LUXOR
De Man die zijl
DE CHÜ
CASINO
DE WRAAK
HET GEHEIM VAN DEN
NACHT-EXPRESSE
DE BETUWE
INDIE IN ONS MIDDEN.
VARIA.
LACF
Zaterdag- en Woensdagmidd
ZATERDAG- EN ZONDAGAVC
EEN MOEDIGE DAAD
DE WOLKEN
Plockworst het Zomerartikel
Ontslagen Inlandsche arbeiders.
Ontslagverlening op groote schaal is ai
lang als een maatschappelijke kwaal erkend
en middelen tot afkeering of, zoo geen af
keering mogelijk is, tot verzachting van
liet leed werden gezocht. In westersche
landen werden kassen tot onderstand ge
vormd en men kent er de uitkeering van
overheidswege aan werkloozen. In Indië
bestaat dai niet, omdat het geen gebied is,
waar me nhcrhaaldelijk een tekort aan werk
gelegenheid aantrof. Veeleer is het tegen
deel het geval: Indië tobde herhaaldelijk,
ja doorgaans met een tekort aan arbeiders.
Nooit werd dat tekort sterker gevoeld dan
in de jaren van krachtig toenemende jfund-
bouwnijverheid, toen tientallen ondernemin
gen 611 op Java èn in de buitengewesten
werden geopend en daardoor de arbeiders
bij honderden noodig waren. Toen de ont
ginningen waren afgeloopen, d wz. de
eerste ontginningen bij honderden hectaren
tegelijk, minderde het tekort, maar vraag
raar dagelijkschen en naar lossen arbeid
bleef bestaan.
Het ongemak van onzen tijd heeft daarin
evenals de kwade dagen van 1921 tot 1923
een verandering gebracht: de ondernemingen
moeten zich beperken, sommige worden ge
sloten en de arbeiders gaan heen. Geen kas
sen, geen onderstand voor de ontslagenen?
Inderdaad, er zijn geen kassen en zij zijn
ook niet noodig. Ziehier een voorbeeld van
het geluk, waarin de inlandsche bevolkingen
van Indië verkeeren boven die van zoovele
andere gebieden ln West en Oost. Als een
inlandsche pauper eer tegenzin in dan
voorliefde voor arbeid op ondernemingen
heeft getoond, dan kon hij dat zich ver-
oorlooven c«p groncf van het gemak in
de voorziening van eigen nooddruft. Klee
ding en voeding sober, de voedingsmidde
len voor hem in den regel goedkoop. Wan
neer een hoogere beschaving hem hoogere
eischen zou doen stellen aan het leven
van den dag, zou hij het groote geluk van
zijn soberheid inboeten en zij, die hem de
hoogere beschaving willen bijbrengen,
mogen de gevolgen daarvan voor de „brood-
vraag" nog wel eens overwegen. Zeker is
Indië een rijk gebied met een arme bevol
king. Van de rond 60 millioen inlanders
mag men er 50 millioen tot de paupers
rekenen, maar hier en elders mocht menig
burger wenschen, dat hij op die wijze pau
per was en geen zorgen behoefde te koes
teren voor huisvesting, kleeding, voeding.
Hulpverleening is bij hen nooit noodig, be
halve wanneer rampen van bizonderen aard
als overstroc
in een ganse
orde van lie
geruimen tij<
(ie voedselg
Het gelukk
weer aan d<
in de buiteni
slag wordt ^5
komen mog<
contractanter
naar de p
maar verdei
overgelaten
verschrikkeli
dat zij voor!
Laat ons
ontslagen ar
Men weet,
tricten (Zuid
sche bevolki
leent tot 1
onderneming!
Java komen,
terrein voor
ment wordt
slagen arbei
Naar het kolonisatie-terrein gaan? Geens
zins. Velen lieten zigh naar Java terug
zenden. De leider van de kolonisatie ver
klaarde in November j.l. aan de planters,
dat hij plaats had voor nog 5500 gezinnen 1
Men wilde de ontslagen Javanen voorai
die met een gezin, gaarne in het gewest
behouden, al zou er dan in de eerste jaren
wellicht geen arbeid voor hen mogelijk zijn
op de ondernemingen. En gelukkig konden
bestuur en ondernemers verklaren, dat er
werkelijk eenigen in het gewest achterbleven
Dat nu bewijst, hoe gemakkelijk de inlander
zich een eenvoudig bestaan schept. Velen
gingen niet naar Java en ook niet naar het
kolonisatie-terrein, doch nabij een tweetal
ondernemingen vestigden zich een aantal
gezinnen en enkelingen. Bij eene was een
UIT HET LEVEN VAN CHARLIE
CHAPLIN.
Niet alleen als filmheld is Charlie Chaplin
een groot humorist, ook in zijn particuliere
leven kan hij dikwijls geestig- voor den
dag komen. De volgende anccdoten, alle uit
de beste, Hollywoodsche bron, bevestigen
dat.
Te Hollywood werd ter eere van Greta
Garbo een groot banket gegeven. Talrijke
sprekers voerden het woord en roemden
het spei tan de groote filmactrice. Een der
redenaars betreurde het, dat Greta Garbo
mnv. I?1U I1-
dat ze niet langer meer
zal zijn.
Het middel hielp. Zelfs h»| i
Slechts een maal faalde het: nl iJ
lie bet bij zijn vrouw probeerde
Een bekende Amerikaansctic mi
schreef in zijn vrijen tijd ii|m.
Een van deze pennevruchten stum
Charlie. Na eenige weken komt
nail- Charlie tegen. Nieuwsgierig
Wel, mijnheer Chaplin. Wat
var. mijn drama?
Chaplin praat wat over de bi;
eischen, waaraan filmdrama's moet?
doen, tot hij door den millionnair
broken wordt:
U weet toch, mijnheer Chanli. I
ik voor mijn plezier schrijf.
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
00 0 0 0 0 0 0
STATIONSWEG
Vanaf Vrijdag 29 Mei en volgende dagei
van ROB
Deze buitengewone Ufa-Film was 14
Theaters Amsterdam, Haag en Rotterd?
De Titel lijkt
Lachen van 1
In de Hoofdrol de bekende Komiek HEINZ RUI
DUITSCH SPREKENDE FIL!
Als 2e Hoofdnummer:
Een Mysterieus dramt. Een UI
Met een buitengewoon serie film. Het -geheim var
Ingang Rijnsburgersingel Toet
00 0 0 0 0 0
Hoogewoerd 49 - Telefoon 1919
Vanaf Vrijdag 29 Mei t.m. Woensdag 3 Juni
Als lste Hoofdfilm
Buitengewone speelsensatie Film In de Hoofdrol de
bekende karakter speler GEORGE BEB AN
Sterker dan de Film: „HET OUDE NEST'
beter dan „MOEDER"
Als 2e Hoofdfilm
1888a
Een bijzondere Sensationeele Film
Entree prijzen
Loge t. 0.80, Ie Rang f. 0.60. 2e Rang f. 0.40
Plaatsbespreken gratis van 11 3 nar
ALLEEN TOEGANG BOVEN 18 JAAR
Donderdag 4 Juni is CASINO 'savonds gesloten
door
C. E. DE LILLE HOGERWAARD.
't Was kwart vóór twee en op liet School
plein krioelde het van spelende en stoeien
de jongens, 't Was een gedraaf en gespring,
een geroep en gejuich om de ooren voor te
sluiten en ieder, die niet bepaald op het
Schoolplein zijn moest, bleef er vandaan
cn getroostte zich liever de moeite een
eindje om te loopen dan zich te midden
der joeleifde jeugd te wagen.
Vooral ouden van dagen, die niet zoo
vast meer op de beenen stonden als dit in
hun jonge jaren het geval geweest was,
vermeden het Schoolplein Een enkele
voorbijganger, die het plein wenschte over
te steken, keek boos. maar de meesten
waren den tijd nog niet vergeten, toen ze
zelf jong waren en niets liever deden dan
stoeien. Wat was dat lang geleden! Maar
op eens scheen die tijd als weggevaagd
te zijn!
Landerig, aan den kant van het School
plein, stond Kees Verploeg. Hij wenschte
niets liever dan onopgemerkt te blijven.
Of hij dan niet graag meespeelde? Och,
maar al te graag, doch hij kon niet! Zijn
manke been belette hem met de anderen
mee te doen en dat was het ergste nog
niet! Veel. veel erger dan van allerlei
wilde spelletjes uitgesloten te zijn, was het,
dat de jongens hem voor laf aanzagen,
want dat was hij heelemaal niet En is er
voor een jongen, die met een grooten
voorraad moed uitgerust is, wel iets
ellendigers denkbaar dan dat hij van laf
heid beschuldigd wordt? O, als er zich
maar eens een gelegenheid voordeed,
waarbij hij toonen kon, dat hij. wat moed
betrof, voor geen der anderen behoefde
onder te doen!
Maar die gelegenheid, welke Kees alleen
in zijn droomen had, deed zich in werke
lijkheid heelaas niet voor. Integendeel:
onnadenkend, als jongens gewoonlijk zijn,
heten zij geen gelegcnhèid voorbijgaan om
hem te bespotten, hem „flauwerd" en
zeifs „de manke" na te roepen.
Natuurlijk hadden de onderwijzers dit
streng verboden, maar als de jongens wis
ten, dat zij niet door hen gehoord werden,
plaagden zij Kees maar al te Vaak. En het
slachtoffer dacht er niet over, zich bij den
klasse-onderwijzer of het hoofd der school
te beklagen. „Dat zou echt laf zijn!" mom
pelde hij Liever liet hij zich tot 't uiterste
sarren dan tot klikken zijn toevlucht te
nemen.
Zoo stond Kees dan ook nu weer bij het
spel der anderen toe te kijken. Hij moest
toch iets doen en kon moeilijk op zijn
eentje het schoollokaal binnengaan. De
bel, die den anderen altijd te vroeg kwam,
klonk hem maar al te vaak als een ver
lossing in de ooren, want zoodra de les
begon, verdwenen zijn moeilijkheden om.
wanneer de school uitging, met nieuwe
kracht los te breken.
't Leek wel, of de jongens na hun ge
dwongen stilzitten zich om vier uur volop
schadeloos moesten stellen daarvoor: Dan
was het getier vooral als er storm in de
lucht zat op zijn ergst en zocht Kees
ongemerkt tusschen de anderen uit te
komen, wat hem gewoonlijk gelukte Een
enkel scheldwoord bleef hem daarbij nog
in de ooren hangen en hij balde soms zijn
handen tot vuisten en klemde de tanden
stijf op elkaar. Dat ellendige been! Zou hij
dan nooit in de gelegenheid zijn om te
toonen, dat lafheid hem vreemd was?
Weinig besefte hij, dat die gelegenheid
heel nabij was. Als altijd was hij doorge-
loopen, terwijl de anderen nog op het
Schoolplein stoeiden. Zich ongemerkt uit
de voeten maken was in zijn oog het ver
standigste, wat hij doen kon en hij liep
dan ook door het plantsoen naar huis.
Plotseling trof een klagend miauwen zijn
oor.
Kees, die een echte dierenvriend was,
hoorde onmiddellijk dat er iets aan scheel
de en zijn vlugge oogen hadden weldra het
poesje ontdekt, dat heel hoog in een
hoorn geklommen den terugtocht blijk
baar niet aanvaarden durfde en angstig
te miauwen zat, alsof het zeggen wilde:
„Help me toch! Och, help me toch!"
In dit oogenblik bestond er voor Kees
niets anders dan een dier in nood. Aan zijn
manke been en alle ellendige gevolgen
daarvan dacht hij niet Het poesje moest
geholpen worden! En zich niet afvragend,
of hü wel zoo hoog zou kunnen klimmen,
gooide hij haastig zijn jas uit en begon den
gevaarvollen tocht naar boven.
Met inspanning van al zijn krachten ge
lukte 't hem steeds hooger te komen. Nog
altijd miauwde het poesje heel angstig en
riep Kees het nu en dan geruststellende
.woorden toe.
Intusschen waren er meer jongens in het
door
C. E. DE LILLE HOGERWAARD.
De wind jaagt met een vaartje
De wolken langs de lucht.
Hij zwiept zc voort, steeds hurJer!
Zij ijlen zich geducht.
Nu eens zijn het net bergen.
Geheel bedekt met sneeuw;
Dan weer zijn 't lange manen.
Een kop, juist van een leeuw:
Soms ook een heel oud vrouwtje,
In omslagdoek gebuid,
Oi zelfs een groote mand, die
Met bloemen is gevuld!
Waar gaan toch al die wolken,
Die wolken wel naar toe?
En zijn van 't harde looper.
Die wolken dan uooit moe?
Zoo denkt een kleine jongen,
Wiens bed voor 't venster staat
En zijn verbeelding telkens
Opnieuw weer werken laat.
Maar eind'lijK wordt hij s.aap'
Zijn oogjes vallen dicht
En 't duurt niet lang, of 't u
Dat sluimert. Zijn gezicht
Kijkt in den droom glimlachend
Naar al die wolkenpraclit,
Terwijl liet zilv'ren maantje
Steeds houdt getrouw de wacht;
Slaap lekker, aardig baasje,
Zoo fluistert zacht de maan,
En blijf maar in je droomen
De wolken gadeslaan!
Zij willen steeds verand'ren
En loopen haastig weg,
Maar ik blijf bij je, vindt je
Dat niet heel prettig, zeg?
De kleine, kleine jongen
Knikt 't maantje dankbaar toe
En in het land der droomen,
Is hij niet langer moe.
(Nadruk ver
plantsoen gekomen en hadden ook zij het
miauwen gehoord. Ze renden naar den
boom en waren heel verbaasd, daar Kees
Verploeg te ontdekken, die al een aardig
einde geklommen had.
,,'tls de manke!" fluisterde Piet Jonker
en er stond bewondering op zijn gezicht
te lezen.
..Hij haalt het nooit!" meende Wim de
Vos.
,,'k Geloof het ook niet!" mompelden een
paar anderen.
Maar Kees liet zich door de aanwezig
heid der jongens niet afleiden. Eén ge
dachte bezielde hem slechts: het arme,
kleine poesje moest van haar hooge zit-
plaatst verlost worden.
Steeds hooger klom hij en met ingehou
den adem volgden de jongens beneden
zijn bewegingen.
Plotseling deed een onheilspellend ge
kraak allen doodsbleek worden. Zou
zou de manke.
Maar neen! Het was gelukkig niet Kees
Verploeg. die naar beneden kwam, doch
een vermolmde tak welke den jongen niet
dragen kon en juist bezweek op het oogen
blik. dat Kees zijn voet hooger wilde
zetten.
Eén oogenblik sloeg de schrik hem om
het hart, doch hij wist zich vast te grijpen
en bleef ais door een wonder gespaard.
Nog vóór de tak beneden was. had Kees
zijn voet op een anderen gezet en
klom hij verder alsof er niets gebeurd
was.
Beneden keken de jongens elkander
veelbeteekenend aan Als bij afspraak zel
den ze niets om Kees niet af te leiden. Er
hing een eerbiedige stilte in de lucht.
Zelfs de moedigsten onder de jongens
moesten zichzelf bekennen, dat zij zich
nog wel eens bedacht zouden hebben, vóór
ze verder gingen. En toch hadden zij twee
gezonde beenen, die even lang waren,
terwijl de manke.
Plotseling verbrak Jan Heukels de stilte
door op fluisterenden toon te zeggen:
„Hij heeft 'm!"
En ja! Kees had het poesje in de hand
en nam het beschermend in zijn arm. Het
kleine ding scheen onmiddellijk te begrij
pen, dat dit de redding was en zette de
nageltjes in de trui van Kees om zich goed
vast te houden.
Langzaam kwamen zij nu samen
beneden.
De jongens onder den boom zoudei
liever gedaan hebben dan een luid
ra!" aan te heffen, maar zij begrepe
het verstandiger was hiermee te i
totdat Kees zijn gevaarvollen toe!
eindigd had en weer op den grond
Onder diepe stilte kwam Kees tot
veer een meter boven den grond,
oogenblik was er geen houden meer
brak er plotseling 'n oorverdoovend
ra!" geroep los. Haastig wilde Kei
uit de voeten maken, maar de
zorgden er wel voor dat dat nle
beurde!
„Manke, je bent een held!" riep W
Vos uit.
Het was voor het eerst in zijn leve
„manke" Kees niet als een scheldww
de ooren klonk.
Vóór hij eigenlijk tot bezinning I
zat hij al op de schouders van Wim t
en werd hij in triomf met allen
hen aan naar huis gedragen.
Het poesje was voor de luidruchtig
gens gevlucht, maar Kees had dit me
gen gelukken.
Of hij er spijt van had?
Neen. spijt behoefde hij niet te he
En hoewel hij zelf zijn daad niets bi
gewoon vond. was hij toch heel dan]
dat de jongens hem nu niet lange
een lafaard beschouwden.
„Manke, je bent een held!" hadd
gezegd en de woorden zouden nog
lang in zijn ooren naklinken.
Vanaf dezen dag werd zijn leven
na schooltijd anders. De jongens wed
den er in .allerlei spelletjes te verzi
waaraan Kees Verploeg kon deelnem
per slot waren het er heel wat.
„Dat zoo'n klein poesje zoo'n oiinr,
kon brengen!" dacht Kees menig
maar hij vergat, dat het kleine poesji
in staat gesteld had zijn moed te to
Geen der jongens, die er getuige
waren geweest, zouden ooit het toon
vergeten en wee dengene, die het
zou Kees Verploeg onaangenaam te
Hij had alle andere jongens tegen ai
dat was geen kleinigheid!
(Nadruk verboden.)
7084
V GUI OlLLI 1LO KJ LLlll
Alleen gevestigd:
Haarlemmerstraat 226
TELEFOON 327 Doezastraat 14 704.3
zal morden gehouden op
dag 20 Juni 1931 des voarmid'
dags- te 10 ure in het
van Justitie, Korte Voorbouf
No. 11 te 's-Gravenhege.
De Curator:
Mr. F. J. J. TBAPMAS]
Kantoor, Breestraat 81,
Leiden,, 28 Mei 1931.
i—3