Zuid-Slavië toen en nu.
Londensch Aanteekenboek.
Mark Brandenburg, voor een catastrofe te
bewaren. Daarentegen mopperen ze in het
Rijnland, omdat ze daar deze week on
weertjes met hagelbuien gehad hebben, die
alle vegetatie binnen het uur vermochten
te verwoesten. Den landman kan men het
relden naar den zin maken.
Een glimlach ls intusschen te zien op
de gezichten van de bezitters en pachters
van de tallooze om Berlijn gelegen zomer-
Iokalen. Deze menschen waren door den
slechten zomer van verleden jaar en door
de tot voor een week of twee zoo weinig
belovende lente tot wanhoop gebracht.
Men verwachte hier honderden faillisse
menten in deze kringen. Wel hebben ze
natuurlijk de mogelijkheid, zich tegen
slecht weer te verzekeren. Maar geld om
de dure premies dezer verzekering te be
talen hadden de meesten niet. En dus
bleef het een va-banque-spelletje.
Ze hebben gewonnen. Nog wel niet alles.
Maar toch voor een goed deel. Als de Ber-
lijners bij mooi weer naar buiten gaan,
dan vormen ze een volksverhuizing. Op
beide Pinksterdagen waren wel niet zoo
veel menschen overweg als verleden jaar,
toen de lui nog wat meer geld op zak had
den dan in deze droeve tijden. Maar het
waren er dan toch nog ruim drie mil-
lioen! Dat zijn cijfers, waar we in Holland
natuurlijk geen begrip van hebben. Deze
drie millioen menschen willen van voor
stad-treinen, van omnibussen, auto's,
motorfietsen, booten, buitenzitjes, van de
ondergrondsche spoor, van de restaurants
in de bosschen en aan de meren gebruik
maken. En daaraan wordt grof geld ver
diend. Negentig cent heb ik zelf voor een
klein fleschje spuitwater betaald De
overige prijzen waren navenant En
men werd er slechts warmer bij.
De dagen der bloesems in het niet ver
van Berlijn gelegen dorpje Werder zijn
intusschen alweer voorbij In één opzicht
gelukkig. Want het is geen aesthetisch
beeld, daar eiken dag duizenden smoor
dronken Berlijners, die niet weten of niet
willen weten, dat deze vruchtenwijnen het
koppigste goedje op aarde zijn, te zien
tollen en te hooreir^rullen, totdat ze door
speciale hulptroepen der restaurants op
eveneens speciale hellende vlakken gelegd
worden, die hpn naar de bootsteigers rollen
of naar de .perrons van de treinen, waar
alweer speciale goederenwagens dik met
stroo belegd voor hun transport naar huis
toe gereed staan.
Overdrijving? Mijn eerewoord, lezer, dat
het in Werder telken jare in Mei zoo en
niet anders toegaat. Dat is zoowat de
eenige gelegenheid 'de Januari-Februari-
perlode met de Bockbierfeesten dan uitge
zonderd), die de anders tamelijk rustige
en solide Berlijner met beide handen en
met droge lippen aangrijpt om eens „lek
ker dronken' te worden. En het afstootende
van deze feesten in Werder is wel, dat ook
de kinderen naar dit oord van alcoholische
uitspattingen meegebracht worden en niet
zelden een slokje meekrijgen om zich bij
de algemeene stemming niet al te eenzaam
te voelen!
Deze ongegiste vruchtenwijnen men
kan ze in vijf tot zes soorten krijgen en ik
houd het maar bij de heerlijke aardbeien
wijn zijn wel het gevaarlijkste goedje,
dat ik ooit over de lippen gekregen heb
Nog gevaarlijker dan onze bowl, die ook
zoo zoet is en „als water" gedronken
wordt. Waarbij men dan al spoedig tot de
ontdekking komt, dat men een paar fles-
schen wijn veel beter zou verdragen heb
ben dan een glas of wat Meiwljnbowl en
zeker beter dan één enkel glas vruchten
wijn van Werder.
En daar is nu deze moordende hitte nog
bij gekomen, die voor onleschbaren dorst
zorgt en ons telkens weer een paar mark
voor een fleschje vruchtenwijn uit den
zak lokte!
De Zondagen brengen nu echter een
wonderlijk stadsbeeld, wat de zoogenaamde
city aangaat. Het is heusch de moeite
waard, dan even een kijkje in de anders
zoo geweldig drukke „Friedrichstadt" te
gaan nemen. Slechts in romans komen be
schrijvingen van „uitgestorven steden"
voor. Ik zelf herinner me zulke steden
zonder inwoners slechts uit den tijd van
den wereldoorlog, toen men ook heele
stadswijken in België en Noord-Frankrijk
doorkruisen kon, zonder één levend wezen
te zien. Berlijn op een stikheeten Zondag
ziet er precies zoo uit. De verkeerswegen
zijn ook volkomen ontvolkt. Hier wordt het
gezegde waarheid, dat men veilig met een
kanon door de straten zou kunnen schie
ten Berlijn is bulten en laat deze gloeiende
stad aan haar lot over.
Het ziet er naar uit, dat we morgen dat
zelfde beeld zullen kunnen aanstaren.
Maar ik zal van deze gelegenheid niet op
nieuw gebruik maken. De heerlijkste van
alle wereldstedelij ke omgevingen lokt. En
een onweer, dat een geheele week niet
komen wilde, zal wel zoo vriendelijk zijn,
ons ook nog dezen éénen Zondag droog te
laten.
De kranten zouden weinig of niets te
schrijven gehad hebben als het werkelijk
reeds volle zomer geweest ware. Maar nu
doet zich het geval voor, dat de wereld
geschiedenis nog haar lenteprogramma
afwerkt, terwijl daarbuiten" de zon reeds
zomerhitte opgedraaid heeft, De heeren
politici storen zich niet aan de hitte, ze
verliezen er hoogstens hun beetje zelfbe-
heersching door en slaan elkaar weer
leelijk raak in deze tropische dagen Links-
radicaal en rechts-radicaal zijn altijd ge
zworen vijanden in het republikeinsche
Dult-schland geweest en keken nimmer op
een of meer menschenlevens per demon
stratie. Nu vechten echter ook al de com
munisten en de meer gematigde rechtsche
mannen van den grooten Bond „Stalen
Helm" met elkander.
Men schiet elkaar de laatste twee jaren
in Duitschland weer eens bij voorkeur
neer, als men het over de staatsinrichting
niet eens kan worden. Dezelfde menschen,
die in deze warme dagen aan watersport
doen en in vroolijke' stemming hon zeil-
booten besturen, laten een dagje later de
revolvers knallan en ziin de lente vergeten.
Waarmee we er beleefd aan herinnerd
worden, dat de normale tijden nog lang
niet zijn weergekeerd!
ROLAND.
RECLAME.
7699
IV.
„De Hollanders van de Middellandsche Zee" - Gibbon en
Cromwell's oordeel - De ellemaat in Ragusa en bij ons.
Een Vader des Vaderlands - Een bekoorlijk plekje - Eén
Mohammedaansche begrafenis - In den Turkschen bazaar.
8 October 1908 - Polygamie en Vak.
Het was St. Jorisdag. toen we in Du-
brovnik de boot verlieten en als we in
den tuin van het hotel Lapad zitten te
ontbijten zoo tegen zes uur in den och
tend. trekken met muziek kinderen voor
bij het is een algemeen lentefeest, waarbij
iedereen reeds om vier uur uit de veeren is.
Lapad en Graz, vroeger Gravosa, zijn
beide voorstadjes, samen Dubrovnik II,
genoemd, vanwaar de booten en treinen
vertrekken Dubrovnik, het oude Ragusa,
ligt een eind verder den heuvelachtigen
weg op; het interessantste deel is geheel
binnen vestingwallen met metérdikke mu
ren besloten: breede trappen dalen af
naar de hoofdstraat en aan de eene zijde
ziet men van die typische Italiaansche
steile straatjes, smal en koel, die weer tot
bovenop de vestingmuren leiden. Spalto
(tegenwoordig Split) moge eveneens aan
spraak op schoonheid maken en nie
mand, die hier rustig reizen kan, mag ver
zuimen er minstens een dag te blijven;
het beroemde paleis van Keizer Diocletla-
nus, einde 3e eeuw, deb ron, de kathe
draal. het is alles evenzeer de moeite
waard Dubrovnik spant de kroon van
alles, wat Dalmatië bieden kan.
De sterke vesting weet in het midden
der 9e eeuw de aanvallen der Arabieren
te weerstaan; de krijgszuchtige Veneti-
aansche dogen vermogen er niets tegen,
maar wel draagt Ragusa als bondgenoot
van de Noormannen in 1078 tot de ne
derlaag van Venenié bij Overigens was
krijgvoeren niet de allereerste wensch van
adel, patriciërs en volk. Integendeel, men
leerde er onder het motto van „beter een
slechte twist dan een gewonnen oorlog";
de typische handelsgeest had er de over
hand en men nam liever z'n toevlucht
tot list dan bloedvergieten. Uithoudings
vermogen en energie heeft men er met
dat al wél Als in 1526 de pest vijf en
zestig der adellijke geslachten en vier en
tachtig patriciërs wegveegt in totaal
sterven er 20.000 menschen ziet men
toch kans het jaarlijksch tribuut van 12500
gouden dukaten aan den Sultan af te
dragen, terwijl Vh millioen piasters den
vrijen handel met het Ottomaansche rijk
waarborgen. De „Hollanders van de Mid
dellandsche Zee", noemde men de Raga-
sanen in die tijden in Europa. Als het getij
verloopt, weet men de bakens te verzet
ten en als drie jaar later Buda in handen
van den Sultan komt, zegt men het tri
buut aan den Hongaarschen koning op
en gaat z'n hulde aan den overwinnaar
brengen.
Het regeeren heeft men eenige eeuwen
te voren geleerd door honderd vijftig jaar
lang z'n staatshoofd elders vandaan te
halen uit Venetië, dat toen de groote
beschavingsrol speelde maar men weet
z'n macht ten zeerste te beperken, hij
kan niets zonder de toestemming van den
Grooten Raad, waartoe alle adellijken na
voleindiging van het twintigste levensjaar
behoorden, Op die wijze wordt rivallsatie
tusschen de eigen geslachten voorkomen,
heerscht er rust en kan de handel op
bloeien en ontzaglijke rijkdom vergaard
worden. Als men tenslotte alles geleerd
heeft, wat men wil, brengt men den laat-
sten stadhouder op een prachtig uitge
ruste galei, maakt een grondwet, die zich
op de latijnsch-Servlsche wetgeving ba
seert, in Mei 1272! en kan verder gaan
met een belangrijke factor te zijn in de
beschavingsgeschiedenis van de oude we
reldzee.
Is het niet begrijpelijk, dat Gibbon sprak
van Ragusa als van den Vrijheidsfakkel,
die de almacht van de Ottomaansche
heerschers trotseerde? Een ander ge
schiedschrijver beschouwt het bezoek, dat
Tsaar Dusan (1) in het midden van de
14e eeuw aan de republiek Ragusa brengen
als een nieuwe ontwikkelingsperiode voor
Servië, een toetreden van de Servische
natie tot de gemeenschap der Europeesche
cultuur. De groote heerscher bepaalt zelfs,
dat Servische jongelingen en jongemeis-
jes naar Ragusa zullen gaan om hun op
voeding te voltooien. Lijfeigenschap be
staat er niet cn zóó streng houdt men
vast aan de wet, dat toen op een goeden
dag een Hongaarsche koning, die den
wijn er niet verdragen kon, er een Kerst-
bezoek brengt, zijn verzoek aan den Rek-
tor en den kleinen Raad om buitenland-
sche wijn te mogen laten komen wordt af
gewezen. Tegelijkertijd echter wordt de
Groote Raad bijeeengeroepen, die bij wijze
van hooge uitzondering toestaat, dat er
zóóveel wijn van buitenaf wordt ingevoerd
als voor het eigen gebruik van den koning
gedurende diens bezoek onontbeerlijk is!
In het midden van de 15e eeuw telt de
stad 30.000 inwoners; de staatskas bevat
7 millioen dukaten, de vloot is 300 schepen
groot. Kort voordat Napoleon een einde
aan de zelfstandigheid van dit energieke
republiekje maakte, dat door Cromwell
in zijn tijd den Puriteinen als voorbeeld
werd gesteld geniet het staatshoofd er
van een inkomen van een half millioen
gulden,
Als typische eigenaardigheid maakt men
ons opmerkzaam op een beeld dat tus
schen de St. Blasius kerk en het vroegere
douanekantoor staat, en waarvan de af
stand tusschen hand en elleboog eeuwen
lang de officleele maat in Ragusa is ge
weest. Hebben trouwens de ouderen onder
ons niet de dorpsmarkten en winkeltjes in
Nederland gekend, waar de stoffen altijd
van hand tot schouder de ellemaat
werden gemeten? Twijfelde iemand in
Ragusa aan de juistheid van de maat
van den verkoop'stler, dan ging men sa
men naar het beeld om den twist te be
slechten.
Maar al stond de handelsgeest boven
aan. ook de echte offervaardigheid heeft
men er gekend: in de Turksche kerkers,
te midden van pestlijders, waartusschen
men hen opzettelijk had opgesloten, zijn
de voormannen bezweken, die trachten
moesten door overreding de vrijheid van
de republiek te behouden en evenals wij
heeft het kleine land een „Vader des
Vaderlands" gekend.
Dat het tenslotte voor den grooten Cor-
sicaan heeftmoe ten buigen, die aan Mar-
mont den titel van due de Raguse ver
leende, is begrijpelijk. Het werd toen bi)
de „Illyrische Provincies" ingelijfd. Later
(1) Spreek uit Doesjan, of liever Duitsch:
Duschan.
is „Raguse" onder Louis Philipp op den
Are de Triomph in Parijs in de rij der
Fransche overwinningen ingehouwen.
Voor wie liefde voor of kennis van oude
kunst heeft, is Ragusa een lustoord. Heeft
niet Titlaan zelf de zoldering van het
Rektorenpaleis beschilderd? Maar hoe ge
niet ook de leek van die oude kloostergang
rondom het verzorgde tuintje met z'n vol
geladen sinaasappelboomen. die tegelijk
de bloesems van den volgenden oogst op
de eeuwenoude takken strooit. Wij dames,
moeten er wachten als lachend de jonge
Franziskaner het verzoek afwijst, of niet
ook het vrouwelijk deel van het gezel
schap de bibliotheek mag bezoeken Welk
een charme ligt er in, die middeleeuwsche
figuur te voorschijn te roepen door be
paalde rhytmische klepelslagen in de bel
aan de kloosterdeur. Lang, kort, kort,
voor den bibliothecaris; lang, kort. kort.
voor weer 'n anderen hoogwaardigheids-
bekleeder er zoo een heel klepelkaartje
langs, als of je bij de padvinders de fluit
signalen geeft, die oningewijden uiteraard
niet kennen.
Ragusa is zoo gebouwd, dat het niet te
moderniseeren valt. Onder Oostenrijksch
regime was het er ellendig vuil, nu is het
volkomen op de hoogte van den tijd en
toch onaantastbaar ln z'n schoonheid als
eenmaal de eeuwen door in z'n vrijheid.
Als tweede hoogtepunt van deze reis
meen ik Sarajevo te mogen noemen, eer
tijds de hoofdstad van Bosnië. Hier vindt
men de typische uitloopers van het Oos
ten. Niet minder dan 90 Mohammedaan
sche kerkhoven met hun scheefgezakte
gedenksteenen liggen er kris kras door de
stad heen. Ze mogen er niet geruimd wor
den. De graven van de mannen zijn ken
baar aan den in steen gehouwen tulband,
die om de gedenkpaal is aangebracht,
de vrouwen hebben eenvoudige van boven
ietwat toeloopende steenen.
Driemaal zien we er dien ochtend een
vrouw naar haar laatste rustplaats dra
gen. Het lijk ligt in een soort brancard
ingeval het een man is, dekt de fez of
tulband het overhangende kleed. Vrouwen
mogen niet op het kerkhof komen en is
men daar na den dienst in de moskee
eenmaal aangeland, dan wordt zoo gauw
mogelijk de brancard omgekeerd, met
aapachtige snelheid aldus 'n ooggetuige
het lijk dat niet aangeraakt mag wor
den met aarde bedekt en dan holt men
weg om te voorkomen dat de geest van
dein) afgestorvene weer mee, naar huls
terug zou willen gaaji. Binnen 24 uur na
het overlijden moet alles al zijn afge-
loopen.
Soms vindt men nog 'n enkele grafsteen
in een der weinige, verkwikkende mooie
parkjes, die de stad telt, en die men met
het oog op de drukkende hitte in Juli en
Augustus zoo gaarne vertienvoudigd, zou
willen zien. Longen, die deze stad, waar
zooveel tuberculose heerscht, zeker niet
missen kan.
Voor ons, Westerlingen, vol attractie is
i de Turksche bazaar met z'n straatjes.
waar nu eens niets dan koperslagers in de
I lage winkeltjes zitten te werken en een
I vroolijk getik en geklop opklinkt; dan
I Weer komen we door 'n schoenenstraatje,
I verderop is er een, waar uitsluitend stof-
I fen, kleedingstukken en zware gewatteer-
de dekens te koop hangen.
Veel meer dan een héél groote kist is
zoo'n winkeltje niet; 's avonds wordt de
wand, die er overdag is -afgenomen, er
met 'n bout en 'n paar sloten weer voor
bevestigd.
Schilderachtig de kolonnes van vier of
vijf paardjes, zwaar beladen, in ganzen-
marsch achter elkaar gebonden. De hoofd
stellen zijn veelal met kralen versierd, de
begeleiders in hun veelkleurige kleeding,
de Bosnische boer nog met een extra
wollen doek rondom den tulband geknoopt
soms 'n breiend Vrouwtje, loopen voorop.
Daar een paar oud-testamentlsche figu
ren, schriftgeleerden, door den witten doek
om de fez kenbaar. Alleeen de Arabische
straatnamen zijn verdwenen Verder is
alles nog hetzelfde als 'n kwart eeuw ge
leden.
Midden in den bazaar ligt de beroemd
ste moskee, waar zware boomen het bin
nenplein met de bron voor de ritueele
wasschingen, tot iets zeldzaam aantrek
kelijks maken. Tal van muzelmannen ver
richten hun gebeden op het breede „ter
ras" er voor. Aan de beschrijving van het
inwendige dezer bedeplaats waag ik me
niet; het behoort tot de stemmingsvolste,
wat er op dit gebied bestaan kan Trou
wens de tallooze minaretten, die overal in
Sarajevo het zijn er 88 in 't geheel, om
dat vroeger iedere straat z'n eigen moskee
had omhoog pieken, geven sterk den
indruk, hoe werkelijk de Mohammedaan
in en met z'n godsdienst leeft.
Dan slenteren we nog even door een
geheel Turksche wijk naar de Scheriat-
schule een Internaat, waar de Mohamme
daan tot kadi (rechtér) wordt opgeleid. De
school is in Oosterschen stijd gebouwd, de
Moorsche boog terug te vinden in de rug
leuning der stoelen in de beraadslagings-
Hoe levendig staat me nog voor den
geest die gedenkwaardige dag van 8 Oct.
1908, toen we dienzelfden tocht door de
stad maakten en aanplakbiljetten, om en
om in Latijnsch en Cyrillisch schrift onze
aandacht trokken. De bevolking zelf
scheen er zich niets om te bekommeren,
keek er nauwelijks naar. 'n Paar uur later
hooren we, dat de annexatie van Bosnië
en de Herzegowina tot dat oogenblik
mandaatstaten van Oostenrijk er op
vermeld staat.
Zelf meldde ik. als objectief buiten-
staandster die zéér het door Oostenrijk
tusschen 1878 en 1908 verrichtte cultuur
werk waardeerde dat er kalm 'n troepje
muziek door de straten trok, dat er voor
vele ramen goeiig twee of drie kaarsen
stonden te branden en dat om tien uur
's avonds heel Sarajevo den slaap des
rechtvaardigen sliep terwijl we overdag
telkens praatjes hadden opgevangen in
den trant van „als ze onze ruiten maar
niet ingooien, als we illumineeren."
Dat was de eerlijke waarheid.
En onder die stille oppervlakte moet
toen al heel sterk de vaste wil geleefd
hebben van de Zuid-Slavische gedachte,
RECLAME.
zooals ook de adel in Ragusa die al sinds
het midden van de vorige eeuw koesterde.
Wel vermoedden we destijds niet, dat we
de vóórlaatste aanleiding tot den wereld
oorlog hadden meegemaakt. Als we over
de brug gaan, waar het drama van 28
Juni 1914 zich afspeelde en een allerminst
„herausfördernde" zwartsteenen plaat, die
tegen het hóekhuis is aangebracht, dit feit
herdenkt, doemt het in eens in je op, hoe
merkwaardig het is dat tot driemaal toe
die datum, de St. Vltusdag, een zoo be
langrijke rol in het leven van het Zuid-
Slavische volk speelde. Eerst de jammer
lijke nederlaag op 28 Juni 1389 op het veld
van Kossovo, waar de Servische en Bos
nische strijders voor de Turksche macht
bezweken en de Turksche overmacht be
gon, die tot voor tachtig jaar het vroe
gere Servië in z'n reactionnairen greep
heeft gehouden. Toen 28 Juni 1914 daarna
28 Juni 1921, het totstandkomen van de,
op 't oogenblik ter zijde gestelde grond
wet. WIJ zien van „de dictatuur" slechts
de buitenzijde en die is voortreffelijk. De
intellectueelen, die we ontmoeten, maken
algemeen den indruk, dat men volkomen
tevreden is met den gang van zaken en
het volk is, door de taal, uiteraard niet te
benaderen. Dat de dictatuur heel veel vrij
heid laat, staat met dat al vast. Nog mo
gen de Mohammedanen tot vier vrouwen
toe hebben, mits ze bewijzen, dat ze haar
kunnen onderhouden. Met het gevolg, dat
er in Sarajevo een politieagent is met twee
een Albanees met drie en,( als ik me goed
herinner, een rijke koopman met vier
j vrouwen. Voor het overige is men door
j economische omstandigheden of vrijen wil
genoopt tot monogamie. Maar wat Turkije
in een vlaag van energie om geheel in de
rij der beschaafde volkeren te komen, van
boven af gebood: de emancipatie der
vrouw, liet de Joego-Slavische koning pn-
.Zo
j gemoeid, en waarschijnlijk terecht. Zoo
l ziet men hier dan nog ieder oogenblik het
i zwarte masker op de korte dikke voile of
hoe men de „yak" beschrijven wil, terwijl
de bekende wijde tot de enkels reikende
rokbroek, aan één stuk uit 't snitlooze
maar fraai over hoofd en armen gedra
peerde bovengedeelte, dat we destijds ken
den, zoowat tot op de helft heeft plaats
gemaakt voor een zelfde bovenrok met
wijde, wat boven de enkels reikende rok,
waaronder onveranderlijk moderne kou
sen en fijne hooggehakte schoentjes te
zien zijn. Tweemaal kwam ik 'n Moham
medaansche in tailor-made tegen met een
zéér doorzichtig en daardoor zéér flattee-
rend yak. dat met dat al toch sterk mar
keert, dat de vrouw het bezit van den man
is of als zoodanig bestemd. De traditie
speelde hier uiteraard een groote rol. Een
Russische refugiée, die hier Fransche,
Duitsche en Engelsche lessen geeft en zich
op die wijze niet alleen het levensonder
houd tracht te verdienen, maar tevens de
mogelijkheid om in Engeland te gaan stu-
deeren energie, die wij in ons overwel-
varend land bij de vrouw althans niet
tegenkomen vertelde me, hoe een veer
tienjarige haar gezegd had: „Heerlijk,
over twee jaar mag ik ook 'n yak gaan
dragen."
Waren wij, Westerschen. 'n veertig jaar
geleden veel verstandiger, toen we op dien
leeftijd smachtten naar het oogenblik,
waarop we met 'n echten sleepjapon het
stof langs 's Heeren wegen zouden mogen
opvegen?
W WYNAENDTS FRANCKEN—
DYSERINCK.
(Van onzen Londenschen correspondent).
1 Juni 1931.
De profeet van St. Paul.
Doctor Inge, de deken van de kathe
draal van St. Paul, is een van de wijzen
van Engeland. Hij staat bekend als „the
gloomy dean", dat wil zeggen de zwart
gallige deken. Blijkens uitlatingen heeft
hij weinig vertrouwen in de menschheid
in het algemeen en in de Engelsche in
het bijzonder. Hij ziet de toekomst donker
in. Zijn geestesgesteldheid past wonderwel
bij de atmosfeer van Londen, bij de door
ingewreten roet en vuil zwart geworden
muren van zijn kathedraal, bij dien omge
keerden puddingkom, die de zwaardruk
kende koepel is, welke het vermaarde
Godshuis van de City bekroont en welke
thans in tegenstelling met vroeger
niet meer gevaar loopt op den vloer van
de kathedraal neer te storten. Dean
Inge is wel eens in Nederland geweest,
nog niet zoo lang geleden. Hij hield er
lezingen. Ik had gehoopt dat hij, terugge
keerd uit ons land (dat er frisscher uit
ziet dan Londen en waar elk plekje ge
tuigt van productieven groei), meer opge
wektheid en moed zou hebben opgedaan.
Misschien is dat wel het geval geweest.
Den laatsten tijd zijn zijn sombere voor
spellingen achterwege gebleven. Het is ook
wel mogelijk dat het opmonterend gezel
schap van dien anderen wijze, George
Bernard Shaw, dien hij op een reis in het
naburig Oosten heeft ontmoet, zijn invloed
op Doctor Inge heeft doen gelden, hoewel
hij als oorspronkelijk denker niet erg vat
baar is voor invloeden. Maar in elk geval
heeft de Dean nu op zijn wijze hetzelfde
gedaan wat Shaw heeft gedaan in „Back
to Methusalah", n.l. zeer ver in de toe
komst geblikt. En wat hij er zag. was zoo
waar aantrekkelijk. Of de Dean werkelijk
in de toekomst kan blikken is aan gegron-
den twijfel onderhevig. Of zijn voorspel
ling waarde heeft is daarom even twijfel
achtig. Maar aangezien het de voorspel
ling is van een man van zeer geacheveerd
verstand is het toch wel aardig ze te ver
melden. In de toekomst, die Dean Inge
zich denkt, een toekomst van duizend jaar
verder, heeft GrootBrittannië slechts
20.000.000 inwoners. D>e menschen zullen
niet in massa's bij elkaar leven. Huwelij
ken zullen alleen gesloten kunnen worden
tusschen mannen en vrouwen, die licha
melijk en geestelijk volkomen gezond zijn.
Groote gezinnen worden noch gewenscht
noch voorbeeldig geacht. Rijkdom en titels
zullen geen waarde of beteekenis heb
ben. Daarentegen zullen menschen van
prima gezondheid zeer gezocht zijn. Zij
zijn de adel en de rijkdom van de toe
komst. Eenvoudige kleeding voor beide ge
slachten, goedkoop, aantrekkelijk en
schaarsch van stof. zal erkenning br«J
voor schoonheid van lichaam en lede
ten. zoowel als gelaat. Oorlog is vJjJ
afgeschaft en tariefmuren zijn met 3
grond gelijk gemaakt. De meeste mi
kunnen binnen haar grenzen nateï?
voor eigen behoeften zorgen. Aangeïï
geen oorlogen, geen legers, geen vwj
geen buitenlandsche politiek, geen »V?
loosheidsteun, geen klasse-omkooperllJÏ
belasting bestaan, zal de functie vac L
centraal landbestuur tot een minimi
zijn "beperkt. Belasting, voor zoover n J
bestaat, is onbeduidend. Een parlemjl
dat misschien een paar weken in het il
bijeenkomt, is een waardige vergade!?
van oude menschen, voornamelijk i
staande uit oud-ambtenaren en oud-h'
delslieden. Politiek is niet langer een v
bedrijf". Hoog aanzien in de sameniéi
is verbonden aan families, die kunnen t
nen, dat zij drie of meer geslachten
de gezondste stervelingen hebben va.
gebracht. Advocaten zijn in deze ijl
gemeenschap overbodig en dokters dl
hun werk in staatsdienst, dit is blijkt"
de eenige communistische instelling
Dean Inge's toekomstig rijk. Mjïï
komt nagenoeg niet voor en wordt in|
geval nimmer gestraft met gevangl
schap. Er zijn verbeteringsgestichten J
eerste overtreders en wanneer is uitt
maakt, dat een delinquent onverbeterl
is en anti-maatschappelijk dan wordtT
pijnloos en met volstrekte afwezigheid
publiciteit of vernedering voor zijn
wanten gedood. De dokters zijn er b1
baar alleen, om behandeling voor te scM
ven voor een verkoudheid, de eenige zij
te die niet is uitgeroeid. Tenslol
meende de Dean, dat Londen over 201
jaar diep onder de zee zou liggen, J
schrale troost kan geven aan diegenen,)
met Shelley van meening zijn dat
is a city much like London."
De Sweep-ziekte.
De bedragen van de Iersche sweep
kes groeien steeds vetter. Het bedrag
de laatste, op de Derby, dat beschlkl
is voor geldprijzen, is bijna 2.000.000 p
sterling geworden. Het geheele bedrag
inschrijving komt de drie millioen r
De Iersche ziekenhuizen krijgen ong
een half millioen. Een tweede half
lioen is voor de kosten van de adminl
tie. Ditmaal hebben de organisators
deze geweldige gokpartij de kansen
de deelnemers een ietsje vergroot. Het
drag van 20.000.000 pond sterling w
n.l. onderverdeeld in 20 bedragen
100.000 pond sterling, elk verdeeld ln
eersten, tweeden en derden prijs
respectievelijk JO.000, 30.000 en 20.000
sterling. Er zijn dus 60 groote geldpriji
elk een flink fortuin vertegenwoordig!
Aangezien de loten tien shilling ki
hebben tennaastenbij zes millioen
schen aan de sweep deelgenomen
dus de kans een prijs te winnen I
100.000. Die kans ls zoo klein, dat me
kan verwaarloozen, maar al kan een
gelschman dat zelf berekenen (en vi
weg het grootste deel der lotenkoopers
Engelschen, hoewel de sweep stake li
is) hij offert graag zijn zes gulden
een „flutter" van zoo weinig waarde,
dat deze „flutter" hem moet helpen
aan zijn fantasieën over mogelijken p!
selingen rijkdom een schijn van wezel
heid te geven. Bij het geldelijk v
draagt hij ook nog met opgewektheid
moreele verlies, dat hij moet voelen,
dat hij de wet van zijn land schendt,
verbolgen op de landsbestuurders, die
„noodzaken" wetsovertreder te worden,
'n groot deel der dagbladen, krijgt der
ring er van langs. Men spreekt gevi
van „de menschelijke natuur", welke
wanneer het zoogezegd onschuldige z
geldt mag worden onderdrukt. De regi
ring kweekt door haar koppigheid
natie van wetsovertreders. Dat is het
vaarlijkste, wat men doen kan. Wa;
laat men de menschen niet hun onschi
genoegen? Waarom kan men in
geen sweep stakes hebben?
Engeland schreeuwt in dezen tijd zijn
moede en economische hachelijkheid
de daken. Maar de armoede is niet
groot of men kan millioenen ponden si
ling naar Dublin sturen voor een m:
„gamble". Als dit zoo voortgaat mo
Engelschman straks zijn have en
gaan verkoopen, om zijn Iersche ..flutl
te kunnen hebben. Inmiddels moeten
ziekenhuizen in Londen met alle mld
len, die kunnen worden uitgedacht, bl
ven bedelen, om gelden voor 1"
humane functies, terwijl die van lerli
zonder moeite dikke geldbuidels krijr
Dat ergert de Britten zeer. Zij hebben
hun eigen ziekenhuizen te doen. t
niets behoeft hen te weerhouden
shilling te sturen aan een ziekenhuis
Londen. Er is geen kans op een prijs
verbonden. Maar is men hier dan zoo
gekomen, dat men alleen indirect en di
hebzucht bereid is de ziekenhuizen
steunen? De autoriteiten hebben
proefd het deelnemen van Engelschen
deze nieuwste sweep tegen te gaan.
hebben een paar menschen, die loten
koop hadden, op heeterdaad kunnen
trappen en voor den rechter gebracht, a
hebben zelfs den euvelen moed gen'
brieven in de post te onderscheppende
ster, dat Noordierland is en waar de Bri
sche wet geldt, hield drie dagen voor M
einde der inschrijving honderden brieve
Voor Dublin vast en zond het geld aan a
afzenders terug. Dit alles baat niet.
grootste deel van de volwassenen in
natie, vrouwen niet het minst, heboe
kans gezien tien shilling te offeren en eei
loterijbriefje ontvangen.
Een merkwaardig incident, dat reea
lang vóór de trekking aan de hartklop
pingen der verwachting voor een pofn
Britten een einde maakte, deed zien '1
deze dagen voor. Een lid van het cluoje
dat tezamen sweep-loten had gekocht,»»
in een ongeluk met een bootje op
Theems verdronken. De arme man
weggezakt in diep water. En in zijn
nenzak had hij de kostbare kaartjesige
dragen, waarin de verbeelding een
fortuin vastgekleefd zag. De me!rL
gingen naar de plek des onheils en
den en doken urenlang in de hoop T?
kaartjes (want de vriend Was van nun°
belang) te kunnen ophaflen. Tot beo
zijn zij niet geslaagd.