Zuid-Slavië toen en nu. Londensch Aanteekenboek. Mark Brandenburg, voor een catastrofe te bewaren. Daarentegen mopperen ze in het Rijnland, omdat ze daar deze week on weertjes met hagelbuien gehad hebben, die alle vegetatie binnen het uur vermochten te verwoesten. Den landman kan men het relden naar den zin maken. Een glimlach ls intusschen te zien op de gezichten van de bezitters en pachters van de tallooze om Berlijn gelegen zomer- Iokalen. Deze menschen waren door den slechten zomer van verleden jaar en door de tot voor een week of twee zoo weinig belovende lente tot wanhoop gebracht. Men verwachte hier honderden faillisse menten in deze kringen. Wel hebben ze natuurlijk de mogelijkheid, zich tegen slecht weer te verzekeren. Maar geld om de dure premies dezer verzekering te be talen hadden de meesten niet. En dus bleef het een va-banque-spelletje. Ze hebben gewonnen. Nog wel niet alles. Maar toch voor een goed deel. Als de Ber- lijners bij mooi weer naar buiten gaan, dan vormen ze een volksverhuizing. Op beide Pinksterdagen waren wel niet zoo veel menschen overweg als verleden jaar, toen de lui nog wat meer geld op zak had den dan in deze droeve tijden. Maar het waren er dan toch nog ruim drie mil- lioen! Dat zijn cijfers, waar we in Holland natuurlijk geen begrip van hebben. Deze drie millioen menschen willen van voor stad-treinen, van omnibussen, auto's, motorfietsen, booten, buitenzitjes, van de ondergrondsche spoor, van de restaurants in de bosschen en aan de meren gebruik maken. En daaraan wordt grof geld ver diend. Negentig cent heb ik zelf voor een klein fleschje spuitwater betaald De overige prijzen waren navenant En men werd er slechts warmer bij. De dagen der bloesems in het niet ver van Berlijn gelegen dorpje Werder zijn intusschen alweer voorbij In één opzicht gelukkig. Want het is geen aesthetisch beeld, daar eiken dag duizenden smoor dronken Berlijners, die niet weten of niet willen weten, dat deze vruchtenwijnen het koppigste goedje op aarde zijn, te zien tollen en te hooreir^rullen, totdat ze door speciale hulptroepen der restaurants op eveneens speciale hellende vlakken gelegd worden, die hpn naar de bootsteigers rollen of naar de .perrons van de treinen, waar alweer speciale goederenwagens dik met stroo belegd voor hun transport naar huis toe gereed staan. Overdrijving? Mijn eerewoord, lezer, dat het in Werder telken jare in Mei zoo en niet anders toegaat. Dat is zoowat de eenige gelegenheid 'de Januari-Februari- perlode met de Bockbierfeesten dan uitge zonderd), die de anders tamelijk rustige en solide Berlijner met beide handen en met droge lippen aangrijpt om eens „lek ker dronken' te worden. En het afstootende van deze feesten in Werder is wel, dat ook de kinderen naar dit oord van alcoholische uitspattingen meegebracht worden en niet zelden een slokje meekrijgen om zich bij de algemeene stemming niet al te eenzaam te voelen! Deze ongegiste vruchtenwijnen men kan ze in vijf tot zes soorten krijgen en ik houd het maar bij de heerlijke aardbeien wijn zijn wel het gevaarlijkste goedje, dat ik ooit over de lippen gekregen heb Nog gevaarlijker dan onze bowl, die ook zoo zoet is en „als water" gedronken wordt. Waarbij men dan al spoedig tot de ontdekking komt, dat men een paar fles- schen wijn veel beter zou verdragen heb ben dan een glas of wat Meiwljnbowl en zeker beter dan één enkel glas vruchten wijn van Werder. En daar is nu deze moordende hitte nog bij gekomen, die voor onleschbaren dorst zorgt en ons telkens weer een paar mark voor een fleschje vruchtenwijn uit den zak lokte! De Zondagen brengen nu echter een wonderlijk stadsbeeld, wat de zoogenaamde city aangaat. Het is heusch de moeite waard, dan even een kijkje in de anders zoo geweldig drukke „Friedrichstadt" te gaan nemen. Slechts in romans komen be schrijvingen van „uitgestorven steden" voor. Ik zelf herinner me zulke steden zonder inwoners slechts uit den tijd van den wereldoorlog, toen men ook heele stadswijken in België en Noord-Frankrijk doorkruisen kon, zonder één levend wezen te zien. Berlijn op een stikheeten Zondag ziet er precies zoo uit. De verkeerswegen zijn ook volkomen ontvolkt. Hier wordt het gezegde waarheid, dat men veilig met een kanon door de straten zou kunnen schie ten Berlijn is bulten en laat deze gloeiende stad aan haar lot over. Het ziet er naar uit, dat we morgen dat zelfde beeld zullen kunnen aanstaren. Maar ik zal van deze gelegenheid niet op nieuw gebruik maken. De heerlijkste van alle wereldstedelij ke omgevingen lokt. En een onweer, dat een geheele week niet komen wilde, zal wel zoo vriendelijk zijn, ons ook nog dezen éénen Zondag droog te laten. De kranten zouden weinig of niets te schrijven gehad hebben als het werkelijk reeds volle zomer geweest ware. Maar nu doet zich het geval voor, dat de wereld geschiedenis nog haar lenteprogramma afwerkt, terwijl daarbuiten" de zon reeds zomerhitte opgedraaid heeft, De heeren politici storen zich niet aan de hitte, ze verliezen er hoogstens hun beetje zelfbe- heersching door en slaan elkaar weer leelijk raak in deze tropische dagen Links- radicaal en rechts-radicaal zijn altijd ge zworen vijanden in het republikeinsche Dult-schland geweest en keken nimmer op een of meer menschenlevens per demon stratie. Nu vechten echter ook al de com munisten en de meer gematigde rechtsche mannen van den grooten Bond „Stalen Helm" met elkander. Men schiet elkaar de laatste twee jaren in Duitschland weer eens bij voorkeur neer, als men het over de staatsinrichting niet eens kan worden. Dezelfde menschen, die in deze warme dagen aan watersport doen en in vroolijke' stemming hon zeil- booten besturen, laten een dagje later de revolvers knallan en ziin de lente vergeten. Waarmee we er beleefd aan herinnerd worden, dat de normale tijden nog lang niet zijn weergekeerd! ROLAND. RECLAME. 7699 IV. „De Hollanders van de Middellandsche Zee" - Gibbon en Cromwell's oordeel - De ellemaat in Ragusa en bij ons. Een Vader des Vaderlands - Een bekoorlijk plekje - Eén Mohammedaansche begrafenis - In den Turkschen bazaar. 8 October 1908 - Polygamie en Vak. Het was St. Jorisdag. toen we in Du- brovnik de boot verlieten en als we in den tuin van het hotel Lapad zitten te ontbijten zoo tegen zes uur in den och tend. trekken met muziek kinderen voor bij het is een algemeen lentefeest, waarbij iedereen reeds om vier uur uit de veeren is. Lapad en Graz, vroeger Gravosa, zijn beide voorstadjes, samen Dubrovnik II, genoemd, vanwaar de booten en treinen vertrekken Dubrovnik, het oude Ragusa, ligt een eind verder den heuvelachtigen weg op; het interessantste deel is geheel binnen vestingwallen met metérdikke mu ren besloten: breede trappen dalen af naar de hoofdstraat en aan de eene zijde ziet men van die typische Italiaansche steile straatjes, smal en koel, die weer tot bovenop de vestingmuren leiden. Spalto (tegenwoordig Split) moge eveneens aan spraak op schoonheid maken en nie mand, die hier rustig reizen kan, mag ver zuimen er minstens een dag te blijven; het beroemde paleis van Keizer Diocletla- nus, einde 3e eeuw, deb ron, de kathe draal. het is alles evenzeer de moeite waard Dubrovnik spant de kroon van alles, wat Dalmatië bieden kan. De sterke vesting weet in het midden der 9e eeuw de aanvallen der Arabieren te weerstaan; de krijgszuchtige Veneti- aansche dogen vermogen er niets tegen, maar wel draagt Ragusa als bondgenoot van de Noormannen in 1078 tot de ne derlaag van Venenié bij Overigens was krijgvoeren niet de allereerste wensch van adel, patriciërs en volk. Integendeel, men leerde er onder het motto van „beter een slechte twist dan een gewonnen oorlog"; de typische handelsgeest had er de over hand en men nam liever z'n toevlucht tot list dan bloedvergieten. Uithoudings vermogen en energie heeft men er met dat al wél Als in 1526 de pest vijf en zestig der adellijke geslachten en vier en tachtig patriciërs wegveegt in totaal sterven er 20.000 menschen ziet men toch kans het jaarlijksch tribuut van 12500 gouden dukaten aan den Sultan af te dragen, terwijl Vh millioen piasters den vrijen handel met het Ottomaansche rijk waarborgen. De „Hollanders van de Mid dellandsche Zee", noemde men de Raga- sanen in die tijden in Europa. Als het getij verloopt, weet men de bakens te verzet ten en als drie jaar later Buda in handen van den Sultan komt, zegt men het tri buut aan den Hongaarschen koning op en gaat z'n hulde aan den overwinnaar brengen. Het regeeren heeft men eenige eeuwen te voren geleerd door honderd vijftig jaar lang z'n staatshoofd elders vandaan te halen uit Venetië, dat toen de groote beschavingsrol speelde maar men weet z'n macht ten zeerste te beperken, hij kan niets zonder de toestemming van den Grooten Raad, waartoe alle adellijken na voleindiging van het twintigste levensjaar behoorden, Op die wijze wordt rivallsatie tusschen de eigen geslachten voorkomen, heerscht er rust en kan de handel op bloeien en ontzaglijke rijkdom vergaard worden. Als men tenslotte alles geleerd heeft, wat men wil, brengt men den laat- sten stadhouder op een prachtig uitge ruste galei, maakt een grondwet, die zich op de latijnsch-Servlsche wetgeving ba seert, in Mei 1272! en kan verder gaan met een belangrijke factor te zijn in de beschavingsgeschiedenis van de oude we reldzee. Is het niet begrijpelijk, dat Gibbon sprak van Ragusa als van den Vrijheidsfakkel, die de almacht van de Ottomaansche heerschers trotseerde? Een ander ge schiedschrijver beschouwt het bezoek, dat Tsaar Dusan (1) in het midden van de 14e eeuw aan de republiek Ragusa brengen als een nieuwe ontwikkelingsperiode voor Servië, een toetreden van de Servische natie tot de gemeenschap der Europeesche cultuur. De groote heerscher bepaalt zelfs, dat Servische jongelingen en jongemeis- jes naar Ragusa zullen gaan om hun op voeding te voltooien. Lijfeigenschap be staat er niet cn zóó streng houdt men vast aan de wet, dat toen op een goeden dag een Hongaarsche koning, die den wijn er niet verdragen kon, er een Kerst- bezoek brengt, zijn verzoek aan den Rek- tor en den kleinen Raad om buitenland- sche wijn te mogen laten komen wordt af gewezen. Tegelijkertijd echter wordt de Groote Raad bijeeengeroepen, die bij wijze van hooge uitzondering toestaat, dat er zóóveel wijn van buitenaf wordt ingevoerd als voor het eigen gebruik van den koning gedurende diens bezoek onontbeerlijk is! In het midden van de 15e eeuw telt de stad 30.000 inwoners; de staatskas bevat 7 millioen dukaten, de vloot is 300 schepen groot. Kort voordat Napoleon een einde aan de zelfstandigheid van dit energieke republiekje maakte, dat door Cromwell in zijn tijd den Puriteinen als voorbeeld werd gesteld geniet het staatshoofd er van een inkomen van een half millioen gulden, Als typische eigenaardigheid maakt men ons opmerkzaam op een beeld dat tus schen de St. Blasius kerk en het vroegere douanekantoor staat, en waarvan de af stand tusschen hand en elleboog eeuwen lang de officleele maat in Ragusa is ge weest. Hebben trouwens de ouderen onder ons niet de dorpsmarkten en winkeltjes in Nederland gekend, waar de stoffen altijd van hand tot schouder de ellemaat werden gemeten? Twijfelde iemand in Ragusa aan de juistheid van de maat van den verkoop'stler, dan ging men sa men naar het beeld om den twist te be slechten. Maar al stond de handelsgeest boven aan. ook de echte offervaardigheid heeft men er gekend: in de Turksche kerkers, te midden van pestlijders, waartusschen men hen opzettelijk had opgesloten, zijn de voormannen bezweken, die trachten moesten door overreding de vrijheid van de republiek te behouden en evenals wij heeft het kleine land een „Vader des Vaderlands" gekend. Dat het tenslotte voor den grooten Cor- sicaan heeftmoe ten buigen, die aan Mar- mont den titel van due de Raguse ver leende, is begrijpelijk. Het werd toen bi) de „Illyrische Provincies" ingelijfd. Later (1) Spreek uit Doesjan, of liever Duitsch: Duschan. is „Raguse" onder Louis Philipp op den Are de Triomph in Parijs in de rij der Fransche overwinningen ingehouwen. Voor wie liefde voor of kennis van oude kunst heeft, is Ragusa een lustoord. Heeft niet Titlaan zelf de zoldering van het Rektorenpaleis beschilderd? Maar hoe ge niet ook de leek van die oude kloostergang rondom het verzorgde tuintje met z'n vol geladen sinaasappelboomen. die tegelijk de bloesems van den volgenden oogst op de eeuwenoude takken strooit. Wij dames, moeten er wachten als lachend de jonge Franziskaner het verzoek afwijst, of niet ook het vrouwelijk deel van het gezel schap de bibliotheek mag bezoeken Welk een charme ligt er in, die middeleeuwsche figuur te voorschijn te roepen door be paalde rhytmische klepelslagen in de bel aan de kloosterdeur. Lang, kort, kort, voor den bibliothecaris; lang, kort. kort. voor weer 'n anderen hoogwaardigheids- bekleeder er zoo een heel klepelkaartje langs, als of je bij de padvinders de fluit signalen geeft, die oningewijden uiteraard niet kennen. Ragusa is zoo gebouwd, dat het niet te moderniseeren valt. Onder Oostenrijksch regime was het er ellendig vuil, nu is het volkomen op de hoogte van den tijd en toch onaantastbaar ln z'n schoonheid als eenmaal de eeuwen door in z'n vrijheid. Als tweede hoogtepunt van deze reis meen ik Sarajevo te mogen noemen, eer tijds de hoofdstad van Bosnië. Hier vindt men de typische uitloopers van het Oos ten. Niet minder dan 90 Mohammedaan sche kerkhoven met hun scheefgezakte gedenksteenen liggen er kris kras door de stad heen. Ze mogen er niet geruimd wor den. De graven van de mannen zijn ken baar aan den in steen gehouwen tulband, die om de gedenkpaal is aangebracht, de vrouwen hebben eenvoudige van boven ietwat toeloopende steenen. Driemaal zien we er dien ochtend een vrouw naar haar laatste rustplaats dra gen. Het lijk ligt in een soort brancard ingeval het een man is, dekt de fez of tulband het overhangende kleed. Vrouwen mogen niet op het kerkhof komen en is men daar na den dienst in de moskee eenmaal aangeland, dan wordt zoo gauw mogelijk de brancard omgekeerd, met aapachtige snelheid aldus 'n ooggetuige het lijk dat niet aangeraakt mag wor den met aarde bedekt en dan holt men weg om te voorkomen dat de geest van dein) afgestorvene weer mee, naar huls terug zou willen gaaji. Binnen 24 uur na het overlijden moet alles al zijn afge- loopen. Soms vindt men nog 'n enkele grafsteen in een der weinige, verkwikkende mooie parkjes, die de stad telt, en die men met het oog op de drukkende hitte in Juli en Augustus zoo gaarne vertienvoudigd, zou willen zien. Longen, die deze stad, waar zooveel tuberculose heerscht, zeker niet missen kan. Voor ons, Westerlingen, vol attractie is i de Turksche bazaar met z'n straatjes. waar nu eens niets dan koperslagers in de I lage winkeltjes zitten te werken en een I vroolijk getik en geklop opklinkt; dan I Weer komen we door 'n schoenenstraatje, I verderop is er een, waar uitsluitend stof- I fen, kleedingstukken en zware gewatteer- de dekens te koop hangen. Veel meer dan een héél groote kist is zoo'n winkeltje niet; 's avonds wordt de wand, die er overdag is -afgenomen, er met 'n bout en 'n paar sloten weer voor bevestigd. Schilderachtig de kolonnes van vier of vijf paardjes, zwaar beladen, in ganzen- marsch achter elkaar gebonden. De hoofd stellen zijn veelal met kralen versierd, de begeleiders in hun veelkleurige kleeding, de Bosnische boer nog met een extra wollen doek rondom den tulband geknoopt soms 'n breiend Vrouwtje, loopen voorop. Daar een paar oud-testamentlsche figu ren, schriftgeleerden, door den witten doek om de fez kenbaar. Alleeen de Arabische straatnamen zijn verdwenen Verder is alles nog hetzelfde als 'n kwart eeuw ge leden. Midden in den bazaar ligt de beroemd ste moskee, waar zware boomen het bin nenplein met de bron voor de ritueele wasschingen, tot iets zeldzaam aantrek kelijks maken. Tal van muzelmannen ver richten hun gebeden op het breede „ter ras" er voor. Aan de beschrijving van het inwendige dezer bedeplaats waag ik me niet; het behoort tot de stemmingsvolste, wat er op dit gebied bestaan kan Trou wens de tallooze minaretten, die overal in Sarajevo het zijn er 88 in 't geheel, om dat vroeger iedere straat z'n eigen moskee had omhoog pieken, geven sterk den indruk, hoe werkelijk de Mohammedaan in en met z'n godsdienst leeft. Dan slenteren we nog even door een geheel Turksche wijk naar de Scheriat- schule een Internaat, waar de Mohamme daan tot kadi (rechtér) wordt opgeleid. De school is in Oosterschen stijd gebouwd, de Moorsche boog terug te vinden in de rug leuning der stoelen in de beraadslagings- Hoe levendig staat me nog voor den geest die gedenkwaardige dag van 8 Oct. 1908, toen we dienzelfden tocht door de stad maakten en aanplakbiljetten, om en om in Latijnsch en Cyrillisch schrift onze aandacht trokken. De bevolking zelf scheen er zich niets om te bekommeren, keek er nauwelijks naar. 'n Paar uur later hooren we, dat de annexatie van Bosnië en de Herzegowina tot dat oogenblik mandaatstaten van Oostenrijk er op vermeld staat. Zelf meldde ik. als objectief buiten- staandster die zéér het door Oostenrijk tusschen 1878 en 1908 verrichtte cultuur werk waardeerde dat er kalm 'n troepje muziek door de straten trok, dat er voor vele ramen goeiig twee of drie kaarsen stonden te branden en dat om tien uur 's avonds heel Sarajevo den slaap des rechtvaardigen sliep terwijl we overdag telkens praatjes hadden opgevangen in den trant van „als ze onze ruiten maar niet ingooien, als we illumineeren." Dat was de eerlijke waarheid. En onder die stille oppervlakte moet toen al heel sterk de vaste wil geleefd hebben van de Zuid-Slavische gedachte, RECLAME. zooals ook de adel in Ragusa die al sinds het midden van de vorige eeuw koesterde. Wel vermoedden we destijds niet, dat we de vóórlaatste aanleiding tot den wereld oorlog hadden meegemaakt. Als we over de brug gaan, waar het drama van 28 Juni 1914 zich afspeelde en een allerminst „herausfördernde" zwartsteenen plaat, die tegen het hóekhuis is aangebracht, dit feit herdenkt, doemt het in eens in je op, hoe merkwaardig het is dat tot driemaal toe die datum, de St. Vltusdag, een zoo be langrijke rol in het leven van het Zuid- Slavische volk speelde. Eerst de jammer lijke nederlaag op 28 Juni 1389 op het veld van Kossovo, waar de Servische en Bos nische strijders voor de Turksche macht bezweken en de Turksche overmacht be gon, die tot voor tachtig jaar het vroe gere Servië in z'n reactionnairen greep heeft gehouden. Toen 28 Juni 1914 daarna 28 Juni 1921, het totstandkomen van de, op 't oogenblik ter zijde gestelde grond wet. WIJ zien van „de dictatuur" slechts de buitenzijde en die is voortreffelijk. De intellectueelen, die we ontmoeten, maken algemeen den indruk, dat men volkomen tevreden is met den gang van zaken en het volk is, door de taal, uiteraard niet te benaderen. Dat de dictatuur heel veel vrij heid laat, staat met dat al vast. Nog mo gen de Mohammedanen tot vier vrouwen toe hebben, mits ze bewijzen, dat ze haar kunnen onderhouden. Met het gevolg, dat er in Sarajevo een politieagent is met twee een Albanees met drie en,( als ik me goed herinner, een rijke koopman met vier j vrouwen. Voor het overige is men door j economische omstandigheden of vrijen wil genoopt tot monogamie. Maar wat Turkije in een vlaag van energie om geheel in de rij der beschaafde volkeren te komen, van boven af gebood: de emancipatie der vrouw, liet de Joego-Slavische koning pn- .Zo j gemoeid, en waarschijnlijk terecht. Zoo l ziet men hier dan nog ieder oogenblik het i zwarte masker op de korte dikke voile of hoe men de „yak" beschrijven wil, terwijl de bekende wijde tot de enkels reikende rokbroek, aan één stuk uit 't snitlooze maar fraai over hoofd en armen gedra peerde bovengedeelte, dat we destijds ken den, zoowat tot op de helft heeft plaats gemaakt voor een zelfde bovenrok met wijde, wat boven de enkels reikende rok, waaronder onveranderlijk moderne kou sen en fijne hooggehakte schoentjes te zien zijn. Tweemaal kwam ik 'n Moham medaansche in tailor-made tegen met een zéér doorzichtig en daardoor zéér flattee- rend yak. dat met dat al toch sterk mar keert, dat de vrouw het bezit van den man is of als zoodanig bestemd. De traditie speelde hier uiteraard een groote rol. Een Russische refugiée, die hier Fransche, Duitsche en Engelsche lessen geeft en zich op die wijze niet alleen het levensonder houd tracht te verdienen, maar tevens de mogelijkheid om in Engeland te gaan stu- deeren energie, die wij in ons overwel- varend land bij de vrouw althans niet tegenkomen vertelde me, hoe een veer tienjarige haar gezegd had: „Heerlijk, over twee jaar mag ik ook 'n yak gaan dragen." Waren wij, Westerschen. 'n veertig jaar geleden veel verstandiger, toen we op dien leeftijd smachtten naar het oogenblik, waarop we met 'n echten sleepjapon het stof langs 's Heeren wegen zouden mogen opvegen? W WYNAENDTS FRANCKEN— DYSERINCK. (Van onzen Londenschen correspondent). 1 Juni 1931. De profeet van St. Paul. Doctor Inge, de deken van de kathe draal van St. Paul, is een van de wijzen van Engeland. Hij staat bekend als „the gloomy dean", dat wil zeggen de zwart gallige deken. Blijkens uitlatingen heeft hij weinig vertrouwen in de menschheid in het algemeen en in de Engelsche in het bijzonder. Hij ziet de toekomst donker in. Zijn geestesgesteldheid past wonderwel bij de atmosfeer van Londen, bij de door ingewreten roet en vuil zwart geworden muren van zijn kathedraal, bij dien omge keerden puddingkom, die de zwaardruk kende koepel is, welke het vermaarde Godshuis van de City bekroont en welke thans in tegenstelling met vroeger niet meer gevaar loopt op den vloer van de kathedraal neer te storten. Dean Inge is wel eens in Nederland geweest, nog niet zoo lang geleden. Hij hield er lezingen. Ik had gehoopt dat hij, terugge keerd uit ons land (dat er frisscher uit ziet dan Londen en waar elk plekje ge tuigt van productieven groei), meer opge wektheid en moed zou hebben opgedaan. Misschien is dat wel het geval geweest. Den laatsten tijd zijn zijn sombere voor spellingen achterwege gebleven. Het is ook wel mogelijk dat het opmonterend gezel schap van dien anderen wijze, George Bernard Shaw, dien hij op een reis in het naburig Oosten heeft ontmoet, zijn invloed op Doctor Inge heeft doen gelden, hoewel hij als oorspronkelijk denker niet erg vat baar is voor invloeden. Maar in elk geval heeft de Dean nu op zijn wijze hetzelfde gedaan wat Shaw heeft gedaan in „Back to Methusalah", n.l. zeer ver in de toe komst geblikt. En wat hij er zag. was zoo waar aantrekkelijk. Of de Dean werkelijk in de toekomst kan blikken is aan gegron- den twijfel onderhevig. Of zijn voorspel ling waarde heeft is daarom even twijfel achtig. Maar aangezien het de voorspel ling is van een man van zeer geacheveerd verstand is het toch wel aardig ze te ver melden. In de toekomst, die Dean Inge zich denkt, een toekomst van duizend jaar verder, heeft GrootBrittannië slechts 20.000.000 inwoners. D>e menschen zullen niet in massa's bij elkaar leven. Huwelij ken zullen alleen gesloten kunnen worden tusschen mannen en vrouwen, die licha melijk en geestelijk volkomen gezond zijn. Groote gezinnen worden noch gewenscht noch voorbeeldig geacht. Rijkdom en titels zullen geen waarde of beteekenis heb ben. Daarentegen zullen menschen van prima gezondheid zeer gezocht zijn. Zij zijn de adel en de rijkdom van de toe komst. Eenvoudige kleeding voor beide ge slachten, goedkoop, aantrekkelijk en schaarsch van stof. zal erkenning br«J voor schoonheid van lichaam en lede ten. zoowel als gelaat. Oorlog is vJjJ afgeschaft en tariefmuren zijn met 3 grond gelijk gemaakt. De meeste mi kunnen binnen haar grenzen nateï? voor eigen behoeften zorgen. Aangeïï geen oorlogen, geen legers, geen vwj geen buitenlandsche politiek, geen »V? loosheidsteun, geen klasse-omkooperllJÏ belasting bestaan, zal de functie vac L centraal landbestuur tot een minimi zijn "beperkt. Belasting, voor zoover n J bestaat, is onbeduidend. Een parlemjl dat misschien een paar weken in het il bijeenkomt, is een waardige vergade!? van oude menschen, voornamelijk i staande uit oud-ambtenaren en oud-h' delslieden. Politiek is niet langer een v bedrijf". Hoog aanzien in de sameniéi is verbonden aan families, die kunnen t nen, dat zij drie of meer geslachten de gezondste stervelingen hebben va. gebracht. Advocaten zijn in deze ijl gemeenschap overbodig en dokters dl hun werk in staatsdienst, dit is blijkt" de eenige communistische instelling Dean Inge's toekomstig rijk. Mjïï komt nagenoeg niet voor en wordt in| geval nimmer gestraft met gevangl schap. Er zijn verbeteringsgestichten J eerste overtreders en wanneer is uitt maakt, dat een delinquent onverbeterl is en anti-maatschappelijk dan wordtT pijnloos en met volstrekte afwezigheid publiciteit of vernedering voor zijn wanten gedood. De dokters zijn er b1 baar alleen, om behandeling voor te scM ven voor een verkoudheid, de eenige zij te die niet is uitgeroeid. Tenslol meende de Dean, dat Londen over 201 jaar diep onder de zee zou liggen, J schrale troost kan geven aan diegenen,) met Shelley van meening zijn dat is a city much like London." De Sweep-ziekte. De bedragen van de Iersche sweep kes groeien steeds vetter. Het bedrag de laatste, op de Derby, dat beschlkl is voor geldprijzen, is bijna 2.000.000 p sterling geworden. Het geheele bedrag inschrijving komt de drie millioen r De Iersche ziekenhuizen krijgen ong een half millioen. Een tweede half lioen is voor de kosten van de adminl tie. Ditmaal hebben de organisators deze geweldige gokpartij de kansen de deelnemers een ietsje vergroot. Het drag van 20.000.000 pond sterling w n.l. onderverdeeld in 20 bedragen 100.000 pond sterling, elk verdeeld ln eersten, tweeden en derden prijs respectievelijk JO.000, 30.000 en 20.000 sterling. Er zijn dus 60 groote geldpriji elk een flink fortuin vertegenwoordig! Aangezien de loten tien shilling ki hebben tennaastenbij zes millioen schen aan de sweep deelgenomen dus de kans een prijs te winnen I 100.000. Die kans ls zoo klein, dat me kan verwaarloozen, maar al kan een gelschman dat zelf berekenen (en vi weg het grootste deel der lotenkoopers Engelschen, hoewel de sweep stake li is) hij offert graag zijn zes gulden een „flutter" van zoo weinig waarde, dat deze „flutter" hem moet helpen aan zijn fantasieën over mogelijken p! selingen rijkdom een schijn van wezel heid te geven. Bij het geldelijk v draagt hij ook nog met opgewektheid moreele verlies, dat hij moet voelen, dat hij de wet van zijn land schendt, verbolgen op de landsbestuurders, die „noodzaken" wetsovertreder te worden, 'n groot deel der dagbladen, krijgt der ring er van langs. Men spreekt gevi van „de menschelijke natuur", welke wanneer het zoogezegd onschuldige z geldt mag worden onderdrukt. De regi ring kweekt door haar koppigheid natie van wetsovertreders. Dat is het vaarlijkste, wat men doen kan. Wa; laat men de menschen niet hun onschi genoegen? Waarom kan men in geen sweep stakes hebben? Engeland schreeuwt in dezen tijd zijn moede en economische hachelijkheid de daken. Maar de armoede is niet groot of men kan millioenen ponden si ling naar Dublin sturen voor een m: „gamble". Als dit zoo voortgaat mo Engelschman straks zijn have en gaan verkoopen, om zijn Iersche ..flutl te kunnen hebben. Inmiddels moeten ziekenhuizen in Londen met alle mld len, die kunnen worden uitgedacht, bl ven bedelen, om gelden voor 1" humane functies, terwijl die van lerli zonder moeite dikke geldbuidels krijr Dat ergert de Britten zeer. Zij hebben hun eigen ziekenhuizen te doen. t niets behoeft hen te weerhouden shilling te sturen aan een ziekenhuis Londen. Er is geen kans op een prijs verbonden. Maar is men hier dan zoo gekomen, dat men alleen indirect en di hebzucht bereid is de ziekenhuizen steunen? De autoriteiten hebben proefd het deelnemen van Engelschen deze nieuwste sweep tegen te gaan. hebben een paar menschen, die loten koop hadden, op heeterdaad kunnen trappen en voor den rechter gebracht, a hebben zelfs den euvelen moed gen' brieven in de post te onderscheppende ster, dat Noordierland is en waar de Bri sche wet geldt, hield drie dagen voor M einde der inschrijving honderden brieve Voor Dublin vast en zond het geld aan a afzenders terug. Dit alles baat niet. grootste deel van de volwassenen in natie, vrouwen niet het minst, heboe kans gezien tien shilling te offeren en eei loterijbriefje ontvangen. Een merkwaardig incident, dat reea lang vóór de trekking aan de hartklop pingen der verwachting voor een pofn Britten een einde maakte, deed zien '1 deze dagen voor. Een lid van het cluoje dat tezamen sweep-loten had gekocht,»» in een ongeluk met een bootje op Theems verdronken. De arme man weggezakt in diep water. En in zijn nenzak had hij de kostbare kaartjesige dragen, waarin de verbeelding een fortuin vastgekleefd zag. De me!rL gingen naar de plek des onheils en den en doken urenlang in de hoop T? kaartjes (want de vriend Was van nun° belang) te kunnen ophaflen. Tot beo zijn zij niet geslaagd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1931 | | pagina 10