72ste Jaargang
VRIJDAG 26 JUNI 1931
No. 21861
No. 25
BE WOELIGE STAL
ANEKDOTES.
)CHETS.
Het voornaamste Nieuws
van heden.
LEIDSCH
DAGBLAD
door
C. E. DE LILLE HOGERWAARD.
Hoofdstuk XIV.
Het Halve Dozijntje gaat onder Dienst.
14)
Vaders vacantie en die der overige
Stalbewoners! ging maar al te spoedig
voorbij. Op den fietstocht, dien we de
vorige week met de Van der Lithjes in ge
dachten meegemaakt hebben, was een dag
van betrekkelijke rust gevolgd. De kinde
ren hadden dien benut door zooals Moe
ders het noemde: „de hei in huls te
halen". Groote bossen hadden ze geplukt
en er vazen en kannen mee gevuld. Wat
feestelijk was dat op eens. al die heerlijk-
geurende hei in de kamers! Zelfs de bijtjes
ontbraken daarbij niet. Telkens kwam
zoo'n nijver diertje door een geopend raam
raar binnen zoemen, aangetrokken door
den heerlijken honinggeur.
Oom Jaap. die slechts een paar dagen
vocantie gehad had, zat al weer achter
zijn bureau in de stad. .Arme Oom Jaap!"
dachten de kinderen. Ze hadden heusch
medelijden met dien oom uit duizenden,
die nu weer stadsmensch geworden was.
Dolf had niet Vader een grooten fiets
tocht naar Kootwijk gemaakt en genoten
van dit heerlijke en interessante uitstapje.
Vol belangstelling hadden zij het radio
station bekeken en bewonderend de fraaie
omgeving in zich opgenomen.
Moeder en de overige vijf hadden dien
dag een bezoek gebracht aan den boter
boer en dit plannetje had Ans heelemaal
verzoend met de gedachte, dat zij niet mee
naar Kootwijk mocht.
Wat viel er zeel te zien en te bewon
deren! op de boerderij! De kinderen
raakten niet uitgekeken! Massa's kazen
lagen daar in de groote, koele kaaskamer!
Moeder liet zich haarfijn door de boerin
uitleggen, hoe de boter en do kaas ge
maakt werden. Maar de jeugd stelde het
meeste belang in de dieren. Wat 'n kippen!
En allemaal bruine!
„Kijk eens, wat een groote kip!" riep
Bert plotseling uit.
„Och
itseung uil.
jongen!" zei Ans lachend. „Dat is
een kalkoen!"
De boerin deed nu een verhaal, waar
naar allen gretig luisterden: Hoe die kal
koen in het voorjaar een groote bruine kip
bij het broeden geholpen had niet alleen,
maar zoodra de kuikentjes uit het ei ge
kropen waren, den rol van kindermeisje
vervuld had. Als moeder Kip, gevolgd door
al haar kuikens, over het erf liep, werd de
rij altijd gesloten door „het kinder
meisje."
.Dat was toch zoo'n miraokel aorig ge
zichte!" besloot de boerin haar verhaal.
Wat hadden ze dat graag eens willen
zien!
„Kom met Pinkster maor werom!" zei
de boerin. „Misschien dut ze 't weer! Ie
kunt 't nie wéten!"
Ja, met Pinksteren terugkomen in de
Woelige Stal, dat wilden de van der Lithjes
maar al te graag, al zei Ans met een
zucht:
„Maar dat duurt nog zoo vreeselijk lang!
Bijna een Jaar!"
Maar 't allerprettigst van hun bezoek
aan den boterboer hadden ze gevonden,
toen de boer. terwijl ze onder een pruimen
boom stonden, deze plotseling geschud had
en de heerlijke, gele pruimen op den grond
gevallen waren.
,,'t Is hier Luilekkerland!" zei Tiny en
allen vonden, dat hun oudste zus gelijk
had, al gunden zij zich den tijd niet dit te
zeggen. Ijverig gingen ze aan het rapen.
De boer zei, dat „ze zich den buuk maor
's vol mosten éten!" maar Moeder vond
spoedig, dat het nu genoeg was. Zij wilde
liever geen zieke kinderen hebben.
„Dan neem-ie de rest maor taee naar
huus!" noodde de boer gul en reeds gaf de
boerin een mandje, waarin zij de pruimen
mochten meenemen en dat ze beloofden
spoedig terug te zullen brengen.
„Hoe zullen we ooit weer in de stad
wennen!' riep Ans op den terugweg uit.
,,'k Word nou al kriebelig, als ik er aan
denk!"
,,'k Geloof nooit, dat je je dankbaar
heid op die manier toonen zou," zei Moe
der, terwijl ze haar tweede dochtertje ern
stig aankeek.
„Moeder heeft gelijk!" dacht Ans. 't Zou
meer dan schandelijk zijr.!" En haar
lachende oogen vertelden Moeder van haar
voornemen alle humeurigheid het zwijgen
op te leggen, 't Was, of Moeder soms dwars
door Je heen kijken kon en je goede voor
nemens, al zag je die zelf eerst heelemaal
niet, te voorschijn roepen kon.
Toen ze opgewekt van hun bezoek aan
de boterboerin thuis kwamen, vonden ze
daar Betje doodsbleek in de keuken, haar
rechterhand onder de waterkraan hou
dend. Zij had zich hoe wist ze zelf niet!
leelijk gesneden.
Moeder legde er vlug en handig een
verband om.
„Wat 'n ellende!" kermde Betje. „Juist
mijn rechterhand! Hoe kan ik die nou mis
sen!" En zij keek hoogst verongelijkt.
,,'t Zal je niet gevraagd worden, Bet!"
zei Dolf, die juist met Vader van hun fiets
tocht teruggekeerd was.
„Jij hebt makkelijk praten!" riep Betje
uit. „Maar ik zou wel eens willen weten,
wie 'twerk hier doen moest!"
„Wij!" klonk het plotseling ln koor en
toen Betje al die vriendelijke gezichten om
zich heen zag, die getuigden van 'n groote
bereidwilligheid, drong het plotseling tot
haar door, dat er nog erger en zelfs veel
erger! dingen zijn dan een verwonde
rechterhand.
„Weet je wat. Bet! Jij bent generaal!"
ze Dolf nu. „Jij beveelt en wij zijn de
soldaten, die je orders uitvoeren."
„Fijn. soldaatje spelen!" riep Ans uit,
die veel voelde voor alles, wat een jong-
gensspel was.
De „generaal" lachte al weer. Hoe hao
ze ook maar één oogenblik bang kunnen
zijn, zich niet door de plotseling opge
komen moeilijkheden heen te kunnen
slaan, met zóóveel bereidwillige handen,
die haar hulp kwamen bieden?!
„Mag ik koken, Bet?" vroeg Tiny, ter
wijl zij vlug haar handen waschte.
„Nou, wat graag!" antwoordde Betje.
„Zal zal ik dan maar met comman-
deeren beginnen?'
,Ja, ja!" juichten allen.
,Ikke ook soldaat!" riep Liesje opge
togen uit.
,Nou, goed dan!" zei Betje, dacht even
na en, ging toen voort:
„Dolf is belast met de zorg voor de
kachel. Hij moet het vuur aanhouden.
Tiny, zet de aardappelen op! Ik zal je
straks, zeggen, als je ze schudden moet.
De wortels mag je stoven en de jus war
men. We eten vandaag koud vleesch en
Moeder heeft joghurt voor „toe" besteld."
Eerst vond Jiny het jammer, dat ze maar
zoo weinig te koken had, maar weldra
kreeg ze toch een kleur van het ongewone
werkje, al maakte zij liet zichzelf noode-
loos moeilijk door ontelbare malen de
deksels op te lichten om „te zien, of het
wel goed ging."
Hans werd opgedragen de tafel te dek
ken, waarbij Liesje hem helpen mocht,
terwijl Ans de bijkeuken mocht schrobben
een werkje, dat haar wat goed be
viel! en Bert overgeschoten brood voor
de poesenfamilie in wat melk mocht
weeken.
Allen kregen als goede soldaten het be
vel zich alleen van hun opdracht te kwij
ten en zich niet met de taak der anderen
te bemoeien.
Er werd hard gewerkt en precies zes uur
stond het eten op tafel en schaarden
Vader en Moeder zich met hun halve
dozijntje om den disch. Nog nooit hadden
de kinderen zóó lekker gegeten en Vader
en Moeder betuigden hun groote tevre
denheid.
Het afnemen en later het omwasschen
zelfs het opknappen der keuken werd alles
door de „soldaten" verricht, zoodat Betje
dien avond, zooals zij het uitdrukte, „bij
zichzelf op visite was." Zat ze daar niet
knus achter haar theeblaatje met de thee,
die Tiny voor haar gezet had?
,,'t Zijn toch lieve kinders!" dacht ze,
terwijl ze zich voornam in het vervolg
maar niet „sikkeneurig" te zijn, als ze
eens vuile voeten in haar schoone gang
of keuken zetten.
Den volgenden morgen gingen de „sol
daten" opnieuw aan het werk. De kamers
werden door hen aan kant gemaakt en
zelfs Ans slaagde er in haar bed „recht te
trekken".
't Regende dien dag. dat het goot, en
ze vonden dat nieuwe spelletje in huis wat
leuk. Er werd als belooning een lekkei
menu samengesteld, waarbij zelfs flens
jes niet ontbraken.
Maar den daarop volgenden dag kwam
Betje tot de ontdekking, dat ze nog een
linkerhand had. Deze kreeg nu ook wat
te doen en langzamerhand begon zij het
werk weer te hervatten en kon de „géne
raal" de „soldaten" met groot verlof stu
ren juist op een tijdstip, dat hun taak hun
niet zóó plezierig meer voorkwam, als zij
dit den eersten dag gedaan had.
,,'t Moet niet te lang duren!" zei Betjo
en vooral Ans was het met deze uitspraak
reorend eens. Alleen Tiny bleef nog wat
langer „onder dienst" dan de rest, waarbij
zij den „generaal" nog allerlei kleine
diensten bewees.
(Slot volgt).
(Nadruk verboden).
Ingezonden door Willy de Neys.
Moeder: „Toe Jantje, breng Zusje even
bij mij binnen, want ze moet eten.".
Jantje: „O Moeder, ze hoeft niet te eten,
ze heeft pas een dikke worm opgegeten."
Meester: „Piet, als je nu staat met ja
gezicht naar het Noorden, wat heb je dan
aan je linkerhand?
Piet: „Wel meester, 5 vingers.
Bediende: „Welke maat overhemd
wenscht u mijnheer?"
Architect (zeer verstrooid, denkende aan
zijn zaken)„10 Meter frontbreedte".
PRIJS DEZER COURANT5
Leiden per 3 maanden f. 2.35, per week f.0.18
n Lelden, waar agenten gevestigd zijn, per week „0.18
',o per post f. 2.35 4- portokosten.
LKEN.
BINNENLAND.
Prinses Juliana te Parijs; bezoek aan een
Nederlandsche stichting. (Binnenland. 2e
Blad).
De Winkelsluitingswet zal waarschijnlijk
op 1 Maart 1932 in werking treden. (Bin
nenland), 2e Blad).
Het jaarverslag van de N.V. Nederland
sche Middenstandsbank. (Financiën, 2e
Blad).
Bij Dordrecht is een roeibootje op de
Merwede omgeslagen. (Gemengd, 2e Blad)
Motorongeluk bij Den Bosch; één doode
(Gemengd, 2e Blad).
BUITENLAND.
Toenemende hoop op aanvaarden van
Hoover's moratorium-voorstel. (Buitenl.
en Tel., Ie Blad).
Gevaar voor een mijnwerkersstaking in
Engeland. (Buitenl. en Tel., Ie Blad).
Ook de Deensche vliegers zijn over den
Oceaan gekomen. (Buitenl. Gemengd, 2e
Blad).
:opend (Za
ging Zuider-
eerenstraat).
het speel-
ivoeding der
door drie
rkels, waar-
nsopvoedmg
jolopvoeding
j, de ruimte
ding en ge-
rekenen als
lijksche op-
;eniging ge-
de beschik-
.1 zijn beste
rroken voor
I op de ver-
knipte de
ng aange-
ie openstot
ende.
opgestelde
het terrein
ortje eenige
en eenige
Nadat ver-
len konden
le verschil-
ïgstellenden
collége van
erhindering
•ommissaris
ï-secretaris,
en Zuiden
en van de
;n tot b:j-
'eit, terwijl
1 S. D. A. P.
le en mej.
t Volkshuis
met recht
and is ge
in de kin-
n den tuin
strumenten
len uitste-
AKTE L. O.
Aan de Chr. Kweekschol zijn geslaagd
de dames: M. J. Kameraat te Ter Aar. J.
Kuperus te Leiden, S. van Leeuwen te
Alphen a. d. Rijn, C. W. Oostveen te Lei
den, A. F. A. Poppinga en J. J. L. Schmidt
beiden Den Haag. Afgewezen geen.
DE RIJTOER DER VERPLEEGDEN
VAN HET GEREF. MINNEHUIS.
De aangekondigde rijtoer der verpleeg
den uit het Geref. Minnehuis heeft gis
termiddag plaats gehad en ook deze tocht
mag evenals de vorige, als zéér goed
geslaagd worden aangemerkt. Tegen éen
uur zaten alle verpleegden ln de groote
„Kerkzaal" der instelling in spanning te
wachten op de komst der rijtuigen
Een luid hoera!klonk als uit één
mond der 68 deelnemers, toen de tijding
kwam dat de „koetsier" er was. Nadat er
nog eenige foto's waren genomen en allen
ingestapt waren, werd gereden langs
Groenesteeg, Langestraat, Rijnstraat,
Plantsoen, Korevaarstraat. Breestraat enz.
naar Oegstgeest Tot aan de grens der
gemeente begeleid door de verkeerspolitie,
welke voor uitstekende regeling heeft gc-
zoi'gd.
Tijdens den geheelen rit werden ver
snaperingen en sigaren uitgedeeld. Aan
de '„Nachtegaal" onder Noordwijkerhout
is zéér veel goeds genoten.
Om ongeveer 8 uur werd de stad weer
binnen gereden en langs Haarlemmer
straat naar huis. Dat de buitenlucht en
de vele genietingen de oudjes goed had
den gedaan, was hun goed aan te zien.
Zéér dankbare herinneringen zullen voor
vele verpleegden uit ons „Minnehuis" aan
dezen genoeglijken middag blijven kleven,
en niet het minst is deze dankbaarheid
jegens heeren Regenten, die hun dezen
waren feestdag hebben willen en kunnen
bereiden. Hiervan getuigt ook de adver
tentie in ons Blad.
Foto Bleuzé.
Onder begunstiging van heerlijk zomerweer maakten de verpleegden van het Geref.
Minnehuis der Ned. Herv. Diaconie gisteren een rijtoer, - Oud-moedertje wordt in
letterlijken zin op haar plaats gezet.
't Was gisteren feest voor de kinderen uit het Westerkwartier: de met zooveel spanning verbeide opening van den
speeltuin vond plaats. - De rodelbaan had het den eersten avond al zwaar te verduren.