Humor uit het
Buitenland.
FINANCIEEL OVERZICHT.
Het Is onuitstaanbaar! Telkens als ik je
Om een nieuwe japon vraag, krijg ik hetzelfde
antwoord I
Je doet me ook altijd dezelfde vraag 1
(Pfle Mtlê.)
Ifr k,Oom Plet, Is een flesch Whisky nog altijd goed. als
I hij een Jaar in de kast heeft gestaan
J „Dat weet ik niet. Ik heb nog nooit kans gezien dat
i te onderzoeken." (Passing Show).
^arel, ylug, neem z'n nummer op
- {London Opinion),
„Die Meiregen heeft de bloemen geweldig gauw
laten opschieten." (Judge),
Dokter„Zoo, nceft nij kou gevat dij den Holland—
Duitschland wedstrijd Is dus ln Amsterdam geweest
Vrouw van den patiënt: ^Nee aokter. hij neeft op den
tocht gezeten, toen hij luisterde naar bet verslag over
de radio." (Passing Show)
in liet mild-humoristische „De zonde in
liet deftige dorp" in het diepe en warme
„Carmen in de van speelsch licht door
tintelende „Dwaalpaadjes", in de „Wal
mende Lampen", waar de smartelijke ironie
zich opheft tot een edele mChschelijkheid,
in Van haar luister beroofd", in „Eva",
bet jaagt alles naar levensbegrip, naar
doorpci.ing en bewustmaking onzer diepste
innerlijkheid.
Dit is de quintessence van De Meester's
letterkundige oeuvre, maar wie zijn gehee-
len levensarbeid overziet, wordt ook na
drukkelijk geïnteresseerd voor een ander ge
deelte ervan, n.l. het journalistieke. De
journalist verkeert in de onaangename
omstandigheid, dat het werk van zijn leven
geen duidelijk zichtbare resultaten achter
laat, waarop hij ter vertroosting kan staren
5n do uren van wanhoop en van zich-
mislukt-gevoelen, welke wij allen kennen.
De geleerde en de letterkundige kunstenaar
kunnen wijzen op hunne boeken, de
man-van-het-onderwijs bezit door het gc-
heele land zijn oud-leerlingen, de dokter
heeft zijn dankbare patiënten, de koop
man zijn gegroeide kantoren en magazijnen,
maar uit den dagelijkschen arbeid van
den journalist schijnt niets van meer
blijvende waarde geboren te zijn.
Natuurlijk is dat niet zoo; want evenmin
nis van de stof kan er ook van den geest
ooit iets verloren gaan. De journalist, die
dag-aan-dag de hoofden en harten zijner
lezers heeft beïnvloed, vindt in de onzicht
bare veranderingen die zich daar voltrokken,
het resultaat van zijn levenswerk. Ook bij
De Meester kunnen we dat resultaat niet
precies met den vinger aanwijzen; we
kunnen het alleen vermoeden, maar dan toch
met zeer groote kans van zekerheid. De
Meester heeft zijn rubriek „Kunst en Let
teren" in de Nieuwe Rotterdamsche Cou
rant gemaakt tot een sterke, richting
gevende kracht in het artistieke en geheele
geestelijke leven van ons land. Meer dan
dertig jaren stond hij daar op een ver
antwoordelijke post en de invloed welke er
van hem uitging, is niet te overschatten.
Dat onze moderne literatuur eindelijk
overwon, dat de nieuwe uitingen der schil
derkunst gewaardeerd en bewonderd wer
den, dat liet zuiverder begTip ontstond
omtrent het wezen van schoonheid en
kunst, het is alles in niet geringe mate
do danken aan De Meester als journalist.
En dan is er nog zooveel waarover men
zoo in het openbaar nfet gaarne spreekt,
omdat de kracht ervan altijd ondervonden
werd binnen de muren van het gastvrije
huis aan de Kortenaerstraat of in zijn
rommelige hoekje op het bureau van de
Rotterdammer. De Meester is voor alle
jongere talenten van onzen tijd niet alleen
de „chèr maitre" en de vaderlijke vriend
geweest, maar er ging ook van zijn petil-
lanto levensdrift een wonderlijke energie-
wekkende invloed uit. Wanneer je bij De
Meester geweest was, gevoelde jè je weer
sterk en moedig en bewust, dan kon je
meer en durfde je alles.
Bij de opsomming van hel beste uit zijn
letterkundig werk, noemde ik zoopas ook
reeds dit laatste boek „Eva". Het is wel
op-en-top De Meester. Wat woordgebruik
en zinsbouw betreft is het eigenlijk ramp
zalig slecht geschreven: het knerpt en
knaspert alles haastig aan den lezer voorbij
5n een héél, slordig, soms zelfs banaal
klinkend taaltje, maar fél is het toch ook
en het zindert tot aan de oppervlakte
van een inwendig laaiend vuur. Het was
De Meester's bewegelijke geest, die hem in
een overstelpend-rappe vloed-van-woorflen
springen deed van den hak op den tak,
nu dit naar voren halend, dan weer dcit
belichtend, maar nooit het leven in-de-diepte
loslatend, aldoor taai zich vasthoudend aan
de kern aller dingen.
Populair is De Meester's werk daardoor
nooit geworden, want de massa bemint het
rustige en melodieuse, dat langs den huiten-
kant afglijdt als een beek langs een berg
wand; wat er woelt en worstelt in de rots-
zelf sclirikt den ecnvoudigen inensch af
en stoort hem in zijn evenwicht.
Ook naar den inhoud kan dit boek van
geen ander afkomstig zijn dan van De
Meester. Het probleem van liefde en huwe
lijk heeft hem zijn geheele leven niet los
gelaten; hij reageerde er op met verbitte
ring somSj met ironische gelatenheid dik
wijls of in den wanhoop van een niet-
begrljpen. Totdat hij het tenslotte aan
vaardde, zonder ineer; aanvaardde zooals
wij geboren-worden en sterven-gaan, honger
en dorst te aanvaarden hebben. Maar juist
daardoor dreigde een nieuw conflict. Want
de aanvaarding, van den honger als een
noodzakelijkheid van het leven schept de
aanspraak op het recht der bevrediging.
en hoe dan, wanneer die bevrediging
onmogelijk wordt gemaakt door hetzelfde
leven dat de behoefte schept?...
Deze vraag, hoewel onuitgesproken, leest
ge op iedere bladzijde van dit nieuwe
boek. De Eva van dit verhaal is een naar
het uiterlijk mismaakte vrouw, en naar het
innerlijk is zij niet beter of slechter dan
ieder ander. Maar in haar schrijnt een
felle levenshonger en brandt de begeerte
om de bestemming van iedere vrouw ook
tot de hare te maken. Het is niet alleen
een kwestie van huwelijk en moederschap,
maar het gaat veel verder en het culmi
neert waarlijk in het bijbelwoord dat de
schrijver als motto gebruikte: Ook had de
Heere God gesproken: Het is niet goed,
dat de mensch alleen zij. Ik zal hem eene
hulpe maken".
Ik moet thans wel eindigen; men ver-
geve mij het „In Memoriam" terwille van
De Meester zelf; den volgenden keer zal
ik op dezen roman terug komen.
HERMAN POORT.
De psychologische uitwerking en de econo
mische aspecten van het plan-Hoover.
Een zeer vaste beursstemming.
De verschillende berichten inzake het
voorstel van Hoover tot opschorting van
de betalingen aan de Ver. Staten, mits ook
de schadevergoedingsbetalingen van
Duitschland aan de schuldeischende lan
den voor een gelijken termijn (minstens
een jaar) worden opgeschort, volgen el
kander zoo snel op, dat het moeilijk is
geworden daarover een positieve meening
uit te spreken. Immers deze kan reeds
den volgenden dag door de feiten worden
achterhaald.
Als wij hier toch min of meer uitvoerig
op de kwestie Ingaan, dan doen wij dit
meer uit een oogpunt welken invloed een
moratorium op het zakenleven zal kunnen
hebben en wij behandelen dus de heele
kwestie ln de veronderstelling, dat zich
bij de totstandkoming en de uitvoering
van het plan geen al te groote moeilijkhe
den voordoen. Is dit wel het geval, dan
ligt het voor de hand, dat er van de opti
mistische verwachtingen, die thans de
beurs en het zakenleven beheerschen niet
veel te recht zal komen,
In de eerste plaats dan willen wij er op
wijzen, dat het heele plan geboren is uit
de harde noodzakelijkheid. Zoo dreigend
als de toestand zich de laatste weken voor
het bekend worden van het plan liet aan
zien, ls hij sedert de stabilisatie van het
Duitsche ruilmiddel nog nooit geweest. De
gebeurtenissen ln Oostenrijk, waar een
bankinstelling met een wereldreputatie en
wijdvertakte internationale betrekkingen
ten offer zou zijn gevallen aan de alles
vernietigende crisis, indien de groote in
ternationale bankbelangen en de Oosten-
rijksche staat niet te hulp zouden zijn ge
komen. hebben in niet geringe mate bij
gedragen tot verscherping van den toe
stand.
Maar de positie van deze groote bank
belangen, hoe onwaarschijnlijk het ook
moge klinken, was in den loop van dit
jaar reeds aanzienlijk verzwakt. De voort
gezette liquidaties van de laatste maan
den waren zeker niet ln de laatste plaats
een gevolg van het feit. dat die belangen
niet alleen geen steun konden verleenen,
maar gedwongen waren, om zich zelf meer
lucht te verschaffen, zoodat voortdurend
groote posten aandeelen en beleggings
fondsen aan de markt werden gebracht.
Daar kwam toen bij de hulpverleening aan
de Oesterrelchische Creditanstalt, waar
voor wereldfirma's als Rothschild ln de
bres moesten springen.
Men heeft duidelijk kunnen waarnemen,
dat de voortgezette onttrekkingen van
gelden op korten termijn uit Duitschland,
voor een deel haar oorsprong vonden ln
die hulpverleening aan Oostenrijk. Daar
naast ontstond toen een vertrouwenscri
sis, zooals de wereld sedert jaren niet
heeft doorgemaakt. De Duitsche wissel
koers begon te dalen en de Duitsche Rijks
bank heeft in enkele weken tijds voor ruim
1 milliard Mark aan wissels en goud
moeten afstaan, waardoor het dekkings
percentage bedenkelijk dicht de wettelijk
voorgeschreven grens van 40 pCt. begon
te naderen. De Rijksbank werd daardoor
gedwongen tot drastische maatregelen
over te gaan en zoo werd het disconto met
een volle 2 °/o gerhoogd, ln de hoop, dat
daardoor het getij Zou verloopen en de
afgevloeide saldi weder naar Duitschland
zouden terugkeeren.
Even trad er Inderdaad een zekere ver
ademing in; de koers van de Mark verbe
terde iets, maar veel had dit toch niet te
beteekenen. Er bleef een zeker wantrou
wen bestaan, die voor een deel ook zijn
oorsprong vond in de z.g. Notverordnung,
waardoor een nieuwe zware belastingdruk
op het Duitsche volk werd gelegd. Het be
hoeft geen betoog, dat een ineenstorting
van de Duitsche valuta een ramp voor de
wereld zou hebben beteekend en het be
hoeft dan ook geen betoog, dat kort voor
Hoover zijn voorstel publiceerde, niet al
leen Duitschland, maar de heele wereld
het water aan de lippen stond.
Hoover had zijn adviseurs, in deze Mel
lon en Stimson naar Europa gezonden, om
zich van den toestand op de hoogte te
stellen. In een telefoongesprek, dat meer
dan een uur duurde heeft Mellon toen
zijn hoogste chef ingelicht over den nood
toestand en wat toen besproken ls, heeft
zeker den stoot gegeven tot het bekende
voorstel.
Vraagt men nu van welke draagwijdte
dit voorstel moet worden geacht in ver
band met de heerschende crisis, dan moet
in de eerste plaats den nadruk worden
gelegd op de psychologische uitwerking
van de kwestie. Deze factor is bij een cri
sis van een niet te onderschatten beteeke-
nis. De fatalistische opvatting, dat een
economische crisis komt onafhankelijk
van den wil der menschen, waartegen men
weinig vermag uit te richten, is naar onze
meening onjuist. Heeft een crisis, zooals
thans het geval is reeds tot het uiterste
doorgewerkt, dan kan een plotselinge ver
andering van de geestesgesteldheid won
deren verrichten. Zoolang een ieder meent
dat de crisis voorloopig nog niet tot een
einde zal komen en dat men morgen goed-
kooper koopt dan vandaag, zoolang zal
geen kiem van herstel tot ontwikkeling
komen. Verandert die meening door de een
of andere oorzaak, dan is de grondslag
voor een herstel reeds gelegd.
Men krijgt den Indruk, dat wat deze
zijde van het vraagstuk betreft, de uit
werking van het voorstel Hoover haar doel
niet gemist heeft. Natuurlijk valt thans
nog niet te zeggen, of de ommekeer van
de stemming ln beurs- en zakenkrlngen
van blljvenden aard zal zijn, maar er is
toch reeds veel gewonnen nu het grenze-
looze pessimisme van den laatsten tijd als
met tooverslag is verdwenen.
De laatste dagen ls het vertrouwen nog
versterkt door het bericht, dat er ln Ame
rika besprekingen zijn gevoerd, die ten
doel hebben om een credlet van 100 mill,
dollar ter beschikking van de Rijksbank
te stellen. Uit de voorloopige berichten ls
nog niet met zekerheid op te maken, of
bij totstandkoming van dit credlet daar
van in ieder geval gebruik zal worden ge
maakt, of dat het slechts zal dienen als
een achterdeur voor de Rijksbank ln geval
onverhoopt de binnenlandsche crediet-
vraag bij haar aan het einde van de
maand zoo sterk zou toenemen, dat ge
vreesd moet worden, dat het gewone dek
kingspercentage van den blljettenomloop
van 40 pCt. niet zal kunnen worden ge
handhaafd. Wat nu de eigenlijke beteeke-
nis van het voorstel Hoover betreft, be
hoeft het geen betoog, dat een ontlasting
van Duitschland van den druk der scha
devergoeding, zij het ook voor den tijd van
slechts een jaar dit land gelegenheid zal
geven zich economisch eenigszins te her
stellen. Misschien zal het mogelijk zijn ge
durende dien tijd het bedrijfsleven weder
op een loonende basis te brengen en de
rentabiliteit van het kapitaal te verhoo-
gen, en waar deze reeds geheel en al ont
brak weer te doen terugkeeren.
Ook zal, bij aanneming van het voor
stel, de moeilijkheid ten opzichte van den
Duitschen v/isselkoers. zeker geheel ver
dwijnen en zal de kapitaalvlucht uit
Duitschland een einde nemen. Het aanzien
van het Duitsche crediet in het buitenland
zal worden verhoogd. Duitsche obligaties
zullen in koers verbeteren, de belegger zal
weer wat meer vertrouwen krijgen, de
Duitsche industrie zal meer bestellingen
kunnen plaatsen voor vernieuwingen, in
de overige Europeesche landen zal men
ook weer iets meer durven ondernemen, in
het algemeen zal de geheele situatie ver
beteren.
Daar staat natuurlijk tegenover, dat in
Frankrijk en in Amerika een gat in de
begrooting zal worden geslagen, die met
de een of andere credietoperatie zal moe
ten worden gedekt. Dit ls een zwak punt,
waarvan de moeilijkheid zich misschien
binnenkort duidelijker aan ons zal voor
doen. Wij moeten dan ook waarschuwen
tegen een al te groot optimisme, want in
ieder geval zal het economisch herstel
zich slechts zeer langzaam ontwikkelen.
Ook na de crisis van 1921 zijn hiermede
eenige jaren verloopen.
De fondsenmarkt heeft intusschen tot
nu toe in sterke mate geprofiteerd van de
bemoedigende berichten van de afgeloopen
week. Over de geheele linie zijn koersver-
beteringen ingetreden. Terwijl nog ver
leden week een zeer levendige vraag naar
binnenlandsche beleggingswaarden be
stond, die een typisch uitvloeisel was van
het gebrek aan vertrouwen in andere
beleggingsfondsen, is deze vraag sindsdien
geluwd. Daardoor kwam b.v. de koers voor
4°/» Nederland iets lager te staan.
Duitsche obligaties met inbegrip van de
Youngleening waren echter na de zeer
flauwe stemming van de vorige weken,
zeer vast gestemd. Wij mogen in verband
met de moratorium-kwestie er nog wel
eens op wijzen, dat er in sommige kringen
misverstand schijnt te hebben bestaan,
wat betreft de rentebetaling op de Young
leening. Vanzelfsprekend heeft die met 't
moratorium niets te maken Integendeel
zal de Duitsche regecring juist door het
moratorium nog eerder in staat worden
gesteld aan deze onvoorwaardelijke ver
plichting te voldoen.
'n Stopzetten van de rentebetaling op de
Young-leening zou ook wel het uiterste
middel zijn geweest, waartoe men zijn toe
vlucht zou hebben genomen, daar zulks
een volkomen ineenstorting van het Duit
sche crediet op de wereldmarkt zou hebben
beteekend.
Wat de aandeelenmarkt betreft hebben
Koninklijke een zeer vaste markt gehad,
hoewel er uit de petroleumindustrie geen
berichten kwamen, die er op wijzen, dat
er een verbetering voor de deur zou staan.
Het behoeft echter geen betoog, dat een
herleving van den algemeenen toestand,
ook aan de petroleumindustrie zou ten
goede komen. De aandeelhoudersvergade
ring heeft niets nieuws opgeleverd. De
heer Deterding heeft nog eens zijn hart
gelucht over de Sovjets, die maar voort
gaan olie tegen iederen prijs te verkoopen
en hun productie tot het uiterste op te
voeren, terwijl de andere producenten
zich beperkingen opleggen.
Op het gebied van rubber hebben de be
sprekingen over een uitvoerbeperking nog
geen definitief resultaat opgeleverd. De
beslissing is aan de regeering. Van Fran-
sche zijde is aangedrongen dp een hoog
uitvoerrecht (4'h d. per Eng. pond voor de
Britsche gebieden en 50 cent per half K.G.
voor Ned.-Indië). waarvan de opbrengst
dan zou dienen om rubber ln de open
markt op te koopen en deze voor nieuwe
toepassingen aan te wenden; de rubber,
die hiervoor niet zou kunnen worden ge
bruikt, zou moeten worden vernietigd. Wij
gelooven niet, dat de regeering tot zulk
een drastischen maatregel bereid zal zijn.
De Amsterdam Rubber heeft het boek
jaar nog met een klein voordeellg saldo
afgesloten (f. 428,309 tegen v.j. f. 4.367,553)
dat naar een speciale reserve zal worden
overgebracht; dus geen dividend. Voor het
loopende jaar zal het resultaat veel on
gunstiger worden; de helft van den oogst
is voorverkocht tegen een prijs van ruim
28 cent, terwijl de kostprijs circa 41 be
draagt. die echter wellicht nog wat zal
worden verlaagd.
De andere afdeelingen waren bijna alle
vast gestemd bij iets ruimere omzetten.
Veel belangstelling bestond er ook voor
Amerikaansche waarden.
Koloniale Bank 97 3/4, 114 1/2.
Ned. Handel Mij. 1183/4, 1271/2.
A.K.U. 57, 80, 79.
Accoustiek 48, 59, 56.
Ned. Ford 240, 290. 287.
Philips Gem. Bez. 95 1/2, 1241/2, 114, 125.
Unilever 155 1/2, 187, 183.
AHXEfM. Nat. Bez. 2191/2, 249, 236,
245 1/4.
Alg. Exploratie Mij. 63 1/2, 77 1/2.
Koninklijke 196, 240, 237 1/2.
Ferlak Petroleum 913/4, 117, 115.
Amsterdam Rubber 72, 89.
Bandar Rubber 52 1/4, 68, 67 1/2.
Ned. Scheepv. Unie 1013/4, 1213/4, 121.
Java-China-Japan 381/2, 47 3/4.
H.V.A, 283, 355, 345.
Javasche Cultuur 206, 245, 241.
Dell Batavia Mij. 207, 223.
Deli Mij. 230, 267.
Senembah Mij. 260, 300, 295 1/4
Amsterdam Thee 34, 49.
Sedep Cult. Mij. 215, 250.
Gedurende de maanden Juli en Augustus
zal dit overzicht om de 14 dagen ver
schijnen.
RECLAME.
EEN ROTTERDAMSCH MEISJE TE DIK
OP 25-JARIGEN LEEFTIJD.
Het te veel aan gewicht verloren.
Nu slank en toch krachtig.
Honderden klagen dikwijls over onge
zonde corpulentie; duizenden anderen kla
gen nooit, maar dragen zwijgend de lasten
van deze kwaal en toch bestaat er een
middel, dat alleen de ongezonde, over
matige dikte doet verdwijnen, terwijl het
en dit is zeer belangrijk bij een ieder,
die een normaal gewicht heeft of reeds te
mager is wel bloedzuiverend doch niet ver
magerend werkt. Leest eens dezen brief
„Als meisje van 25 jaar was ik voor mijn
leeftijd veel te dik. Ik had in de courant
vele Uwer advertenties gelezen en besloot
ook eens Kruschen Salts te gebruiken. Na
eenigen tijd kon ik werkelijk constateeren,
dat ik een heel stuk afgevallen was. Ik zal
Kruschen Satis dan ook aan al mijn ken
nissen aanbevelen."
Mej. A. B. te Rotterdam.
Kruschen Salts, een volmaakte combinatie
der zes minerale zouten, die Uw lichaam
iederen dag noodig heeft om naar behoo-
ren te kunnen functionneeren, zuivert het
bloed van schadelijke stoffen en helpt de
nieren en ingewanden de afvalprocucten
te verwijderen. De zes zouten die Kruschen
bevat, worden door het bloed opgenomen
en geven iedere zenuw, klier en inwendig
orgaan nieuw leven en nieuwe kracht.
Neem iederen morgen een halven thee
lepel Kruschen Salts op een glas warm
water of in Uw eersten kop thee voor het
ontbijt en langzaam maar zeker verdwijnt
die leelijke corpulentie, U voelt zich won
derlijk gezond, vol werklust en energie.
Het leven is U niet langer een last.
Koop nog heden een flacon en begin mor
genochtend met „de kleine, dagelijksche
dosis". Kruschen Salts is uitsluitend ver
krijgbaar bij alle apothekers en drogisten
a f. 0 90 en f. 1.60 per flacon. 9039
2
„Zeg is, wat mot dat beteekenen 7"
„Hij mij smerige diefachtige Italiaan genoemd. Ikl
niet Italiaan, ik Griek". (Passing Show)
Het klkelne ding„We schijnen nooit meer van dié
ouderwetsche zomers meer te krijgen, vindt D wei v
(Humorist,^