LENTE.
AMERIKAANSCHE NOTITIES
DE EZEL.
voorbij te zijn. Maar het zal voor den
Berlljnschen Burgemeester voorloopig nog
lastig genoeg blijken, practisch werk te
verrichten met een stedelijk parlement, dat
zich niet als een orgaan van de gemeente
en in het belang van de gemeente alleen,
maar als een soort kleinen Rijksdag met
alle partij-schakeeringen, alle hatelijke ver
deeldheid en alle onverdraagzaamheid van
een werkelijken Rijksdag gedraagt.
Ik weet het, ook in Nederland en in
andere landen zijn gemeenteraden, van
grootere steden vooral, verpolitiekt. Maar
men stelt het practische werk toch op
den voorgrond. De politiek komt slechts
in bijzondere gevallen naar voren. In
Duitschland is dat helaas geheel anders.
De Berlijnsche gemeenteraad, die zeer radi
caal samengesteld is (meer dan de helft der
leden behoort tot uiterste partijen), biedt
den tribuncbezoeker bijna altijd een beeld
van verwording en onmacht. Jaren lang
hebben communisten en nationaal-socialisten
niet alleen, maar ook conservatieven en
sociaai-democraten elkaar overtroffen in
wederziidsche beleedigingen en in een
„debatteeren" dat al heel spoedig in hand
gemeen, in werpen met inktkokers, stoelen
en portefeuilles, in een elkaar bloedig slaan
met stoelpooten en alle andere daarvoor
bruikbare voorwerpen ove ging. Maanden
lang, ook dit jaar nog, was het Berlijn
sche stedelijk parlement niet in staat ook
maar één zitting tot een prachtisch resul
taat te brengen, ook maar één bijeenkomst
op normale wijze te beëindigen. Bijna altijd
moest de politie te hulp geroepen worden
om de vroede vaderen uit elkaar te halen
en bloedvergieten te verhinderen.
Aan zulk een gedoe moet de nieuwe
burgervader, die om zijn lengte al den
bijnaam van den „langen Heinrich' gekre
gen heeft, al dadelijk 'n einde maken. Hoe
bij dat klaar zal spelen, is voorloopig een
raadsel. De burgemeester is hier niet de
voorzitter van den Raad. De verhoudingen
in zulk een groote stad zijn veel inge
wikkelder. Opperburgemeester, bur se r.ces-
ters en wethouders vormen een soort minis
terie, die den Raad met een eigen voor
zitter naast zich hebben. Maar natuurlijk
is de eerste burgemeester de chef van het
geheel en als zoodanig ook voor de totale
reputatie van zijn stad, die in dit geval een
federatie van steden is, die elk weer een
eigen raadhuis cn een eigen burgervader
hebben (niet te verwarren met de beide
burgemeesters, die volgens de thans ge
wijzigde wet direct onder den opperburge
meester van „Groot-Berlljn" regeeren), en
die vóór de stichting van deze Groot-Ber
lijnsche gemeente nog heel wat meer in
de melk te brokkelen hadden dan tegen
woordig.
De „lange Heinrich" zal voor de op twee
na de grootste stad ter wereld de man-met-
den-Ijzeren-bezem moeten worden. Een
werkje, dat niemand in Duitschland hem
benijdt! Hij zal een spoedig einde moeten
maken aan een schuldenlast, die in de
milliarden loopt en die slechts dragelijk
is als men vaststelt, dat het bezit van
deze enorme gemeente nog altijd grooter
is dan de schuld. Hij zal zich moeten schrap-
zetten tegen de pogingen tot socialisatie,
die voortdurend van zekere partijen uit
gaan, en die er rèeds toe geleid hebben,
dat op vele gebieden een schromelijke
onverschilligheid cn liefdeloosheid de vroe
gere £oede zorgen voor een zuin.g beheer,
een zindelijke verzorging van de openbare
werken, en een gezond-artislieke verple
ging van de heerlijke pracht aan boomen,
parken en speeltuinen verjaagd hebben.
Ook de vele Nederlandsche vrienden en
stamgasten van Berlijn zullen met span
ning afwachten, of de „lange Heinrich'"
de juiste man op de juiste plaats z<Jl
blijken te zijn
ROLAND.
Het ls nu volop Lente hier. En met de
herleving ln de natuur en de terugkeer
van het mooie weer ls er ook nieuw leven
en nieuwe activiteit over Parijs gekomen.
Schouwburg-voorstellingen, recepties,
sportieve bijeenkomsten, paardenrennen
kennen ln dezen tijd hun beste momenten
van het Jaar.
Toch is er veel onrust in de lucht, on
rust van verschillenden aard en geen
diepgaande zelfs, politieke, economische,
maatschappelijke
Wat niet wegneemt, dat er nu overal
een drukke levendigheid heerscht. Er
wordt hard gewerkt aan de groote voor-
jaars-schoonmaak der stad, de laatste
hand wordt gelegd aan de vernieuwing
der straat-plaveisels, cn de métro-lijn,
de fameuze nieuwe métro-lijn, waarlangs
lederen dag tienduizenden bezoekers zich
naar de koloniale Tentoonstelling zullen
begeven, die in Mei reeds geopend zal
worden, zal weldra zijn eerste passagiers
beginnen te vervoeren.
Ernstige ongerustheid ook ten opzichte
van die Koloniale Tentoonstelling. Ont
zaglijke werken zijn daarvoor verricht,
ontzaglijke kapitalen daarin gestoken, en
niet minder groot zijn de op die tentoon
stelling gevestigde verwachtingen.
Maar nu met die wereld-crisis, die
algemeene zaken-malaise komt toch de
angstige vraag op of het oogenbllk voor
zoo'n enorme onderneming wel bepaald
gunstig ls. om de gehoopte resultaten op
te leverenEn daardoor wordt dan ook
ieder bericht over booten, die naar Europa
afvaren, over het aantal toefisten, dat
zich gereed maakt „den grooton vijver"
over te steken, ontvangen met een blijden
glimlach, waarin de hoop op een mooie
toekomst straalt. En men had maar ie
zien in de Paaschweek, toen er in Parijs
weer van die heele karavanen vreemde
lingen verschenen, voorafgegaan door een
gids. en talrijke weelderige toeristen-cars
weer over de boulevards en door de ave
nues circuleerden, met welk een btina
teedere belangstelling die door een massa
Parijzenaars werden nagekeken, en hoe
hartelijk overal welkom werden geheeten
En wat een oogen-genot is Parijs aan
het voorbereiden ter eere van de voor
de tentoonstelling verwachte vreemdelin
gen, om in hen den wensch op te wekken
hun verblijf er nog wat te verlengen of
er nog eens weer terug te komen.
De zoo kunstige, schitterende illumi
naties van pleinen en publieke monumen
ten zullen de heele avonden door aanblii-
ven. en nieuwe zullen aangebracht wor
den overal waar die de architectuur of de
aanleg van de plaats, de schoonheden der
stad, op het mooist tot haar recht kunnen
doen komen.
Een heele licht-weg, verrijkt met ver
schillende decoratieve motieven is in
studie genomen, een weg die zal beginnen
bij De Opéra, zal doorloopen heelemaal
tot aan de Bastille en vandaar tot den
ingang der Koloniale Tentoonstelling, ten
I einde de bezoekers langs een schitterende
route te voeren naar de prachtige avond
en nachtfeesten, die ln voorbereiding
zijn.
Speciale aandacht wordt gewijd aan de
I talrijke Parijsche fonteinen, die bijna
zonder onderbreking zullen blijven door
werken, en waaromheen sprookjesachtige
verlichtingen aangebracht zullen wor
den, die de vreemdelingen verrukt zullen
doen constateeren dat ze werkelijk in de
„Lichtstad" zijn. Niet één fontein zal ver
geten worden, en zelfs de leelijkste, zooals
die van de place Saint-Michel, zullen
dank zij het lichtspel over het heldere,
klaterende water toch een zeldzaam aan
trekkelijk en schitterend schouwspel op
leveren
En intusschen wordt er nog maar steeds
druk over „Chariot" gepraat, en voorai
over zijn afkomstEn waarlijk, zou
het niet vreemd zijn, dat zulk een werela-
beroemdheid, die groot en klein ln ver
voering brengt en aan wien dl grootste
eer bewezen wordt, niet van Franschet.
oorsprong was?.... kom, kom, dat zou
bijna onmogelijk zijn! En warempel, daa.
wordt op een goeden dag men beweert,
door een spottend woord van Chariot zelf
uit de vergetelheid een Fransch schil
der opgediept, die nu een 40 jaar geleden
gestorven ls en die denzelfden naam
draagt als Chaplin. En diens neef zou
Chariot dan zijn
De eerste opvoering hier van zijn film
„City-Lights" werd 'n luisterrijke gebeur
tenis. Een schouwburg van de Champs
Elysées, die tot nu toe enkel maar zien
gewijd had aan tooneelopvoerlngen en
groote schitterende revue's, heeft zich
voor deze gelegenheid tot bioscoop ge
transformeerd, en vereenigde in zijn zaal
al wat Parij6 telt aan beroemdheden in
de wereld der kunsten cn der aristocratie
van geboorte, en natuurlijk ook alle moge
lijke filmberoemdheden.
Curieus was het op te merken, dat die
elite-menigte, die waarschijnlijk aan haar
staat zich verplicht achtte tot een zeer
bijzondere fijnheid van begrijpen, niet
alleen applaudiseerde aan het einde van
een scène, maar ook bij sommige gebaren,
sommige bewegingen of gezichts-ultdruk-
kingen van het voorwerp harer aanbidding
en daardoor de hevige ergernis opwekte
der anderen toeschouwers, die werkelijk
met aandacht en bewondering zaten ta
genieten en die niet gekomen waren als
snobs om te toonen hoe fijn ze zelf toch
wel waren
Het spreekt vanzelf, dat men sinds die
opvoering uit alle monden niets anders
meer hoort dan: „Heb Je het gezien?"
„Ga je er heen?" „Wat vind je ervan?"
„Oh!" „Ah!"....
Van filmen gesproken een metteur
en scène op zoek naar een sensatie
onderwerp, is er opuit getrokken om een
film te maken van den beroemden Partj-
schen kastanjeboom, die elk jaar weer ln
bloei staat. den 20 sten Maart.
Die kastanjeboom wordt in de Parijsche
legende dan ook nooit anders genoemd
dan „de kastanjeboom van den 20 sten
Maart". Maar.waar staat die boom
nu eigenlijk?Voorzien van heel een
materieel op een groote vracht-auto ge
laden, met film-toestellen en operateurs,
is de metteur en scène naar den tuin der
Tuilerieën toe getrokken, en heeft daar
alle wachters, chefs en opzichters ge
vraagd: ,.De kastanjeboom van den 20 sten
Maart, alstubllef?" „De kastanjeboom
van den 20 sten Maart? die kennen wij
hier niet. Gaat u liever eens in De Champs
Elysées informeeren."
De reeds afgeladen boel wordt weer op
geladen en met zwaar geronk van den
motor rijdt de vracht-auto weer weg,
naar de Champs Elysées toe.
Daar dezelfde vragen, hetzelfde gezoek:
„De kastanjeboom van den 20 sten Maart
alstubllef?" „Die kennen wij niet
gaat u liever eens vragen in den tuin der
Tuilerieën!"
Geërgerd en boos besloten metteurs en
scène, operateurs en helpers toen maar
om het doet er niet toe wélken kastanje
boom te filmen onder den naam van dien
van den 20 sten Maart. Kom, wie zou er
hen over gaan aanvallen, of het de echte
was of niet
En dank zij die film zal de legende
waarschijnlijk weer eens opnieuw her
leven
M. DE ROVANNO.
Parijs. 12 April 1931.
(Van onzen N.-Yorkschen correspondent).
DIE AMERIKAANSCHE HUISVROUW.
I
Onlangs meende een Engelsche dame,
die hier op bezoek was, zich middels een
ingezonden stukje in een der groote New-
j Yorkschp bladen te moeten uitspreken over
de gelukkige huishoudelijke omstandig
heden der Amerikaansche vrouw in ver-
j gelijking met die van de Europeesche.
Volgens haar had de Amerikaansche en
paradijsachtig bestaan tengevolge van de
practische wooninrichting en niet in het
minst door de kolossale hulp der electri-
citeit Moest men deze opgetogen Engel
sche gelooven, dan zouden de dames hier
feitelijk niets anders hoeven te doen dan
op knoppen te drukken of stroom ln te
schakelen en de boel kwam vanzelf te
recht. Een oordeel na een vluchtig bezoek
en zelfs een verblijf van eenige maan-
I den ln Amerika noem lk nog vluchtig
kan niet anders dan zeer oppervlakkig uit
vallen en gewoonlijk in den goeden zin.
Dit laatste ls een merkwaardig psycholo
gisch verschijnsel, omdat elke vreemdeling
of vreemdelinge in Amerika dadelijk na
het aan wal stappen zoo duchtig over
rompeld wordt door iets heel anders dan
hij of zij in de oude Europeesche wereld
gewend is, dat alle proporties van vorm
veranderen. De nieuweling wordt rechts
en links overvallen met uitersten en het
is rein menschelijk, dat de meeste aan
dacht valt op het goede en interessante,
waarvan natuurlijk het sterkste herinne
ring achterblijft Hetgeen iemand van een
tijdelijk bezoek aan Amerika onthoudt is
het beste te vergelijken met wat men zich
vijf minuten na afloop van een groote
zware film herinnert, d.wz. talrijke details
zijn ons ontsnapt die bij een tweede ver
tooning heelemaal nieuw zouden zijn. Het
I is een algemeen oordeel, tenzij men een
vakman is en zoo generaliseert elke toe
rist geheel onbewust en te goeder trouw,
wanneer de zoo even genoemde Engelsche
dus spreekt over „de" Amerikaansche
vrouw geeft zij daarmee een foutieve voor
stelling net als een Amerikaansche vriend
van mij, die twee weken door Europa had
rondgejaagd, daarbij in een toevallige
reeks minder goede hotels was terecht ge
komen'en mij nooit kan tegenkomen zon
der tn een aanval op „die smerige ouder-
wetsche hotels in Europa" los te barsten.
Vroeger heb ik nog wel getracht hem aan
het verstand te brengen, dat er ook nog
andere hotels waren behalve de door hem
bezochte, maar nu laat ik hem maar bul
deren het lucht hem altijd zichtbaar op
en dat gun ik hem van harte.
Onze Engelsche bezoekster heeft onge
twijfeld gelijk, dat er zulke electrische
huizen bestaan, die het toppunt van com
fort en geniale bedenking zijn. Electrici-
telt kan in veel opzicht 'n plaatsvervang
ster van Kaatje zijn, maar zoolang knappe
koppen nog niet een heele electrische pop,
een „robot", hebben uitgevonden, die alles
j doet behalve levend zijn, mankeert er nog
een boel aan, als struikelt men over de
snoeren en stopcontacten in zoo'n huis.
Het is een klein kunstje en het komt
Inderdaad bij heel veel gezinnen voor
om het ontbijt, dat in dit land meestal
uit een warme maaltijd bestaat, op de
tafel zelf klaar te maken. De koffie „per-
colator", een eigenaardig instrument waar
kokend water voortdurend door de poeder
bobbelt en het bruin worden door de gla
zen deksel gade te slaan is, de brood
toaster, een eierkoker of een comfoor voor
spiegeleieren, een wafelijzer kunnen heel
i handig aangewend worden en dat is pas
t het begin van den dag! De groote kwaal,
waaraan het Amerikaansche huisgezin
i lijdt, is gebrek aan gedienstige hulp. Al
leen de zeer gefortuneerden kunnen zich
veroorloven inwonende hulp te hebben en
zelfs voor een dagmeisje of een werkvrouw
1 dient men over een wat ruime beurs te
beschikken. Om het eenigszins vergelij
kend uit te drukken doet de Amerikaan-
sche familie het met een werkvrouw of
een daghulp van enkele uren af. waar een
Hollandsche familie van denzelfden fi-
nencleelen standaard één inwonend meis
je heeft. Die dat in Amerika bezit valt in
ons land te vergelijken met iemand die
minstens twee inwonende dienstboden
heeft en die het ln het vaderland met een
dagmeisje of een werkster afdoen, moeten
het hier zelf klaar spelen. En misschien
is de laatste categorie nog de allergroot
ste, want er komt nog een eigenaardigheid
bij, volgens mijn persoonlijke ervaring. Het
ls namelijk zeer gewoon, dat men geen
hulp krijgen kan. voor geld noch goede
woorden of indien men zoo gelukkig is ge
weest een werkvrouw te vangen die da
delijk door even hulpbehoeftige buren
„overgenomen" wordt tegen een hooger
loon. Wij hadden eens een Finsche opge
duikeld, een ongelooflijke Jan-pak-an, die
in haar eentje de plano versjouwde zelden
sprak en nooit glimlachte, maar als een
werkautomaat het heele huis in een mini
mum van tijd aan kant had. Zoo Iets kon
de buren niet verborgen blijven en op een
goeden dag bleef zij weg; later ontdekten
wij haar weer in een zijstraat bij een
grooter huis. Eerstens zijn er bij wijze
van spreken, maar heel weinig vrouwen,
die dat werk willen doen en daarom heb
ben zij gelegenheid te kust en te keur.
Gewoonlijk kan men geen hulp krijgen,
omdat de afstanden zoo groot zijn. Een
negerin die uit haar Harlem-woning uit
werken gaat in het woondistrict van Man-
hatan of the Bronx, mag een of ander
half uur in de tram of ondergrondsche
zitten naar de plaats van haar bestem
ming; een Haagsche familie laat haar
dagmeisje toch ook niet uit Utrecht op
en neer reizen? En al komt de loodgieter
of de timmerman in zijn auto bij ons, een
werkvrouw per Ford heb ik ook nog niet
meegemaakt, ofschoon het in kleine plaat
sen zeer wel mogelijk is. In het algemeen
beschouwd kan men dus zeggen, dat de
Amerikaansche eeuwig op zoek is naar
huishoudelijke hulp, want ook met import
van bultenlandsche meisjes of het bij
voorkeur huren van pas geïmmigreerde
gedienstigen komt zij zelden goed uit.
Hiervan heb ik ook het noodige gehoord,
zooals van een familie, die een Duitsch
meisje liet overkomen. Niet alleen moest
de overtocht betaald worden, maar de im
migratie-autoriteiten verlangden een
borgtocht van 500 dollar van het gezins
hoofd bij wijze van aansprakelijkheid, dat
het meisje niet onder het quotum binnen
kwam en uitsluitend hij hem zou dienen.
De jonge dame in quaestie verdween spoor
loos, ging den verkeerden weg op en be
landde in het ziekenhuis, dat op een goe
den dag den meneer, die haar liet overko
men, opbelde met het verzoek de niet on
aardige rekening te betalen. Hetgeen hij
moest doen en ook een passagebiljet aan
schaffen naar de Heimat, waarna hij ten
minste zijn borgtocht terug ontving.
Andere families ondervonden, dat de
meisjes eerst gewillig waren en aan huis
gebonden door de taai-onwetendheid:
gingen zij Engelsch spreken en hoorden zij
van andere betrekkingen, waar ettelijke
malen meer betaald werd door dames, die
sommen gelds voor een kinderjuffrouw of
kookster over hebben, dan verdwenen zij
met de noorderzon uit hun eerste betrek
king. Om al die redenen is het Ameri
kaansche huishouden meer berekend op
de kans van geen gedienstige te hebben
dan wel en natuurlijk hebben de verschil
lende fabrikanten en de electriciteitsvoor-
ziening zich met kracht op het vraagstuk
geworpen hoe de vrouw des huizes het le
ven zoo makkelijk en zorgeloos mogelijk te
maken. Daardoor ontstonden de meest
vernuftige vondsten als een electrische
kachel, die ln zijn eentje een maaltijd
gaar stoomt en kookt en bakt, zonder over
te koken of aan te branden, terwijl me
vrouw de mattnée ln de bioscoop ziet. Die
zich met een bijzonderen ijver op het
vraagstuk geworpen hebben, dat zijn de
architecten, die werkelijk groote resulta
ten bereikt hebben. De combinatie keu
ken-eetkamer de zoogenaamde „breakfast
nook", die heel gezellig en practisch inge
richt is. of een gecombineerd meubel, dat
kachel, ijs- en provisiekast tegelijk bevat
en waarvoor de huisvrouw zittend al haar
bezigheden kan verrichten, zijn een paar
voorbeelden van echte Amerikaansche
vondsten, die een Europeesche bezoekster
moeten opvallen en die ongetwijfeld wijde
navolging zullen vinden. Èr zijn zooveel
practische variaties, dat het ondoenlijk ls
hen op te sommen of te beschrijven. Ik
herinner me eens in een doktershuis ge
weest toe zijn. waarvan de eigenaar een
groote knutselaar en practicus was. Hij
had bijvoorbeeld, in alle kamers een luikje,
waarin men gebruikte handdoeken, ser
vetten. kortom de vuile wasch kon wer
pen die door houten buizen naar beneden
gleed en in den kelder terecht kwam in
een vergaarmand. Curiositeitshalve moet
ik er bij vertellen dat deze arts met zijn
twee jongens van 17 en 15 het heele huis
houden zelf deed en een flinke praotijk
had. Iets dergelijks is onbestaanbaar in
ons land en zou het hier ook zijn zonder
een heirleger practische dingen. Een scha
duwzijde daarvan is, dat het een dure ge
schiedenis ls, want aanleg en aanschaf
kosten niet weinig. Maar hier komt de „li
beral payment plan" of koopen op afbe
taling weer te hulp en ziedaar een van de
redenen dat dit systeem zoo'n succes in
Amerika heeft. Een ander nadeel is, dat
er nog een massa huishoudelijke bezighe
den bestaan, die alleen door een paar
menschelijke werkhanden verricht kunnen
worden en waar geen electriciteit iets ver
mag te doen. Wie moet de ramen van bin
nen en van buiten zeemen. stof van de
piano afnemen, aardappelen schillen,
naaien en verstellen? De Amerikaansche
huisvrouw zonder gedienstige, die het zon
der stofzuiger en centrale verwarming en
waschmachine ook niet zou kunnen bol
werken.
„DOKTER" DE LAATSTE EQUIPAGE
Onder de Amsterdamsche doktoren, die
auto's bezitten en die gebruiken bij de
uitoefening hunner praktijk, is een zekere
verdeeldheid te constateeren. Het is geen
ernstig feit en het welzijn der patiënten
is er niet mede gemoeid, maar het heele
geval is eigenaardig genoeg, om er even
aandacht aan te schenken. Het gaat na
melijk speciaal om de auto's en de zaak
zit aldus in elkaar: Toen eenige jaren
geleden ook de medici natuurlijk de na
öeelige gevolgen gingen ondervinden, bij
het rijden in de stad, van het steeds
groeiende verkeer, kwam één hunner op
het idee, waarschijnlijk in navolging van
eenige andere plaatsen in ons land, waar
de doktoren officieele kenmerken op hun
wagens voeren, om voor Amsterdam een
speciaal herkenningsteeken in te voeren.
Hij nam een klein micaplaatje, dat met
enkele zuigertjes aan de voorruit wordt
bevestigd en eigenlijk bestemd is, om in
geval van verblindende verlichting nuttig
te zijn, en liet dit instrumentje met het
woord „dokter" in keurig witte blokletters
beschilderen. Het nieuwtje vond spoedig
ingang en het duurde niet zoo heel lang
of vrijwel alle automobielende doktoren
voerden de aanduiding hunner beroep op
de voorruiten mee. De bedoeling er van?
Nog tot op den huidigen dag raden wij
er naar. Een aantal doktoren verdedigt
het bordje door de noodzakelijkheid van
voorrang in het verkeer te bepleiten. Een
ander deel voert het argument aan van
het steeds duidelijk te laten blijken van
de aanwezigheid van een medicus in de
nabijheid en voor dit laatste motief zou
men slechts sympathie kunnen gevoelen.
De quaestie van den voorrang echter is
een utopie, terwijl 't tweede argument
naar thans blijkt ook niet ln dien zin
bedoeld schijnt te zijn. Immers sinds
eenigen tijd doorkruisen ook doktersauto's
van een ander teeken voorzien, de hoofd
stad. Inderdaad, dit bordje heeft een
meer officieel tintje, dan het micaatje
met de witte letters, dat meer op een
reclamebord, dan op het naambordje van
den medicus leek. Doch het nieuwe
naamkaartje, een esculaapteeken door
een rood kruis gewerkt, zal voor een
groot deel van het publiek, dat nu niet
zoo volkomen op de hoogte moet worden
geacht, onbegrijpelijk zijn, waardoor ge
voegelijk kan worden aangenomen, dat
de heeren doktoren het toch heusch niet
zoo prettig vinden, om onder alle om
standigheden zoo op te vallen. Blijft dus
over het voorrangsvraagstuk. Van voor
rang voor doktersvoertuigen is in de
hoofdstad geen sprake, behalve alleen bij
de IJ-ponten, waar ook deze wagens, te
gelijk met een niet gering aantal andere
soorten van automobielen, van brand
weer, geneeskundige dienst, publieke
werken, autobussen van de gemeente
tram, raadsleden enz. voorrang genieten.
Op andere plaatsen ln de stad kent de
verkeerspolitie geen uitzonderingsmaatre
gelen voor de geneesheeren in hun auto's.
Wel schijnt men getracht te hebben de
autoriteiten van het nut daarvan te over
tuigen; tot nog toe echter zonder resul
taat. Het nut van een dergelijken maat
regel ls betrekkelijk en wat de doktoren
er van zouden verwachten al evenmin te
begrijpen. De gevallen, waarbij de dokter
geen tijd te verspillen heeft en het om ge
deelten van minuten wellicht gaat, zijn in
de praktijk uitzonderingsgevallen, waarbij
de geneesheer-automobilist zich ongetwij
feld op overmacht zal kunnen beroepen,
indien een politieman zich op zijn weg zou
bevinden, die hem er op zou willen wijzen,
dat een maximum-snelheid zulk een haast
niet toelaat. Maar zoover zal het niet eens
behoeven te komen, want er is geen agent
in Amsterdam, die tort et a travers zal
willen verbaliseeren en een oponthoud
veroorzaken, als er redelijke motieven aan
wezig zijn, om harder te rijden dan ge
woonlijk noodzakelijk is. Dat in zulk een
geval een medicus een teeken op zijn auto
zou voeren, waardoor hem zelfs het korte
oponthoud der aanhouding bespaard zou
kunnen blijven een geval trouwens, dat
practisch haast uitgesloten kan worden
geacht is denkbaar. Doch wel nimmer
zal het dan ln de bedoeling der bepaling
kunnen liggen, dat ook tijdens de pleizier-
ritjes, het met familierijden en bij schouw
burgbezoek, het officieele doktersteeken
zal worden gebruikt. Nu, met de twee
slachtige herkennlngsteekens wordt het er
voor de doktoren niet beter op Indien zij
werkelijk op een officieel teeken meenen
aanspraak te moeten maken, ligt het veel
eer op den weg van den dokter om conse
quent te zijn en door aaphoudend aan
dringen bij de desbetreffende autoriteiten
op den duur tot een officieele regeling te
komen. Ook in andere steden is zoo iets
mogelijk gebleken en de hoofdstedelijke
autoriteiten zijn op verkeersgebied in
schikkelijk genoeg om mede te werken tot
verbeterde toestanden. Het kan echter
moeilijk op hun weg liggen mee te werken
aqn een verkapte reclame, den doktoren
trouwens verboden, noch aan het zakelijk
bevoordeelen van één groep van wegge
bruikers door hen bij stopborden of kruis
punten sneller te doen bedienen dan de
anderen. Immers, in dat geval zouden nog
een groot aantal andere automobielen
noodzakelijkerwijs door een dergelijke be
paling begunstigd dienen te worden.
De bestelauto van den apotheker, die
de medicijnen liefst zoo snel mogelijk bij
de patiënten moet bezorgen de slager met
het vleesch voor het middagmaal pa
wil. dat er om klokslag 6 wordt gedineerd
de bakker met het versche brood net
nog vóór 'tnaar kantoor gaan, ook een
lntegreerende noodzakelijkheid, en zoo
„Een ezel stoot zich in 't gemeen
Geen tweemaal aan denzelfden st»,
Iets, wat de meeste menschen oleijï
der onwaarheid te spreken, van aqT
kunnen getuigen, hiermede bewijzend
zij geen ezels zijn. Dit besluit zweemt t
Sophisme. Of laat ons liever kleur bt>
nen: net is er een, en een stevig ook
Van kleur gesproken; het is de ri
van den ezel, die hem zijn meest gebrS
ten bijnaam gaf: „grauwtje". Graum
j rol in het wereldgebeuren ls belag
(dit is géén hatelijkheid!). HIJ wordt,
„de klassieken" al als een voorbeeld
luie, koppige domheid genoemd, en'i
was dan ook heelemaal niet pleizlerig
Koning Midas, dat Apollo hem,
dan ook naar verdienste, ezel
schonk.
Ezelsooren munten uit door hun ie
wat grauwtje zijn tweeden bijn
„Langoor", schonk. Welken bijnaam]
overigens deelt met den haas.
Is het ezeltje dom, nog onnoozele-1
zijn kroost; „ezelsveulen" is wel ecu
ergste kwalificaties voor den mensch.
Beleefdheidshalve gaan wij op de vr.
of de ezelin nog minder met hersens
giftigd is dan haar echtgenoot,
dieper in.
Hoe ezelachtig wij den ezel ook vbiig
wij achten hem toch niet te min om g
zijn diensten gebruik te maken, en ui
respectabele Nederlanders hobbelden e;,
tijds op zijn rug de „Drachenfels" op.fe
prachtig beeld is wel de ezel tusschen tv»
hoopen hooi. Droefgeestig balkend stu
hij daar, in volkomen tweestrijd aan si
ken hoop hij het eerst zal knabbeld
welke strijd zelfs nog voortwoedt, als bis
hoopen hooi al den weg van alie hooje
hoois gegaan zijn, n.l. naar den hoolr
der. Ja, ja, het gedrag van dien ere
bijna menschelijk, want op het gebalk l
volgt de homo sapiens dit voorbeeld daiS
lijks en veelvuldig.
Niet alleen bij zijn leven krijgt langooi
„op zijn huid", want zijn vel, gespaad
op de „groote trom", wordt óók gebeaU
als stokvisch! Het geluid, dat er uit vod
komt, is echter gehéél verschillend q|
dat, wat vernomen wordt, als men op M
huid slaat, waar de ezel (levend en vé
nog inzit! In één onzicht blijft de ulbteJ
king echter gelijk; hoe hard men m
slaat, èn ezel, én trom blijven staan...
Ik eindig, niet als „IA", al was dl'
i hier misschien wel zeer toepasselijk, ma-
als altijd, H. K.
I P.S. De redactie wordt verzocht aan a
slot geen pijnlijke wending te gem
Als boven.
(Nadruk verboden.
A'ei
zijn er nog ettelijke gevallen te noems
die, te oordeelen naar de meentng 2
belanghebbenden, geen minuut ulta
kunnen lijden. Zeker niet in dezen
waarin eigenlijk iedereen haast te
Neen, de doktoren hadden beter één b
kunnen houden. Dat had op den duur u
standiger geweest. Nu wordt het romo-
lig, onbegrijpelijk voor het publiek en 2
bordjes-operette zou ln staat kunnen *ji
de waardigheid van den Amsterdamscbo
medicus een tikje belachelijk te maka.
En voor den dokter hebben wij toch altijd
nog respect. Dat moeten wij houden.
Zoo een relaas over auto's en snelver
keer, doet je onwillekeurig even aan vra
ger dagen terug denken. Aar de dagn
dat er minder paarden nog door de bet-
zineslurpers verdrongen waren en er ntj
andere havermotoren bestonden, dan Kt
restantje voor sleeperswagens en bi) a
bierbrouwerijen. De herinnering aan
dagen hout onze eenige Amsterdamss
equipage met eere hoog. Er is in de stad
misschien nog wel een ander glinsterend
koetsje ergens opgeborgen in een koea-
I huis, ook van een rijke familie met elgs
1 paarden, maar dit ls de eenige, die rijdt
Onhoorbaar, even geruischloos als hu;
moderne concurrent, glijdt het rijtuig*
door de met rubber beslagen paarden li-
trokken over den asphaltweg. Het ls ea
sprookjesverschijning voor den tegen*
woordigen stedeling. Onbeweeglijk
zitten een in smetlooze livrei gek
koetsier en palfrenier naast elkaar a
zelfs hun gezichten blijven ln de houdu»
En door alle tijden van moderne evolu»
en technisch vernuft, weet onze eentg
equipage zich te handhaven niet alieet
maar te blijven bekoren bovendien, w
een zichtbare bewondering staren voor
bijgangers het glimmend gelakte njtiM
na en sommige onzer verkeersagente»
gaan in de houding staan! Inderdaad, or.
is chic. Sierlijk en gedistingeerd, opru
iend zonder opzichtig te zijn. volkome
exclusief, maar niet buitenissig.
En hoever de moderne constructie
methoden ook zijn, hoe elegant automo
bielfabrikanten hun producten weten
maken, hoe aantrekkelijk zij die wetenu
te werken met behulp van erkende kun
stenaars: deze eenig overgebleven AmsKt-
damsche equipage van de patriclersfamm
I op een der grachten kan geen hunner w
1 benadering evenaren. Hoeveel P33rotj
krachten hun krachtige, pittige rnotoren
ook vertegenwoordigen, het bluft ano
1 dood materiaal vergeleken met de dom
heusche paarden voortbewogen koe»
waaraan alles leeft. Dat is het beste t
zien wanneer bij concertgebouw »j
schouwburg de auto's in lange files aan
rijden en er hun passagiers doen uit-
instappen. Geen auto is in staat met zoo
veel cachet voor te komen als het ranK
rijtuigje, waarvan bijtijds een vlugge
palfrenier springt, om een portier open»
houden. Natuurlijk, er zijn menschen, me
ook hun auto's van een tweeden man ..op
den bok" hebben voorzien, maar het ljjkj
er niet op. En zoo zal er natuurlijk een wjo
komen, dat ook weer anderen, om mee
doen, paard en rijtuig zullen gaan honden-
Als een reactie op de populariseering
het vervoermiddel, dat auto heet. Maar 01
die imitatie dan gelukken zal, is de vraa=-
Want waar zijn ln dezen tijd de koetsje»
te vinden, die zóó statig „van den t»
kunnen rijden", die zóó een zweep en ten
gels kunnen hanteeren; en waar moet»
palfrenier worden gevonden, die zoo sier
lijk springt en pijlsnel achterom het rijtul»
loopt, onderweg zijn hoed nog lichtend"
En dan de gezichten; de gezichten, die m
de plooi kunnen blijven., hoe komen wl
daaraan? Want zouder die specifieke ge
laatsuitdrukking van het tweetal op <je»
bok is een equipage geen equipage Ge;
zichten, die een sfeer weten te scheppen!
het groote geheim vdn onze eenige Am
sterdamsche equipage.
VAN SIEGEN.
2-5