t IDE OMWENTELING IN SPANJE 1 DE GEZONKEN SCHAT. ste Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 16 April 1931 Derde Blad No. 21802 si Koning Alfonso deed geen afstand. GEMEENTEZAKEN. Voor FEUILLETON. |e Verklaring der nieuwe regeering. Nader blijkt, dat koning Alfonso officieel :en afstand heeft gedaan van den troon, >eh zich terugtrok om een burgeroorlog voorkomen. Volgend manifest is door :m uitgegeven: Manifest van den koning. „De verkiezingen, die Zondag gehouden n, bewijzen rryj duidelijk, dat ik van- ,ag de liefde van mijn volk verloren heb. ijn geweten zegt mij, dat deze vervreem- ng niet duurzaam zal zijn. omdat ik tijd alles gedaan heb om Spanje te die- :n. Mijn eenlg doel toch was het open- lar belang, zelfs onder de meest kritieke nstandigheden. Een koning kan zich Tgissen en zonder twijfel heb Ikzelf een ikele maal gedwaald. Maar ik weet wel, it ons vaderland zich altijd tegenover uten, die niet door kwaadwilligheid aren ingegeven, grootmoedig heeft ge- 'Ond. Ik ben de koning van alle Spanjaarden 1 ik ben zelf Spanjaard.'Ik had verschil- nde middelen kunnen aanwenden om koninklijke voorrechten in stand te Wouden en mijne tegenstanders te bestrij- ;n. Doch ik wil alles nalaten, w.at mijne landslieden in een moorddadigen strijd iluu storten Ik geef geen enkel van mijn rechten op, xendat zij, buiten mijne aanspraken om, m door de geschiedenis bijeengebracht jed zijn en omdat ik eens strenge reken- phap zal moeten afleggen over mijn be- eer van onzen staat. "'Ik wacht de ware uitdrukking van den io il van het volk af, en tot de natie zich enütgesproken heeft, zie ik vrijwillig van de itoefening van de koninklijke macht af et a trek mij uit Spanje terug. Hierdoor )c 'ken ik, dat Spanje meester van »ijn 't is. oe:Ook thans geloof ik, den mij door de ifcefde tot mijn vaderland voorgeschreven voJicht fe vervullen. Ik smeek God, dat de adere Spanjaarden zich hun plicht even 3ed goed bewust mogen zijn als ik." Toen de koning het paleis te Madrid srliet, leek hij Volmaakt kalm. Toen de Sileiswacht voor de laatste maal de ge- eren presenteerde en „leve de koning!" "jfep, sprak hij enkele woorden: •t. „Ik heb te bewijzen, dat ik democrati- „■1 icr ben dan degenen, die zich demo- Wraat noemen. Toen ik het resultaat der erkiezingen vernam, was het mij duide- -\jk, dat ik slechts het land kon verlaten "j een gewelddadige actie provoceeren. *et laatste kon ik niet doen, omdat ik te eer van Spanje houd. Leve Spanje". Van Carthagcna is de koning, naar hans blijkt, vertrokken om via Manilla ïaar Parijs te gaan, waarheen ook de .iverige koninklijke familie gisteren ver- |rok. i De Koningin en haar kinderen hebben iiet Koninklijk Paleis gisteren verlaten im 9 uur in auto's, die hen naar het fcscuriaalstation brachten, waar zij om 1 0.55 arriveerden. De koninklijke familie ^egaf zich in de wachtzaal, waar zij be roet werd door admiraal Aznar, Roma- ionesr Garcia Prieto do Hoyos, generaal an Jurju en talrijke aristocraten. Om 1.30 natnen de Koningin en haar kinderen "laats in het salon-rijtuig. De prins van .sturië werd er op een baar heen ge- racht. De wagen werd vastgehaakt aan ssen Zuid-Express, die zich om 12 uur in beweging zette. Tot de grens gaan mee eneraal San Jurju, de markies do Hoyos lïu de hertogin Miranda. Het vertrek had .'-laats onder groote ontroering. Verschei dene „Leve de Koning's" werden geroepen. it: e inwoners van Escuriaal antwoordden d iet „Leve de Republiek", hetgeen een f jring incident verwekte. c Op Kensington Palace, de residentie van rinse» Beatrice te Londen is nog niets ekend omtrent voorbereidingen voor de s ntvangst van de Spaansche Koninklijke jmilie. I Ook op het Spaansche gezantschap te arljs is nog niets bekend over het toe- :omstig verblijf van den koning. De nieuwe regeering aan 't werk. De nieuwe regeering onder Zamora is ruk aan het werk getogen. Zamora is een advocaat van grooten naam en een befaamd spreker. In 1905 werd hij liberaal Kamerlid. Van 1910 tot 1913 is hij onder-staatssecretaris van Bin- nenlandsche Zaken geweest en van 1917 tot 1918 minister van Openbare Werken, i In het liberale ministerie van December I 1922 was hij minister van. Oorlog. Zijn aftreden in Maart 1923 had den val van het ministerie tengevolge. Deze leidde tot de algemeene verkiezingen en toen het nieuwe liberale ministerie nog beraad slaagde over de houding, die het zou aan nemen ten aanzien van het rapport van de parlementaire commissie ,over de ramp in Marokko, trok Primo de Rivera de macht aan zich. Onder de dictatuur had Zamora een nieuwe constitutioneele groep gevormd uit liberalen van allerlei schakeeringen en precies een jaar geleden bracht hij zijn partij over naar het republikeinsche kamp. Hij zeide, dat hij alle vertrouwen in de bestaande monarchie verloren had en het niet mogelijk achtte de dynastie te ver anderen. Deze verklaring is een factor van beteekenis geweest in het scheppen van den huldigen toestand. Volgende verklaring is door de nieuwe regeering uitgegeven: De voorloopige regeering der Republic* is er vast van overtuigd, dat de politieke en sociale krachten, die aan de vestiging van het nieuwe regiem hebben medege werkt. de discipline zullen bewaren. Daarvan hangt het aanzien en het toe komstig lot der jonge republiek af. De regeering is daarom van oordeel, dat ieder, die zij met macht heeft be kleed, aan de bevestiging van het aanzien der Republiek, welke de vijanden van dezen staatsvorm willen ondergraven, zal medewerken. Wat deze tegenstanders betreft, zoo hoopt de regeering, dat zij het buitenge wone gewicht van het oogenblik voor de toekomst van Spanje zullen inzien en hun houding daarnaar zullen richten. Wij zijn begonnen met liefde te arbei den aan de schepping van een atmosfeer, van gerechtigheid en achting, welke Spanje tot nu toe niet gekend heeft, en, om dit doel te bereiken, hebben wij ver ordeningen uitgevaardigd inzake de be noeming van een President der voorloopige Republiek en van ministers, alsmede be palingen inzake het juridische statuut der voorloopige regeering, inzake de amnestie en betreffende de instelling van een mi nisterie voor Verkeerswezen uitgevaardigd. In een memorie van toelichting op het voorloopige statuut der republiek wordt gezegd: Dat de mannen die thans aan het roer gekomen zijn geenszins alleen maar ver- eenigd zijn door den wil om een einde te maken aan den verouderden monarchis- tischen staatsvorm, maar tevens door het inzicht dat het noodzakelijk geworden was de beginselen van rechtvaardigheid, waarnaar het volk verlangt, als grondslag van den staat te aanvaarden. Het Voorloopige Bewind, dat tijdelijk het karakter heeft van dit hoogste gezag in den staat, heeft de moeilijke taak aan vaard tijdelijk alle macht te vereenigen. De rechten der staatsburgers dienen hier niet opgesomd te worden, daar dit werk voorbehouden blijft aan de grondwetge vende vergadering. Daar het Voorloopige Bewind echter geenszins op willekeurige wijze wil regee- ren, maakt het hiermede de beginselen bekend waarop zij verder te verwachten decreten zullen steunen. Art. 1. In verband met den democrati- schen oorsprong van zijn gezag en op grond van het beginsel der verantwoorde lijkheid, dat bij de organisatie van den staat zal dienen erkend te worden, ver klaart het Voorloopig Bewind, dat het zijn daden en die van de individueele leden aan de goedkeuring van de grondwetge vende vergadering zal onderweroen, wan neer het oogenblik gekomen zal zijn, om zijn macht aan die vergadering over te dragen. Art. 2. De regeering heeft tot herziening besloten en tot het onderzoek naar de verantwoordelijkheid van alle overheids- daden der regeering, welke in 1923 ont bonden werd en van wat daarop ge volgd is. Art. 3. De regeering verklaart plechtig de individueele gewetensvrijheid te zullen eerbiedigen en af te zien van de moge lijkheid, dat de staat van de burgers eeni- ge verklaring betreffende hun godsdien stige gezindheid zou eischen. Art. 4. De regeering wenscht de vrijheid der individuen te waarborgen en erkent als een modern juridisch beginsel de rechtspersoonlijkheid der syndicaten en der coöperaties als een grondslag van het nieuwe sociale recht. Art. 5. De regeering verklaart het par ticulier bezit onschendbaar. Niemand zal van zijn bezit mogen onteigend worden, tenzij op grond van openbaar nut en slechts na schadevergoeding gekregen te hebben Daarenboven verklaart de regeering een einde te willen maken aan het feit," dat de Spaansche landbouwers en de landbouw aan hun lot worden overgelaten. Zij wil als beginsel harer agrarische politiek er kennen dat het agrarische recht dient ont wikkeld te worden in evenredigheid met de groote sociale rol van den bodem. Art. 6. De regeering erkent, dat zij zich zelf schuldig zou achten als zij de opko mende republiek prijs gaf aan den invloed harer vijanden en wil daarom de indivi dueele vrijheid tijdelijk aan zekere rech terlijke beperkingen onderwerpen. Haar actie op dit gebied zal echter later aan het oordeel van de grondwetgevende ver gadering worden onderworpen. De regeering heeft voorts 3 decreten uitgevaardigd: 1. tot afschaffing van het onder Primo de Rivera gepubliceerde wetboek: 2. tot opheffing van de door Primo de Rivera geschapen burgerweer; 3. tot toekenning van een pensioen aan de familie der in December 1930 doodge schoten officieren Galan en Hernandez, ten bedrage van hun bezoldiging. De toestand in het land. Over het geheel is de omwenteling, zoo als gisteren gemeld, rustig verloopen. Te Barcelona is het echter niet zoo rustig gegaan als te Madrid. Te San Andres hebben groepen revolutionnaire arbeiders, fabriekseigenaars gearresteerd en gevan gen gezet, zonder dat hiertegen werd op getreden. Te Barcelona heeft een menigte de gevangenis bestormd, de deuren open gebrand of ingeslagen en meer dan zes honderd gewone misdadigers bevrijd. In de vrouwen-gevangenis geschiedde het zelfde. Bij een overval op een magazijn zag de politie zich genoodzaakt van de vuurwapens gebruik te maken, waardoor vijftien personen ernstig gewond of ge dood werden. Gedurende den geheelen nacht werden in de stad standbeelden be schadigd en voorwerpen in brand gesto ken. Ook op het postkantoor te Barcelona werd een overval gepleegd, die door de politie afgeslagen kon worden, waarbij twee personen werden gedood. Kolonel Macia, de voorloopige president der Cataladnsche republiek, heeft ver klaard: Wij hebben de Catalaansche republiek uitgeroepen hetgeen echter geenszins een afscheiding van de Spaan sche republikeinen beteekent die de Spaansche republiek hebben uitgeroepen. Tusschen hen en ons heerscht de nauw ste overeenstemming, doch de openbare meening in Catalonië, die geheel voor de Catalaansche idee gewonnen is, mochten wij niet verwaarloozen. Naar uit Valencia verluidt bevindt zich onder de daar vrijgelaten gevangenen ook een der moordenaars van den voormaligen eerste-minister Dato. Toen te Tetoean geestdriftige betoogers voor het hooge commissariaat riepen: „Leve de Republiek!" heeft de wacht vuur gegeven en acht betoogers gekwetst onder wie drie zwaar. De Spaansche Hooge Commissaris h« Marokko heeft de voorloopige regeering zijii steun verzekerd. De correspondent van het Berliner Tageblatt te Madrid heeft Fernando de los Rios den nieuwen minister van Justi tie te spreken gekregen. Deze zeide dat de menigte in Barcelona, Balbao, Valencia en Sevilla de gevangenissen bestormd heeft. Bij deze gelegenheid zijn niet alleen poli tiek gevangenen maar ook strafgevange- nen in vrijheid gesteld. De regeering die op den eersten natio- nalen feestdag van de republiek niet al te strenge maatregelen wilde treffen, heeft aan alle bevrijde gevangenen zoogenaamd voorwaardelijke vrijheid verleend, ze ver langt echter van hen dat ze zich geregeld bij de politie zullen melden. Fernando de los Rios vertelde verder dat de voorloopige regeering zich reedt hedenochtend in verbinding heeft gesteld met den pauselijken nuntius. Ze had dezen verzocht te trachten de gansche geestu lijkheld van den kardinaal-aartsbisschop tot den laagsten plattelandsgeestelijke te bewegen hun. de monarchie dienende actie te staken en zich uitsluitend om het zieleheil van de bevolking te bekommeren. Men verzocht den nuntius ook dit verlan gen der regeering ter kermis te brengen van den kardinaal-staatssecretaris. Hier toe verklaarde de nuntius zich bereid. Een correspondent van het Journal heeft te Irun een onderhoud gehad met Prieto, den nieuwen minister van Finan ciën. Deze zeide dat de nieuwe regeering alle financieele verplichtingen van Spanje zal nakomen, maar de buitenlandsche leeningen leggen op het land een soort voogdij en daar moet Spanje niets van hebben. Stabiliseering van de peseta acht te Prieto niet onmogelijk. De toestand is n.l. zoo dat het land bij een goed bewina genoeg kan voortbrengen om zijn valuta op pari te krijgen en te houden. BENOEMINGEN EN ONTSLAG. Ter vervulling in de vacature, ontstaan in de Plaatselijke Schoolcommissie door ontslagneming van het lid dr. G. O. E. Lignac worden aanbevolen: 1. Dr. C de Jong; 2. B. F. Krantz. Tegen inwilliging van een verzoek van den heer A. M. Blok tot ontslag als ge neesheer aan „Endegeest" bestaat noch bij de Commissie van Beheer over de gestich ten „Endegeest", „Voorgeest" en „Rhijn- geest"; noch bij B. en W. bezwaar. Ter vervulling van deze vacature beve len B. en W., na raadpleging van de Coin-* missie van Beheer over die inrichtingen, aan den heer A. M. van Stipriaan Luïs- cius, arts, assistent van den hoogleeraar in de Psychiatrie aan den Rijks-Unjversi- teit te Leiden. Ter vervulling van de vacature, ont staan door het aan den heer dr. A. Querido verleend eervol ontslag als 2de genees heer aan de gestichten „Endegeest", „Voorgeest" en „Rhijngeest", bevelen B. en W., na raadpleging van de Commissie van Beheer over die gestichten, ter benoeming als zoodanig aan den heer N. Verwey, arts, assistent in de neurologie aan de Rijks- Universiteit alhier, zulks voor den tijd van één jaar, ingaande 1 Juni a.s. Ter vervulling van de vacature van inge nieur bij den dienst der Gemeentewerken, ontstaan tengevolge van het aan den heer Ch. C. van der Vlis verleend eervol ont slag, bieden B. en W. aan een overeen komstig het advies van de Commissie van Fabricage opgemaakte voordracht ter be noeming van een ingenieur der Gemeente werken, in den rang van ingenieur 1ste klasse lo. Ir. D. Y. Lem, assistent-chef van den technischen dienst der Bataafsche Import- Maatschappij te 's-Gravenhage; 2o. ir. D. A. van Aalderen, ingenieur-hoofd van den technischen dienst bij het waterschap „De Regge" te Almelo. De leden van de Schattingscommissie, bedoeld in art. 57 van de Wet op de In komstenbelasting 1914, moeten dit jaar aftreden, doch zijn krachtens het be paalde bij art. 60 dier wet terstond her kiesbaar. Thans maken van deze commissie deel uit de heeren D. van Lith, J. Splinter Gzn., R. Ensingh en J. P. Creyghton. De heer Splinter wenscht evenwel voor een her benoeming niet in aanmerking te komen. B. en W. vestigen daarom, ten einde de be noeming te vergemakkelijken de aandacht op den heer J. A. Verhoog, wonende Hooge Morschweg 74 alhier. WIJZIGING BOUWVOORWAARDEN. Bij raadsbesluit van 2 September 1930 werd aan de R. K. Coöperatie „Eendracht" alhier, tegen den prijs van f. 8.50 per M2. verkocht een gedeelte grond, groot plm. 396 M.2, kadastraal bekend gemeente Lei den, Sectie N, No. 788 (ged.i, gelegen aan bel; verlengde van de Marnixstraat, hoek Molenstraat, o.tm onder voorwaarde dat op den grond zouden worden gebouwd een bakkerij met winkel en twee bovenwonin gen. De nakoming van deze voorwaarden werd verzekerd door het vestigen van een servituut. Het door de koopster thans ingediende bouwplan omvat echter de stichting van een bakkerij c.a. met drie in plaats van twee bovenwoningen. Bij B. en W bestaan hiertegen geen bedenkingen. De aange haalde voorwaarde zal daartoe echter dienen te worden gewijzigd. GROND VERKOOP. Van den heer Ir. F. H. E. Guljé, alhier, is een aanvraag ingekomen om het ge deelte grond, groot pl.m. 522 M.2, gelegen bij de Leidsche Hout, aan het verlengde van de Johan de Wittstraat, te mogen koopen voor den prijs van f. 15 per M.2, Met den geboden prijs, overeenkomende met dien, welke laatstelijk werd verkregen voor een perceel bij de Fagelstraat, kan het College van B. en W„ evenals de Com missie van Fabricage, zich vereenigen. DE GEMEENTELIJKE RADIO-DISTRIBUTIE. B, en W. hebben den raad toegezonden een concept voor de verordening betref fende de aansluiting van particulieren aan het gemeentelijk radio-distributle-net. Hieraan is het volgende ontleend: De door de geabonneerde op het distri butie-net aan te sluiten of te bezigen luidsprekers behoeven de voorafgaande goedkeuring van het hoofd van het be drijf. Slechts die luidsprekers worden toege staan, welke een gelijkstroomweerstand hebben grooter dan 1500 Ohm en bij 800 perioden per secunde een wisselstroom weerstand grooter .dan 5000 Ohm. De bijdrage in de kosten van aansluiting bedraagt voor één aansluiting f. 17.50, in dien zij ineens wordt voldaan voordat tot aansluiting wordt overgegaan, en f20 indien zij wordt voldaan door betaling ineens van f. 8, voordat tot aansluiting wordt overgegaan en voorts doqr betaling in twaalf achtereenvolgende maandelijk- sche termijnen van f. 1. De abonnementsprijs bedraagt binnen het minimum-tariefgebied en bij gebruik van ten hoogste één normalen woonka merluidspreker per aansluiting f. 2 per maand Voor perceelen buiten dit gebied gelegen wordt de abonnementsprijs ver hoogd met f. 2 per maand voor iedere 100 meter of gedeelte van 100 meter, dat het aan te sluiten perceel, hemelsbreed geme ten, buiten dat gebied is gelegen. Voor aangeslotenen bij de Eerste Leid sche Radio-Centrale bedragen de kosten van aansluiting voor een nieuw te maken aansluiting f. 12.50 en f. 2.50 voor een reeds bestaande aansluiting. De verordening treedt in werking op een nader door B. en W. te bepalen dag. RECLAME. Jong en Oud M IS PASTOL de /■tj^ beste mondver- zorger. - Zoodra de tandjes zijn ver schenen vragen zij een regelmatige ver zorging met PASTOL, de zuivere zachte tand pasta. - De kinderen leeren daardoor vroeg een goede gewoonte, die hun later veel ongemak zal be sparen. - Bovendien wordt door PASTOL het melkgebit goed beschermd, wat weer het blijvend gebit ten goede komt. _oo» 20 ct. Tube 35 ct. Dubbele doo» 35 ct. Dubbele tube 60 ct. 3846 Staar het Engelsch van LEO WALMSLEY. „Zoo! zoo!" zei hij triomfantelijk. „We flO'ijn dus nog niet dood, hè?" „Gelukkig niet!" gaf ik ten antwoord. ,U ziet er ook weer goed uit... Meteen ieduidde ik hem, door een zachten druk ,ip zijn arm, te gaan zitten. Hij gaf toe, naar het volgende oogenblik schoot hij veer overeind. „Bah!" zei hij met een vies-opgetrokken leus. „Hier hangt die lucht ook al! Ik Ifflpprecieer de goede bedoeling, maar ik vou toch maar liever, kapitein Timms, da^ kei dat goedje niet overal rondgespoten ladt. 't Heele kamp mag uitgerookt wor sen. Waar heeft u de formaline gelaten?" Na even nadenken, met zijn vinger te len zijn neus, waarschijnlijk om zich jeter te kunnen concentreeren, verklaarde >nze duikerkapitein dat de kist, waarin ie formaline verpakt was, zich nog aan loord van de dhow bevond. Bij gebrek aan rrachtiger ontsmettingsmiddel stak de lokter me toen maar» zijn sigarenko ker toe. „Zoo.dat riekt beter", zei hij na den iersten trek, terwijl hij zich weer op mijn led liet neervallen. „Ik begrijp niet dat ir mannen zijn, die van zooiets houden. Qik ken niets, dat het reukorgaan van een oormaal mensch onaangenamer aandoet <lan parfum." Kapitein Timms gaf me een knipoogje. *5Ik deed. alsof ik niets zag. „En nu moeten we het 't allereerst over Onze plannen van vandaag hebben", ging dr. Flint voort. „Hoe voel jij je, Cleve land? Geef je pols eens hieri**" „Zoo goed als het maar kan", verklaar de ik. „Ja, ja, 't gaat wel. Wat kouvatten ge weest, anders niet. Maar je moet toch nog oppassen, beste kerel. Ik zou niet graag willen dat je ziek werdt. Uit de zon blij ven.... zoo veel mogelijk tenminste.... En hoe staat het met de werkzaamheden, kapitein Timms? straks is het eb gaat u dan naar beneden?.... Is alles al klaar?" De kapitein gaf niet dadelijk antwoord, 't" Leek warempel wel of hij niet recht wist wat te zeggen. Zeker weer bezwaren over de te strenge whlsky-rantsoeneering. Daarom viel ik driftig uit: „Natuurlijk is alles klaar, dokter. Dit zijn de beste uren van den heelen dag. Hoe denk je erover, Timms? Zullen we maar meteen gaan?" Is de duiker van de motor boot al aan den gang?" „Nee", gaf de kapitein ten antwoord, „nee, de duiker van de M. L, is nog niet aan den gang en"hij hief zijn hoofd op en stak zijn borst vooruit, „als alles marcheert, zooals het moet. gaat-ie ook niet aan den gang." „Waarom niet?" vroeg de dokter onge rust. „Is er wat gebeurd?" „Of der wat gebeurd is?" herhaalde ka pitein Timms plechtstatig langzaam „En of! Een heeleboel!" De dokter sprong op. „Zehebbenhet wrak toch niet ge vonden schreeuwde hij opgewon den. „Nee, dat hebben ze niet", gaf onze dui ker kalmpjes ten antwoord. „Ze hebben het wrak niet gevonden en dat zullen ze ook niet, evenmin als iemand anders. zoolang de boel niet beter geregeld is als op het oogenblik. Ga weer zitten, dokter.. dan zal ik eris precies vertellen watter an de hand is." Trillend oven al zijn leden liet de dokter zich op zijn bed neervallen. Kapitein Timms gooide zijn sigaar weg, beet'een versch stuk pruim af en ging nog wat meer op z'n gemak zitten. Zijn oogen glin sterden; naar de uitdruking van zijn ge zicht te oordeelen genoot hij van het effect dat zijn sensatloneele verklaring te weeggebracht had. „De quaestie is deze. heeren", begon hij gewichtig, .der is staking, staking onder de duikers!" Bij het laatste woord stond hij op, ging onder het zeil uit, deponeerde een kwak bruin vocht een paar meter ver der en kwam weer terug. De dokter begon te lachen. ,De kapitein neemt een loopje met ons, Cleveland, maar „Een loop-je!" herhaalde Timms met een bedenkelijk gezicht. „Zoo zou ik 'et maar niet beschouwen als ik u was. Kijk. ik heb u allebei leeren kenne als schappelijke lui de jonge meneer is alleen wat haastig met z'n mond. maar dat is 'em niet kwa lijk te nemen. Als je effen in de twintig bent Daarom hoop ik datter geen ru zie van kompt en as-u 't ook niet zoo kalm en verstandig opneemt als alle andere dingen op de reis. dan marcheert de zaak ook wel. en dan drinken me op de goeie afloop voordat de zon van een glas whisky- soda heete groc gemaakt heb. Want dat de sitewasie zoo zou zijn datter geen min nelijke schikking meer mogelijk is, dat ge loof ik niet „Onzin", viel de dokter Timms vrij ruw in de rede. „Doe me genoegen en zit geen flauwe aardigheden te verkoopen. 't Is tijd om aan het werk te gaan en over een uur komt de vloed weer op." Ik keek Timms scherp aan. Het was geen quaestie van flauwe aardigheden verkoopen dat had ik van het eerste oogenblik af gezien. Hij vond waarschijn lijk dat iets ernstigs het best schertsend ter sprake gebracht kon worden. ,,'t Werk ken wachten", gaf hij den dok ter rustig ten antwoord. „Eerst motten de pertijen, die bij deze quaestie betrokken zijn tot een vergelijk zien te komen." „De partijen, die bij deze quaestie be trokken zijn?" herhaalde de dokter drif tig. „Waar heeft u het over, kapitein Timms? Wees zoo goed onmiddellijk aan uw werk te gaan. En als het een quaestie is van meer loon. „Dat is het niet", was het doodkalme antwoord, ,,'t Is een quaestie van prinsipis hebben en gezond verstand." „Zeg dan precies waar het om gaat", mengde ik me in het dispuut, „en schei uit met flauwe aardigheden debiteeren. De laatste vier-en-twintig uur is de hu mor niet van de lucht, en je kan ook te veel van het goede krijgen. Wat ken jij- om te beginnen een soort commité tck verbetering van de bewuste „sitewasie"?* De kapitein barstte in een bulderend ge lach uit. Van pret sloeg hij zich met zijn vlakke hand op zijn knieën. „Die is goed. Die is goed", prees hij nje. „Ja, een commité tot verbetering van de sitewasie en de leden kennen een zekere Trout en mijn persoontje." „En waar is het jullie in de eerste plaats om te doen? Om den toevloed van spiri tualiën te verbeteren?" Hij hield op met grinniken en keek me bewonderend aan. „Voor iemand van jouw leeftijd, jong- mensch". complimenteerde hij me. „ben je deksels bij. Ja, om te beginnen is het pro bleem whisky het verkrijgen van een quantum whisky, groot genoeg om de ge zondheid van de twee personen, die bij het zoeken naar het vermaledijde wrak met zijn lading verrotte beenen de hoofdrol spelen, te verzekeren. De whisky staat dus nummer één. En vervolgens komt de tijd. de regeling van de uren datter gewerkt en de uren datter gedronken mag worden. Ik ljeb het tegen de jonge meneer al gezeid, maar voor den dokter hier zal ik het nog eens zeggen, zooals de toestand nou is, is 'et ppr toeval wie van ons tweeën het wrak 'et eerst vindt. En wat heb je er dan an of je je doodwerkt 't doel is niet wie het wint, het doel is hebben. En als het wrak der zes jaar gelegen heb, zal het nou plotseling niet de beene nemen. Daarom zeg ik: laten we het op onze slof fen af doen. Me vrind Trout en ik hebben vanmorgen der hoog en breed over zitten redeneeren en 't end is geweest, dat ik ge zegd heb: Goed, ik zal er met me men- schen over praten, dan hoor je der wel verder van." „En hoe staat het met de andere partij?" vroeg ik. „Hebbe we al mee gesproken", gaf Timms ten antwoord. „En? Is 't resultaat bevredigend?" „Nee, niet heelemaal. 't Kan beter, veel beter. Het juffie zegt, dat ze al den ster ken drank over boord gegooid heb. Na die geschiedenis van gisteren had ze der schoon genog van. zee ze. Henry gelooft 't niet. Hij zei dattie is an 't zoeken zal gaan. Maar dat is zijn zaak; as hij zoe ken wil mot hij weten. Hier gaat het er om dat wij in pesisie bennen, om onze chefs de wet voor te schrijven. En daarom verklaar is hierbij, dat als het beheer van den sterken drank niet in onze han den die van me vrind en mijn persoon tje overgaat, dat ik het dan als me dure plicht beschouw om den raad te ge ven: staking laten voortduren." „Wat 'n nonsens!" barstte de dokter doldriftig uit. „Wat mankeert je! Ben je stapelgek geworden!"Dan, wat kal mer tegen mij. „Wat heeft de vent, Cleve land? Is hij dronken?" Wordt vervolgd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1931 | | pagina 9