DE GEZONKEN SCHAT. '2«te Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 25 April 1931 Derde Blad No. 21810 g Buitenl. Weekoverzicht. Jriesche 7€e£renéaai, maar dan, ook uil de oudste 'Jriesche. Tabaksfabriek vtuc f)cnuoe Cyfrerts tc, youre Ut JriesCaneC (fpgerichttfSS tckte Jriesche y&eren -T^aai verscJtaft U wolken, van genot! Londensch Aanteekenhoek. FEUILLETON. Moeilijke tijden, lopt critieke moment ten opzichte van L uitwapemng ter zee is naoy! lt dezer tea te houden ue ouueruandeimgen JTen de drie Betrokkenen, FrannrjjK, rind en Italië, worden herval, doen ï'aösver is daarvan nog niet gekomen. J' V gevolg van hel teit, dat frankrijk, breeds eerder vermeld, weigerde een Tweed al te stappen van het rnge- ''pn standpunt, waartegen van diverse ,„(7verzet was gerezen, ook van de twee rechtstreeks, doch zijdelings by deze f ue betrokkenen, n.l. de Vereenigde i/ten en Japan. Dientengevolge bleet de SnMamste Fransche algevaardigde Mas- fcï weg en kon de bespreking te Londen, Kenen van enkele ondergeschikte redac- L moeilijkheden, niet worden voortgezet. Ler den drang der omstandigheden Lit Frankrijk nu echter nieuwe voor- Ellen gedaan, waarvan de porté nog niet Etend ls- Van Fransche zijde wordt het Lsvvaar voorgesteld alsof de gedane stap Jn ontspanning zal veroorzaken, doch _ft staat nog allerminst vast. Wel, dat Ender Fransche concessies de met zooveel Tibel begroette vlootovereenkomst ten- lotte als mislukt moet worden beschouwd. Joeclaal in Italië wordt groot ongeduld Eerkbaar en Frankrijk kan dit niet negee- fcn wil het niet het odium der mislukking Eb'eel op zich zien geworpen! Inmiddels is het optimisme niet erg groot .er helaas; hoever zelfs het zwartste sslmisme de overhand heeft verkregen, wijst het feit, dat een gewoonlijk goed gelicht blad te Genève als waarschijnlijk temde een uitstel der ontwapeningscon- jfentie van 1932 tot 1933! Mocht het fcverhoopt daartoe komen, dan ziet het er ut de ontwapening inderdaad zeer treurig ht en vreezen wij, dat practisch het tnlge middel, dat een nieuwen oorlog zou hnnen tegengaan, der wereld uit handen geslagen. Hopen wij. dat alle betrokke- L je ernst hiervan erkennen, dan is de fcp'titnd moeililk, doch niet verloren lHet tweede groote heete hangijzer in de ■uropeesche politiek, de Duitsch-Oosten- Hlbche tolunie, blijft zich bij voortduring Ik jltlld verheugen in de algemeene be- Enestelllng, hoewel uit den aard der Bak geen nieuwe gezichtspunten meer jaar Toren worden gebracht. Welke te- jentet Briand heeft uitgedacht, die deze vereenkomst moet vernietigen voor zij |en fait accompli is geworden, ligt nog leeds In nevelen gehuld,al hebben enkele fransche persorganen getracht een tip jaamn te onthullen. Blijkens de rede fan den Tsjecho-Slowaakschen minister JenesJ zou Frankrijk den steun van de feheele kleine Entente genieten, doch dat Ikt ons nog zoo zeker niet, gelet op de jnderhandelingen tusschen Duitschland i Roemenië over een handelsverdrag, e op het punt heeten te staan van te been! 1 Roemenië heeft Inmiddels een nieuwe feceering, die onder veel moeilijkheden ls [eboren Titulescu was feitelijk reeds ge- 1 ln het formeeren van een kabinet, [toen de koning een spaak in het wiel Rak door een post od te eischen voor een 'door hem gewild persoon; toen was het pils en Titulescu moest plaats maken voor orga. Deze voldeed aan de wenschen van en koning, maar of zijn ministerie een "n? leven zal zijn beschoren, staat nog te ien. Zelfs inwendig ls het allesbehalve n eenheid! Het lijkt er op, alsof koning arol sympathie koestert voor een dicta- ur. die langzaam maar zeker moet wor- Itn voorbereid Laat hij zich spiegelen aan het voor leid van konlne Alfonso! Ook hem is de Ictatour noodlottig geworden! De ieuwe Spaansche regeering beweegt zich tusschen geheel ln republikeinsch- "ciallatlschen geest, gelet op de maatre den die successievelijk worden genomen, aarin schuilt echter voor het nieuwe eeime een groot gevaar, daar alle voor- anders der renubliek geenszins gediend Jn van een streven in democratischen 'n. Bovendien grijpt de actie voor onaf- nkelijkhpid steeds verder om zich heen; an Catalnnlë onder Macla is deze feite ik al verleend, a! doet men ziin best dit veel mogelijk te verdoezelen. Madrid eeft te Barcelona voortaan een gezant.. ëat spreekt voor zich zelf! En hoe het- -dfde te weigeren aan de Basken? Voor Spanle breken thans de zeer ee- arlljke tiiden aan van consolidering n den toestand, waathii steeds meer het eizet zich zal gaan organiseeren, nadat It aanvankelijk overromneld was en Imtengevolge ongeschikt tot eenigerlei actie. Overigens vertoonen diverse landen het "kende beeld der tweedracht. Hoe in Por tugal de toestand ln werkelijkheid is, blijft, trots alle geruststellende verklarin gen van de regeering en trots het breken van den opstand op de Azoren een twijfel- numiner: België is in beweging tengevolge van de arrestatie van een leeraar aan een gymnasium dr Moulin ln Italië bij een. een vacantie-reisje derwaarts Te Brussel heeft men zelfs gedemonstreerd tegen de Italiaanschue ofifcieele gebouwen en eeni- ge ruiten zijn 't slachtoffer geworden Van Itallaanscne zijde wordt dr Moulin be schuldigd anti-fascistisch propaganda materiaal mee naar het land van den duce te hebben gevoerd, hetgeen natuurlijk strafbaar is volgens een dictatoriale re geering. Bulgarije staat voor parlements verkiezingen en koning Boris heeft nu een beroep op den oud-premier Malinoff ge daan om een zoo uitgebreid mogelijk con centratie-kabinet te vormen. In Grieken land voeren de communisten een extra krachtige actie, die evenwel ontdekt is en wel onschadelijk zal worden gemaakt. In Engeland de strijd tegen Labour, met de regeering als succesvol verdediger; in Duitschland voortzetting der pogingen om de Pruisische coalitie te breken, voor- voorloopig eveneens met negatief resul taat en zoo zouden wij uit diverse landen nog voorbeelden der tweedracht kunnen aanvoeren RECLAME. 4051 (Van onzen bijzonderen correspondent.) Het meest lucratieve regeeringsambt. Engeland heeft geen minister van Justi tie, maar een functionaris, de „Attorney Geneial" (Procureur-Generaal), die lid van het Kabinet is en er in zekeren zin de positie heeft, die ln andere landen een minister van Justitie heeft. Hij dient de regeering van advies in alle juridische kwesties en treedt daarenboven op in alle rechtzaken waar de uitvoerende macht' partij is. Voor dit laatste ontvangt hij ho norarium (waarvan de opbrengst over een zeker tijdsverloop dus afhankelijk is van het aantal processen, waarin de staat be trokken is geweest). Voor het eerste ont vangt hij een salaris. De Attorney Gene ral van de huidige regeering in Engeland is sir Wililam Jowitt, die, totdat de La- bour-regeerlng optrad, liberaal Parle mentslid was geweest en die als knap ad vocaat bekend stond. Toen Macdonald zijn ministerie moest vormen, had hij geen geschikt man voor den post van Procu reur-Generaal onder zijn eigen politieke aanhangers Hij wendde zich daarom tot Jowitt, die graag toehapte en ijlings over ging naar het Labour-kamp. Hij heeft er bittere verwijten en bijtende opmerkingen over moeten hooren, maar die heeft hij elegant (Jowitt is nogal een sierlijk type) langs zich neen laten gaan. De onderminister van Financiën (van de Schatkist zooals men hier zegti heeft deze week in het Parlement in antwoord op een verzoek om inlichtingen onthuld hoeveel de „Law Officers of the Crown" (en Jowlt is een hunner) verdienen. In de 21 maanden dat Jowitt dan Attorney Generaal ls geweest heeft hij aan salaris taal 39218 p.st. ontvangen. Toen.. 12G5i p.st. en aan honoraria 26564 p.st., in totaal 39218 p.st. ontvangen. Toen een conservatief lid dit hoorde, riep hij spot tend uit: Is dit socialisme in onzen tijd." („Socialisme in dezen tijd" is een kreet, die vaak in de llnkergroepen van Labour wordt aangeheven). Het cijfer toont aan. dat deze functio naris niet onmiddellijk gevaar loopt hon ger te lijden of om de werkloosheiduitkee- ring zal moeten vragen. Het bedrag is hoog genoeg om voor de rest van zijn leven den wolf van de deur te houden. Jowitt heeft zich onwillekeurig blootge steld aan meer sarcastische pijlen, omdat hij slechts een paar dagen, voordat de cijfers var zijn verdiensten werden be kend gemaakt, .zijn liberale vrienden" had verzekerd dat het onwijs was „rillend aan den kant te blijven staan." „Zij zou den wellicht profijt kunnen trekken van mijn ervaung", had hij er aan toegevoegd. Zijn bedoeling was natuurlijk die Libe ralen, die soms hun partij-verknochtheid voelden verzwakken, te nopen zich bij Labour aan te sluiten. In het licht der mededeelingen over Jowitt's winstgevend baantje merken de Liberalen nu scham per op, dat „het profijt" zeker niet ge lijkwaardig kan zijn aan dat van Jowitt, omdat ei maar één regeeringspest is, welke in 21 maanden bijna 40 000 p.st. op levert, en die post is bezet door.Jowitt. Men erkent, dat Jowitt niet heeft staan „rillen aan den kant", doch ijlings in het goudmijntje gesprongen is. dat Labour hem had aangeboden. Bandieten in Londen. Het publiek in Londen krijgt in zijn populaire Kranten eiken dag verhalen te lezen van de verfoeilijke daden der „gun men" in New-York en Chicago. Maar de verfoeilijkheid der daden treedt er nim mer in aan den dag. De nieuwe journa listiek zooals ze wordt beoefend door de reporters van de luidruchtige kranten en door de buitenlandsche corresponden ten van nieuwsagentschappen (die mee moeten doen. willen zij hun berichten en „stories" geplaatst krijgen) kenmerkt zich in de eerste plaats door algeheele afwezigheid van ernst. Dit air is niet oor spronkelijk niet Britsch maar Ameri- kaansch. En één van de bewijzen van het feit, dat de Britten hun zelfstandig oor deel en „de leiding" in de wereld hebben verloren, is de snelheid, waarmede het leven in Engeland wordt veramerikani seerd. Met de populaire pers is dit proces reeds nagenoeg voltooid. Voor bijna al het nieuws, dat binnenkomt, geldt de in structie „snappy and bright" (frlsch, jeug dig, opgewekt). En het nieuws moet al heel tragisch zijn, wil het ontsnappen aan deze „snappy" behandeling. Weinig blijft heilig voor dit journalistiek vandalisme. De „gunmen" der Amerikaansche ste den worden in de Londensche pers held haftige. luisterrijke kerels. De toon der berichten en beschrijvingen is zoodanig, dat van den lezer klaarblijkelijk wordt ge vergd, dat hij de bandieten zal bewonde ren. Men vindt er geen enkel woord van afkeuring, van verontwaardiging in over de woestheid, de wetteloosheid, de mee- doogenloosheid en de afschuwelijke geld zucht, die het snood bedrijf der „gang sters" kenmerken. De toon der verhalen is lichtzinnig, als geschreven door een persoon van afgestompt gevoel, maar met een flair voor levendige voorstelling. Deze berichtgeving schijnt er op berekend weifelende deugnieten, die wankelend voortloopen aan den goeden kant der maatschappij, de grenzen naar den mis- dadigen kant te doen overschrijden. Want elke krant, die zij opslaan, verschaft iets dat men zou kunnen lezen als een glori ficatie van misdaad en wetteloosheid. Het behoeft daarom geen verwondering te wekken, dat de practijken der „gang sters" van Amerika hier geleidelijk veld winnen. Ook de misdaad ontkomt niet aan het proces van Amerikanisatie. En nu schreeuwen de populaire kranten, klaar blijkelijk onbezwaard door een slecht ge weten, moord en brand omdat Londen de gunmen" aan den lijve begint te voelen. Zoo dichtbij zijn zü veel minder heldhaf tig dan in dat „gekke" Amerika. In het begin van deze week beroofden motorbandieten in het hart van de stad, ln het licht van een zonnlgen morgen, ten aanschouwe van veel menschen, een win kel in Kingsway van eenige honderden horloges. Een merkwaardige bijkomstige omstandigheid was, dat de winkel een fi liaal was van een Amerikaansche fabriek. Verder had de roof plaats ln de schaduw van „Bush House", het door een Ameri kaan gebouwde kantoorpaleis, waarin boven in een nis een beeldhouwwerk staat, voorstelling van Brltsch-Amerikaan sche vriendschap. Misschien had het Ame- rlkaansch cachet van de omgeving de bandieten aangemoedigd. Maar het meest Amenkaansch was, dat de bandiet, die in de auto bleef zitten, terwijl zijn trawanten hun slag sloegen, met een revolver was gewapend en dit onvriendelijk voorwerp onder den neus hield van een straatve ger, die wat „neuzig" was uitgevallen. De held van den bezem hoorde zich toevoe gen; „Clear out quick or this will speak!" En nu willen de ontstemde en ontstel de populaire kranten, dat de politie paal en perk zal gaan stellen aan dit vuig be drijf der revolverhelden, dat Londen on waardig is. Londen mag geen Chicago worden. Londen is een nette, voorbeeldige stad, „de ordelijkste stad van de wereld", ook nu nog want zulk driest revolverspel is een uitzondering, die slechts den regel van veiligheid en orde bevestigt. die voorstelling is er ook naast, zooals hon derden bewoners der voorsteden, die door brutale leurders en door brutalere inbre kers worden gekweld, terstond zullen be vestigen. De politie richt weinig uit. De roofpartijen op klaarlichten dag hebben altijd succes. De inbrekers hebben vrij spel. omdat de agenten zich met allerlei beuzelachtigheden van het verkeer bezig houden. Men heeft de toenemende misda digheid ten deele toegeschreven aan het feit. dat het hoofd van de politie lang met ziekenverlof is geweest. Deze man. de oud krijger Lord Byng. is nu terug en gaat. naar men zegt. den politiedienst „reorga- niseeren". Daar moet men dan maar het beste van hopen. Maar het zou toch ook wel aanbeveling verdienen, indien de po pulaire kranten hun jeuigheid in het be schrijven van misdaad als ongepast prijs gaven en het leelijke kindje bij zijn waren naam gingen noemen. BERLIJN'S NIEUWE BURGEMEESTER. Hij moet „bezemen". (Van onzen correspondent). Berlijn, 18 April. De wereldstad Berlijn heelt een nieuwen burgemeester. Voor de eerstvolgende twaalf jaren. Een, die er wezen mag. Twee meter lang, en met een reputatie van vriendelijk als alles goed gaat, en streng, als er in gegrepen moet worden. Zoo iemand had Berlijn noodig. Toen de revolutie uitbrak, zocht men na tuurlijk een ni uwen burgervader. Dat was toen niet gemakkelijk. De socialisten hadden de overhand. Maar de burgerlijke pariijen van links beteekenden toch óók 't noodige. In die dagen ontstond een zeer sterke democratische partij, gesti.ht door mijn illusteren collega Tneodor Wolff, hoofd redacteur van het „Berliner Tageb att". Hij wil allang niets meer van deze par lij weten, die met liet jaar zwakker werd en th ns nog slechts een groep van den derden rang voorstelt, althans wat het aantal leden en kiezers betreft. Maar in 1919 zocht men voor een eersten burgemeester van de rijkshoofd stad toch liever onder de zeer intellectueele leden van deze partij en vond den heer Boess. Niets meer en niets minder dan den heer Boess. In die oproerige tijden, toen alles wat rechts stond afwachtend in een hoek gekropen was, waren onder de socia listen niet al te veel kopstukken te ont dekken die van het besturen van een zoo geweldig groote gemeent\ die meer inwo ners telt dan het halve Nederland, veel kaas gegeten hadden Boess was in Berlijn reeds een hoog gemeenteambtenaar. Spe ciaal met financieele dingen belast. Hij had steeds zijn plicht gedaan en be schouwde zich ook onder het keizerrijk als democraat en als republikein in zijn hart. Dies nam men Boes. En deze heer Boess nu bleek een braaf man. een ijdel man, een slappe figuur, een al te goed vertrouwend man, kortom i'uist precies, wat Berlijn ni 't gebruiken :on. Zijn regeeringstijd werd tot een kata- strofe. De lezer herinnert z cli waarschijn lijk wel het eindeloos aantal Schandaal zaakjes, dat Berlijn's internationa'e repu'atie naar de maan hielp. De corruptiezaak, waarin de gebroeders Sklarek, eens vrijwel de rijkste inwoners van deze stad. de hoofd rol spee'den (hun proces komt d zer dagen aan de orde) gal ook den eersten burge meester den doodslag. Het bleek, dat de heer Bo'ss, zij het dan ook sirchts zijdelings door enkele onvoorzichtigheden, in deze dingen mede betrokken was. Dat was aan leiding voor een algemeen onderzoek. En het bleek al spoedig, dat de corruptie tot in de hoogste ambtelijke gemeent bestuurs- kringen doorgedrongen was en de heer Boess te veel tijd had besteed aan het openen van tentoonstel,ingen en het inwij den van sportgebouwen om zich met ai» conuptieverschijnselen Ond er zijn ambte naren, die hij te zeer vertrouwd had, te kurnen bezig houden. Berlijn was tien jaren lang erbarmelijk slecht bestuurd. Ondanks de omstandigheid, dal ook de Duitsche gemeenten door ds inflatie ten siott" schuldeloos waren ge worden, zag de Rljksho f is'ad evnals tal van andere groote Duitsche steden kins, zich weer in hond rrden m ll o >n?n schuld te steken. Totdat dr. Schacht, toenmaals pro. sident van de DuiLche Rijksbank, er een stokie voor s'ak en verder? buitenlandsche leeningen onmoge'ijk maakte. Het zotte van de situatie was, dat men den braven maar te zwakken burgervader bijna anderhalf jaar lang niet kon kwijt raken. Dat zat 'm in verschillende bezwa ren. Er werd een commissie van onder zoek tegen hem en zijn ondergeschikten ingesteld, een soort eereraad, die ten slotte bes'iste, dat d2 heer Boess weliswaar on voorzichtig en al te goedgeloovig geweest was, maar toch te goeder trouw, zoodat men nu weer genoodzaakt was, hein een groot pensioen uil te betalen. Zelden zal een gemeente zulk een pijnlijke situatie doorgeniankt hebben a's h-t arme Ber'ijn, dat behalve onder sehu'.den ook nog onder een gemeentelijk-polili ke:i strijd gebukt gaat, die in zijn raadszittingen vaak hand tastelijke vormen pleegt aan te nemen. Boess had steeds naar populairi teit ge streefd. Hij was een man, die zich gaarne ihiddelpunt van een of andere demonstratie wist, die op du z nd-en-oen foto's te be wonderen was en zich slechts gelukkig vorlde a's hij kon „repros mteeren'hooge gast .ie st buit nland ts, ontvangen en aajtsvaderüjk-gemoedelijke redevoeringen houden. Zulk een karakter stond machteloos tegen over een val, die in hoofdzaak niet ver diend was. Deze man moest plotseling vaststellen, dat hij geen vrienden meer had. Pas toen het gepeupel hem na zijn reis naar Amerika aan een van de Berlijnsche stations opwachtte, zijn vrouw en hem met gefluit en gejoel ontving en de ruiten van zijn villa met steenen inwierp, werd hem bewust, hoe dun het vernisje van zijn ge- Jiefdheid geweest was. In plaats van nu in de duistenis te verdwijnen, begon hij te chicanoeren over zijn pensioen en dregde zijn ontslag niet te nemen en daardoor, ofschoon hij tot een soort non-activiteit was overgegaan, Berlijn nog jaren lang (tot het einde van zijn dienstpcriode) zon der burgervader te laten. Hoe onverkwikke lijk deze strijd werd kan men begrijpen als men zich her'nn^rf, dat een zeker deel van de Duitsche pers in zulke dingen groeit en geen grooter genot kent dan het schrij ven van jiatelijk-pcrsronlijke smaadar ik 1- tjes en het woelen in private omstandig heden. De goedk one bontjas, die de heer Boess door bemiddeling van de Sklareks vooi zijn echtgenoote „gekocht" had (in werkelijkheid was de prijs zoo laag, dat het bedenkelijk veel op een geschenk leek), heeft maanden lang in Duitschland een rol gespeeld zelfs in de „groote" politiek! Maar al dat leed schijnt nu achter ons te liggen. De nieuwe „Ober'dr. Sahm, ls een mannetjesputter en waarempel niet alleen om zijn lichamelijke lengte. De ex-baas van den Vrijstaat Danzig heeft heel wat ervaring op het gebied der gemeente politiek achter zich en is ook op het par ket der internationale politiek geen vreem deling me-r. De eerstvolgende maanden zal hij met de twee burgemeesters, en den stedelijken minister van finanriën, die o k nieuw zijn, handen vol te doen hebben om aan de misstanden in een van de grootste gemeenten op aarde voor goed een einde te maken. Het is inderdaad ongelooflijk, dat in een land, dat door een zoo ordelievend en ar beidzaam volk als het Duitsche (en in het bijzonder het Pruisische') bewoond wordt, de corrnntie zulke afmetingen kon aan nemen. Wel een bewijs, hoe ontzenuwend oorlog en inf'atie, revolutie en burgeroor log, algemeene ineenstorting van midden stand en monal op de menschen hi°r moet gewerkt hebben! Die periode schijnt nu Naar het Engelsch van LEO WALMSLEY. 44) „Als we water vinden, kunnen we ze beter gebruiken," zei ze opgewekt. „Met nsch of mosselen of zoo iets zouden we er jen stamppotje van kunnen maken." „Ja, maar hoe komen we aan visch of mosselen of zoo Iets?" zei ik met een mis troostig gezicht. „Wat een optimist bent u!" lachte ze. ."nu hon?er' he? Mannen zijn altijd ujt hun humeur als ze niet behoorlijk te t,,r„ ben maar nee, u maakt u na tuurlijk ongerust?" voegde ze er, opeens «nstig aan toe. 7° Piet?" w-oeg ik. Ae begon wat zenuwachtig te lachen. verschnkkelijk! Zoo erg, dat ik er met langer over kan nadenken, t' Is te el *°5r tnijn zwakke geestvermogens ge- eest Maar men zegt, dat een man dat ïrL. Je ,verantwoordelijkheid noemt, ster- iVSn11 dan een vrouw." j"t geval was dat waar. Een tijdlang i we. zwijgend voort, wat onder den wncfalii.r?or daf- sroote woord: verant- Lnto*oHr d" Maar dan zagen we de Kti.vvl- voor ons houtvuur: groote zeraatï. rïrtifhout, uitgebeten door het noorii. 1 ™.het was in de eerste plaats iets >.1=?™ Timms te laten weten, dat er denri.r. in orde was A's hij dien bran- tuurliik rf7JtHr,el 7as aou hij on<: na" minste dadelijk te hulp komen Ten- piiehtiee wasi °°k dupe en nlet mede- °pWeeiTh!ame'd('n het hout en legden het noop. Daarna gingen we op zoek naar water. Maar we vonden niets. Het water, dat na den regen in de holten tus schen de rotsen was blijven staan, was al lang weer verdampt. Miss Howard stelde voor om op het strand te blijven. Maar toen ik haar wees op de groote hoeveelheden krabben, die na zonsondergang aan land waren gekomen, was ze het met me eens, dat het op de smalle strook vlak terrein boven langs de klippen veiliger zou zijn. Daar droegen we het hout dus heen, bouwden een minia tuur-brandstapel en staken hem aan. Nog voor de eerste vurige tong omhoog sloeg, was het volkomen nacht. De plek, die we voor ons vuurtje-stoken 1 uitgekozen hadden, lag iets ten westen I van het rotsen-complex voor den ingang van het pad. 't Was een van de weinige gedeelten van het eiland, die schaars be- i groeid waren met lage struiken, meer niet. Ik besloot dezd plek dan ook tot kamp plaats te promoveeren. Bij het schijnsel van de oplaaiende vlammen toog ik aan i het werk. Ik sneed gras, maakte er twee I bundels van, die ik elk aan één kant van het vuur neerlegde op den rotsigen grond slapen was niet te doen legde een langen stok op het knetterende hout en wachtte tot hij vlam gevat had. Daar na ging ik met mijn metgezellin naar de plaats terug, waar de neger nog steeds verstijfd van angst voor zich uit zat te staren. „Wat een lafaard ben je", verweet ik hem. „Bwana, hier niet goed", gaf hij ten antwoord „Vol kwade geesten." Hij zat te klappertanden of hij koorts had. De arme stakker het was om medelijden mee te krijgen Ik ging naast hem zitten en be werkte zoo lang 7ijn eergevoel, dat hij op stond en met ziin brandenden tak als fak kel brandhout ging verzamelen. In een paar minuten had hij voldoende voor een vuurtje. Maar verder dan een paar meter van de waterlijn kreeg Ik hem niet. De bewuste kwade geesten huisden blijk baar in het struikgewas. Dat privé-vuurtje van hem bleek een pracht-uitvinding te zijn. De felle gloed lokte een schooi kleine visschen groote sardines leken het wel, naar. vorm en kleur te oordeelen uit de diepe zee ten zuiden van ons eiland, waarin ze thuis be hoorden, weg. Ze raakten verzeild ln het ondiepe water van de baai en werden door elke aanrollende golf, bij tientallen op het strand geworpen Tijdens een verblijf van een paar weken voor den oorlog aan de Westkust van Afrika had ik datzelfde meer dan eens zien gebeuren, maar dan was het toeval geweest, dan was de visch op het strand blijven liggen. Nu haalde ik vlug mijn zakdoek te voorschijn zocht er een paar handenvol bijeen en ging met mijn vondst naar het kamp op de klippen terug. Met het weten, dat we geen gebrek aan voedsel zouden hebben, steeg mijn stem ming. En mijn metgezellin was een won der. Ze zat te lachen en te schertsen of ons gedwongen verblijven op dat ongure Fish-Island een fuif was! Elk ander meisje een van het conventioneele slag tenminste zou het op de zenuwen ge kregen hebben bij de gedachte, dat ze ln gezelschap van een vreemd Jongmensch en een van angst verstijfden neger een nacht on een onbewoond eiland zou moeten door brengen. En een van het niet conventio neele slag het tyne meisje met een ver weerde huid en dikke enkels, dat den heelen dag aan sport doet, dat rondloopt in slordige kleeren, dat sigaretten rookt en scheldt op haar sekse, zou het allicht niet op haar zenuwen gekregen hebben Maar of ze de situatie met het phlegma, door Miss Howard ten toon gespreid ge accepteerd zeil hebben, dat betwijfel ik. Zelf werd ik langzamerhand door haar opgewekt humeur aangestoken, mijn wantrouwen ten spijt! Na een minuut of wat zat ik zelfs grapjes te maken. „Hoe wilt u ze hebben?" vroeg ik op een gegeven oogenblik, met het gedienstige air van een kellner. „Gekookt, gebakken, ge rookt of gestoofd in zout water, met be schuit?" „Ik ben bang, dat het laatste niet be paald een succes zou zijn," gaf ze twijfe lend ten antwoord. „Maar verder laat ik het aan u over, kapitein Cleveland, u bent een man van ondervinding." Met een diepzinnig gezicht dach ik na. En. werkelijk ik kreeg een ingeving. Ik herinnerde me namelijk, dat ik tijdens genoemd veertiendaagsch verblijf aan de Westkust op een goeden dag tegen een negerin opgêloopen was figuurlijk, ge lukkig! die boven een houtvuurtje visch zat te roosteren. Ik was geïnteresseerd blijven kijken en als dank voor die hulde had ze me na afloop van de operatie een van de slachtoffers ter keuring aangebo den. En, als ik me goed herinnerde, was het resultaat toen buitengewoon goed ge- weest. In eik gevat konden we de methode pro- l beeren Ik zccht twintig van de grootste uit. reeg ze aan een dunnen tak, dien ik vooraf met mitn pennemes mooi glad ge maakt had en hing ze boven een hoopje nagloeiende sintels op. Na een poosje be gonnen ze te sissen op een manier, die i alles voor het resultaat beloofde „Prachtig!'' riep Miss Howard enthou siast. toen het sissen begon. „Schitterend, gewoonweg! Als het maar niet te lang duurt! Ik heb geen lunch gehad, moet u weten. Net even ervoor begon Trout over het wrak, dat het gevonden was En toen is er van eten niets meer gekomen ik was zóó opgewonden." „Wat een merkwaardig type bent u toch", zei ik niet bepaald complimenteus. „De manier, waarop u dit alles opneemt., alsof het niets buitengewoons ls." „Wat zou het me geven", gaf ze me on verschillig maar toch met iets verdrietigs in hare oogen, ten antwoord. „Dat drukte maken leer je wel af nadat je tien. twintig keer ondervonden hebt dat je er geen steek verder mee komt. Wilt u ge- looven. dat iets als dit me goed doet! Door het onverwachte zie je te duidelijker dat je in dingen waar het op aankomt on machtig bentdat alles voor je beslist wordt, dat het begrip verantwoordelijk heid eigenlijk nonsens is. Heeft u dat gevoel nooit gehaddat je niets kan doen dat je alleen kunt afwachten0 Misschien ten ik fataliste! 't Kan zijn! Maar ik weet door ondervinding, dat het als opvatting niet zoo slecht is Neem dit bijvoorbeeld. Ik voel me absoluut niet on gelukkig ot onrustig. We hebben gedaan wat we konden, we hebben dit vuurtje, ons S.O.S.-sein, aangemaakt en verder hebben we af te wachten". ,.U heeft gelijk" stemde ik toe. „We zijn onmachtig .dat is waar. Maar ik kan me daar maar niet zoo in schikken Misschien omdat ik niet alleen aan mezelf te den ken heb. „Maar ook aan mij", viel ze me schert- gend in de rede „Ja, dat comniiceert de zaak wei. t' Is geen kleinigheid Op een onbewoond eiland zitten met een onseru- puleuse intrigante, een avonturierster, een meisje dat er niets in ziet om ie door allerlei trucs aan het praten te krij gen Nu was het mijn beurt om te lachen „Ik was niet bepaald van plan om het zóó te zeggen Maar nu u zoo vriendelijk ge weest bent om dat onderwerp ter sprake te breneen. wil ik er graag op dooreaan. Het ls een feit dat sommige dingen, die u gedaan heeft (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1931 | | pagina 9