DE GEZONKEN SCHATT 72ste Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 11 Aprü 1931 Derde Blad No. 21798 INDIE IN ONS MIDDEN. GI Buitenï. Weekoverzicht. AMERIKAANSGHE NOTITIES FEUILLETON. Chineesch bankroet en winkelbrand. Het bekende euvel, de periodieke ver schijning van den tokobrand bij Chinee- zen, heett zich naar mijn weten nooit zoo hevig voorgedaan als m den jongsten tijd. Brand en bankroet zijn steeds de leelijkste vlekken geweest in den voor Indië even nuttigen als onmisbaren tusschenhandel van Chineezen. Zijn die vlekken er geheel of gedeeltelijk uit weg te wrijven? Enkele dagen geleden was er een telegrafisch be richt. dat de gouverneur van Oostkust van Sumatra de brandvlek onder handen wil nemen, en in zijn gewest is dat ook wel bijzonder noodzakelijk. Met verbetering van de brandweermiddelen zal men niet ver komen; het maatschappelijk euvel heeft in de eerste plaats een andere be strijding noodig. De Chineesche winkel, de instelling van den Chineeschen tusschenhandel, staat zelden op zich zelf. De toko (in de buiten gewesten is de naam „kedei" gangbaar) is er gewoonlijk één in een heele rij, die met de tegenover gelegen rij een marktstraat vormt. Die marktstraat wordt in menig buitengewest beschouwd als de pasar, de markt. In Atjeh b.v. vindt men geen marktpleinen en de „kedei" is daar de markt. Bedenkt men nu, dat die toko's of kedei's doorgaans uit hout zijn opgetrok ken, dat het evenals in de achter liggende verblijven rommelig is en opgepropt met goederen, dan wordt het duidelijk hoe weinig er noodig is om een klein vuur tot snelle uitbreiding te brengen, hoe gemak kelijk zich het vuur meedeelt aan de be lendende perceelen. In een paar uur kan de heele markt, de pasar, de winkelbuurt in de asch zijn gelegd. Op kleine plaatsen bestaat geen brandweer, op de meeste andere is zij gebrekkig. In verbetering van brandweer moet men de bestrijding van het euvel van den pasar- of kedeibrand niet zoeken. Waarin dan wel? In zeer vele gevallen bestaat de verden king, dat de brand een moedwillige was en in heel enkele wordt de moedwil bewezen. Dadelijk dient er bij te worden opgemerkt, dat de winkelbrand ook dikwijls door een ongeluk wordt veroorzaakt. Zoo is onlangs in het plaatsje Kolonedale (oostkust van Celebes) brand geweest, waarbij 14 toko's werden vernield, benevens een aantal wo ningen. De schade was niet door verzeke ring gedekt. Maar in de gevallen, dat er wel een verzekering is, een ruime, wordt gewoonlijk het vermoeden gewekt, dat aanstichting de oorzaak was. Het gezegde „door den brand uit den brand" hoort men in Indië vaak ten opzichte van den Chi neeschen winkelier. In de verzekering tegen brand zal derhalve het euvel zijn te bestrijden. Maar het verzekeren is niet te verbieden en het is zelfs moeilijk daarom trent tot een zekere regeling te komen. Omtrent de gedragslijn van de agenten van maatschappijen voor brandverzekering kan ik geen meedeelingen doen. Aanne melijk is het niet, dat de groote maat schappijen haar agenten niet de uiterste omzichtigheid zouden opleggen. Intusschen wil ik wijzen op den toestand te Bandjermasin, een hoofdplaats met zeer grooten Chineeschen handel, berucht om de veelvuldigheid van den pasarbrand. Een van de Europeesche handelshuizen, die leveren aan de Chineesche handelaren heeft daar een winkelbuurt gebouwd en heeft de verzekering zelf ter hand geno men. Het huis levert alleen aan de han delaren van dié buurt op crediet en gaat daarin zoo ver als het op grond van zijn kennis van zaken meent te kunnen gaan. Opmerkelijk is wel, dat in die buurt zel den of nooit brand voorkomt, terwijl daar buiten het vuur haast niet van de lucht is. Ziedaar een aanwijzing, maar het is de vraag, of de groothandel op die wijze alge meen zou kunnen werken. De wedijver in den groothandel is niet weg te nemen en de Chineesche winkelier wordt door de rei zigers van vele huizen bestormd met aan biedingen. Eenvoudig afslaan valt hem in sommige gevallen heel moeilijk en hij gaat dan maar over tot bestelling, bedenkend dat als uiterste redmiddel uit zijn moeilijk heden de brand of het bankroet kan dienen. Het Chineesche bankroet is even berucht als de brand en er zijn kapitalen mee ver loren gegaan. In 1907 is de groote verbete ring gekomen, dat het Europeesch burger lijk en handelsrecht goeddeels ook voor Chineezen geldt. Toch is het in menig ge val heel moeilijk den schuldig gebleven Chinees te achterhalen, omdat hij vaak deel vormt van een „kongsi" een soort handelsvennootschap. De kongsi wordt door het Wetboek van Koophandel voor N.I. erkend, mits zij is ingeschreven ter griffie van den raad van justitie. Dan kunnen de rechten en plichten van de deelnemers zijn geregeld en beschreven. Is de kongsi niet ingeschreven, dan is om trent de leden, hun rechten en plichten niets bekend en als de kongsi fout gaat, is vaak niet met stelligheid uit te maken, wie aansprakelijk zijn. De kongsi heeft een naam, de leden hebben andere namen en als de schuldeischer van een bankroete kongsi niet kan bewijzen, dat deze of gene Chinees lid is, valt er op hem niets te ver halen. Een kongsi kan zuiver een verdicht sel zijn, een naam, waarachter de ware deelnemers schuil blijven. Men voelt dus wel dat er in de verhou ding van groothandel tot tusschenhandel lastige en gevaarlijke punten zijn. waar aan een gewestelijk hoofd niet zoo maar een eind kan brengen. Ook de regeering niet, de verzekeringsmaatschappij niet, de groothandel niet. Een genezing kan alleen worden beproefd met kans op goede uit komst door allen te zamen en in die samenwerking zal de handel zelf de groote factor moeten zijn. En nu is de vrees ge wettigd, dat juist de groothandel er maar liever niet aan werkt, vrij willende blijven elk in zijn eigen handelingen, voorzichtig op eigen manier en eigen tijdstip. Ten slotte wensch ik op de veelvuldigheid van de branden in Chineesche winkelbuurten op de buitengewesten nog even terug te komen. In geen dier gewesten is de brand zóó herhaald als in Oostkust van Sumatra, bijna methodisch heeft hij zich in de bin nenplaatsen voorgedaan. De gedachte moet wel opkomen, dat hier mogelijk een bijzonder opzet aanwezig was (en is) en dat politieke roerselen daarbij in het spel waren. Dc werkzaamheid van een nihilis tische politiek is in Oostkust van Sumatra op de ondernemingen gebleken; waarom zou zij niet eveneens rondgaan op de pasars van het binnenland? DENGAN HORMAT. Strijd achter de coulissen. Een betrekkelijk felle strijd heeft zich weer eens achter de coulissen der groote politiek afgespeeld en voor de zooveelste maal is Frankrijk daarbij de partij ge weest, die het meeste voordeel heeft we ten te behalen. Dit tengevolge van een minder gelukkige geste der Duitsche lei ders, die eenigszins in tijdnood niet de goede zet op het schaakbord wisten te doen. Maar verklaren wij ons nader. Onverwacht werd het bericht de wereld ingeslingerd, dat de Engelsche ministers Mc Donald en Henderson hun Duitsche collega's Brüning en Curtius hadden uit- genoodigd tot een bezoek aan Engeland, meer speciaal tot het doorbrengen van een week-end op het buitengoed der En gelsche premiers Chequers. Aanvankelijk heette het, dat ook Briand en Grandi gevraagd waren en zelfs was een mo ment sprake van een overkomst van Mus solini! Misschien is er een kort oogenblik inderdaad de gedachte aan zoo'n vier voudige conferentie geweest, doch dan ook slechts heel kort, want weldra werd officieel medegedeeld, dat de uitnoodiging alleen de Duitschers gold. In de Duitsche pers vond deze uitnoodiging, begrijpelij kerwijs, een zeer warm onthaal; volkomen terecht zag men in deze ongedwongen gedachtenwisseling op een fraai buiten, uit de sleur der gewone politieke verhou dingen, de mogelijkheid van een toenade ring, minstens, zacht uitgedrukt, van een beter begrijpen. Hetgeen met de bijeen komst van den Volkenbondsraad in zicht voor het Duitsche standpunt een niet te miskennen voordeel zou kunnen zijn. Denk b.v. aan de tolunle tusschen Duitschland en Oostenrijk, die Frankrijk altijd nog op eenigerlei wijze te niet wil doen, al dringt langzamerhand tot Marianne zelfs door de waarschijnlijkheid, dat er wettig, dus juridisch, niet veel tegen zal zijn aan te voeren. En zoo zijn er nog meer punten, die te Genève zullen worden aangesneden. In Frankrijk riep de pers ach en wee! De Engelsche houding inzake genoemde tolunie was toch al verdacht naar Fran- sche smaak en nu dit er nog overheen; dat deed de deur dicht! De zuiver nationalis tische pers meende al niet meer of min der dan dat Engeland Frankrijk in den steek liet enz. en men kent den bitteren toon, die daarbij gebruikt pleegt te wor den. Ontegenzeggelijk heeft dit den Fran- schen in Brittannie geen goed gedaan; zelfs het regeeringsblad, de Daily Herald, heeft dit onomwonden naar voren doen komen. De datum van het bezoek was evenwel niet terstond bepaald en treuzelen heeft den Duitschers roet in het eten gegooid. In plaats van iederen datum terstond te aanvaarden, hebben zij daarover van ge dachten gewisseld en dat is hun noodlot tig geworden! In Engeland, waar men den Franschen toorn zocht te doen bedaren, daar het niet in de bedoeling lag om het zoo klakkeloos over een andere boeg te werpen, is deze gelegenheid met beide handen aangegrepen om uit te stellen en dientengevolge Is de datum voor het be zoek der Duitschers aan Engeland nu na der vastgesteld op begin Junials de Volkenbondsraadszitting heeft plaats ge vonden Dat ontneemt aan dit bezoek wel niet alle waarde, doch het groote gevaar is voor Frankrijk nu toch terzijde gesteld, n.l. dat Duitschland en Engeland te Genève samen zouden optrekken. In Frankrijk wordt daarom een zucht van verlichting geslaakt en is men thans te vreden, al zag men uit den aard der zaak het liefst, dat het bezoek heelemaal was verwezen naar onbestemde tijdsduur. In Duitschland tracht men zich groot te hou den, maar de beteekenis van het uitstel wordt daar toch wel gevoeld. Troost wordt gezocht in de gedachte, dat er na de eerst volgende bijeenkomst, van den Volken bondsraad nog wel andere zullen volgen en van Duitsche zijde mag men dus te 1 Genève een politiek van „niet te hard van stapel loopen" verwachten! Zooals gezegd, zal Frankrijk zijn uiterste best doen om de Duitsch-Oostenrijksche tol-unie te voorkomen. Aan Briand wor den daaromtrent nieuwe plannen toege dacht, doch van welken aard deze zijn, is een geheim! Verder blijkt uit enkele losse uitlatingen en duidelijker uit een rede van den Franschen president Dou- mergue, die men wel als zijn politiek tes tament wil beschouwen, dat van Fran- sehe zijde inzake de ontwapening het been stijf zal worden gehouden, zooals men dat noemt. Ook tegenover Engeland, want de Fransche pers heeft in haar veront waardiging over de Engelsche houding te genover Duitschland tegelijkertijd ver klapt, dat Henderson als voorzitter van de komende ontwapeningsconferentie niet zal worden aanvaard! Als tastbaar blijk van de Fransche ongeneigdheid om voor eerst verder op den weg der ontwapening voort te gaan. is te wijzen op het vast- loopen bij de uitwerking van het vlootac- coord tusschen Frankrijk, Italië en Enge land, hetgeen algemeen op Fransche re kening wordt geschoven, doordat men daar ven enkel- concessie meer wil doen. Jak. '-.>*■• Doumergue. Boven spraken wij van het testament van den Franschen president; dit, omdat Doumergue aan het eind van zijn 7-jarige periode is gekomen en heengaat. Hij be ëindigt zijn bewind met een bezoek aan Tunis, waar herdacht zal worden het feit, dat dit Afrikaansche gebied 50 jaren on der Fransche heersfchappij staat, ongetwij feld tot zegen van de ontwikkeling van dit oude roofnest. Wie zijn opvolger zal zijn, ligt nog in het duister, maar, gelijk wij voorzagen. Briand niet, die voor een candidatuur heeft bedankt en zich niet wil laten „opbergen" op Frankrijk's offi cieel hoogsten post. waar echter in de practijk weinig te leiden valt. Overigens heeft de scheidende week geen direct groote dingen opgeleverd, al zijn toch een paar gebeurlijkheden nog wel vermeldenswaardig. In Roemenië is het kabinet Mironescu afgetreden en heeft Titulescu de opdracht om een concentra tie-ministerie te vormen uit alle partijen aanvaard. Of hij zal slagen schijnt in hoofdzaak van den leider der Boerenpartij Maniu af te hangen, over wiens houding nog niets bekend is. Vermoedelijk zal ech ter, hoe het ook loopt, het parlement ont bonden worden. In Portugal is het weer eens onrustig; het eerst is de opstand uit gebroken op het eiland Madeira, maar deze heeft zich voortgeplant tot het eigen land. Waar een scherpe censuur is inge steld, is de toestand moeilijk te beoor- deelen. Tenslotte zij nog even gewezen op de nederlaag van den burgemeester van het misdadigers „dorado" Chicago Big Bill Thompson. Zijn tegenstander Cermak heeft de overwinning behaald en van hem wordt nu verwacht een afdoende reiniging van den Augias-stal van corruptie en mis daad. Het is een zware taak.... RECLAME. 4762 (Van onzen New Yorkschen correspondent. TOENEMENDE ONTDUIKING VAN HET DRANKVERBOD. Een heele pagina advertentie in alle groote bladen had de Vino-Glo, Ltd. uit Californië er voor over! Het is dan ook wel de moeite waard. Geconcentreerd druivennat in vaten van verschillende grootte, dat absoluut alcoholvrij is, het product van de Californische druiven- kweekers. die een niet onaanzienlijke re- geeringssubsidie hebben genoten om het zoover te brengen, is deze luid aangekon digde Vino-Glo, die in allerlei smaken en merken, zooals Bourgogne, Tokayer, Port e.d. te krijgen is. Sinds de instelling van de drooglegging is de fabricage van alco holvrije dranken van hoogerhand sterk aangemoedigd, ofschoon dat niet eens noodig was. De kweekerii van sinaasappe len en citroenen in Californië en Florida heeft in de laatste tien jaar een vlucht genomen als nooit vóór de drooglegging zou zijn gebeurd. Vino-Glo heeft zich sinds een jaar verzekerd van de juridi sche medewerking van een der hoogste federale rechterlijke ambtenaren, die een tijd vrijwel het oppertoezicht op de droog, legging van uit Washington had. Het kleinste vat Vino-Glo kost nog ruim 16 dollar, maar er is nu zulk een voorraad in Californië, dat men zijn bestelling bij eiken kruidenier of apotheek kan opgeven en zijn alcoholvrije Tokayer of Roode Port inslaan. Het is volkomen binnen de wet, staat er met groote letters in de adverten tie te lezen en niemand zal er aan twijfe len. Er zit echter een adder onder het gras, die voor geheelonthouders minstens het uiterlijk van een monsterlijken draak aanneemt. Wat wil het geval? Het Is een gretig doorgegeven geheimpje, dat de ge concentreerde grape juice" van Vino-Glo zeer wel als een onschuldige limonade ge dronken kan worden, mits men maar da delijk 't vat aanbreekt. Laat 't liever niet 2 a3 maanden ongeopend staan, want dan heeft er een inwendige beroering plaats gehad, die het tot een buitengewoon kop pig drankje heeft gemaakt. En alles vol gens de wet: aanmaak, verkoop, koop en consumptie en toch deugt het weer niet! De belangstelling in Vino-Glo schijnt groot, heel groot te zijn! En anderen hebben hetzelfde aardigheid je ontdekt. In een nogal chique New Yorksch weekblad trekken drie adverten ties dezen keer mijn aandacht. De eerste is van 'n handelaar engros hier ter stede die onder het merk Vintners Concentrated Grapes o.a. champagne in den omloop brengt, precies volgens het Vino-Glo re cept: niet aankomen en stil afwachten! Ik veroorloof mij den aanhef van zijn ad vertentie woordelijk te vertalen: De mode vraagt om een champagne cocktail en voor het eerst gaat de mode samen met gezond verstand en goeden smaak. Cock tails van twijfelachtige ingrediënten, die iemand den trap van een muilezel toe dienen en flauwtjes naar medicijn sma ken, worden niet langer meer aangeboden door een gastheer, die weet hoe het hoort. De champagne cocktail wordt nu be schouwd.... enz." En verderop deze twee perfide zinnetjes: „Vintners Concentrated Grapes worden verkocht met toestemming van alle droge Staats- en Federale wetten. Het duurt veertien weken van de druif tot den volmaakten drank." Wat die laat ste zin nu beteekent, weten we! De twee de advertentie is betrekkelijk onschuldig en zelfs heel begrijpelijk, maar is bij mijn weten toch nog nooit eerder voorgeko men. De groote French Line, de Fransche maatschappij, die met haar zeekasteelen als de .Paris", de „Ile de France", en een reeks kleinere tusschen le Havre en New York vaart en zeker het leeuwendeel der Amerikaansche toeristen vervoert, adver teert ditmaal niet, gelijk vroeger gebeur de, over de Parijsche atmosfeer aan boord, de voortreffelijke keuken en dergelijke aantrekkelijkheden boven andere Euro peesche booten. Ditmaal barst de French' Line in een lofzang uit over dien lang vergeten restaurant- en hotelbediende, den sommelier. Ruim tien jaar is het vak van wijnkellner in Amerika in ongenade en kent de jeugd hem alleen uit boeken of eigen reisondervindingen. Maar hij be staat op de Fransche schepen en hij is een merkwaardig onderwerp voor reclame nu het dezer dagen in den familiekring van Oom Sam tot open verzet is gekomen, hoe lang de droge schijnvertooning nog moet duren. De derde advertentie past zich wonder wel bij de eerste aan en zal denkelijk ook een blijver worden. Hierin wordt reclame gemaakt voor 'n wonderdrankje, dat den naam Pix-Up draagt of een vereenvou digde spelling van „picks up". Vertaald Wil dit zeggen: (hij of zij) wordt beter, wordt de oude. „Pix-Up is een nieuwe on schadelijke medicijn, waaraan men niet verslaafd raakt en die bestemd is om den kater van den volgenden morgen te ver jagen. Pix-Up is het kant en klaar ge maakte receptje van een practiseerenden medicus". Het bijbehoorende plaatje ver toont een fuifnummer in bed, die zich door den butler een glas van dezen levens- opwekker laat geven. En bij het doorbla deren van de pagina advertenties van' amusementen, hotels e.d. vind ik zoo waar nog een vierde en wel die van de Village Barn, 52 West 8th Street dat is te zeggen in Greenwich Village, het New Yorksche Montmartre waar platteland- sche maaltijden worden aangeboden en na afloop „boerendansen, cider en van alles tot de nachtklok klinkt". Ik had nog nooit van deze Dorps Schuur gehoord en weet evenmin of deze advertentie minder waar is dan ze klinkt, maar cider en van alles" komt mij heel verdacht voor. Cider is een andere alcoholvrije drank, die rond Kerstmis met tonnen vol te krijgen is en de voor Volstead zoo onbeleefde eigen schap heeft om te gaan gisten en minder onschuldig te worden. En juist het platte land is, zooals ik bij ondervinding weet, in het bezit van alles, dat Moeder Natuur met volle handen geeft en zelf nog mee helpt om het te laten gisten. Het eenige onderscheid zit daarin, dat de man in de stad de druiven met kisten tegelijk aan schaft en de man van buiten ze met man den vol plukt, maar naar de uiteindelijke bestemming hoeft men niet te raden. Men moet ziende blind en hoorende doof zijn om den stijgenden vloed ontduikingen van de droge wet niet gewaar te worden. En de fout schuilt alleen hierin, dat de wet niet streng genoeg is, iets waarover de waarachtige geheelonthouders het langzamerhand eens zijn geworden en wie weet, welke strengere bepalingen ons nog wachten. Want er is volgens mij geen quaestie van, dat de drooglegging in de eerste jaren herroepen zal worden. Een punt in de droge wet, waarover lang ge vochten is destijds en dat ten slotte niet geformuleerd werd, was het strafbaar stellen van koopen van sterken drank en het maken voor eigen gebruik. De wet be paalt uitdrukkelijk als strafbaar het in bezit hebben met het doel te verkoopen of het verkoopen zelf. Waarom de man, die van de gelegenheid gebruik maakt niet even strafbaar is als de man, die de ge legenheid geeft, is natuurlijk een van de fijne schakeeringen, waarbij de wet te ver in de persoonlijke vrijheid doordringt. En dat is precies hetzelfde geval met 't brouwen van bier of wijn, terwijl men dan niet eens moet denken aan de on mogelijkheid om dat te controleeren. En toch dien ik waarheidshalve mee te deelen dat vooraanstaande geheelonthouders werkelijk zoo ver willen gaan met beide Naar het Engelsch van LEO WALMSLEY. 32 Ik haatte haar! Hoe had ik me ooit kunnen verbeelden dat ik verliefd op haar was? Op haar, die de schuld van al deze misère was! Waarachtig, de dokter had gelijk. Als de sexe-quaestie een woordje mee ging spreken, ging je eerge voel op den loop. Om bij mezelf te blijven. Ik had gedacht dat ikneen, niet voor vrouwen maar voor vrouwentrucs im muun was. En ziedaar, bij de eerste de beste gelegenheid liep ik in de val! 't Leek wel of Timms nooit terugkwam. Ik liep dwars het plateau over en keek uit. De lagune lag blank en effen onder de felle middagzon, het dek van motorboot en dhow waren verlaten. Terwijl ik nog stond te kijken trilde ik opeens. Ik had het koud ondanks de hitte. Ik knoopte mijn Jas tot aan den hals dicht en keerde me om Die sensatie kende ik maar al te goed. 't Zou te mooi geweest zijn, als ik na mijn avonturen met de kano en mijn urenlang staan in de gloeiende zon een koortsaan val vrij gezwaaid was. Ik nam een dosis kinine en probeerde afleiding in kamp bezigheden te vinden. Maar het gevoel van loomheid, dat met zulke koortsaan vallen gepaard gaat, won het. Ten einde raad ging ik naast het bed van den dokter zitten, sloeg een deken om mijn schouders en wachtte af Pas om half zes verscheen Timms. „Hallo!" riep hij, toen hij mij zag. „Wat hebben we nou! Toch niet ziek? 'n Mooie boel.... hoe is dat ineens ge komen?" Ik vertelde hem, wat ik zelf van mijn geval dacht. Hij condoleerde me met den pech. dien ik had en schreef als medica ment heete whisky en onder de wol blij ven voor. Ik voelde me te ziek om tegen te strib belen. En dus liet ik het gelaten toe, dat hij me uitkleedde en me werkelijk als een kleine jongen in bed stopte. Daarna dronk ik gehoorzaam de heete melk met een scheut whisky, die hij me bracht, op, liet me achterover vallen en begon hem uit te vragen. „Hoe was het op de motorboottoen je wegging?" ..O, goed". Hij ging er op zijn gemak bij zitten en begon te vertellen, ,,'t Is net ge gaan zooals ik gedacht had. Henry is weer heelemaal in orde. Eerst was het nog zoo zoo. Bij zijn wakker-worden was-ie huile rigdat heb je met die groote sterke kerels altijd. Wou zijn mammie hebben, en toen mammie niet kwam, vroeg-ie, bij wijze van surrogaat, om het juffie, zooge naamd om der te zeggen hoe 'n spijt ie had en der te vragen of ze asjeblieft niet meer boos wou zijn. Nou, ik haalde d'r na tuurlijk en toen kregen we een verzoe ningsscène om met een smak van om te vallen. En daarna ging ze met me mee aan dek en gaf me een hand en zei dat ik een edel mensch was, omdat ik haar zoo.. trouw zei-ze, ter zijde had gestaan. Ik dacht, nou zal ze wel zeggen: en wilt u nou niet wat drinken, maar daaraan had ik een strop." Hij slaakte een diepen zucht en smakte een paar maal spijtig met z'n tong. Ik begreep den zachten wenk. ..Ga je gang, kapitein", zei ik met een knik naar de whisky-flesch. „Je hebt het verdiend." Hij greep de flesch en schonk zijn glas meer dan half vol. „Nou, noudat smaakt!" zei hij, ter wijl hij een paar maal genietend na- smakte. En nou. jongmensch, heb ik nog het een en ander te zeggen." Hij ging ver zitten en stal: zijn pijp op. „Van wat ik van je gezien heb en we kenne mekaar nou al een tijdje zou ik zeggen dat je een net-opgevoede jongen bent met een behoorlijke portie gezond verstand. Maar waaraan het je ontbreekt en dat moet je me niet kwalijk nemen, maar ik ben der niet an gewend om me meening onder stoelen en banken te steken waaran het je ontbreekt is ondervinding wat de andere, de zwakkere sekse betreft. Zoo gauw der sprake is van: vrouw voor uit. dan ben je je stuur kwijtdan draai je als een tol in 't ronddan ga je op een gegeven oogenblik met volle kracht achteruit dan laveer je, terwijl je de wind mee heb.... in het kort. dan bereik je niks. En daarom zeg ik: doe het in het vervolg niet meer alleenigneem een loods aan boordeen die onder vinding heb van de gevaren, die zoo'n nieuweling op de zeeën van de liefde drei genNeem mijn!!!" Hij gaf zich bij dat laatste woord met zijn vlakke hand een slag op zijn knie en keek me met zijn kleine blauwe oogjes oolijk aan. „Ga voort, kapitein", zei ik. „Neem geen blad voor je mond. Ik ben op het ergste voorbereid." Ik begreep waar hij op af stuurde. Maar de werking van de kinine begon zich te doen gevoelen. Mijn hoofd duizelde het suizen in mijn ooren ging nog steeds cres cendo. En dus besloot ik hem maar te la ten praten; tot argumenteeren was ik toch niet in staat. „Vrouwen", ging hij voort, „zijn eigen aardige wezens Als je geen malheur wil maken, mot je net zooveel verstand van ze hebben als van de stoom een stuurman van een groote zeilschuit. „En dat heb jij?" „Ja...." „Zooveel gezeild?" „Zooveel! Zooveel! Genoeg om ze wat hun foefjes en trucjes betreft door te hebben Half in den doezel wachtte ik af. „En die daarging hij na een paar oogenblikken van zwijgen met een knik in de richting van de dhow en de M. L. voortis de mooiste en best gebouwde schuit die ik ooit onder mijn oogen gekre gen heb. Een schuit waar elke schipper, de beste niet uitgezonderd, trotsch op zou mogen zijn, als-ie 't commando d'r over kreeg. Ennou komt 't mij zoo voor, dat die schuit best een schipper zou kenne gebruiken en 'em graag zou hebben ook". Hij gaf me een knipoogje en grinnikte voldaan, blij met zijn mooie vergelijking. „Maar je hadt het over loodsen niet over schippers", herinnerde ik hem. „Da's waar", stemde hij toe. „Maar daar kom ik straks an. Wat ik eerst zeggen wou is dit. Dat schuitje is op het oogenblik leelijk aan het scharrelen tusschen de klippen. Eenmaal is volle zee zou ik wel weten wie ik schipper maken zou. Een flinke jonge kerel, die er vol moed op uit zou trekken en die niet bang voor zoo nu en dan een flinke storm zou zijn.Maar zooals het nou is tusschen die klippen en met een gevaarlijke doorgang hier en een gevaarlijke doorgang daarnee, daar mot niet hij, maar de loods het com mando hebben de loods die het klappen van de zweep van zulk soort dingen kent." „En Durban dan?" herinnerde ik hem, en dat schuitje daar, waarvan jij het anker gelicht heb „Dat was geen behoorlijk schip.... dat was een kolenschuit", gaf hij gepiqueerd ten antwoord, „een viezige-aftandsche ko lenschuit Ik heb het nou over van die zeilscheeples, van die kleine slanke din getjes. waar je voor je plezier naar kijkt.. Of als uwé liever geen beeldenspraak hoortik heb het nou over het juffie van de M. LSinds gisteren heb ik nogal veel an der gedochtHij klopte zijn pijp uit en blies haar, viezig-sputte- rend. schoon. „Daarin sta je niet alleen", zei ik, voor iemand met zoo'n suf hoofd als ik, tame lijk ad-rem. „Dat heb ik gemerkt. Maar het is te be grijpen. Zoo n mooi meissie als dat maakt iederen man aan de gang tenminste een man met oogen in zijn kopMaar daar gaat het nou niet om. Der zijn andere din gen, dingen waarvoor je in het kraaien nest mot zitten om ze goed te zien. En dat heb kapitein Timms nou juist gedaan. Die is naar boven geklommen en heb de om trek verkend." Een pijnlijk kreunen in de tent maakte een eind aan die fraaie alleenspraak. Timms stond op en dook naar binnen. Geen twintig tellen daarna was hij weer terug. „Hij ziet er belabberd uit", vertelde hij met een meewarig gezicht. „Als daar geen verandering in komt, dan weet ik nog niet hoe dat afloopt." Ik gooide de deken van me af en ging overeind zitten. Het volgende oogenblik echter werd ik weer met dezelfde vaart achterover geduwd. „Asjeblieft! Gemak houën!" beval mijn verpleger me „Je ken toch niks doen. En ik bedank voor het genoegen om jullie met z'n tweeën over dooie hoofden te hooren doorzeuren. Voor deze eene keer doe je wat ik je zeg en daarmee basta. Stil liggen blijven en luisteren, dat is het parool. De laatste vijf minuten heb ik me uitgesloofd om je duidelijk te maken wat ik van het kraaiennest uit gezien hebNou zal ik het in gewone mensche-taal nogeens her halen. Dat was heuglijk nieuws. Ik knikte te vreden. Wordt vervolgd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1931 | | pagina 9