MAANDAG 18 MEI 1931
Vo. 21828
(nummer bestaat uit DRIE Bladea
EERSTE BLAD.
STADSNIEUWS.
BURG. STAND VAN LEIDEN
KUNST EN LETTEREN.
BUITENLAND.
Het voornaamste Nieuws
van heden.
LEIDSCH
DAGBLAD
DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN.
PRIJS DER ADVERTENTIEN:
rts per regel voor advertentlën uit Lelden en plaatsen
P" r agentschappen van ons Blad gevestigd zUn. Voor alle
Urtere advertentlën 35 Cts. per regel. Kleine Advertentlën
ESlultend bij vooruitbetaling Woensdags en Zaterdags 50 Cts.
wi een maximum aantal woorden van 30.
Krasso volgens postrecht. Voor eventueele opzending van
lieven 10 cts- P01^0 te betalen. Bewijsnummer 5 Cts.
Bureau Noordeindsplein Telefoonnummer* voor
Directie en Administratie 2500 Redactie 1507.
Postcheque- en Girodienst No. 57055 - Postbus No. 54.
PRIJS DEZER COURANT:]
Voor Leiden per 3 maanden f.2.35, per week 1.0.18
Bulten Lelden, waar agenten gevestigd zijn, per week „0.18
Franco per post 1.2.35 4- portokosten.
9 jbbeiders-zangvereeniging
J)E STEM DES VOLKS".
TOorbereidingscommlssie vergaderde
dagen, om het werkprogramma te
hetwelk noodig is voor het te
mannenkoor.
„jsteld kan nu reeds worden dat de
Vgi verzekerd Is, omdat 70 personen
Fjifmitief hebben opgegeven.
I toorbereidingscommissie stelt zich
j tinnen 14 dagen, door middel van
fidiertentie in dit blad. den oproep te
Ln plaatsen waar en wanneer de
pigsvergadering zal plaats hebben.
PROGRAMMA PARKCONCERT.
lit programma van het Woensdag-
lüd a.s. door het muziekcorps 6de R.V.A.
lecteur de heer M. Bolderdijk), te geven
keert in het Plantsoen luidt als volgt:
[les Amis Réunis. marsch, A. Delbecq.
Bellatrix. ouverture, M. Caldoro. 3. Or-
Ja, gavotte. M. J. H. Kessels. 4. Le Val
[l'Amblève. fantaisle, D. D. Belleflamme.
I Le Défilé, marsch, Lt. Purnotte.
\ii 6. Camarades, marsch, D. D. Bel-
rame. 7. Les Lilas Blancs, fantaisie,
Mils. 8. Esmeralda, valse de con-
j, M. J. H. Kessels. 6. La Reconnaissan-
fantaisle. V. J. Benoodt. 10. L'Amour
it quelque chose, marsch. Aug. Eenhaes.
let publiek wordt verzocht tijdens de
bieknummers zooveel mogelijk het stil-
|gen te bewaren en vooral niet heen
[weer te loopen. Ook verdient het aan-
leling bovenstaand programma uit te
bpen.
iCTRICITEITSVOORZIENING VAN
LEIDEN EN DELFT.
I. en W. van Delft stellen den raad voor
p de gemeente Leiden een overeenkomst
te gaan betreffende wederzijdsche
|elijke hulpverleening inzake de leve-
van electriciteit.
ACADEMISCHE EXAMENS.
ieslaagd is voor het candidaatsexamen
jhtsgeleerdheid de heer J. F. Udo (Rot-
fcam).
HANDELSREGISTER
KAMER VAN KOOPHANDEL.
ijzigingen
bamlooze Vennootschap Bloemboller.-
ikerij en Handel Gebrs. Bader. Hoofd-
it 114 lOude Post). Sassenheim. Uit-
dende directeur: J. P. C. Sentel, Oegst-
st De handelszaak is met ingang van
lei 1931 in liquidatie getreden. Liquiaa-
ts: Mr. R. C. Bakhuizen van den Brink,
emstede en J. P. C. Sentel. Oegstgeest.
laamlooze Vennootschap Kleiwarenfa-
ek „Nijverheid". Hooge-Rijndijk A. 46,
jerswoude. Uittredende directeur: A. T.
ippo. Leiderdorp. Uittredende commis-
is: J den Ouden, Oegstgeest.
lotorboot Katwijk 4. Duinoord 23, Kat»
k aan Zee. Bovengenoemde N.V. is ver-
atst naar Breda.
- De alhier tot semi-arts bevorderde
dent J. W. R Everse is bestemd tot re-
ve-offlcier van gezondheid bij den ge-
eskundigen dienst der landmacht.
De heer P. A. Hibma alhier is be
emd tot lid der commissie, welke in Den
ea? het onderwijzersexamen zal afne-
tot plaatsvervangende leden zijn be-
kmd de heeren J Broeze, M. J. Krop en
H. Snijders, allen alhier.
- De minister van onderwijs heeft aan
wezen als gecommitteerde bij de dit jaar
te nemen eindexamens der Gem.
weekschool alhier de heeren J. N. Pattist,
-Gravenhage, voorz.; E. A. Keuchenius,
■Gravenhage; P. Th. van Baars. 's-Gra-
mhage: pl.v.: H. J. G. Hartman, Voor-
lrS: H. G. C. Kreiken, Rotterdam en mej.
M. Nater. Rotterdam, en voor die der
m Kweekschool de heeren P. Laban,
en Haag, voorz., B. van Julsingha, Den
na? J. G. Onland. 's-Gravenhage; pl.v.:
C van Assenderp, 's-Gravenhage: dr.
Cannegieter. Alphen aan den Rijn en
ev A. van MunnekredeVan der Grin-
•n. s-Gravenhage.
Als gecommitteerden elders werden aan-
'weven mevr. L. van KampenZernik»,
beer G. Bulten te Voorhout en mr. F. J.
Frasen te Hïllegom.
De minister van onderwijs, kunsten
wetenschappen heeft prof. dr. C. de
er en l. Delibes alhier, benoemd tot lid
°e commissie, welke dit jaar belast is
net afnemen der examens in de
aasche taal
®j een drietal stadgenooten. die in
c". a"fmd van Hemelvaartsdag in een
P in de Wagenstraat te Den Haag
f7")es met kalfsvleesch hadden gegeten,
rer-rhuicil eenisen tijd later vergiftigings-
U, 'Jnselen voor Hoewel hun toestand
?rbstig is, moeten zij op medisch ad-
het bed houden. De politie stelt
°ïderzoek in.
De politie te Gouda heeft aldaar een
zwerver aangehouden P. van W„ die er
van verdacht wordt op de Zaterdagsche
markt hier ter stede eenige weken geleden
een partijtje dameskousen en heerensok
ken te hebben gestolen Hij is naar hier
overgebracht en zal ter beschikking van
den Officier van Justitie te Den Haag
worden gesteld.
Dat de tentoonstelling der Leidsche
Geitenfokkersvereeniging zich in groote
belangstelling mag verheugen, bewijst wel
het aantal ontvangen en toegezegde prij
zen. Reeds ontving zij een medaille van de
heeren J. Plu, F. Mol, H. Ververs, J. v. d.
Moolen, het Leidsch Dagblad en Begeer's
edelmetaalfabrieken te Voorschoten. Geld
prijzen van de Ned. Ver. tot Bescherming
van Dieren, de heeren v. d. Goot, L v. d.
Berg. van Meurs en den Rijksveeteeltcon-
sulent Ir. Verhoeven.
Zondagmorgen is dc clectrische
trein 1058. welke hier om 11.05 aan het
station moet aankomen op de Vinkbrug
blijven staan. Nadat een locomotief van
het station alhier den electrischen trein
had opgehaald, vertrok de trein met on
geveer 25 minuten vertraging; ook trein
3821, die hier om 11.18 moet vertrekken,
ondervond 25 minuten vertraging.
Dinsdagmorgen 19 Mei a.s. zal voor
bedevaartsgangers om 7.33 van Warmond
en Leiden een processietrein loopen naar
Vlaardingen. Vandaar gaan de processie-
gangers met een stoomboot naar Brielle
voor gen bezoek aan de graven van de
martelaren van Den Briel. 's Avonds keert
de processietrein naar Warmond terug.
In de Stedelijke Werkinrichting zijn
opgenomen:
volw.
pers. kinderen tot.
Maandag 11 Mei 35 35
Dinsdag 12 Mei 35 35
Woensdag 13 Mei 37 37
Donderdag 14 Mei 16 16
Vrijdag 15 Mei 31 31
Zaterdag 16 Mei 33 33
ONDERTROUWD.
M. Pauw jm. 22 j. en H. Regeer jd. 22 j.
K. Batelaan jm. 24 j. en W. Verhoogt
jd. 24 j. G. W. Brands jm. 22 j. en J.
Keijser jd. 22 j. P. Th. W. L. Matia .im.
29 j. en J. Florisson jd. 27 j. G. van
Burik jm. 32 j. en J. de Jong jd. 24 j. J.
van der Heijden jm. 23 j. en E. R. Blok jd.
23 j. W. Fiippo jm. 25 j. en J. W. Duij-
verman jd. 24 j. - N. Kwestro. wedr. 53 j.
en Z. Hcindijk 45 j. B. de Jong im.
32 j. en M. E G. Bik jd. 30 j K. C.
Schinkel jm. 22 j. en C. J. Koning jd. 26 j.
W. de Groot jm. 25 j. en A. Becker jd.
21 j. B. van Leeuwen jm. 23 j. en M. M.
van Oosterhout jd. 25 j. H. A. Janssen
en M. Gans. P G. C. de Fuijk jm. 22 j.
en F. J. van Rosse jd. 26 j.
JOK A N DE MEESTER Sr. f
Zaterdagnamiddag is de bekende roman
schrijver en tooneel-criticus der ,.N. R. Ct."
Johan de Meester Senior zeer plotseling te
Utrecht overleden. Hij was daarheen ge
reisd om een inleidend woord te spreken
bij de opening van de tentoonstelling in
„Voor de Kunst", gewijd aan het werlr van
zijn jong-gestorven jeugdvriend, den
Utrechtschen schilder A. G. A. ridder van
Rappard. Johan de Meester heeft de aan
gekondigde toespraak nog kunnen houden,
maar direct daarna voelde hij zich onwel.
Hij begaf zich naar een ander vertrek,
waar hij kort daarna bezweken is.
Eliza Johan de Meester werd in 1860 te
Harderwijk geboren. Hij bezocht, waar zijn
ouders naar Zeist verhuisden, daar de
Hernhutterschool. Hij was aanvankelijk
bestemd tot ambtenaar der registratie en
was van zijn 17de tot zijn 20ste jaar ook
als zoodanig werkzaam te Voorst. Hij
schreef toen reeds nu en dan een novelle
of een gedicht en hij haakte ernaar in de
Journalistiek te treden. De „Zutphensche
Crt." bood hem daartoe gelegenheid. Reeds
in 1882 vond hij echter plaats aan het
„Nieuwsblad van Rotterdam" en kort
daarna werd hij medewerker aan de
„Amsterdammer" van de Koo, hetgeen hem
plaats deed nemen in de rijen der z.g.
„humanitairen". Toen de „Amsterdammer"
het financieel moest afleggen, ging hij als
correspondent van het „Hbid." naar Parijs
en zijn heele verdere leven heeft 't stempel
gedragen van zijn ondervinding, in Frank
rijk opgedaan.
De jaren, welke hij daar heeft doorge
bracht, hebben voor zijn litteraire vorming
een zeer groote beteekenis gekregen. Met
Van Deyssel is hij in ons land een dei-
eersten geweest, die voor het goed recht
van het naturalisme opkwamen.
In 1891 werd hij redacteur voor littera
tuur en kunst van de ,,N. R. Crt.', wat hij
tot het voorjaar 1927' gebleven is. Door
zijn journalistiek werk heeft hij enorm
veel bijgedragen tot de populariteit van de
litteratuur der tachtigers, alhoewel hijzelf
nooit tot den engeren Nieuwe-Gidskrlng
behoord heeft.
Na het afscheid van Van Hall heeft hij
diens plaats als redacteur van „De Gids"
ingenomen.
Van zijn werken mogen hier vermeld
worden: Parijsche Schimmen (1892);
Zeven Vertellingen (18901 .Deemoed (1901),
Allerlei Menschen (1902), Geertje (1906),
Over het leed van den Hartstocht (1904),
De zonde in het deftige Dorp (1912). Van
haar luister beroofd (1923), Aristocraten
(1908). Carmen (1916) en Gedenk te leven
(1918).
Van zijn laatste werken mogen nog
vermeld „Eva" (1929) en „Liefdestrouw"
(1930). Op zijn 70sten verjaardag is hem
duidelijk gebleken, hoezeer men hem en
zijn werk waardeerde.
Met Johan de Meester is weer een onzer
j .grooten" heengegaan, behoorend tot de
naturalisten. Zijn werk, cuimineerend in
„Geertje", draagt steeds het karakter van
een diepe menschelijkheid en stempelt het
daarnevens tot iets echt ..Hollandsch". Dat
zijn stijl abrupt was. nu en dan zelfs
stuntelig en star. de suggestlviteit ervan
deed dit naast het echt menschelijke
spoedig vergeten. Vooral „Geertje" zal o.i.
het werk blijven, waarmee De Meester zich
een blijvende plaats veroverde in onze
litteratuur, hoéwei daarnaast „De zonde
in het Deftige Dorp" gesteld dient te
worden.
Zijn critieken, vele en velerlei, dragen
steeds een opbouwend karakter, gespeend
van losse veroordeeling zonder meer. Veel
heeft hij bijgedragen om het publiek be
lang te doen stellen in een litteratuur-
richting. die destijds als te modern veel
tegenkanting en spot ondervond. Met zijn
hulp overwon het nieuwe
Hij was eerelid van den Nederl. Jour
nalistenkring.
JORIS STAM.
Tot organist van de Groote of Jaeo-
bijnenkerk te Leeuwarden is benoemd de
heer Joris Stam te Amsterdam, thans di
rigent van het Christelijk radio-orkest.
DE ALGEMEENE TOESTAND.
De besprekingen ter Europeesche Com
missie. Het Fransche memorandum
over de Duitsch-Oostenrijksche tollinie.
Onder groote belangstelling werden Za
terdag de besprekingen over de economi
sche Studiecommissie voortgezet.
Nadat Briand een rede had gehouden,
waarin hij speciaal de niet-leden van den
Volkenbond begroette, werd overgegaan
tot de algemeene beschouwingen.
Het eerst werd het woord gevoerd door
den Duitschen Rijksminister van Buiten-
landsche Zaken dr Curtius. die een uit
eenzetting gaf van de voornaamste oor
zaken van de economische crisis. Vervol
gens hield hij een pleidooi ten gunste van
tol-unies, inzonderheid die tusschen
Duitschland en Oostenrijk.
Sedert den wereldoorlog werden 20.000
K.M. nieuwe tolgrenzen gesticht en 12
nieuwe geldsystemen. benevens negen
nieuwe economische eenheden. Hieruit
blijkt volgens spr. voldoende de versplin
tering van Europa. Verbetering is slechts
mogelijk door vergrooting der economi
sche eenheden. Men heeft te Genève ge
tracht deze verbetering te brengen door
middel van multilaterale verdragen, die
echter zonder veel succes zijn gebleven.
De omstandigheden werken het sluiten
van Tol-unies in de hand. waardoor dan
tevens de nationale markten worden ver
groot.
Spr. is bereid met ieder land of iedere
statengroep zonder uitzondering te on
derhandelen over dc mogelijkheid om een
tol-unie te sluiten. Niettemin moeten aldus
besloot spr.. de nationale pogingen welke
door de landen afzonderlijk gedaan wor
den om den economischen toestand te
verbeteren, niet uitsluiten, dat allen moe
ten samenwerken tot heil van Europa.
Briand. antwoordende op Curtius rede,
verklaarde, dat voor hem de Duitsch-Oos
tenrijksche Tol-unie een punt is, dat hij
betreurt te moeten aanroeren. Er bestaat
nog altijd kans. dat de kwestie van de
multilaterale verdragen wordt opgelost. Er
kan opnieuw naar een oplossing gestreefd
worden en het is dan ook daarom, dat er
nieuwe Fransche voorstellen zijn gedaan.
De Duitsch-Oostenrijksche Tol-unie is vol
gens spr slechts in staat ongerustheid te
kweeken. wat voor de Europeesche samen
werking niet heilzaam kan zijn. Een en
ander maakt, dat het thans aan den V. B.
Raad staat een oordeel uit te spreken over
de rechtmatigheid van de Tol-unie.
Na deze vrij scherpe rede van Briand.
welke in Duitsche kringen een buiten
gewoon slecnt onthaal vond, was weer het
woord aan Curtius die een korte verkla
ring aflegde, waarin hij het door Briand
ingenomen standpunt nadrukkelijk be
streed.
In den namiddag sprak de Italiaansche
minister Grandi een groote rede uit, waar
in hij verklaarde, dat na den wereldoor
log op economisch gebied vele fouten ge
maakt zijn en dal het thans zaak is de
navolgende principieel? kwesties op te
lossen:
le. de kwestie van de internationale cre-
dietverleening; 2o. de internationale in-
dustrieele kartels; 3o. Voorkeurssystemen;
4o. De Tol-unies.
Spreker lichtte deze punten nader toe
en stelde de vraag of thans het sluiten
van afzonderlijks Tol-unies de eenige uit
weg uit de moeilijkheden is. Er kunnen
tegen Tol-unies bedenkingen gemaakt
worden, doch het is tevens de meening
van de Italiaansche regeering. dat Tol-
unies het tot stand komen van afzonder
lijke overeenkomsten met derde staten
niet verhinderen en dat zij zich niet tegen
een of andere staat mogen richten. Voorts
moet hierbij de aandacht gevestigd blijven
op de geheele goederenruiling en op de
rechten van andere staten. Spr. verklaarde
tenslotte, dat Italië geen uniforme remedie
voor alle staten tegelijk aan de hand kan
doen. daar het van meening is. dat. de
weg naar regionale overeenkomsten en
verzoening tusschen de afzonderlijke sta
ten ingeslagen moet worden. Spr behield
zich tenslotte het recht voor bij de ver
dere gedachtewisseling de Italiaansclie-
voorstellen in bijzonderheden bekend te
maken.
Na de rede van Grandi hield de Fransche
afgevaardigde Poncet een rede over de
Fransche plannen, welke hij aanbeval als
de beste oplossing van de economische
wereldcrisis.
De Oostenrijksche minister van Buiten-
landsche Zaken Schober legde een lange
verklaring af. waarin hij betoogde, dat
voor staten zooals Oostenrijk, die tot een
alzijdigen handel kuhnen overgaan, doch
wel een wezenlijke vergemakkelijking van
het handelsverkeer wenschen. slechts een
oplossing in den vorm van de Tol-unie
overblijft. Oostenrijk is bereid aan ieder
voorstel, dat door andere staten gedaan
wordt, mede te werken, doch het verlangt
positieve onderhandelingen en wijst een
reeds a priori tot mislukking gedoemde
conferentie van de hand. Een Tol-unie is
volgens spr. geenszins in strijd met het
principe der meest-begunstiging. De Oos
tenrijksche regeering is bereid op loyale
wijze mede te werken aan de oplossing van
de moeilijkheden. Tevens is Oostenrijk be
reid zich bij regionale overeenkomsten aan
te passen. Het wil te allen tijde onderhan-
lingen beginnen, die door andere regeerin
gen worden voorgesteld. Spr. besloot met
er op te wijzen, dat de Oostenrijksche re
geering thans niet langer meer kan
wachten
Intusschen is thans het Fransche me
morandum, waarvan boven reeds gespro
ken wordt, gepubliceerd. Daarin wordt
o.m. gezegd, dat de omstandigheden,
waaronder de Duitsch-Oostenrijksche over
eenkomst werd gesloten, in geheel Europa
groote beroering hebben gewekt en een
pijnlijke herinnering aan de oude metho
den, zoodat de Volkenbondsraad, als de
hoogste beschermer van den wereldvrede,
zich met de rechtsgeldigheid van de geslo
ten overeenkomst en het gevaar, dat
daaruit voortvloeide voor den vrede, moest
bezig houden. De Fransche regeering zag
zich tevens gedwongen, haar houding ten
aanzien van de overeenkomst te bepalen.
In het bewustzijn van haar verantwoorde
lijkheid zet de Fransche regeering nog
maals haar standpunt uiteen en wil zij in
loyale en openlijke besprekingen de oor
zaken van de huidige malaise nogmaals
onder het oog zien.
In het eerste deel van het memorandum
wordt dan uitvoerig de juridische kant van
de zaak onderzocht, op grond van de ver
dragen van Versailles en van St. Germain,
alsmede van het Protocol van Genève van
1922. waaruit de conclusie wordt getrok
ken, dat de Duitsche overeenkomst met
Oostenrijk niet gesloten kan worden zon
der toestemming van den Volkenbonds
raad. Voorts wordt gewezen op een reso
lutie van den Hoogen Geallieerden Raad
van 1919. waarin de geallieerde mogend
heden verklaren, zich te zullen verzetten
tegen elke maatregel die direct of indirect
een poging is om de politieke en economi
sche onafhankelijkheid van Oostenrijk aan
te tasten. Ook het Vredesverdrag en het
Protocol van Genève bevatten dergelijke
bepalingen. De Fransche regeering is van
meening, dat het aanhangige tolverdrag
met Duitschland de onafhankelijkheid
van Oostenrijk aantast, aangezien Oosten
rijk niet meer zelfstandig handelsverdra
gen zal kunnen sluiten. Het memorandum
noemt dan het eigenlijke doel der tolover-
eenkomst de uniformiteit der fiscale wet
geving, het doen wegvallen der tolgrenzen,
het gemeenschappelijk afsluiten van han
delsverdragen. alles dingen, die, wanneer
zij geschieden door een zwakken staat in
samenwerking met een sterken staat,
slechts in het voordeel van den grootsten
staat kunnen zijn. waardoor dus het Pro
tocol van Genève 1922 geschonden zou
kunnen worden.
In het tweede deel van het memoran
dum worden de economische gevolgen van
de tolovereenkomst onderzocht. Deze over
eenkomst zou tot ernstige meeningsver-
schiilen kunnen leiden inzake de toepas
sing van de meestbegunstigingsclausule en
de opzegging der bestaande handelsver-
verdragen Met kracht wordt in het me
morandum ontkend, dat de tolunie zou
kunnen bijdragen tot oplossing van de
huidige economische moeilijkheden van
Oostenrijk De afschaffing van de onder
linge tolgrens zou slechts den Duitschen
landbouw voordeel bieden, terwijl een aan
tal Oostenrijksche industrieën, die dank zij
de hooge invoerrechten in Oostenrijk nog
in leven gehouden konden worden na
openstelling der grenzen -oor de Duitsche
industrieproducten ten dood» gedoemd
zouden zijn Het natuurlijke afzetgehied
voor Oostenrijk lag niet in Duitschland,
maar in de Oost-Europeesche. agrarische"
staten. Naar de meentng der Fransche
regeering zou de tolunie slechts leiden tot
nieuwe groepsvorming van elkaar bestrij-
BINNENLAND.
Dc steun aan de bietsnikerindustrie.
(Binnenland. 3e Blad).
Vergadering der Rijkscommissie Werk
verruiming; pleidooi voor Nederlandsch
fabrikaat. (Binnenland, 3e Blad).
Geen vereenigingsraad van de Neder-
Iandsche Reisvereeniging. (Binnenland. 3e
Blad).
Te Haarlem is een auto op het trottoir
gereden; een vrouw werd ernstig gewond.
(Gemengd, 2e Blad.)
BUITENLAND.
De verdere besprekingen in de zitting
der Europeesche Commissie. (Buitenl. en
Tel., le Blad).
De inhoud van het Fransche memoran
dum inzake de Duitsch-Oostenrijksche
Tol-unie. (Buitenl., le Blad.)
Het Italiaansche standpunt inzake den
Vlootbouw. (Buitenl., le Blad).
De uitslag der verkiezingen in Olden
burg. (Tel., le Blad).
dende, vijandige statenblokken, die de
economische grondslagen van den Volken
bond ondergraven zouden.
In het derde gedeelte behandelt het
memorandum de politieke gebeurtenissen,
die tot de totstandkoming van de douane
overeenkomst hebben geleid. De wijze
waarop de overeenkomst tot stand kwam,
heeft twijfel gewekt aan het zuiver econo
misch karakter van het verdrag. Indertijd
heeft de Pruisische regeering op een der
gelijke wijze een tolunie opgericht, tegen
over de Fransch-Belgische tolunie. Deze
Duitsche tolunie droeg aanvankelijk ook
slechts een economisch karakter, doch
leidde tenslotte tot het Duitsche tolparle-
ment en ging vooraf aan de stichting van
het Duitsche rijk.
Ten slotte concludeert de Fransche
regeering in het memorandum, dat er een
duidelijke tegenstelling is tusschen de
plechtige verklaringen van Duitschland en
Oostenrijk inzake de beteekenis van de
overeenkomst en de methodes van onder
handeling die bij haar totstandkoming
zijn gevolgd. De pijnlijke indruk is gewekt,
alsof men door geheime onderhandelingen
de publieke opinie voor een voldongen feit
heeft willen stellen. De Volkenbondsraad
zal thans hebben te beslissen of door deze
tolunie de onafhankelijkheid van Oosten
rijk wordt aangetast. De bevoegdheid van
den Volkenbondsraad daartoe is boven
allen twijfel verheven. Een politiek, die er
op uit is feiten te scheppen, waardoor men
de wereld verrast, is een ontkenning van
de grondslagen waarop de eerbied voor de
bestaande verdragen en voor den vrede
berust.
Naar verluidt zou Grandi onomwonden
hebben verklaard, dat verschillende van
Briands tegenvoorstellen volkomen onuit
voerbaar zijn.
Ook van Engelsche zijde staat men kri
tisch tegenover deze voorstellen en ver
schillende leden der Britsche delegatie
zouden er ernstige bedenkingen tegen
hebben gemaakt.
Naar verluidt, zou Henderson voor
nemens zijn een voorstel te doen tot ver
daging van de zitting en tot verwijzing
van de Fransche voorstellen naar tech
nische sub-commissies.
DUITSCHLAND.
Weer een vliegerincident.
Zaterdagavond zijn op het vliegveld te
Schweinfurt in Beieren, drie Fransche
militaire vliegtuigen geland. Zij waren
bemand door een luitenant, een sergeant
en een korporaal. Een der machines was
uitgerust met twee machinegeweren. Foto
toestellen werden echter bij onderzoek niet
aan boord gevonden. De inzittenden wer
den gearresteerd in het Hotel „Bayrischer
Hof" en ondergingen nog Zaterdagavond
een verhoor, dat werd afgenomen door een
vertegenwoordiger van het Rijksweer-
ministerie en door een vertegenwoordiger
van het Rijksministerie voor Verkeers
wezen.
De gearresteerden deelden mede, dat zij
uit de omgeving van Lyon waren gestart
voor een lange afstandsviucht. Zij wilden,
na een omweg te hebben gemaakt, te
Straatburg landen. Zij waren echter blijk
baar verdwaald en zagen zièh gedwongen
tot een landing op het vliegveld te
Schweinfurt. dat eenige honderdon kilo
meters van Straatsburg gelegen is, zoodat
men in sommige Duitsche kringen de
verklaringen der Fransche vliegers niet
geheel geloofwaardig acht. Het Rijksweer
ministerie stelt een verder onderzoek in.