ficieele kennisgeving stadsnieuws. het 1 mei-feest der s. d. a. p. ?2«t« Jaargang ZATERDAG 2 MEI 1931 No. 21816 Het voornaamste Nieuws van heden. EIDSCH DAGBLAD DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN. PRIJS DER ADVERTENT1EN: in Cts per regel voor advertentlën uit Lelden en plaatsen (sar agentschappen van ons Blad gevestigd zijn Voor alle ndere advertentlën 35 Cts per regel Kleine Advertentlën Uitsluitend Bt) vooruitbetaling Woensdags en Zaterdags 50 Cts. El een maximum aantal woorden van 30. Incasso volgens postrecht Voor eventueele opzending van fcrleven 10 Cts. porto te betalen. Bewijsnummer 5 Cts. Bureau Noordeindsplein Telefoonnummer» voof Directie en Administratie 2500 Redactie 1507. Postchèque- en Girodienst No. 57055 Postbus No. 54. PRIJS DEZER COURANT:; Voor Lelden per 3 maanden f. 2.35, per week f. 0.13 Bulten Lelden, waar agenten gevestigd zijn, per week „0.18 Franco per post f. 2.35 4- portokosten. OH nummer bestaat uit VIER Bladen EERSTE BLAD. HINDERWET. «meester en Wethouders van „...i het verzoek van: a. E. R. Beulink "vergunning tot het oprichten van Loet- en banketbakkerij in 't perceel L jiare Nis 40/44, kadastraal bekend fente Leiden, Sectie H. Nis 3197, 3481 b. N. C. Overdevest om vergun- 4 het oprichten van een zuivel- ïg in het perceel Heerenstraat kadastraal bekend Gemeente Sectie M. No. 3985; c. N. van wou om vergunning tot het oprichten brood- en banketbakkerij in het fceel Heerenstraat No. 85, kadastraal ni Gemeente Leiden, Sectie M. No. d. P. Storimans om vergunning tot oprichten van een ondergrondsche (riarplaats voor benzine, petroleum en pstterpentijn op het aan den Morsch- jgei gelegen terrein der Maatschappij exploitatie van Staatsspoorwegen, liastraal bekend Gemeente Leiden, „j L. No. 1305; c. W. Zaalberg om [gunning tot het oprichten van een •der!) in het perceel Janvossensteeg 49, kadastraal bekend Gemeente Lei- Sectie H. No. 3303; f. A. Klootwijk fvergunning tot het oprichten van een hinefabrlek en reparatiewerkplaats t perceel Utrechtsche Jaagpad No. 44, istraal bekend Gemeente Leiden, Sec- No. 3457; et op de artikelen 6 en 7 der (idenvet; kennis aan het publiek, dat mde verzoeken met de bijlagen op Secretarie dezer Gemeente ter visie 1 zijn; mede dat op Zaterdag, den 16en Mei voormiddags te half elf uren in perceel Breestraat 125 (Bureau van meentewerken) gelegenheid zal worden 3 om bezwaren tegen deze verzoeken fte brengen, terwijl zij er de aandacht I vestigen, dat niet tot beroep gerechtigd zij, die niet overeenkomstig art. 7 Hinderwet voor het gemeentebestuur een zijner leden zijn verschenen, ten jde hun bezwaren mondeling toe te (iten. A. VAN DE SANDE BAKHUYZEN, Burgemeester. VAN STRIJEN, Secretaris. ZILVEREN JUBILEA. In aansluiting op ons verslag van giste ren betreffende de huldiging van den heer D. Meyer, ter gelegenheid van zijn zilveren jubileum bij het onderwijs, kunnen wij nog melden, dat te zijnen huize aan de Hooglandsche Kerkgracht gistermiddag een druk bezochte receptie plaats vond. Onder de velen, die den jubilaris kwa men complimenteeren, bemerkten wij o.a. dr. J. A. Schreuder, den schoolarts, den inspecteur van het Lager Onderwijs, den heer J. Baak Jzn., den heer H. Schilp, inspecteur van de vereeniging voor Chr. Nationaal Onderwijs en directeur der Chr. Kweekschool alhier, ds. W. Bouman, Geref. predikant alhier en tal van oud-collega's, collega's en ouders van kinderen. In verband met het feit, dat het giste ren 25 jaar geleden was, dat de heer P. S. Anes den brandstoffenhandel van zijn vader overnam, werd te zijnen kantore aan de Oude Heerengracht 19 een receptie gehouden. Tal van bloemstukken getuigden van het medeleven van leveranciers en clientèle, terwijl velen persoonlijk hun felicitaties kwamen aanbieden. Leiden, 2 Mei 1931. 5224 Prof. J. HUIZINGA. Prol. dr. J. Huizinga, hoogleeraar in de iemeene geschiedenis en de politieke Irdrijkskunde, die ongeveer een half jaar Nederlandsch Indië heeft vertoefd voor l houden van wetenschappelijke voor echten, is alhier teruggekeerd en zal ndag a.s. zijn colleges hervatten. NOG EEN AFSCHEID BIJ DE NED. SPOORWEGEN. Van den heer J. Bergman. Gistermorgen nam de heer J. Bergman, ladingmeester bij de Ned. Spoorwegen, afscheid van het personeel. In de 1ste klasse wachtkamer, welke hiervoor gere serveerd was, hadden zich met den stationschef, den heer S. van Gijn, vele superieuren en collega's van den heer Bergman verzameld, toen deze met zijn echtgenoote met een auto van huis ge haald, was. De heer Van Gijn wees er op, dat het vliegend wiel hem, die zich aan den dienst gewijd hebben te zamen houdt. Spr. noemde het een aardig idee van de col lega's den heer B. een feestelijk afscheid te bereiden. Na herinnerd te hebben, hoe de heer B. eerst bij weg en werken en vanaf 1916 bij het vervoer was overgekomen, wees spr. er op, dat hij zich had doen kennen als een ijverig beambte, die steeds met toe wijding zijn dienst had gedaan en met wien ieder gaarne samenwerkte: superieu ren zoowel als ondergeschikt personeel en publiek. Als aandenken aan het stations- personeel bood de chef den heer B. een mooie ruststoel en andere mooie cadeaux vcor zijn echtgenoote aan, benevens een album met de namen der gevers, vervaar digd door den 14-jarigen zoon van een onderladingmeester De Joode. De veiling- vereeniging „Flora" te Rijnsburg had den heer B. een schat van bloemen aange boden. Hierna sprak nog de heer L. Rosier, die 13 jaren met den heer B. op de meest aan gename wijze heeft samengewerkt. Deze spreker herinnerde er aan, hoe het vroeger alleen gewoonte was de ambtenaren een cadeau aan te bieden. Nu ook de beambten het initiatief genomen hebben stemt het tot blijdschap, dat zoovele ambtenaren met den chef aan het hoofd zich direct hierbij hebben aangesloten. De heer B. is in zijn dienstijver voor allen een voorbeeld ge weest en spr. verzekerde, dat de samen werking met hem in dankbare herinnering zal blijven. Geroerd dankte de heer Bergman den stationschef en andere belangstellenden. DANKEN EN GEDENKEN. Bij gelegenheid van de herdenking van den 10-jarigen arbeid door de Commissie voor den Openbaren Eeredienst bij de Ned. Herv. Gemeente te Leiden is door de Hoofdcommissie een gedenkboekje uit gegeven ter verspreiding onder hare con tribuanten en verdere belangstellenden. De heer J. B. Meynen, voorzitter dier commissie schreef een voorwoord, terwijl vervolgens een uitvoerig overzicht wordt gegeven van het ontstaan, de werkwijze, de resultaten en de perspectieven der commissie. Een rubriek „Wat anderen van onzen arbeid zeggen" bewijst het algemeene nut en de onverdeelde sympathie, waarin het streven der commissie zich mag ver heugen. Moge dit aardige boekske een tijdperk van nieuwe vooruitgang ont sluiten. MAATSCHAPPIJ DER NEDERLANDSCHE LETTERKUNDE. Lezing door Dr. C. J. Wijnaendts Francken over „Samuel Johnson en zijn levensbeschrijver." In de gisteravond gehouden maande- lijksche bijeenkomst van de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde heeft dr. C. J. Wijnaendts Francken uit Leiden ge sproken over: Samuel Johnson en zijn levensbeschrijver. Aan deze lezing is het volgende ont leend: Samuel Johnson is in zijn vaderland beroemd als slechts weinigen, daarbuiten evenwel geniet hij een slechte zeer matige bekendheid. Zijn geestelijke geaardheid paste zich dan ook bijzonder goed aan bij het nationaal karakter zijner landgenoo- ten. Zeker niet het minst heeft hij zijn beroemdheid te danken aan zijn eigen aardige persoonlijkheid: geenzins uitslui tend of zelfs in de eerste plaats aan zijne grootendeels vergeten geschriften. En de kennis van die persoonlijkheid is ons voornamelijk bekend gebleven door de lijvige biographie, door zijn vriend Boswell opgesteld en in hare tallooze uitgaven en herdrukken geworden tot een nationaal populair boek. Door haar blijven de namen van Johnson en Boswell onverbrekelijk aan elkander verbonden en danken die beiden aan elkander hunnen roem. Boswell was een Schotsch edelman en rechtsgeleerde. Hijzelf was geen markante of beteekenisvolle persoonlijkheid, maar hij speelde ten opzichte van Johnson eenigszins een soortgelijke rol als later Kokermann ten opzichte van Goethe. In zijn jeugd reisde hij eenige jaren door Europa en vertoefde ook een tijdlang aan de hoogeschool te Utrecht. Hoewel hij reeds weinige jaren na Johnson's dood zelf kwam te overlijden, was hij een dertigtal jaren jonger. Met zijn vriend had hii in 1763 kennis gemaakt te Londen, waar hij hem sedert herhaaldelijk in de laatste twintig jaren van diens leven ontmoette, terwijl hij tenslotte ook een maandeiange reis met hem maakte door Schotland. Het oordeel van Macanlay over Boswell Is verre van vleiend: hij maakt hem o.a. uit voor een onbeschaamden parasiet in den trant van Helvetius. Johnson evenwel scheen zich van cjen beginne af aan tot den zelfingenomen jongen man te voelen aangetrokken, ook al kon hij hem soms duchtig de les lezen, bij voorbeeld over zijn eindeloos onbescheiden uitvragen om den vereerden meester op zijn praatstoel te brengen. Foto Bleuzé. ^9 aantal leden van het 1-Mei-comité aan het hoofd van den gisteravond gehouden optocht, poseert voor onzen fotograaf' alvorens het Kaasmarktterrein te verlaten en de rondwandeling door de stad te beginnen. Het boek van Boswell over Johnson maakte al dadelijk bij zijn verschijnen in 1791 een grooten opgang en het beleefde reeds na drie jaren een tweeden druk, sedert gevolgd door ontelbare andere. In 1804 waren reeds vierduizend exemplaren verkocht van het onvangrijke en dure boek, en na twintig jaren waren reeds een zestal drukken noodig geworden. Over Johnson's levensloop wil spreker niet uitvoerig uitweiden; dit leven trou wens is op zichzelf evenmin als dat van Boswell zeer belangrijk. Geboren in 1709, liet zijn gezondheid al vroeg veel te wenschen over; maar in gemakkelijkheid en snelheid van leeren overtrof hij op de lagere school reeds al zijn medescholieren. Kort na zijn huwelijk met een veel oudere weduwe naar Londen gekomen, had hij daar lange jaren te kampen met materi- eele zorgen, die eerst in 1762 een einde namen door een hem door den koning toebedeelde ruime jaarlijksche toelage, zoodat hij voortaan niet meer voor ziin brood behoefde te schrijven en op zijn lauweren kon gaan rusten, tot hii in 1784 op 75-jarigen leeftijd overleed en begraven werd in de Westminster-Abbev. na inzon derheid bekend te zijn geworden door zijn Dictionary, zijn uitgave van Shakespeare en zijn critische levensbeschrijvingen van Engelsche dichters ais inleiding op hunne v/erken. Deze geschriften worden door den spreker besproken, evenals van de overige vooral de phantastische roman Rcsselas die vergeleken wordt met Voltaire's Candide. Uitvoeriger wordt dan stilgestaan bij Johnson's karakter en persoonlijkheid, die zich kenmerkte door zoovele eieendom- melijkheden. Een aangeboren vadzigheid was hem eigen, waardoor hii een sterken prikkel behoefde om tot arbeid voor de pers te worden aangezet, welke indolentie het ook was. die het den ganschen zorgen in bed deed doorbrengen. Maar een hart stochtelijk liefhebber was hij van boeken en van lezen. Eeveneens van goede en smakelijke maaltijden, want ziin eetlust liet niets te wenschen over en de bevredi ging daarvan kon zijn gansche aandacht in beslag nemen. En niet slechts aan spiizen, ook aan theedrinken was hij ver slaafd en reusachtig hoeveelheden van dien drank kon hij verzwelgen. In zijn omgang met menschen muntte Johnson niet altiid uit door wellevendheid en gemaaktheid. Eigenbaat en winstbejag waren hem vreemd. Ziin verbeeldings kracht was weinig ontwikkeld, evenals zijn muzikale zin. Bovenal was hii intellectua list en boekenmensch. In zijn letterkundige critieken streefde hij steeds naar eene strikte onbevooroordeeldheid zonder eenige zelfverheffing. Meer nog dan door zijn litterairen arbeid is hij bij het nageslacht bekend gebleven door zijn gesprekvoering, in welke hij uitmuntte. Hij ging om met de beste schrijvers en kunstenaars van zijn tijd als Goldsmith, Carrick, Reynolds en Burke. Een club werd opgericht, waarin de cory- phaeën op verschillend gebied ekander ontmoetten en waarin Johnson, die nage noeg nooit ontbrak, de leiding voerde, zoodat de leden zich in verloop van tijd Johnsonians gingen noemen. Want John son was er de ziel van en ieder luisterde gaarne naar hem, evenals dit het geval was bij de gastmalen, waartoe hij was uitgenoodigd. Conversatie met vrienden over interessante onderwerpen was hem steeds het hoogste genot, en langzamer hand werd hij tot een soort van geestelijk dictator, wiens oordeel gezaghebbend was. Tal van zijn als orakelspreuken ten beste gegeven oordeelvellingen zijn ons door Boswell en anderen opgeteekend. Al liet hij zich door zijn zucht tot debat en discussie dikwijls verleiden tot para doxale uitspraken, hij stelde toch steeds de waarheidsliefde hoog. Naarmate hij ouder werd, werd hij zachtzinniger in zijn oordeel, ook al bleven sommige schrijvers als Swift en Rouseau hem bijzonder on- symphatiek. Een pessimistische stemming viel soms niet te miskennen en sommige zijner uitspraken doen ons denken aan j Schopenhauer. De Schotten stonden bij Johnson niet zeer in de gunst: de Franschen trekken hem nog veel minder aan en dikwijls liet hij zich zeer afkeurend over dezen uit. In de politiek, al bemoeide hij zich weinig daarmede, was hij een echte Tory met weinig democratische gezindheid, hoewel allerminst geneigd de hoogere standen naar de oogen te zien of naar den mond te praten. Over de denkbeelden van Rous seau was hij niet te spreken, maar wel veel voelde hij voor eene betere behande ling der Negerslaven en hunne vrijmaking Mede daarom koesterde hij een wrok jegens de Amerikaansche volksplanters, waarvan de meesten volgens hem niet anders waren dan oproerlingen, schavuiten en zeeroovers. Voor levensbeschrijvingen voelde John son veel, maar weinig voor de beoefening der geschiedenis. De historicus was volgens hem gedoemd tot oppervlakkigheid, en groote bekwaamheden werden niet van dezen vereischt. De diepere motieven der handelingen van personen uit het ver leden blijven ons toch verborgen, en veel in de geschiedschrijving wordt overge laten aan de verbeeldingskracht zonder dat wij eenige wetenschappelijke zekerheid erlangen. Ook voor wijsbegeerte miste Johnson allen waren zin en ontvankelijk heid. Zijn beroemden tijdgenoot Rume kon hij niet waardeeren, noch als Whig en historicus, noch als sceptisch philosoof; want daartoe was hijzelf een veel te ge- loovig Christen en allerminst geneigd tot het vrijdenkend rationalisme zijner eeuw, dat hij niet anders beschouwde als een ijdele nieuwlichterij. Zelfs een man als BINNENLAND. Het nieuwe instructievaartuig: van het onderwijsfonds zal door Prinses Juliana te water worden gelaten (Blnnenl., 3e BI.) Mevr. Van BalenKlaar te 's Graven- hage gehuldigd op haar zeventigsten verjaardag, (Binnenland, 3e Blad). BUITENLAND. De 1-Mei-viering in het buitenland (Buitenl., Ie Blad). Een vergeefsche actie der Wafd in Egypte (Buitenl., Ie Blad). Berkeley vond geen genaau m zijn oogen, niet in staat als JohnsoD -was diens ken- leerige uiteenzettingen te voigen. Al der gelijke bespiegelingen misten voor hem alle waarde; liever bleef hij een Christe lijk moralist, die o.a. streng vasthield aan 's menschen wilsvrijheid. Een vast geloof ook had hij in 's men schen persoonlijke onsterfelijkheid, en terzelfder tijd kenmerkte hem een groote vieeze voor den naderenden dood, die volgens hem, iederen rechtgeaarden mensch moest eigen zijn. WONINGBOUWVEREENIGING „DE TUINSTADWIJK". De jaarvergadering. Donderdagavond hield bovenstaande woningbouwvereniging haar jaarlijksche vergadering in het Nutsgebouw aan de Steenschuur. De voorzitter, de heer J. de Jong, opende de matig bezochte vergadering met een welkomstwoord en sprak zijn teleurstel ling uit over de geringe opkomst. De jaarverslagen van secretaris en penningmeester werden met algemeene stemmen goedgekeurd. De aftredende bestuursleden de heeren Cuiper, Harmsen en Hoogeveen, werden met groote meerderheid van stemmen herkozen. In de plaats van den heer Lotte, die de vereeniging verliet en de heeren Marree en Roman, die beiden hadden bedankt, werden als commissarissen gekozen de heeren Akerboom, Van der Heiden en Metscher. De uitslag van deze stemming was voor den heer Kouw aanleiding om te bedanken als commissaris. Alle pogingen van den voorzitter om den heer Kouw te bewegen zijn besluit in te trekken, bleven zonder resultaat. De vereeniging verliest in den heer Kouw een ijverig en goed commissaris; hij droeg de vereeniging een warm hart toe. In zijn plaats zal binnenkort een andere function- naris gekozen moet worden. Den aftredenden commissarissen werd bij monde van den voorzitter dank ge bracht voor hetgeen zij in het belang van de vereeniging hadden gedaan. Het bestuursvoorstel om het loon van den timmerman te verhoogen en voor hem een ouderdomsverzekering af te sluiten, werd met algemeene stemmen aange nomen. Eveneens werd het bestuur machtiging verleend tot het indienen van het vierde bouwplan. Nadat het uit te voeren onderhoudswerk besproken was, werd de vergadering ge sloten. ACADEMISCHE EXAMENS. Geslaagd voor het doctoraal-examen klass. letteren de heer L. W. Labordus (Den Haag); voor het candidaatsexamen Ned. letteren de heer A. L. de Vreese iR'dam). ELECTRISCHE BROODSNIJ- PAKMACHINE. EN Er zijn weinig huismoeders, die brood snijden een plezierig karweitje vinden. En vooral wanneer het gezin talrijk en het brood versch is, beteekent dit voor menige huisvrouw een taak, waartegen zij dage lijks weer opziet. De firma Z. van der Mey, Korte Mare 16 komt aan die bezwaren tegemoet door vanaf heden in verzegelde perkamenten zakken verpakt brood in den handel te brengen, dat tevoren door een electrische machine in kcurig-gelijke sneedjes is ver deeld. Het voordeel hiervan is drieledig: in de eerste plaats wordt het brood, nadat het de bakkerij heeft verlaten, door nie mand meer met de handen aangeraakt; in de tweede plaats blijft het in de per kamenten zakken absoluut versch en ten derde geeft het een aanzienlijke tijds- en moeitebesparing. Dit alles in aanmerking nemende, zijn wij ervan overtuigd, dat van dei Mey's automatiscli gesneden en verpakt brood door de Leidsche huismoeders met gejuich zai worden ontvangen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1931 | | pagina 1