LENTE. AMERIKAANSCHE NOTITIES DE EZEL. voorbij te zijn. Maar het zal voor den Berlljnschen Burgemeester voorloopig nog lastig genoeg blijken, practisch werk te verrichten met een stedelijk parlement, dat zich niet als een orgaan van de gemeente en in het belang van de gemeente alleen, maar als een soort kleinen Rijksdag met alle partij-schakeeringen, alle hatelijke ver deeldheid en alle onverdraagzaamheid van een werkelijken Rijksdag gedraagt. Ik weet het, ook in Nederland en in andere landen zijn gemeenteraden, van grootere steden vooral, verpolitiekt. Maar men stelt het practische werk toch op den voorgrond. De politiek komt slechts in bijzondere gevallen naar voren. In Duitschland is dat helaas geheel anders. De Berlijnsche gemeenteraad, die zeer radi caal samengesteld is (meer dan de helft der leden behoort tot uiterste partijen), biedt den tribuncbezoeker bijna altijd een beeld van verwording en onmacht. Jaren lang hebben communisten en nationaal-socialisten niet alleen, maar ook conservatieven en sociaai-democraten elkaar overtroffen in wederziidsche beleedigingen en in een „debatteeren" dat al heel spoedig in hand gemeen, in werpen met inktkokers, stoelen en portefeuilles, in een elkaar bloedig slaan met stoelpooten en alle andere daarvoor bruikbare voorwerpen ove ging. Maanden lang, ook dit jaar nog, was het Berlijn sche stedelijk parlement niet in staat ook maar één zitting tot een prachtisch resul taat te brengen, ook maar één bijeenkomst op normale wijze te beëindigen. Bijna altijd moest de politie te hulp geroepen worden om de vroede vaderen uit elkaar te halen en bloedvergieten te verhinderen. Aan zulk een gedoe moet de nieuwe burgervader, die om zijn lengte al den bijnaam van den „langen Heinrich' gekre gen heeft, al dadelijk 'n einde maken. Hoe bij dat klaar zal spelen, is voorloopig een raadsel. De burgemeester is hier niet de voorzitter van den Raad. De verhoudingen in zulk een groote stad zijn veel inge wikkelder. Opperburgemeester, bur se r.ces- ters en wethouders vormen een soort minis terie, die den Raad met een eigen voor zitter naast zich hebben. Maar natuurlijk is de eerste burgemeester de chef van het geheel en als zoodanig ook voor de totale reputatie van zijn stad, die in dit geval een federatie van steden is, die elk weer een eigen raadhuis cn een eigen burgervader hebben (niet te verwarren met de beide burgemeesters, die volgens de thans ge wijzigde wet direct onder den opperburge meester van „Groot-Berlljn" regeeren), en die vóór de stichting van deze Groot-Ber lijnsche gemeente nog heel wat meer in de melk te brokkelen hadden dan tegen woordig. De „lange Heinrich" zal voor de op twee na de grootste stad ter wereld de man-met- den-Ijzeren-bezem moeten worden. Een werkje, dat niemand in Duitschland hem benijdt! Hij zal een spoedig einde moeten maken aan een schuldenlast, die in de milliarden loopt en die slechts dragelijk is als men vaststelt, dat het bezit van deze enorme gemeente nog altijd grooter is dan de schuld. Hij zal zich moeten schrap- zetten tegen de pogingen tot socialisatie, die voortdurend van zekere partijen uit gaan, en die er rèeds toe geleid hebben, dat op vele gebieden een schromelijke onverschilligheid cn liefdeloosheid de vroe gere £oede zorgen voor een zuin.g beheer, een zindelijke verzorging van de openbare werken, en een gezond-artislieke verple ging van de heerlijke pracht aan boomen, parken en speeltuinen verjaagd hebben. Ook de vele Nederlandsche vrienden en stamgasten van Berlijn zullen met span ning afwachten, of de „lange Heinrich'" de juiste man op de juiste plaats z<Jl blijken te zijn ROLAND. Het ls nu volop Lente hier. En met de herleving ln de natuur en de terugkeer van het mooie weer ls er ook nieuw leven en nieuwe activiteit over Parijs gekomen. Schouwburg-voorstellingen, recepties, sportieve bijeenkomsten, paardenrennen kennen ln dezen tijd hun beste momenten van het Jaar. Toch is er veel onrust in de lucht, on rust van verschillenden aard en geen diepgaande zelfs, politieke, economische, maatschappelijke Wat niet wegneemt, dat er nu overal een drukke levendigheid heerscht. Er wordt hard gewerkt aan de groote voor- jaars-schoonmaak der stad, de laatste hand wordt gelegd aan de vernieuwing der straat-plaveisels, cn de métro-lijn, de fameuze nieuwe métro-lijn, waarlangs lederen dag tienduizenden bezoekers zich naar de koloniale Tentoonstelling zullen begeven, die in Mei reeds geopend zal worden, zal weldra zijn eerste passagiers beginnen te vervoeren. Ernstige ongerustheid ook ten opzichte van die Koloniale Tentoonstelling. Ont zaglijke werken zijn daarvoor verricht, ontzaglijke kapitalen daarin gestoken, en niet minder groot zijn de op die tentoon stelling gevestigde verwachtingen. Maar nu met die wereld-crisis, die algemeene zaken-malaise komt toch de angstige vraag op of het oogenbllk voor zoo'n enorme onderneming wel bepaald gunstig ls. om de gehoopte resultaten op te leverenEn daardoor wordt dan ook ieder bericht over booten, die naar Europa afvaren, over het aantal toefisten, dat zich gereed maakt „den grooton vijver" over te steken, ontvangen met een blijden glimlach, waarin de hoop op een mooie toekomst straalt. En men had maar ie zien in de Paaschweek, toen er in Parijs weer van die heele karavanen vreemde lingen verschenen, voorafgegaan door een gids. en talrijke weelderige toeristen-cars weer over de boulevards en door de ave nues circuleerden, met welk een btina teedere belangstelling die door een massa Parijzenaars werden nagekeken, en hoe hartelijk overal welkom werden geheeten En wat een oogen-genot is Parijs aan het voorbereiden ter eere van de voor de tentoonstelling verwachte vreemdelin gen, om in hen den wensch op te wekken hun verblijf er nog wat te verlengen of er nog eens weer terug te komen. De zoo kunstige, schitterende illumi naties van pleinen en publieke monumen ten zullen de heele avonden door aanblii- ven. en nieuwe zullen aangebracht wor den overal waar die de architectuur of de aanleg van de plaats, de schoonheden der stad, op het mooist tot haar recht kunnen doen komen. Een heele licht-weg, verrijkt met ver schillende decoratieve motieven is in studie genomen, een weg die zal beginnen bij De Opéra, zal doorloopen heelemaal tot aan de Bastille en vandaar tot den ingang der Koloniale Tentoonstelling, ten I einde de bezoekers langs een schitterende route te voeren naar de prachtige avond en nachtfeesten, die ln voorbereiding zijn. Speciale aandacht wordt gewijd aan de I talrijke Parijsche fonteinen, die bijna zonder onderbreking zullen blijven door werken, en waaromheen sprookjesachtige verlichtingen aangebracht zullen wor den, die de vreemdelingen verrukt zullen doen constateeren dat ze werkelijk in de „Lichtstad" zijn. Niet één fontein zal ver geten worden, en zelfs de leelijkste, zooals die van de place Saint-Michel, zullen dank zij het lichtspel over het heldere, klaterende water toch een zeldzaam aan trekkelijk en schitterend schouwspel op leveren En intusschen wordt er nog maar steeds druk over „Chariot" gepraat, en voorai over zijn afkomstEn waarlijk, zou het niet vreemd zijn, dat zulk een werela- beroemdheid, die groot en klein ln ver voering brengt en aan wien dl grootste eer bewezen wordt, niet van Franschet. oorsprong was?.... kom, kom, dat zou bijna onmogelijk zijn! En warempel, daa. wordt op een goeden dag men beweert, door een spottend woord van Chariot zelf uit de vergetelheid een Fransch schil der opgediept, die nu een 40 jaar geleden gestorven ls en die denzelfden naam draagt als Chaplin. En diens neef zou Chariot dan zijn De eerste opvoering hier van zijn film „City-Lights" werd 'n luisterrijke gebeur tenis. Een schouwburg van de Champs Elysées, die tot nu toe enkel maar zien gewijd had aan tooneelopvoerlngen en groote schitterende revue's, heeft zich voor deze gelegenheid tot bioscoop ge transformeerd, en vereenigde in zijn zaal al wat Parij6 telt aan beroemdheden in de wereld der kunsten cn der aristocratie van geboorte, en natuurlijk ook alle moge lijke filmberoemdheden. Curieus was het op te merken, dat die elite-menigte, die waarschijnlijk aan haar staat zich verplicht achtte tot een zeer bijzondere fijnheid van begrijpen, niet alleen applaudiseerde aan het einde van een scène, maar ook bij sommige gebaren, sommige bewegingen of gezichts-ultdruk- kingen van het voorwerp harer aanbidding en daardoor de hevige ergernis opwekte der anderen toeschouwers, die werkelijk met aandacht en bewondering zaten ta genieten en die niet gekomen waren als snobs om te toonen hoe fijn ze zelf toch wel waren Het spreekt vanzelf, dat men sinds die opvoering uit alle monden niets anders meer hoort dan: „Heb Je het gezien?" „Ga je er heen?" „Wat vind je ervan?" „Oh!" „Ah!".... Van filmen gesproken een metteur en scène op zoek naar een sensatie onderwerp, is er opuit getrokken om een film te maken van den beroemden Partj- schen kastanjeboom, die elk jaar weer ln bloei staat. den 20 sten Maart. Die kastanjeboom wordt in de Parijsche legende dan ook nooit anders genoemd dan „de kastanjeboom van den 20 sten Maart". Maar.waar staat die boom nu eigenlijk?Voorzien van heel een materieel op een groote vracht-auto ge laden, met film-toestellen en operateurs, is de metteur en scène naar den tuin der Tuilerieën toe getrokken, en heeft daar alle wachters, chefs en opzichters ge vraagd: ,.De kastanjeboom van den 20 sten Maart, alstubllef?" „De kastanjeboom van den 20 sten Maart? die kennen wij hier niet. Gaat u liever eens in De Champs Elysées informeeren." De reeds afgeladen boel wordt weer op geladen en met zwaar geronk van den motor rijdt de vracht-auto weer weg, naar de Champs Elysées toe. Daar dezelfde vragen, hetzelfde gezoek: „De kastanjeboom van den 20 sten Maart alstubllef?" „Die kennen wij niet gaat u liever eens vragen in den tuin der Tuilerieën!" Geërgerd en boos besloten metteurs en scène, operateurs en helpers toen maar om het doet er niet toe wélken kastanje boom te filmen onder den naam van dien van den 20 sten Maart. Kom, wie zou er hen over gaan aanvallen, of het de echte was of niet En dank zij die film zal de legende waarschijnlijk weer eens opnieuw her leven M. DE ROVANNO. Parijs. 12 April 1931. (Van onzen N.-Yorkschen correspondent). DIE AMERIKAANSCHE HUISVROUW. I Onlangs meende een Engelsche dame, die hier op bezoek was, zich middels een ingezonden stukje in een der groote New- j Yorkschp bladen te moeten uitspreken over de gelukkige huishoudelijke omstandig heden der Amerikaansche vrouw in ver- j gelijking met die van de Europeesche. Volgens haar had de Amerikaansche en paradijsachtig bestaan tengevolge van de practische wooninrichting en niet in het minst door de kolossale hulp der electri- citeit Moest men deze opgetogen Engel sche gelooven, dan zouden de dames hier feitelijk niets anders hoeven te doen dan op knoppen te drukken of stroom ln te schakelen en de boel kwam vanzelf te recht. Een oordeel na een vluchtig bezoek en zelfs een verblijf van eenige maan- I den ln Amerika noem lk nog vluchtig kan niet anders dan zeer oppervlakkig uit vallen en gewoonlijk in den goeden zin. Dit laatste ls een merkwaardig psycholo gisch verschijnsel, omdat elke vreemdeling of vreemdelinge in Amerika dadelijk na het aan wal stappen zoo duchtig over rompeld wordt door iets heel anders dan hij of zij in de oude Europeesche wereld gewend is, dat alle proporties van vorm veranderen. De nieuweling wordt rechts en links overvallen met uitersten en het is rein menschelijk, dat de meeste aan dacht valt op het goede en interessante, waarvan natuurlijk het sterkste herinne ring achterblijft Hetgeen iemand van een tijdelijk bezoek aan Amerika onthoudt is het beste te vergelijken met wat men zich vijf minuten na afloop van een groote zware film herinnert, d.wz. talrijke details zijn ons ontsnapt die bij een tweede ver tooning heelemaal nieuw zouden zijn. Het I is een algemeen oordeel, tenzij men een vakman is en zoo generaliseert elke toe rist geheel onbewust en te goeder trouw, wanneer de zoo even genoemde Engelsche dus spreekt over „de" Amerikaansche vrouw geeft zij daarmee een foutieve voor stelling net als een Amerikaansche vriend van mij, die twee weken door Europa had rondgejaagd, daarbij in een toevallige reeks minder goede hotels was terecht ge komen'en mij nooit kan tegenkomen zon der tn een aanval op „die smerige ouder- wetsche hotels in Europa" los te barsten. Vroeger heb ik nog wel getracht hem aan het verstand te brengen, dat er ook nog andere hotels waren behalve de door hem bezochte, maar nu laat ik hem maar bul deren het lucht hem altijd zichtbaar op en dat gun ik hem van harte. Onze Engelsche bezoekster heeft onge twijfeld gelijk, dat er zulke electrische huizen bestaan, die het toppunt van com fort en geniale bedenking zijn. Electrici- telt kan in veel opzicht 'n plaatsvervang ster van Kaatje zijn, maar zoolang knappe koppen nog niet een heele electrische pop, een „robot", hebben uitgevonden, die alles j doet behalve levend zijn, mankeert er nog een boel aan, als struikelt men over de snoeren en stopcontacten in zoo'n huis. Het is een klein kunstje en het komt Inderdaad bij heel veel gezinnen voor om het ontbijt, dat in dit land meestal uit een warme maaltijd bestaat, op de tafel zelf klaar te maken. De koffie „per- colator", een eigenaardig instrument waar kokend water voortdurend door de poeder bobbelt en het bruin worden door de gla zen deksel gade te slaan is, de brood toaster, een eierkoker of een comfoor voor spiegeleieren, een wafelijzer kunnen heel i handig aangewend worden en dat is pas t het begin van den dag! De groote kwaal, waaraan het Amerikaansche huisgezin i lijdt, is gebrek aan gedienstige hulp. Al leen de zeer gefortuneerden kunnen zich veroorloven inwonende hulp te hebben en zelfs voor een dagmeisje of een werkvrouw 1 dient men over een wat ruime beurs te beschikken. Om het eenigszins vergelij kend uit te drukken doet de Amerikaan- sche familie het met een werkvrouw of een daghulp van enkele uren af. waar een Hollandsche familie van denzelfden fi- nencleelen standaard één inwonend meis je heeft. Die dat in Amerika bezit valt in ons land te vergelijken met iemand die minstens twee inwonende dienstboden heeft en die het ln het vaderland met een dagmeisje of een werkster afdoen, moeten het hier zelf klaar spelen. En misschien is de laatste categorie nog de allergroot ste, want er komt nog een eigenaardigheid bij, volgens mijn persoonlijke ervaring. Het ls namelijk zeer gewoon, dat men geen hulp krijgen kan. voor geld noch goede woorden of indien men zoo gelukkig is ge weest een werkvrouw te vangen die da delijk door even hulpbehoeftige buren „overgenomen" wordt tegen een hooger loon. Wij hadden eens een Finsche opge duikeld, een ongelooflijke Jan-pak-an, die in haar eentje de plano versjouwde zelden sprak en nooit glimlachte, maar als een werkautomaat het heele huis in een mini mum van tijd aan kant had. Zoo Iets kon de buren niet verborgen blijven en op een goeden dag bleef zij weg; later ontdekten wij haar weer in een zijstraat bij een grooter huis. Eerstens zijn er bij wijze van spreken, maar heel weinig vrouwen, die dat werk willen doen en daarom heb ben zij gelegenheid te kust en te keur. Gewoonlijk kan men geen hulp krijgen, omdat de afstanden zoo groot zijn. Een negerin die uit haar Harlem-woning uit werken gaat in het woondistrict van Man- hatan of the Bronx, mag een of ander half uur in de tram of ondergrondsche zitten naar de plaats van haar bestem ming; een Haagsche familie laat haar dagmeisje toch ook niet uit Utrecht op en neer reizen? En al komt de loodgieter of de timmerman in zijn auto bij ons, een werkvrouw per Ford heb ik ook nog niet meegemaakt, ofschoon het in kleine plaat sen zeer wel mogelijk is. In het algemeen beschouwd kan men dus zeggen, dat de Amerikaansche eeuwig op zoek is naar huishoudelijke hulp, want ook met import van bultenlandsche meisjes of het bij voorkeur huren van pas geïmmigreerde gedienstigen komt zij zelden goed uit. Hiervan heb ik ook het noodige gehoord, zooals van een familie, die een Duitsch meisje liet overkomen. Niet alleen moest de overtocht betaald worden, maar de im migratie-autoriteiten verlangden een borgtocht van 500 dollar van het gezins hoofd bij wijze van aansprakelijkheid, dat het meisje niet onder het quotum binnen kwam en uitsluitend hij hem zou dienen. De jonge dame in quaestie verdween spoor loos, ging den verkeerden weg op en be landde in het ziekenhuis, dat op een goe den dag den meneer, die haar liet overko men, opbelde met het verzoek de niet on aardige rekening te betalen. Hetgeen hij moest doen en ook een passagebiljet aan schaffen naar de Heimat, waarna hij ten minste zijn borgtocht terug ontving. Andere families ondervonden, dat de meisjes eerst gewillig waren en aan huis gebonden door de taai-onwetendheid: gingen zij Engelsch spreken en hoorden zij van andere betrekkingen, waar ettelijke malen meer betaald werd door dames, die sommen gelds voor een kinderjuffrouw of kookster over hebben, dan verdwenen zij met de noorderzon uit hun eerste betrek king. Om al die redenen is het Ameri kaansche huishouden meer berekend op de kans van geen gedienstige te hebben dan wel en natuurlijk hebben de verschil lende fabrikanten en de electriciteitsvoor- ziening zich met kracht op het vraagstuk geworpen hoe de vrouw des huizes het le ven zoo makkelijk en zorgeloos mogelijk te maken. Daardoor ontstonden de meest vernuftige vondsten als een electrische kachel, die ln zijn eentje een maaltijd gaar stoomt en kookt en bakt, zonder over te koken of aan te branden, terwijl me vrouw de mattnée ln de bioscoop ziet. Die zich met een bijzonderen ijver op het vraagstuk geworpen hebben, dat zijn de architecten, die werkelijk groote resulta ten bereikt hebben. De combinatie keu ken-eetkamer de zoogenaamde „breakfast nook", die heel gezellig en practisch inge richt is. of een gecombineerd meubel, dat kachel, ijs- en provisiekast tegelijk bevat en waarvoor de huisvrouw zittend al haar bezigheden kan verrichten, zijn een paar voorbeelden van echte Amerikaansche vondsten, die een Europeesche bezoekster moeten opvallen en die ongetwijfeld wijde navolging zullen vinden. Èr zijn zooveel practische variaties, dat het ondoenlijk ls hen op te sommen of te beschrijven. Ik herinner me eens in een doktershuis ge weest toe zijn. waarvan de eigenaar een groote knutselaar en practicus was. Hij had bijvoorbeeld, in alle kamers een luikje, waarin men gebruikte handdoeken, ser vetten. kortom de vuile wasch kon wer pen die door houten buizen naar beneden gleed en in den kelder terecht kwam in een vergaarmand. Curiositeitshalve moet ik er bij vertellen dat deze arts met zijn twee jongens van 17 en 15 het heele huis houden zelf deed en een flinke praotijk had. Iets dergelijks is onbestaanbaar in ons land en zou het hier ook zijn zonder een heirleger practische dingen. Een scha duwzijde daarvan is, dat het een dure ge schiedenis ls, want aanleg en aanschaf kosten niet weinig. Maar hier komt de „li beral payment plan" of koopen op afbe taling weer te hulp en ziedaar een van de redenen dat dit systeem zoo'n succes in Amerika heeft. Een ander nadeel is, dat er nog een massa huishoudelijke bezighe den bestaan, die alleen door een paar menschelijke werkhanden verricht kunnen worden en waar geen electriciteit iets ver mag te doen. Wie moet de ramen van bin nen en van buiten zeemen. stof van de piano afnemen, aardappelen schillen, naaien en verstellen? De Amerikaansche huisvrouw zonder gedienstige, die het zon der stofzuiger en centrale verwarming en waschmachine ook niet zou kunnen bol werken. „DOKTER" DE LAATSTE EQUIPAGE Onder de Amsterdamsche doktoren, die auto's bezitten en die gebruiken bij de uitoefening hunner praktijk, is een zekere verdeeldheid te constateeren. Het is geen ernstig feit en het welzijn der patiënten is er niet mede gemoeid, maar het heele geval is eigenaardig genoeg, om er even aandacht aan te schenken. Het gaat na melijk speciaal om de auto's en de zaak zit aldus in elkaar: Toen eenige jaren geleden ook de medici natuurlijk de na öeelige gevolgen gingen ondervinden, bij het rijden in de stad, van het steeds groeiende verkeer, kwam één hunner op het idee, waarschijnlijk in navolging van eenige andere plaatsen in ons land, waar de doktoren officieele kenmerken op hun wagens voeren, om voor Amsterdam een speciaal herkenningsteeken in te voeren. Hij nam een klein micaplaatje, dat met enkele zuigertjes aan de voorruit wordt bevestigd en eigenlijk bestemd is, om in geval van verblindende verlichting nuttig te zijn, en liet dit instrumentje met het woord „dokter" in keurig witte blokletters beschilderen. Het nieuwtje vond spoedig ingang en het duurde niet zoo heel lang of vrijwel alle automobielende doktoren voerden de aanduiding hunner beroep op de voorruiten mee. De bedoeling er van? Nog tot op den huidigen dag raden wij er naar. Een aantal doktoren verdedigt het bordje door de noodzakelijkheid van voorrang in het verkeer te bepleiten. Een ander deel voert het argument aan van het steeds duidelijk te laten blijken van de aanwezigheid van een medicus in de nabijheid en voor dit laatste motief zou men slechts sympathie kunnen gevoelen. De quaestie van den voorrang echter is een utopie, terwijl 't tweede argument naar thans blijkt ook niet ln dien zin bedoeld schijnt te zijn. Immers sinds eenigen tijd doorkruisen ook doktersauto's van een ander teeken voorzien, de hoofd stad. Inderdaad, dit bordje heeft een meer officieel tintje, dan het micaatje met de witte letters, dat meer op een reclamebord, dan op het naambordje van den medicus leek. Doch het nieuwe naamkaartje, een esculaapteeken door een rood kruis gewerkt, zal voor een groot deel van het publiek, dat nu niet zoo volkomen op de hoogte moet worden geacht, onbegrijpelijk zijn, waardoor ge voegelijk kan worden aangenomen, dat de heeren doktoren het toch heusch niet zoo prettig vinden, om onder alle om standigheden zoo op te vallen. Blijft dus over het voorrangsvraagstuk. Van voor rang voor doktersvoertuigen is in de hoofdstad geen sprake, behalve alleen bij de IJ-ponten, waar ook deze wagens, te gelijk met een niet gering aantal andere soorten van automobielen, van brand weer, geneeskundige dienst, publieke werken, autobussen van de gemeente tram, raadsleden enz. voorrang genieten. Op andere plaatsen ln de stad kent de verkeerspolitie geen uitzonderingsmaatre gelen voor de geneesheeren in hun auto's. Wel schijnt men getracht te hebben de autoriteiten van het nut daarvan te over tuigen; tot nog toe echter zonder resul taat. Het nut van een dergelijken maat regel ls betrekkelijk en wat de doktoren er van zouden verwachten al evenmin te begrijpen. De gevallen, waarbij de dokter geen tijd te verspillen heeft en het om ge deelten van minuten wellicht gaat, zijn in de praktijk uitzonderingsgevallen, waarbij de geneesheer-automobilist zich ongetwij feld op overmacht zal kunnen beroepen, indien een politieman zich op zijn weg zou bevinden, die hem er op zou willen wijzen, dat een maximum-snelheid zulk een haast niet toelaat. Maar zoover zal het niet eens behoeven te komen, want er is geen agent in Amsterdam, die tort et a travers zal willen verbaliseeren en een oponthoud veroorzaken, als er redelijke motieven aan wezig zijn, om harder te rijden dan ge woonlijk noodzakelijk is. Dat in zulk een geval een medicus een teeken op zijn auto zou voeren, waardoor hem zelfs het korte oponthoud der aanhouding bespaard zou kunnen blijven een geval trouwens, dat practisch haast uitgesloten kan worden geacht is denkbaar. Doch wel nimmer zal het dan ln de bedoeling der bepaling kunnen liggen, dat ook tijdens de pleizier- ritjes, het met familierijden en bij schouw burgbezoek, het officieele doktersteeken zal worden gebruikt. Nu, met de twee slachtige herkennlngsteekens wordt het er voor de doktoren niet beter op Indien zij werkelijk op een officieel teeken meenen aanspraak te moeten maken, ligt het veel eer op den weg van den dokter om conse quent te zijn en door aaphoudend aan dringen bij de desbetreffende autoriteiten op den duur tot een officieele regeling te komen. Ook in andere steden is zoo iets mogelijk gebleken en de hoofdstedelijke autoriteiten zijn op verkeersgebied in schikkelijk genoeg om mede te werken tot verbeterde toestanden. Het kan echter moeilijk op hun weg liggen mee te werken aqn een verkapte reclame, den doktoren trouwens verboden, noch aan het zakelijk bevoordeelen van één groep van wegge bruikers door hen bij stopborden of kruis punten sneller te doen bedienen dan de anderen. Immers, in dat geval zouden nog een groot aantal andere automobielen noodzakelijkerwijs door een dergelijke be paling begunstigd dienen te worden. De bestelauto van den apotheker, die de medicijnen liefst zoo snel mogelijk bij de patiënten moet bezorgen de slager met het vleesch voor het middagmaal pa wil. dat er om klokslag 6 wordt gedineerd de bakker met het versche brood net nog vóór 'tnaar kantoor gaan, ook een lntegreerende noodzakelijkheid, en zoo „Een ezel stoot zich in 't gemeen Geen tweemaal aan denzelfden st», Iets, wat de meeste menschen oleijï der onwaarheid te spreken, van aqT kunnen getuigen, hiermede bewijzend zij geen ezels zijn. Dit besluit zweemt t Sophisme. Of laat ons liever kleur bt> nen: net is er een, en een stevig ook Van kleur gesproken; het is de ri van den ezel, die hem zijn meest gebrS ten bijnaam gaf: „grauwtje". Graum j rol in het wereldgebeuren ls belag (dit is géén hatelijkheid!). HIJ wordt, „de klassieken" al als een voorbeeld luie, koppige domheid genoemd, en'i was dan ook heelemaal niet pleizlerig Koning Midas, dat Apollo hem, dan ook naar verdienste, ezel schonk. Ezelsooren munten uit door hun ie wat grauwtje zijn tweeden bijn „Langoor", schonk. Welken bijnaam] overigens deelt met den haas. Is het ezeltje dom, nog onnoozele-1 zijn kroost; „ezelsveulen" is wel ecu ergste kwalificaties voor den mensch. Beleefdheidshalve gaan wij op de vr. of de ezelin nog minder met hersens giftigd is dan haar echtgenoot, dieper in. Hoe ezelachtig wij den ezel ook vbiig wij achten hem toch niet te min om g zijn diensten gebruik te maken, en ui respectabele Nederlanders hobbelden e;, tijds op zijn rug de „Drachenfels" op.fe prachtig beeld is wel de ezel tusschen tv» hoopen hooi. Droefgeestig balkend stu hij daar, in volkomen tweestrijd aan si ken hoop hij het eerst zal knabbeld welke strijd zelfs nog voortwoedt, als bis hoopen hooi al den weg van alie hooje hoois gegaan zijn, n.l. naar den hoolr der. Ja, ja, het gedrag van dien ere bijna menschelijk, want op het gebalk l volgt de homo sapiens dit voorbeeld daiS lijks en veelvuldig. Niet alleen bij zijn leven krijgt langooi „op zijn huid", want zijn vel, gespaad op de „groote trom", wordt óók gebeaU als stokvisch! Het geluid, dat er uit vod komt, is echter gehéél verschillend q| dat, wat vernomen wordt, als men op M huid slaat, waar de ezel (levend en vé nog inzit! In één onzicht blijft de ulbteJ king echter gelijk; hoe hard men m slaat, èn ezel, én trom blijven staan... Ik eindig, niet als „IA", al was dl' i hier misschien wel zeer toepasselijk, ma- als altijd, H. K. I P.S. De redactie wordt verzocht aan a slot geen pijnlijke wending te gem Als boven. (Nadruk verboden. A'ei zijn er nog ettelijke gevallen te noems die, te oordeelen naar de meentng 2 belanghebbenden, geen minuut ulta kunnen lijden. Zeker niet in dezen waarin eigenlijk iedereen haast te Neen, de doktoren hadden beter één b kunnen houden. Dat had op den duur u standiger geweest. Nu wordt het romo- lig, onbegrijpelijk voor het publiek en 2 bordjes-operette zou ln staat kunnen *ji de waardigheid van den Amsterdamscbo medicus een tikje belachelijk te maka. En voor den dokter hebben wij toch altijd nog respect. Dat moeten wij houden. Zoo een relaas over auto's en snelver keer, doet je onwillekeurig even aan vra ger dagen terug denken. Aar de dagn dat er minder paarden nog door de bet- zineslurpers verdrongen waren en er ntj andere havermotoren bestonden, dan Kt restantje voor sleeperswagens en bi) a bierbrouwerijen. De herinnering aan dagen hout onze eenige Amsterdamss equipage met eere hoog. Er is in de stad misschien nog wel een ander glinsterend koetsje ergens opgeborgen in een koea- I huis, ook van een rijke familie met elgs 1 paarden, maar dit ls de eenige, die rijdt Onhoorbaar, even geruischloos als hu; moderne concurrent, glijdt het rijtuig* door de met rubber beslagen paarden li- trokken over den asphaltweg. Het ls ea sprookjesverschijning voor den tegen* woordigen stedeling. Onbeweeglijk zitten een in smetlooze livrei gek koetsier en palfrenier naast elkaar a zelfs hun gezichten blijven ln de houdu» En door alle tijden van moderne evolu» en technisch vernuft, weet onze eentg equipage zich te handhaven niet alieet maar te blijven bekoren bovendien, w een zichtbare bewondering staren voor bijgangers het glimmend gelakte njtiM na en sommige onzer verkeersagente» gaan in de houding staan! Inderdaad, or. is chic. Sierlijk en gedistingeerd, opru iend zonder opzichtig te zijn. volkome exclusief, maar niet buitenissig. En hoever de moderne constructie methoden ook zijn, hoe elegant automo bielfabrikanten hun producten weten maken, hoe aantrekkelijk zij die wetenu te werken met behulp van erkende kun stenaars: deze eenig overgebleven AmsKt- damsche equipage van de patriclersfamm I op een der grachten kan geen hunner w 1 benadering evenaren. Hoeveel P33rotj krachten hun krachtige, pittige rnotoren ook vertegenwoordigen, het bluft ano 1 dood materiaal vergeleken met de dom heusche paarden voortbewogen koe» waaraan alles leeft. Dat is het beste t zien wanneer bij concertgebouw »j schouwburg de auto's in lange files aan rijden en er hun passagiers doen uit- instappen. Geen auto is in staat met zoo veel cachet voor te komen als het ranK rijtuigje, waarvan bijtijds een vlugge palfrenier springt, om een portier open» houden. Natuurlijk, er zijn menschen, me ook hun auto's van een tweeden man ..op den bok" hebben voorzien, maar het ljjkj er niet op. En zoo zal er natuurlijk een wjo komen, dat ook weer anderen, om mee doen, paard en rijtuig zullen gaan honden- Als een reactie op de populariseering het vervoermiddel, dat auto heet. Maar 01 die imitatie dan gelukken zal, is de vraa=- Want waar zijn ln dezen tijd de koetsje» te vinden, die zóó statig „van den t» kunnen rijden", die zóó een zweep en ten gels kunnen hanteeren; en waar moet» palfrenier worden gevonden, die zoo sier lijk springt en pijlsnel achterom het rijtul» loopt, onderweg zijn hoed nog lichtend" En dan de gezichten; de gezichten, die m de plooi kunnen blijven., hoe komen wl daaraan? Want zouder die specifieke ge laatsuitdrukking van het tweetal op <je» bok is een equipage geen equipage Ge; zichten, die een sfeer weten te scheppen! het groote geheim vdn onze eenige Am sterdamsche equipage. VAN SIEGEN. 2-5

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1931 | | pagina 10