den moord op Mazaroff en het feit, dat Mazaroff de blauwe diamant no. 2 bij zich had. toen hij vermoord werd. Hoeveel personen wisten, dat hij de dia mant bij zich had. Mallison wist dat vrij zeker omdat hij de diament van Mazaroff had gezien. Vermoedelijk was het bod van sir Samuel het onderwerp van hun ge sprek in Huntingdon en York. Wij moe ten Mallison daaromtrent inlichtingen vragen. Ik zal vanavond trachten er ach ter te komen, wanneer hij waarschijnlijk In de stad terugkeert, of waar hij zich nu ophoudt; ik zal dat zelf eens gaan infor- meeren bij de Leeke's. Maar nu Armin- trade? Die moeten wij ook spreken, hij weet meer dan hij verteld heeft; eigen lijk heeft hij niets verteld. Holt! is de man. die je in „de Houtsnip" hebt achter gelaten, de chauffeur Webster, nog al bij de hand? Webster is een slimme, handige kerel, antwoordde ik. Flink en betrouw baar. Geef mij een paar telegram-formu lieren, Cottingley. zeide Maythorne. Holt, ik ga Webster telegrafeeren uit jouw naam; ik zal hem vragen om een oogje te houden op High Cap Lodge en hoe hij dat moet doen. Wat den dag van morgen betreft, wil jullie morgen om tien uur hier komen? Crole en ik gingen heen en lieten May thorne het telegram aan Webster klaar maken. Buiten gekomen gaapte Crole. Ik ga naar huis Holt; ik ga eten en naar bed. Daar verlang ik naar. En jij, wat ga jij doen? Zoo ongeveer hetzelfde, ik ga ergens eten en dan naar mijn kamer. Ik ben ook moe. Ik vermoed, dat wij morgen ons spoor moeten vervolgen? Wij zien elkaar morgen om tien uur weer bij Maythorne, gaf hij toe met een hoofdknik. Ik ben benieuwd om te weten of wij vandaag iets verder zijn gekomen. En dan tot morgen! Hij gaapte nog eens, glimlachte veront schuldigend, gaf mij een hand en ging in de richting van het naaste station van den ondergrondschen spoor. En toen hij vertrokken was voelde ik, dat ik moe was, vermoeidei dan ik besefte. De opwinding van de laatste dagen het gejaag, de gees telijke arbeid dat alles liet zijn invloed gelden Ik keek op mijn horloge, het was zes uur Ik besloot dadelijk te gaan eten en dan naar huis te gaan. Ik ging eten in een rustig restaurant, at goed en deed geruimen tijd over mijn diner. Dat deed mij goed: ik begon er zelfs over te denken mijn vriend Harker te gaan opzoeken, om hem mijn avontu ren te vertellen. Maar bij eenig nadenken vond ik het verstandiger naar huis te gaan. want ik begreep dat wij morgen een drukken dag zouden hebben en misschien moesten terugkeeren naar Marrasdale. Daarom kocht ik eenige avondbladen en ging naar Jermyh Street, met het voor nemen om negen uur naar bed te gaan. Ik zat te knikkebollen over de couranten en besloot daarom naar mijn slaapkamer te gaan, toen Maythorne binnenkwam. Ik begreep, dat hij eenig nieuws had. Ik ben bij sir Samuel Leeke geweest. Holt, zeide hij. nadat ik hem een whisky- soda en een sigaar had aangeboden. Ik ging daar nog eens heen en maakte een aannemelijke verontschuldiging. Ik heb een feit ontdekt, dat misschien en mis schien ook niet met de zaak in verband staat. Natuurlijk over dien Mallison. Zoo, zei ik. Mallison, vervolgde Maythorne, ging op reis naar het Noorden, omstreeks den zelfden tijd dat jij en Mazaroff dat deden. Hij maakte de reis in een van de auto's van Leeke en met een bepaald doel. De heer Leeke wil het volgend jaar een jachtterrein huren voor korhoenders, weet je en hij dacht dat het verstandig zou zijn als Mallison daar nu op uitging om jachtterreinen in oogenschouw te ne men, omdat de jacht in vollen gang is. Naar hetgeen hij mij vertelde ben ik vrij zeker, dat Mallison in de buurt van Mar rasdale was gedurende denzelfden tijd dat jullie daar logeerden. Hij keek mij aan alsof hij van mij eenige opmerking verwachtte. Ik had echter niets op te merken; alles wat ik kon zeggen was, dat ik Mallison nooit daar gezien had. Hij glimlachte. Natuurlijk heb je hem niet gezien of liever, zou je hem niet gezien hebben, als.... Maar dat hangt nog in de lucht. Toch was Mallison daar. En Hij zweeg en bleef zwijgen, totdat ik zeide, hetgeen mij op het hart lag; Ik ben benieuwd of wij ooit achter de waarheid zullen komen! Hij keek mij aan. Wij zullen er achter komen, Holt. en als wij zoover zijn, zal er iets heel bijzon ders aan den dag komen! Kijk eens! Her inner jij je, dat ik, toen wij bij Reiver's Den waren, iets opraapte dicht bij de plaats, waar Mazaroff's lijk werd gevon den? Herinner jij je dat? Nu... Hij hield op. Er klopte iemand aan mijn deur, zachtjes maar aanhoudend. Wij keken beiden in die richting en luister den. Er werd weer geklopt en daarna ging ik naar het portaal, opende de deur en week verbaasd terug. Daar stond Sheila alleen! HOOFDSTUK XVII. Het testament. Haar naam kwam onwillekeurig op mijn lippen, terwijl ik haai' stond aan te sta ren; ik had gedurende den avond voort durend aan haar moeten denken. Zij lachte, een beetje verlegen ,doch had haar zinnen beter bij elkaar dan ik, want zij stapte de deur binnen, alsof er niets bijzonders was in dit voor mij zoo verras sende bezoek. Ik had de deur van mijn zitkamer open laten staan; zij keek naar binnen en zag Maythorne. Mijnheer Maythorne is bij u? Dat treft uitstekend! zeide zij. Ik volgde haar in de kamer. Maythorne sprong op en gedurende eenige oogen- blikken keken wij elkaar aan. Maythorne trok een stoel naar den haard en noodde Sheila om plaats te nemen. Juffrouw Merchison is hier omdat er Iets gebeurd is, zeide hij. Juist! Zij had een zwaren reismantel aan, maakte die open en haalde uit een bin nenzak een opgevouwen stuk papier. Zij overhandigde het aan mij. Mijnheer Maythorne heeft gelijk. Er is iets gebeurd. Daar is het testament. Ik kom het persoonlijk brengen. In de stilte, die toen volgde, drongen twee zachte geluiden tot mij door, zooals dat in kritische oogenblikken kan gebeu ren .Het eerste was het afstrijken van een lucifer door Maythorne, die juist zijn sigaar had willen aansteken, toen Sheila aanklopte; het andere was het kraken van het papier, dat ik openvouwde. Ik keek naar de onderteekening: dit was on getwijfeld het testament, dat te York was opgemaakt. Ik gaf het aan May thorne; hij las het door, vouwde het weer op en wendde zich tot Sheila. Hoe komt u daaraan, juffrouw Mer chison? Het antwoord was duidelijk en kort, met een harden toon geuit. Gestolen! Gestolen! Van wie? Het heeft geen zin er omheen te draaien. Ik heb het gestolen van mijn moeder. Maythorne en ik keken elkaar aan. Sheila keek van den een naar den ander. Toen viel haar blik op het buffet. Heeft u een glas wijn of port voor mij. Ik heb in den trein geluncht en daar na in Euston iets gegeten, maar ik heb nu trek in een glas port en wat biscuits; dan zal ik alles vertellen! Ik had nog zeer goede port, een ge schenk van mijn vader en ik haastte mij haar een glas te geven en een trommeltje met biscuits naast haar te zetten. Zij had iets gegeten en een slokje port gedron ken, toen zij naar Maythorne keek Wordt vanelgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1931 | | pagina 9