UIT RUSLAND. RADIO-PROGRAMMA. FINANCIEEL OVERZICHT. IN DE RUSSISCHE MUSEA. (Nadruk verboden). De revolutie heeft de trage Russische volksmassa wakker geschud en bij haar belangstelling gewekt voor dingen, waar voor zij vroeger zeer weinig belangstelling had. In alle lagen van het volk is nu een verlangen waarneembaar om te leeren, het wezen der dingen te doorgronden, het „hoe" en „waarom" te leeren kennen. Wie maar kans ziet, gaat naar school, „knaagt het graniet der wetenschap", zooals de tegenwoordige Russische Jeugd het noemt. De overigen moeten zich tevreden stellen met avondcursussen, schriftelijke cursus sen, lezingen enz. Velen zoeken een ant woord op hun vragen ln de musea, die, ondanks het feit, dat de bolsjewlki tel kens weer groote hoeveelheden kunst schatten naar het buitenland uitvoeren en verkoopen, zeer rijk zijn, vooral na de confiscatie van alle particuliere verzame lingen. De Russische lntellectueelen, die met zelfopoffering en zelfverloochening de Russische kunstschatten beschermen te gen de onwetende heerschers, gaan dit verlangen van de musea tegemoet en stel len zich beschikbaar voor het leiden van de bezoekers, voor het verschaffen van de noodlge inlichtingen enz. De administratie der musea (het zijn allemaal Russische lntellectueelen, geen bolsjewlki) verricht daarbij ontzaglijk veel werk. meer dan ln welk ander land ln de wereld, slooft zich uit om aan alle verzoeken van belang stellenden te voldoen, om de schatten van de musea ln werkelijkheid tot een algemeen bezit te maken. De groepjes, die een „excursie" naar eer» museum maken (zoo luidt de Russische term), bestaan voor het grootste gedeelte uit arbeiders, daarnaast uit kantoorbe dienden hulsmoedertjes, ambtenaren, studenten, leerlingen der middelbare scholen, onderwijzers enz. Elke groep be staat gewoonlijk uit 2530 personen; de musea van de hoofdsteden worden ln den regel eiken dag bezocht door pl.m. 30 der gelijke groepen. En elke groep moet voor zien worden van een leider, die ln staat ls de vragen der „excursanten" te be antwoorden, hun de noodlge inlichtingen te verschaffen. Zulk een leider moet Iemand zijn met een geweldige en veel- zitdige eruditie, een man die naast kunst historische ook zuiver historische, linguïs tische, kultuurhlstorlsche e.d. studies heeft gemaakt. En daarbij in staat zijn toehoorders vertrouwen ln te boezemen, de overtuiging bij hen wekken, dat hij geen ander doel nastreeft dan hen voor te lichten omdat de Rus, vooral de Rus uit de onderste lagen van de bevolking, zeer wantrouwig ls en steeds vreest, dat de „heer", de „geleerde" hem wat voor liegt. hem wat op de mouw wil spelden. De hetze ln de bolsjewistische bladen tegen alle lntellectueelen, het beweren dag ln dag uit. dat de „intelllgentsleja" (de beschaafden) uit verraders en „knechten van het kapitaal" bestaat, heeft dat wantrouwen natuurlijk nog sterker gemaakt. De lezer begrijpt dus, welk een moeilijk en ondankbaar baantje het is. zulk een leider te zijn. En wanneer er aan alle musea geen gebrek is aan personen, die bereid zijn deze taak te vervullen, dan ls dat alleen te danken aan het grenzenlooze idealisme van de Russische Intelllgentsleja. Er zijn verschillende soorten van excur sies. Sommige groepen komen een enkelen keer om schilderijen of andere kunst schatten te bezichtigen, die betrekking hebben op een door hen gehoorde lezing, of die besproken waren in een door hen gevolgden cursus. Daarnaast zijn er cy clussen van excursies; dezelfde groep be zoekt dan een bepaald aantal keeren het museum en bezichtigt een geheele afdee- llng van het museum. En er zijn groepen, bestaande uit arbeiders, die 10 of nog meer keeren het museum bezoeken en aandach tig de uiteenzettingen der leiders aan- hooren. De slecht gekleede, ondervoede menschen, wier vale gezichten duidelijke sporen vertoonen van de ontberingen, welke de Russische bevolking nu lijdt, met verfomfaaide petten ln den handen, de voeten in kapotte schoenen gestoken, kijken met brandende oogen naar den leider, luisteren inspannend naar zijn woorden. ZD doen meer aan kerkbezoeken denken dan aan een wandeling door een museum, vertelt een dergelijke leider. Wanneer de leider zijn groepje in zulk een toestand heeft weten te brengen, wanneer het wantrouwen der toehoorders overwonnen ls, dan ls zijn werk In hoogste mate aangenaam en verschaft hem gees- telilke voldoening. Maar hoeveel moeite kost het hem dat te bereiken! Eerst heeft hij strubbelingen met de baldadlgen, die alles willen pakken die niets van discipline willen weten. Soms ziet de leider zich ge dwongen de wachters te hulp te roepen om een al te moeilijken klant uit het museum te verwijderen. Dat doet hij ech ter alleen in uitersten nood, omdat een dergelijk ingrijpen van „de sterke hand' bij de excursanten een vijandige stemming wekt. Zijn de baldadlgen getemd, dan be gint de moeilijkheid met de komsomollers, die van hun aanvoerders hebben ge hoord, dat de godsdienst „opium voor de massa" is. En nu zien zij overal schilde rijen hangen, voorstellende Jezus, Maria, de Heilige Familie, de Aoostelen enz. De „atheïsten" protesteeren dan en de leider moet buitengewoon tactvol zijn, want een enkel woord Is voldoende om van gods dienstige propaganda of zelfs een „contra- revolutie" te worden beschuldigd. Meestal lukt het den leider de klippen te omzeilen. Wie dat niet kan, deugt voor de rol van een leider In een sovjet-museum niet. Overigens zijn er in bijna elke groep een paar menschen, die het werk van den lei der verlichten en hem helpen de moei lijkheden te overwinnen. En ls de leider zoo ver, dat hij de excursanten heeft weten te boeion dan is het pleit gewonnen. Een leider van de Ermitage (beroemd museum te Petersburg), aan wiens mede- deelingen wil het een en ander hebben ontleend, vertelt, dat hij vaak in het museum arbeiders ontmoet heeft, zijn vroegere excursanten. zijn gewezen toe hoorders die nu zelf de rol van leider speelden en hun kameraden of familie leden vertelden, wat zij van den leider vernomen hadden. Dat geeft den leider voldoening Voldoening geeft ook de dankbaarheid der excursanten, die bij het verlaten van het museum in ontroe rende woorden voor het genotene danken. De bolsjewistische overheid Is weinig met deze excursies Ingenomen bevreesd als zij is, dat de leiders daarbij den ex cursanten wellicht dingen vertellen, die tn strijd zijn met de leer van Lenln en van den communlstlschen catechismus. Er worden pogingen gedaan elke groep van een communistisch tekstuitlegger" te voorzien maar ln den regel loopen deze pogingen op een mislukking uit. Eenvou diger is het bij elke groep een agent van de G.P.Oe. ln te deelen. De bovengenoemde leider van de Ermi tage, die naar het buitenland wist te vluchten, vertelt het volgende geval; Eens heeft een studentje tijdens een excursie door de Ermitage een schetsje gemaakt naar een Madonna van Ra phael. De agent van de GP.Oe, die de groep „begeleidde", zag dat, wierp zich op het meisje en rukte het papiertje uit haar handen Het meisje begon te huilen en smeekte, het schetsje terug te mogen krijgen De G.P.Oe-man zei' „Ik weet wel. waarvoor je het noodlg hebt: je wilt kerkelijke propaganda volgen. Hoe heet Je?" De leider greep in en nam het meisje in bescherming. Hij riep de hulp van den vertegenwoordiger van de dlrec- I tie ln en ten slotte kreeg het studentje haar schetsje terug. Een ander geval uit de practijk van denzelfden leider: Na afloop van de excursie schreef de com munistische organisator van de groep in het officleele stuk, dat na elke excursie opgesteld moet worden, het volgende: „De leider ls goed, maar tot mijn spijt wist hij niet hoe de economische basis van de treurige uitdrukking van de Madonna uiteengezet moet worden"! Ten slotte besloot de „Poliproswjet" (communistisch lichaam dat de politieke „voorlichting", in communlstlschen geest natuurlijk, der massa moet lelden) ln te grijpen en de excursies tot een middel voor communistische en atheïstische pro paganda te maken. In de Ermitage, het belangrijkste Russische museum, ls dat reeds gedeeltelijk doorgevoerd. Alle kunst schatten zijn nu verplaatst, zij staan en hangen nu niet in de chronologische volgorde maar zóó dat zij het makkelijkst voor de propagandistische doeleinden kun nen gebruikt worden. Voor hetzelfde doel heeft de Politproswjet ln de Egyptische afdeeling naast echte papyri papiertjes laten neerleggen met uit populaire en atheïstische boeken ontleende teekenlngen (en dat in de Ermitage!) naar papyri, die dienst kunnen doen bij antigodsdien stige toelichtingen. Tegelijkertijd kweekt de Politproswjet „leiders" uit de komso- molers. Welken onzin deze onwetende „voorlichters" hun excursanten verkoo pen, ls niet moeilijk te begrijpen. Geluk kig stuiten deze „leiders" op verzet van dan kant van de excursanten zelf, die een „echten leider" verlangen. Ondanks alle tegenwerking van de bols jewistische machthebbers nemen de ex cursies onder leiding van intellectueelen en deskundigen steeds toe. Deze leiders hebben het vertrouwen van de massa ge wonnen. Het ls nu zelfs zoo ver gekomen, dat de excursanten, ondanks het verzet van de bolsjewlki, elschen, dat een be paalde leider voorlichtingen verschaft. Bij het zeer lage peil van de bolsjewis tische middelbare school en bij het slechte onderwijs aan de hooge scholen spelen deze excursies de rol van een soort aan vullend onderwijs. De excursanten komen op deze wijze ten minste Iets te weten uit de wereldgeschiedenis (aan de sovjet- scholen wordt geen geschiedenis onder wezen, wel geschiedenis der revoluties). Hoe groot de onwetendheid van de sovjet studenten op historisch gebied is, bewijst de volgende mededeeling van den boven- genoemden leider van de Ermitage. Hü vroeg eens bij een bezoek aan de oudhe den van de Hellenistische periode, na wel ke tochten de Hellenistische periode was begonnen En de excursanten, allen stu denten van de Polytechnische Hooge- school, antwoordden zelfbewust: „Na de., kruistochten"! Een andere groep bezichtigde eens in de vroegere troonzaal de ridders te paard en verzocht den leider de Latijnsche spreuk, geborduurd op het tuig van een der paarden, te vertalen (aan de sovjet- scholen worden nu ln het geheel geen oude talen onderwezen). Zij waren ver baasd, toen de leider zei: „Wie niet werkt, zal ook nie» eten." Hun verbazing steeg ten top, toen de leider hun vertelde dat deze woorden aan apostel Paulus behoor den en niet aan Lenln, dat Lenin een oude spreuk gebruikte. De jongelui wilden het niet gelooven, beschuldigden den lei der van „contrarevolutie" e.d. Toen toon de de leider hun deze uitdrukking van Paulus in eenlge oude boeken. De jonge lui moesten zich gewonnen geven, maar waren ten zeerste getroffen door deze ontdekking. Zwaar en gevaarlijk is het werk van deze leiders, maar zij vervullen een goed en noodig werk en dat sterkt hen. Nu en dan komen bolsjewiki met buitenlandsche bezoekers en maken hen wijs, dat al die excursies enz. het werk der bolsjewiki is, en de leiders moeten die leugens zwijgend aanhooren en ln stilte lijden Dr. BORIS RAPTSCHINSKY. VOOR ZONDAG 26 APRIL 1931. Hilversum, 298 M. 8.00—12.00 VARA. 12.00—5.00 AVRO. 5.00—6.00 VARA. 6.45— 8.00 VPRO 8.00—12.00 AVRO. —8.50: Voet balnieuws 8.55: IJ. S. Lantinga: „Dah lia's". 9.25: Graomofoonpl. 9.35: Voet balnieuws 9.40: Declamatie Martien Beversluis. 10.00: Concert VARA-orkest 0.1.v. Hugo de Groot. M.m.v. „4 Ottrud's", vocaal kwartet. 10.50: Toespraak G. J. Zwertbroek. 11.05—12.00: Vervolg con cert. 12.00: L J. Jordaan: „De Têeken- film" 12.30—2.00: Concert AVRO-octet O. 1.v. L. Schmidt. 2.00—2.15: Gramofoon- platen. 2.144.30: Uitzending Voetbal wedstrijd „Holland-Duitschland". 4.30: Vaz Dias en Gramofoonpl. 5.006.00: Kinderuurtje. 6.45: Kerkuitzending uit Edam o.l.v. Ds. A. Leistra. 8.00: Vaz Dlas. 8.158.50: Aansluiting Concert gebouw Amsterdam. Symphonie no. 8 Beet hoven. 8.509.15: Vioolvoordracht Ni cholas Rotn. Vleugel: Egb. Veen. 9.15 9.45: Boekenhalfuurtje. 9.4511.00: Omroeporkest od.v. N. Treep. Man.v. He- lene Cals (sopraan). 11.0012.00: Gra- mofoonplaten. Huizen, 1875 M. 8.30—9.30: KRO. 9.50 I NCRV. 12.005.50 KRO. 5.50 NCRV. Daar na KRO. - 8.309.30: Morgenwijding der Schola Cantorum St Odo o.l.v. R. Schel- straete. - 9.50: Kerkdienst uit Breukelen. 12 011.30: Concert KRO sextet o.l.v. P. Lustenhouwer. 1 302.00: Lidwina Die- penbroek over Guldo Gezelle. 2.002.25 Concert Holl. Strijkkwartet o.l.v H. Ley- densdorff 2.253.30: Dameshkoor oJ.v. S. ten Napel. 3.304.00: Vervolg strijk- 1 concert 4.005.00' Eucharistisch Jeugd I werk Breda. 5.50: Kerkdienst uit Rijns burg 7.45—8.10: Pater Adrianus O.M.C. J „Apostolaat ter zee." 8.108.15: Voet baluitslagen 8.15—10.40: Concert KRO- orkest o.l.v J. Gerritsen ca. 9.00: Vaz Dias 9.159.30: S. P. J. Borsten: „Verslag van den wedstrijd Holland-Duitschland. 10.4011.00. Epiloog door het Klein Koor o.l.v. J. H Piecker. Daventry, 1554.4 M. 2.20: Kerk-can- tate No. 146 van Bach. Koor, orkest en so listen. 3.15. Bijbellezen voor kinderen. 3.35: Concert. Kwintet, E. Stevenson (sopraan) S. Logan (bariton). 4.50: Piano-recital dooi Katharine Goodson. 5.205.35: Bijbellezen. 7.05: Kerkdienst. 7.55; Liefdadigheldsoproep. 8.00: Le zing. 8.10: Berichten, 8.25: Concert. Orkest, R. Easton (bas). 9.50: Epiloog. Parijs „Radio-Paris", 1725 M. 7.05: j Gramofoonpl. 10.50: Gramofoonpl. 11.50: Orgelspel. 12.20: Gramofoonpl. 1.20: Gramofoonpl. 3.20: Gramofoonpl. I 7.20. Tooneelultzendlng. 9.20: Gra mofoonpl Langcnberg, 473 M. 6.207.20: Con cert. 7.207.50: Gramofoonpl, 8.25 9.20: Kath Morgenwijding. 10.50—11.20: Concert. Koor, orkest en solisten. 12.20 1.50' Orkestconcert. 2.304.10: Ver slag van den Voetbalwedstrijd Holland- Duitschland ln het Olymp. Stadion te Am sterdam. 7.20: „Der Bettelstudent". Operette van K. Millöcker. Daarna: Be richten en tot 10.20: Dansmuziek. 10.20 11.20: Gramofoonpl. Kalundborg, 1153 M. 11.201220: Or- kestconcen. 1.203.20: Orkestconcert en declamatie. 3 20—3.50: Gramofoon- platen. 7.35—8.05: Plano-soli. 8.05— 8.25: „De Chlneesche Vaas", Hoorschets in 1 bedrijf van F Nagl. 8.25—8.40: Wald- hoorn-soll 8.409.00: Liederen-voor- draent. 9.10—10.10' Orkestconcert. 10.10—11.50: Dansmuziek. Brussel 508.5 en 338.2 M. 5.08.5 M.: 4.20: Koosconcert. 6.05: Gramofoonpl. 7.20: Orkestconcert. 8.20: Dansmu ziek. 338.2 M.: 4.20: Orkestconcert. 5.20: Gramofoonpl. 5.35: Orkestconcert. 6.05: Gramofoonpl. 7.20: Orkestcon cert en vlool-soll, zang. Zeesen, 1635 M 6.20: Havenconcert. 7.208.15: Lezingen. 8.15: Morgen wijding. 10.50: Bach-kantate nr. 103, J. S. Bach. Koor-orkest en solisten. 2.50: Jeugduurtje. 2.20: Piano-récital. 3.15: Voetbalwedstrijd Holland-Duitsch land. 4.10: Concert. 5,50: Strijkkwar tet. 7.20Operette „Der Bettelstudent", C. Millöcker. 9.35: Berichten en daarna tot 11.50: Dansmuziek. VOOR MAANDAG 27 APRIL. Hilversum, 298 M. Algemeen Programma. Nederlandsche Omroep. Verzorgd door de VARA. 8.00: Gramofoonpl. 10.00: Mor genwijding VPRO 10.15: Voordracht J. van Elsücker 10.30: Voor de zieken 11.30: Gramofoonpl. 12.00: Concert VARA-septet o. 1. v. I. Eyl en Gramofoon- platen 1.45: Onderbreking 2.15: Jozef Cohen leest eigen werk 3.00: Gramo- foonplaten 3.30: P. J. Kers: „Vegeta rische Keuken" 4.00: Gramofoonpl. 4.45: J. Derksen delgen werk) 5.20: Concert VARA-septet o 1 v. Is. Eyl 6.40 Mr. dr. G. v. d. Bergh: ,,De politie en haar verhouding tot de bevolking" 7.00: Gra- mofoonplaten 7.05: Ir. R. A. Gorter: „Schadelijke gassen en dampen ln fabriek en werkplaats" 7.30: Liederen-recital I Berthe Seroen. Joh. Beekhuis (piano) 8.05: Concert VARA-orkest o. 1. v. H. de Groot m. m. v. J. Hekster (viool) 8.35: Voordracht A. Vogel 9.25: Vervolg con cert 10.20: Vaz Dias 10.30: Vervolg concert 11.00—12.00: Gramofoonpl. Huizen, 1875 M. Uitsl. NCRV-Uitzendlng 8.008.15: Schriftlezing 8.159.30: Gramofoonpl. 10.30—11.00: Ziekendienst 11.0011.30: Lezen van Chr. lectuur door Mej. Doyen 11.30—12.00: Gramo foonpl. 12.00—12.15: Polltieber. 12.15 12.30: Gramofoonpl. 12.301.45: Or gelconcert Jan Zwart 1.45—2.00: Gra mofoonpl. 2.002.35: Ultz. voor scholen 2.353.15: Gramofoonpl. 3.153.45: Knipcursus 4.005.00: Zlekenuurtje 5.00—6.15: Concert mej. A. Hermes (alt), G. Boths (viool), P. Halsema (plano) 6.156.45: Dr. F. J. Krop: „De Paasch- campagne der God-loozen en wat zij ons te zeggen heeft" 6 45—7.30: Zangcursus J. P. Caro. G. v. d. Burg (plano) 7.30 7.45: Polltieber 7.458.00: Gramofoon- platen 8.008.30: A. Brom Jr.: „Uit de geschiedenis van den orgelbouw" 8.30 10.45: Concert. Chr. Radio-orkest o. 1. v. G. Stam. J. P. Caro (bas), G. v. d. Burg (piano) 10.00: Vaz Dlas 10.45—11 30 Gramofoonplaten. Daventry, 1554,4 M. 9.35: Morgenwij ding 10.05—10.20: Lezing 11.20: Or gelspel door E. T. Cook. K. Whittome (zan geres) 12.35: Concert. Orkest 1.20: Gramofoonpl. 1.50: Ultz. voor scholen 2.40: Dansmuziek 3.05: Concert. A. Piggott (cello), D. Aspinall (piano) 3.35: Orkestconcert 4,35: Kinderuurtje 5.35: Berichten 6.00: Viool-recital d. W. Small 6.20: Lezing 6.45: Lezing 7.05: „Der Rosenkavalier", Strauss (le bedrijf) 8.20: Berichten 8.35: Be richten 8.40: Lezing 9.00: „Yes. and Back Again". Paraphrase van E. J. King Bull 10.0511.20: Dansmuziek. Parijs .Radio Paris", 1725 M. 7.05: Gramofoonpl. 11.50: Gramofoonpl. 12.25: Gramofoonpl. 3.05: Orkestconcert 5.20: Gramofoonpl. 7.20: Solisten concert 8.50: Gramofoonpl. Langenberg, 473 M. 6.257.20: Gra mofoonpl. 9.3510.25: Gramofoonpl. 11.30: Gramofoonpl. 12.251.50: Con cert. Orkest en sopraan 4.205.20: Gra mofoonpl. 7.207.50: Orkestconcert 7.509.35: Concert ult Weenen 10.35: Berichten Daarna tot 11.20: Concert. Kalundborg, 1153 M. 11.20—1.20: Or kestconcert 2.50—4.50: Orkestconcert en zang 7.209.10: Concert. Orkest, koor en solisten 9.2511.50: Dansmuziek. Brussel. 508,5 en 338,2 M, 508,5 M.: 4 20 Dansmuziek 5.05: Gramofoonpl. 5.20 Zlekenuurtje. Gramofoonpl. en zang 6.05: Gramofoonpl. 7.20: Concert. Koor orkest en piano 7.50: Gramofoonpl. 8.35: Gramofoonpl. 8.40: Solisten-con cert 338,2 M.4.20: Dansmuziek 5.20 Orgelconcert en causerie 6.05: Gramo foonpl. 7.20: „Familie van Zon", ope rette van H.van Lunk. Zeesen, 1635 M. 5.05: Tijdsein 5.50 Gymnastiek. Daarna Gramofoonpl. 9.30 11.50: Lezingen 11.5012.15: Gramo foonpl. 12.151.20: Berichten 1.20 2.20: Gramofoonpl. 2.30—3.50: Le zingen 3.504.50: Concert 4.50 7.50: Leningen —7.50 Concert uit Weeijen 9.35: Berichten. Daarna tot 11.50 Dans muziek. Pessimistische stemming ter beurze - De positie der Amerikaansche SpoorwegMijen - Nieuwe prijsdaling op de Rubbcrmarkt - Vooruitzichten weinig hoopvol - Verdere koersdaling van aandeelen Koninklijke Petroleum. De flauwe stemming, die reeds de vorige week op de fondsenmarkt tot uiting was gekomen, heeft zich in den jongsten' tijd nog scherper geaccentueerd. Zoowel op de meeste buitenlandsche beurzen als te Amsterdam zijn opnieuw aanzienlijke koersverliezen geleden en eerst tegen het einde der week kon zich een licht herstel doorzetten, dat echter niet heeft belet, dat de meeste fondsen de week weder op een veel lager niveau verlaten. Op de New Yorksche beurs waren het vooral weder spoorwegwaarden, die van de daling te lijden hebben gehad. De ont- vangstcijfers voor Maart, voor zoover deze tot dusverre gepubliceerd zijn, toonen een nieuwe daling aan, nadat de vorige maan den reeds een scherpen teruggang hadden gebracht. De vooruitzichten voor de vol gende maanden zijn nog weinig gunstig, nu hoe langer hoe duidelijker blijkt, dat een algemeene verbetering van den eco- nomischen toestand feitelijk nog niet is ingetreden, al is er dan ook in enkele tak ken van Industrie, onder den Invloed van de seizoen-vraag, eenige meerdere bedrij vigheid te constateeren. Vooralsnog ondervindt het spoorwegver voer echter ln sterke mate de uitwerking van den noodtoestand in de landbouw districten, als gevolg van den lagen stand der prijzen voor landbouwartikelen, ter wijl daarnaast ook het vervoer van ijzer en staal, steenkolen enz. is afgenomen, evenals hettransport van voor uitvoer bestemde goederen. In het eerste kwartaal van dit Jaar is de Amerikaansche export van 1129 millioen dollar tot 711 millloen dollar, dJ. dus met ongeveer 33°/o terug gegaan, en een belangrijke stijging van den uitvoer kan nauwelijks worden ver wacht, zoolang een herleving van de koop kracht van de overzeesche afzetgebieden voor de economische depressie wordt be lemmerd. Met een verbetering van den econo- mischen toestand, die echter te eeniger tijd zal moeten Intreden, zal natuurlijk ook de positie en de winstmogelijkheid der spoorwegen weder gunstiger worden dan thans het geval ls. Intusschen dient ln het oog te worden gehouden, dat als ge volg van verschillende factoren, die met den economlschen toestand als zoodanig weinig uitstaande hebben, de transport mogelijkheden, en daarmede de winstkan sen van de Amerikaansche spoorwegen in de laatste jaren aanmerkelijk zijn terug gegaan. In de eerste plaats hebben de spoorwegen ln sterke mate te kampen met de concurrentie van het automobielver- keer, niet slechts wat het passagiers, maar ook wat het vrachtvervoer betreft. Een aanzienlijk deel van het transport van vee en zuivelproducten enz. ls dientenge volge voor de Amerikaansche spoorwegen verloren gegaan, ten gunste van het auto verkeer. Ladingen katoen worden met vrachtwagens over een traject van meer dan 300 mijlen naar de havens in de Zuidelijke staten geëxpedieerd, terwijl daarnaast de eigen autodiensten van de groote warenhuizen en „chainstores" het geheele land doorkruisen en aan het spoorwegvervoer eveneens afbreuk doen. In de jaren van 1919 tot 1929 ls het vracht vervoer der Amerikaansche spoorwegen slechts c.a. 10 toegenomen, terwijl zij c.a. zeven milliard dollar hebben aange wend voor uitbreidingen en vernieuwin gen. Daarnaast doet zich ook in toenemende mate de concurrentie van het vervoer per vliegtuig gevoelen, vooral voor het passa- glersverkeer. In de laatste tien jaren heb ben de Amerikaansche spoorweglijnen c.a. 42 °/o van hun totaal passagiersvervoer aan de autobussen en vliegtuigen moeten afstaan. Een dergelijke ontwikkeling is natuurlijk ook in Europeesche landen waar te nemen; ook bij ons te lande kla gen de spoorwegmaatschappijen in toe nemende mate over de concurrentie der autobussen en der particuliere auto's: in de Ver. Staten voltrekt deze ontwikkeling zich echter ln een veel sneller tempo. De transportmogelijkheden van de Amerikaansche spoorwegen worden daar naast ook verminderd door den aanleg van pijpleidingen voor het vervoer van benzine die vroeger met spoorwegtankwagns werd verzonden. De ontwikkeling van de electri- citeitsindustrie brengt een verdere ver mindering van het steenkolenvervoer met zich. Dit alles tezamen brengt de Ameri kaansche spoorwegmijen ln een moeilijke positie, die zich ten deele weerspiegelt in de flauwe stemming voor spoorwegaan- deelen op de New Yorksche beurs. Op de Amsterdamsche beurs is er geen afdeeling geweest behalve dan die der beleggingswaarden welke aan de nieuwe golf van pessimisme, die zich over de fondsenmarkten heeft uitgestort, heeft weten te ontkomen. Rubberaandeelen hebben den invloed ondervonden van een nieuwe scherpe da- lang van den rubberprijs, die te opval lender was, omdat zij onmiddellijk volgde op de oprichting van een vereeniging van Nederlandsch-Indische rubberproducenten die zich Juist ten doel stelt den weg te effenen om te komen tot een Internatio nale regeling van de rubberproductie. In deze organisatie, die onder den naam van „Vereeniging tot Regeling der Rubberpro ductie in Ned.-Indië" aan het eind der vorige week te Amsterdam werd opgericht, hebben zich de voorstanders van een productie-beperking vereenigd, omvattende niet alleen een deel der ondernemingen in Indië onder Nederlandsch, maar ook onder Belgisch, Fransch, Engelsch en Duitsch beheer. Tot dusverre hebben on dernemingen met een gezamenlijke pro ductie van 80.000 ton hun principieele in stemming met een wettelijke regeling der productie betuigd, bij een totale productie van ondernemingen onder Europeescli be heer in Ned-Indlë van 150.000 ton. Men hoopt, dat het aantal voorstanders echter nog grooter zal blijken te zijn, omdat ver schillende ondernemingen zich nog niet definitief ten aanzien der desbetreffende plannen hebben uitgesproken. Ofschoon door de oprichting der be doelde vereeniging een orgaan in het leven is geroepen, dat bevoegd zal zijn om na mens de door hem vertegenwoordigde be langen de verdere besprekingen met pro ducenten ln andere productie-gculM met de regeering te voeren, ls het (2j dat het vraagstuk zelf hierdoor (at niets verder ls gebracht, en dat door de publicatie der cijfers ln h,., is gesteld, dat er nog altijd vele «loi-tfftve in Mnri Tn/i lii vmn r öv planters in Ned.-Indië van een prow beperking afkeerig zijn, wat voor de Indische regeering, die toch reeds zend tegenover de tot dusverre gem' plannen staat, een reden te meer kan'ÏÏI om zich van ingrijpen te onthouden 1 Aan deze overweging ls het dan ooiJ te schrijven, dat de oprichting der eenlglng een verdere daling van den! berprijs niet heeft kunnen tegenhe? Sinds Donderdag J.l. Is de noteerluï Londen verder met bijna 'I, pencei„' daald, zoodat thans het noodpeB 2 13/16 pence per lb. Is bereikt, men weet. dat de in het vorige jait i reikte prijs van 7 pence per 1b retèl niet meer loonend werd beschouwd I men zich voorstellen, welke verliezen! tegenwoordige prijsniveau voor veleo nemingen met zich mede moet brenj Nu moet Intusschen niet uit hel worden verloren, dat de rubber-ondt mingen er onder den druk der prij. houding ln geslaagd zijn, de produ. kosten aanmerkelijk te verlagen. Zoo', de loonen der koelies met omstreek/ procent verminderd, terwijl hun wed is verlengd en oo!c over het geheel is meer „efficiency" ln de bedrljfshniji ding toegepast. De maatschappijen, dli' dit opzicht het verst zijn gegaan, mi op het oogenblik in staat zijn, om de hen verbouwde rubber tot een kos van 3'/t pence te Londen te leveren. De verlaging der productie-kosten echter de schaduwzijde gehad, dei' aanpassing van de productie van het bruik in een langzamer tempo heeft p| gevonden dan anders het geval zou geweest. Toen de prijzen zich tusscheui 3'/i en 4 pence per lb. bewogen, wu nog een betrekkelijk groot aantal rubb planters geneigd, zooveel mogelijk te j duceeren, ten einde daardoor den ges delden kostprijs per lb. verder te veria? Dit had het gevolg, dat de verscheplq van rubber uit de productie-landen, o verband hiermede ook de voorrii voortdurend toenamen ln een tijd, li volgens alle geldende berekeningen i zware verliezen gewerkt werd. Wat zal geschieden nu de prijs tot neden de 3 pence ls gedaald, moet wodi afgewacht. Natuurlijk kunnen de prtib tie-kosten niet tot in het oneindige den verlaagd en reeds is gemeld, datn schillende maatschappijen hun plants hebben geïnstrueerd om den tap stop zetten, terwijl andere soortgelijke jt nen heeten te koesteren. Het zal eenlge maanden duren, alvorens dei vloed van deze maatregelen zich li Londensche voorraden zal kunnen pi weerspiegelen, maar op den duur ui nieuwe daling van den rubberprijs ais marktpositie ten goede moeten bs Tot dè financieel zwakke ondernettg zullen, voor wie de strijd om het bo te zwaar zal blijken te zijn, ongetut! ook verschillende Nederlandsch-IcM maatschappijen behooren; uit dit klaart het feit, dat een aantal op de sterdamsche beurs genoteerde rubb i aandeelen gedaald ls tot een vijfde zelfs minder dan een tiende van de n«l nale waarde. Van de 60 maatschappij: wier aandeelen in de officleele noteert 1 te Amsterdam zijn oogenomen zlini i slechts drie, wier aandelen nog boa pari worden verhandeld. Negen en tal: tig noteeren lager dan 30 pet., tien ze' minder dan 10 pet. Het hoofdfnnds t sterdam Rubber, ls beneden de 80 pet? daald, zonder dat de handel echter gt« afmetingen aannam. Een gelijk verloop als rubber- hebia ook suikeraandeelen ln de afgeloop week gehad, eveneens verband houde met den toestand der suikermarkt. Ni 25 pet. te zijn gedaald, kon voor het ho< fonds, Handelsver. „Amsterdam", echl eenig herstel intreden. Terwijl de Cults Mij. der Vorstenlanden haar dlvlds heert moeten passeeren, kon de Javisd Cultuur de uitkeering van een divide van 12 pet. voorstellen, tegen 36 pet het vorige jaar. Dit was echter sltó mogelijk door een bedrag van f.5001 aan de reserve voor vernieuwing en breiding te onttrekken, en f. 200 000 de reserve voor belastingen, een politie waartegen geenerlel bezwaar kan besta aangezien de maatschappij, dank zij ln vcorafgaande goede Jaren aanzienlijke: serves heeft gevormd, over voldoenden! delen beschikt om bij eventueels verde stagnatie in den verkoop van een gedee van het product de uitgaven der volgen oogstjaren kunnen bestrijden. Het meest deorimeerend op de {'4 meene tendenz der beurs werkte een tl dere scherpe koersdaling van aandeel Koninklijke Petroleum. Opnieuw dedenl ruchten over verlaging van het binne kort aan te kondigen slotdlvlriend rondte, zonder dat hieromtrent echter maar het minste vaststaat. Het aanb schijnt voornamelijk zijn oorsprong hebben gevonden ln Parijs, waar aantó len Koninklijke langen tijd een gelid speculatie-object zijn geweest, maar vu het publiek, ongerust geworden overt ongunstige berichten over de petroie® markt, thans overhaast tot verb* schijnt over te gaan. Aandeelen van industrlëele ondeni mingen hebben eveneens weder een vu moeten laten, doch ook hier trad later licht herstel in. Hieronder volgt een overzicht van voornaamste koersfluctuaties in de alp loopen week: Aku 82'/-, 90 3/4, 88. Acoustiek 70, 74, 66, 67. Ned. Ford 29'/!, 299, 280, 287. Philips Gem. Bez. 211, 217'/!, 200, 21r 204'/i. Unilevers 190 3/4, 185 1/4, 196, 182. 187'; Ned. Gist en Spiritus 430. 410, 413 Ned. Kabelfabriek 420, 274, 386. Zweedsche Luciferstrust 222, 210. 218 Alg Exploratie 74, 69. 72. Boeton 42'A 22. Koninklijke Petroleum 242, 227".'. 2321' Amsterdam Rubber 91 1/4, 76'/t, 80'/t. Bandar Rubber 67 1/4, 51, 54. Ned. Scheepvaart Unie 121118. Kon. Paketvaart 152"i, 146"!. Handelsver. .Amsterdam 34 3 316 322. Ned. Ind Suiker Unie 136"i, 130 133. Beli Batavia Mil. 242"- 231, 232 1/4. Dsli Mij 265 1/4 250 252'/!. Senembah 312. 300. 302. Arendshurg 342 320. Neredio 255 233".. Pondok Gedeh 131, 112.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1931 | | pagina 14