DE GEZONKEN SCHATT
72ste Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 11 Aprü 1931 Derde Blad No. 21798
INDIE IN ONS MIDDEN.
GI Buitenï. Weekoverzicht.
AMERIKAANSGHE NOTITIES
FEUILLETON.
Chineesch bankroet en winkelbrand.
Het bekende euvel, de periodieke ver
schijning van den tokobrand bij Chinee-
zen, heett zich naar mijn weten nooit zoo
hevig voorgedaan als m den jongsten tijd.
Brand en bankroet zijn steeds de leelijkste
vlekken geweest in den voor Indië even
nuttigen als onmisbaren tusschenhandel
van Chineezen. Zijn die vlekken er geheel
of gedeeltelijk uit weg te wrijven? Enkele
dagen geleden was er een telegrafisch be
richt. dat de gouverneur van Oostkust van
Sumatra de brandvlek onder handen wil
nemen, en in zijn gewest is dat ook wel
bijzonder noodzakelijk. Met verbetering
van de brandweermiddelen zal men niet
ver komen; het maatschappelijk euvel
heeft in de eerste plaats een andere be
strijding noodig.
De Chineesche winkel, de instelling van
den Chineeschen tusschenhandel, staat
zelden op zich zelf. De toko (in de buiten
gewesten is de naam „kedei" gangbaar) is
er gewoonlijk één in een heele rij, die met
de tegenover gelegen rij een marktstraat
vormt. Die marktstraat wordt in menig
buitengewest beschouwd als de pasar, de
markt. In Atjeh b.v. vindt men geen
marktpleinen en de „kedei" is daar de
markt. Bedenkt men nu, dat die toko's of
kedei's doorgaans uit hout zijn opgetrok
ken, dat het evenals in de achter liggende
verblijven rommelig is en opgepropt met
goederen, dan wordt het duidelijk hoe
weinig er noodig is om een klein vuur tot
snelle uitbreiding te brengen, hoe gemak
kelijk zich het vuur meedeelt aan de be
lendende perceelen. In een paar uur kan
de heele markt, de pasar, de winkelbuurt
in de asch zijn gelegd. Op kleine plaatsen
bestaat geen brandweer, op de meeste
andere is zij gebrekkig. In verbetering van
brandweer moet men de bestrijding van
het euvel van den pasar- of kedeibrand
niet zoeken. Waarin dan wel?
In zeer vele gevallen bestaat de verden
king, dat de brand een moedwillige was en
in heel enkele wordt de moedwil bewezen.
Dadelijk dient er bij te worden opgemerkt,
dat de winkelbrand ook dikwijls door een
ongeluk wordt veroorzaakt. Zoo is onlangs
in het plaatsje Kolonedale (oostkust van
Celebes) brand geweest, waarbij 14 toko's
werden vernield, benevens een aantal wo
ningen. De schade was niet door verzeke
ring gedekt. Maar in de gevallen, dat er
wel een verzekering is, een ruime, wordt
gewoonlijk het vermoeden gewekt, dat
aanstichting de oorzaak was. Het gezegde
„door den brand uit den brand" hoort men
in Indië vaak ten opzichte van den Chi
neeschen winkelier. In de verzekering
tegen brand zal derhalve het euvel zijn te
bestrijden. Maar het verzekeren is niet te
verbieden en het is zelfs moeilijk daarom
trent tot een zekere regeling te komen.
Omtrent de gedragslijn van de agenten
van maatschappijen voor brandverzekering
kan ik geen meedeelingen doen. Aanne
melijk is het niet, dat de groote maat
schappijen haar agenten niet de uiterste
omzichtigheid zouden opleggen.
Intusschen wil ik wijzen op den toestand
te Bandjermasin, een hoofdplaats met zeer
grooten Chineeschen handel, berucht om
de veelvuldigheid van den pasarbrand. Een
van de Europeesche handelshuizen, die
leveren aan de Chineesche handelaren
heeft daar een winkelbuurt gebouwd en
heeft de verzekering zelf ter hand geno
men. Het huis levert alleen aan de han
delaren van dié buurt op crediet en gaat
daarin zoo ver als het op grond van zijn
kennis van zaken meent te kunnen gaan.
Opmerkelijk is wel, dat in die buurt zel
den of nooit brand voorkomt, terwijl daar
buiten het vuur haast niet van de lucht
is. Ziedaar een aanwijzing, maar het is de
vraag, of de groothandel op die wijze alge
meen zou kunnen werken. De wedijver in
den groothandel is niet weg te nemen en
de Chineesche winkelier wordt door de rei
zigers van vele huizen bestormd met aan
biedingen. Eenvoudig afslaan valt hem in
sommige gevallen heel moeilijk en hij gaat
dan maar over tot bestelling, bedenkend
dat als uiterste redmiddel uit zijn moeilijk
heden de brand of het bankroet kan
dienen.
Het Chineesche bankroet is even berucht
als de brand en er zijn kapitalen mee ver
loren gegaan. In 1907 is de groote verbete
ring gekomen, dat het Europeesch burger
lijk en handelsrecht goeddeels ook voor
Chineezen geldt. Toch is het in menig ge
val heel moeilijk den schuldig gebleven
Chinees te achterhalen, omdat hij vaak
deel vormt van een „kongsi" een soort
handelsvennootschap. De kongsi wordt
door het Wetboek van Koophandel voor
N.I. erkend, mits zij is ingeschreven ter
griffie van den raad van justitie. Dan
kunnen de rechten en plichten van de
deelnemers zijn geregeld en beschreven. Is
de kongsi niet ingeschreven, dan is om
trent de leden, hun rechten en plichten
niets bekend en als de kongsi fout gaat, is
vaak niet met stelligheid uit te maken,
wie aansprakelijk zijn. De kongsi heeft een
naam, de leden hebben andere namen en
als de schuldeischer van een bankroete
kongsi niet kan bewijzen, dat deze of gene
Chinees lid is, valt er op hem niets te ver
halen. Een kongsi kan zuiver een verdicht
sel zijn, een naam, waarachter de ware
deelnemers schuil blijven.
Men voelt dus wel dat er in de verhou
ding van groothandel tot tusschenhandel
lastige en gevaarlijke punten zijn. waar
aan een gewestelijk hoofd niet zoo maar
een eind kan brengen. Ook de regeering
niet, de verzekeringsmaatschappij niet, de
groothandel niet. Een genezing kan alleen
worden beproefd met kans op goede uit
komst door allen te zamen en in die
samenwerking zal de handel zelf de groote
factor moeten zijn. En nu is de vrees ge
wettigd, dat juist de groothandel er maar
liever niet aan werkt, vrij willende blijven
elk in zijn eigen handelingen, voorzichtig
op eigen manier en eigen tijdstip. Ten
slotte wensch ik op de veelvuldigheid van
de branden in Chineesche winkelbuurten
op de buitengewesten nog even terug te
komen. In geen dier gewesten is de brand
zóó herhaald als in Oostkust van Sumatra,
bijna methodisch heeft hij zich in de bin
nenplaatsen voorgedaan. De gedachte
moet wel opkomen, dat hier mogelijk een
bijzonder opzet aanwezig was (en is) en
dat politieke roerselen daarbij in het spel
waren. Dc werkzaamheid van een nihilis
tische politiek is in Oostkust van Sumatra
op de ondernemingen gebleken; waarom
zou zij niet eveneens rondgaan op de
pasars van het binnenland?
DENGAN HORMAT.
Strijd achter de coulissen.
Een betrekkelijk felle strijd heeft zich
weer eens achter de coulissen der groote
politiek afgespeeld en voor de zooveelste
maal is Frankrijk daarbij de partij ge
weest, die het meeste voordeel heeft we
ten te behalen. Dit tengevolge van een
minder gelukkige geste der Duitsche lei
ders, die eenigszins in tijdnood niet de
goede zet op het schaakbord wisten te
doen. Maar verklaren wij ons nader.
Onverwacht werd het bericht de wereld
ingeslingerd, dat de Engelsche ministers
Mc Donald en Henderson hun Duitsche
collega's Brüning en Curtius hadden uit-
genoodigd tot een bezoek aan Engeland,
meer speciaal tot het doorbrengen van
een week-end op het buitengoed der En
gelsche premiers Chequers. Aanvankelijk
heette het, dat ook Briand en Grandi
gevraagd waren en zelfs was een mo
ment sprake van een overkomst van Mus
solini! Misschien is er een kort oogenblik
inderdaad de gedachte aan zoo'n vier
voudige conferentie geweest, doch dan
ook slechts heel kort, want weldra werd
officieel medegedeeld, dat de uitnoodiging
alleen de Duitschers gold. In de Duitsche
pers vond deze uitnoodiging, begrijpelij
kerwijs, een zeer warm onthaal; volkomen
terecht zag men in deze ongedwongen
gedachtenwisseling op een fraai buiten,
uit de sleur der gewone politieke verhou
dingen, de mogelijkheid van een toenade
ring, minstens, zacht uitgedrukt, van een
beter begrijpen. Hetgeen met de bijeen
komst van den Volkenbondsraad in zicht
voor het Duitsche standpunt een niet te
miskennen voordeel zou kunnen zijn. Denk
b.v. aan de tolunle tusschen Duitschland
en Oostenrijk, die Frankrijk altijd nog op
eenigerlei wijze te niet wil doen, al dringt
langzamerhand tot Marianne zelfs door
de waarschijnlijkheid, dat er wettig, dus
juridisch, niet veel tegen zal zijn aan te
voeren. En zoo zijn er nog meer punten,
die te Genève zullen worden aangesneden.
In Frankrijk riep de pers ach en wee!
De Engelsche houding inzake genoemde
tolunie was toch al verdacht naar Fran-
sche smaak en nu dit er nog overheen; dat
deed de deur dicht! De zuiver nationalis
tische pers meende al niet meer of min
der dan dat Engeland Frankrijk in den
steek liet enz. en men kent den bitteren
toon, die daarbij gebruikt pleegt te wor
den. Ontegenzeggelijk heeft dit den Fran-
schen in Brittannie geen goed gedaan;
zelfs het regeeringsblad, de Daily Herald,
heeft dit onomwonden naar voren doen
komen.
De datum van het bezoek was evenwel
niet terstond bepaald en treuzelen heeft
den Duitschers roet in het eten gegooid.
In plaats van iederen datum terstond te
aanvaarden, hebben zij daarover van ge
dachten gewisseld en dat is hun noodlot
tig geworden! In Engeland, waar men den
Franschen toorn zocht te doen bedaren,
daar het niet in de bedoeling lag om het
zoo klakkeloos over een andere boeg te
werpen, is deze gelegenheid met beide
handen aangegrepen om uit te stellen en
dientengevolge Is de datum voor het be
zoek der Duitschers aan Engeland nu na
der vastgesteld op begin Junials de
Volkenbondsraadszitting heeft plaats ge
vonden Dat ontneemt aan dit bezoek wel
niet alle waarde, doch het groote gevaar is
voor Frankrijk nu toch terzijde gesteld,
n.l. dat Duitschland en Engeland te
Genève samen zouden optrekken. In
Frankrijk wordt daarom een zucht van
verlichting geslaakt en is men thans te
vreden, al zag men uit den aard der zaak
het liefst, dat het bezoek heelemaal was
verwezen naar onbestemde tijdsduur. In
Duitschland tracht men zich groot te hou
den, maar de beteekenis van het uitstel
wordt daar toch wel gevoeld. Troost wordt
gezocht in de gedachte, dat er na de eerst
volgende bijeenkomst, van den Volken
bondsraad nog wel andere zullen volgen
en van Duitsche zijde mag men dus te 1
Genève een politiek van „niet te hard van
stapel loopen" verwachten!
Zooals gezegd, zal Frankrijk zijn uiterste
best doen om de Duitsch-Oostenrijksche
tol-unie te voorkomen. Aan Briand wor
den daaromtrent nieuwe plannen toege
dacht, doch van welken aard deze zijn,
is een geheim! Verder blijkt uit enkele
losse uitlatingen en duidelijker uit een
rede van den Franschen president Dou-
mergue, die men wel als zijn politiek tes
tament wil beschouwen, dat van Fran-
sehe zijde inzake de ontwapening het been
stijf zal worden gehouden, zooals men
dat noemt. Ook tegenover Engeland, want
de Fransche pers heeft in haar veront
waardiging over de Engelsche houding te
genover Duitschland tegelijkertijd ver
klapt, dat Henderson als voorzitter van
de komende ontwapeningsconferentie niet
zal worden aanvaard! Als tastbaar blijk
van de Fransche ongeneigdheid om voor
eerst verder op den weg der ontwapening
voort te gaan. is te wijzen op het vast-
loopen bij de uitwerking van het vlootac-
coord tusschen Frankrijk, Italië en Enge
land, hetgeen algemeen op Fransche re
kening wordt geschoven, doordat men
daar ven enkel- concessie meer wil doen.
Jak. '-.>*■•
Doumergue.
Boven spraken wij van het testament
van den Franschen president; dit, omdat
Doumergue aan het eind van zijn 7-jarige
periode is gekomen en heengaat. Hij be
ëindigt zijn bewind met een bezoek aan
Tunis, waar herdacht zal worden het feit,
dat dit Afrikaansche gebied 50 jaren on
der Fransche heersfchappij staat, ongetwij
feld tot zegen van de ontwikkeling van
dit oude roofnest. Wie zijn opvolger zal
zijn, ligt nog in het duister, maar, gelijk
wij voorzagen. Briand niet, die voor een
candidatuur heeft bedankt en zich niet
wil laten „opbergen" op Frankrijk's offi
cieel hoogsten post. waar echter in de
practijk weinig te leiden valt.
Overigens heeft de scheidende week
geen direct groote dingen opgeleverd, al
zijn toch een paar gebeurlijkheden nog
wel vermeldenswaardig. In Roemenië is
het kabinet Mironescu afgetreden en heeft
Titulescu de opdracht om een concentra
tie-ministerie te vormen uit alle partijen
aanvaard. Of hij zal slagen schijnt in
hoofdzaak van den leider der Boerenpartij
Maniu af te hangen, over wiens houding
nog niets bekend is. Vermoedelijk zal ech
ter, hoe het ook loopt, het parlement ont
bonden worden. In Portugal is het weer
eens onrustig; het eerst is de opstand uit
gebroken op het eiland Madeira, maar
deze heeft zich voortgeplant tot het eigen
land. Waar een scherpe censuur is inge
steld, is de toestand moeilijk te beoor-
deelen.
Tenslotte zij nog even gewezen op de
nederlaag van den burgemeester van het
misdadigers „dorado" Chicago Big Bill
Thompson. Zijn tegenstander Cermak
heeft de overwinning behaald en van hem
wordt nu verwacht een afdoende reiniging
van den Augias-stal van corruptie en mis
daad. Het is een zware taak....
RECLAME.
4762
(Van onzen New Yorkschen
correspondent.
TOENEMENDE ONTDUIKING VAN HET
DRANKVERBOD.
Een heele pagina advertentie in alle
groote bladen had de Vino-Glo, Ltd. uit
Californië er voor over! Het is dan ook
wel de moeite waard. Geconcentreerd
druivennat in vaten van verschillende
grootte, dat absoluut alcoholvrij is, het
product van de Californische druiven-
kweekers. die een niet onaanzienlijke re-
geeringssubsidie hebben genoten om het
zoover te brengen, is deze luid aangekon
digde Vino-Glo, die in allerlei smaken en
merken, zooals Bourgogne, Tokayer, Port
e.d. te krijgen is. Sinds de instelling van
de drooglegging is de fabricage van alco
holvrije dranken van hoogerhand sterk
aangemoedigd, ofschoon dat niet eens
noodig was. De kweekerii van sinaasappe
len en citroenen in Californië en Florida
heeft in de laatste tien jaar een vlucht
genomen als nooit vóór de drooglegging
zou zijn gebeurd. Vino-Glo heeft zich
sinds een jaar verzekerd van de juridi
sche medewerking van een der hoogste
federale rechterlijke ambtenaren, die een
tijd vrijwel het oppertoezicht op de droog,
legging van uit Washington had. Het
kleinste vat Vino-Glo kost nog ruim 16
dollar, maar er is nu zulk een voorraad
in Californië, dat men zijn bestelling bij
eiken kruidenier of apotheek kan opgeven
en zijn alcoholvrije Tokayer of Roode Port
inslaan. Het is volkomen binnen de wet,
staat er met groote letters in de adverten
tie te lezen en niemand zal er aan twijfe
len. Er zit echter een adder onder het
gras, die voor geheelonthouders minstens
het uiterlijk van een monsterlijken draak
aanneemt. Wat wil het geval? Het Is een
gretig doorgegeven geheimpje, dat de ge
concentreerde grape juice" van Vino-Glo
zeer wel als een onschuldige limonade ge
dronken kan worden, mits men maar da
delijk 't vat aanbreekt. Laat 't liever niet
2 a3 maanden ongeopend staan, want dan
heeft er een inwendige beroering plaats
gehad, die het tot een buitengewoon kop
pig drankje heeft gemaakt. En alles vol
gens de wet: aanmaak, verkoop, koop en
consumptie en toch deugt het weer niet!
De belangstelling in Vino-Glo schijnt
groot, heel groot te zijn!
En anderen hebben hetzelfde aardigheid
je ontdekt. In een nogal chique New
Yorksch weekblad trekken drie adverten
ties dezen keer mijn aandacht. De eerste
is van 'n handelaar engros hier ter stede
die onder het merk Vintners Concentrated
Grapes o.a. champagne in den omloop
brengt, precies volgens het Vino-Glo re
cept: niet aankomen en stil afwachten!
Ik veroorloof mij den aanhef van zijn ad
vertentie woordelijk te vertalen: De mode
vraagt om een champagne cocktail en
voor het eerst gaat de mode samen met
gezond verstand en goeden smaak. Cock
tails van twijfelachtige ingrediënten, die
iemand den trap van een muilezel toe
dienen en flauwtjes naar medicijn sma
ken, worden niet langer meer aangeboden
door een gastheer, die weet hoe het hoort.
De champagne cocktail wordt nu be
schouwd.... enz." En verderop deze twee
perfide zinnetjes: „Vintners Concentrated
Grapes worden verkocht met toestemming
van alle droge Staats- en Federale wetten.
Het duurt veertien weken van de druif
tot den volmaakten drank." Wat die laat
ste zin nu beteekent, weten we! De twee
de advertentie is betrekkelijk onschuldig
en zelfs heel begrijpelijk, maar is bij mijn
weten toch nog nooit eerder voorgeko
men. De groote French Line, de Fransche
maatschappij, die met haar zeekasteelen
als de .Paris", de „Ile de France", en een
reeks kleinere tusschen le Havre en New
York vaart en zeker het leeuwendeel der
Amerikaansche toeristen vervoert, adver
teert ditmaal niet, gelijk vroeger gebeur
de, over de Parijsche atmosfeer aan boord,
de voortreffelijke keuken en dergelijke
aantrekkelijkheden boven andere Euro
peesche booten. Ditmaal barst de French'
Line in een lofzang uit over dien lang
vergeten restaurant- en hotelbediende,
den sommelier. Ruim tien jaar is het vak
van wijnkellner in Amerika in ongenade
en kent de jeugd hem alleen uit boeken
of eigen reisondervindingen. Maar hij be
staat op de Fransche schepen en hij is
een merkwaardig onderwerp voor reclame
nu het dezer dagen in den familiekring
van Oom Sam tot open verzet is gekomen,
hoe lang de droge schijnvertooning nog
moet duren.
De derde advertentie past zich wonder
wel bij de eerste aan en zal denkelijk ook
een blijver worden. Hierin wordt reclame
gemaakt voor 'n wonderdrankje, dat den
naam Pix-Up draagt of een vereenvou
digde spelling van „picks up". Vertaald
Wil dit zeggen: (hij of zij) wordt beter,
wordt de oude. „Pix-Up is een nieuwe on
schadelijke medicijn, waaraan men niet
verslaafd raakt en die bestemd is om den
kater van den volgenden morgen te ver
jagen. Pix-Up is het kant en klaar ge
maakte receptje van een practiseerenden
medicus". Het bijbehoorende plaatje ver
toont een fuifnummer in bed, die zich
door den butler een glas van dezen levens-
opwekker laat geven. En bij het doorbla
deren van de pagina advertenties van'
amusementen, hotels e.d. vind ik zoo waar
nog een vierde en wel die van de Village
Barn, 52 West 8th Street dat is te
zeggen in Greenwich Village, het New
Yorksche Montmartre waar platteland-
sche maaltijden worden aangeboden en
na afloop „boerendansen, cider en van
alles tot de nachtklok klinkt". Ik had nog
nooit van deze Dorps Schuur gehoord en
weet evenmin of deze advertentie minder
waar is dan ze klinkt, maar cider en van
alles" komt mij heel verdacht voor. Cider
is een andere alcoholvrije drank, die rond
Kerstmis met tonnen vol te krijgen is en
de voor Volstead zoo onbeleefde eigen
schap heeft om te gaan gisten en minder
onschuldig te worden. En juist het platte
land is, zooals ik bij ondervinding weet,
in het bezit van alles, dat Moeder Natuur
met volle handen geeft en zelf nog mee
helpt om het te laten gisten. Het eenige
onderscheid zit daarin, dat de man in de
stad de druiven met kisten tegelijk aan
schaft en de man van buiten ze met man
den vol plukt, maar naar de uiteindelijke
bestemming hoeft men niet te raden.
Men moet ziende blind en hoorende doof
zijn om den stijgenden vloed ontduikingen
van de droge wet niet gewaar te worden.
En de fout schuilt alleen hierin, dat de
wet niet streng genoeg is, iets waarover
de waarachtige geheelonthouders het
langzamerhand eens zijn geworden en wie
weet, welke strengere bepalingen ons nog
wachten. Want er is volgens mij geen
quaestie van, dat de drooglegging in de
eerste jaren herroepen zal worden. Een
punt in de droge wet, waarover lang ge
vochten is destijds en dat ten slotte niet
geformuleerd werd, was het strafbaar
stellen van koopen van sterken drank en
het maken voor eigen gebruik. De wet be
paalt uitdrukkelijk als strafbaar het in
bezit hebben met het doel te verkoopen
of het verkoopen zelf. Waarom de man,
die van de gelegenheid gebruik maakt niet
even strafbaar is als de man, die de ge
legenheid geeft, is natuurlijk een van de
fijne schakeeringen, waarbij de wet te
ver in de persoonlijke vrijheid doordringt.
En dat is precies hetzelfde geval met 't
brouwen van bier of wijn, terwijl men
dan niet eens moet denken aan de on
mogelijkheid om dat te controleeren. En
toch dien ik waarheidshalve mee te deelen
dat vooraanstaande geheelonthouders
werkelijk zoo ver willen gaan met beide
Naar het Engelsch van LEO WALMSLEY.
32
Ik haatte haar! Hoe had ik me ooit
kunnen verbeelden dat ik verliefd op
haar was? Op haar, die de schuld van
al deze misère was! Waarachtig, de dokter
had gelijk. Als de sexe-quaestie een
woordje mee ging spreken, ging je eerge
voel op den loop. Om bij mezelf te blijven.
Ik had gedacht dat ikneen, niet voor
vrouwen maar voor vrouwentrucs im
muun was. En ziedaar, bij de eerste de
beste gelegenheid liep ik in de val!
't Leek wel of Timms nooit terugkwam.
Ik liep dwars het plateau over en keek uit.
De lagune lag blank en effen onder de
felle middagzon, het dek van motorboot
en dhow waren verlaten. Terwijl ik nog
stond te kijken trilde ik opeens. Ik had het
koud ondanks de hitte. Ik knoopte mijn
Jas tot aan den hals dicht en keerde me
om Die sensatie kende ik maar al te goed.
't Zou te mooi geweest zijn, als ik na mijn
avonturen met de kano en mijn urenlang
staan in de gloeiende zon een koortsaan
val vrij gezwaaid was. Ik nam een dosis
kinine en probeerde afleiding in kamp
bezigheden te vinden. Maar het gevoel
van loomheid, dat met zulke koortsaan
vallen gepaard gaat, won het. Ten einde
raad ging ik naast het bed van den dokter
zitten, sloeg een deken om mijn schouders
en wachtte af
Pas om half zes verscheen Timms.
„Hallo!" riep hij, toen hij mij zag. „Wat
hebben we nou! Toch niet ziek?
'n Mooie boel.... hoe is dat ineens ge
komen?"
Ik vertelde hem, wat ik zelf van mijn
geval dacht. Hij condoleerde me met den
pech. dien ik had en schreef als medica
ment heete whisky en onder de wol blij
ven voor.
Ik voelde me te ziek om tegen te strib
belen. En dus liet ik het gelaten toe, dat
hij me uitkleedde en me werkelijk als een
kleine jongen in bed stopte. Daarna dronk
ik gehoorzaam de heete melk met een
scheut whisky, die hij me bracht, op, liet
me achterover vallen en begon hem uit te
vragen.
„Hoe was het op de motorboottoen
je wegging?"
..O, goed". Hij ging er op zijn gemak bij
zitten en begon te vertellen, ,,'t Is net ge
gaan zooals ik gedacht had. Henry is weer
heelemaal in orde. Eerst was het nog zoo
zoo. Bij zijn wakker-worden was-ie huile
rigdat heb je met die groote sterke
kerels altijd. Wou zijn mammie hebben, en
toen mammie niet kwam, vroeg-ie, bij
wijze van surrogaat, om het juffie, zooge
naamd om der te zeggen hoe 'n spijt ie
had en der te vragen of ze asjeblieft niet
meer boos wou zijn. Nou, ik haalde d'r na
tuurlijk en toen kregen we een verzoe
ningsscène om met een smak van om te
vallen. En daarna ging ze met me mee
aan dek en gaf me een hand en zei dat ik
een edel mensch was, omdat ik haar zoo..
trouw zei-ze, ter zijde had gestaan. Ik
dacht, nou zal ze wel zeggen: en wilt u
nou niet wat drinken, maar daaraan had
ik een strop."
Hij slaakte een diepen zucht en smakte
een paar maal spijtig met z'n tong.
Ik begreep den zachten wenk.
..Ga je gang, kapitein", zei ik met een
knik naar de whisky-flesch. „Je hebt het
verdiend."
Hij greep de flesch en schonk zijn glas
meer dan half vol.
„Nou, noudat smaakt!" zei hij, ter
wijl hij een paar maal genietend na-
smakte. En nou. jongmensch, heb ik nog
het een en ander te zeggen." Hij ging ver
zitten en stal: zijn pijp op. „Van wat ik
van je gezien heb en we kenne mekaar
nou al een tijdje zou ik zeggen dat je
een net-opgevoede jongen bent met een
behoorlijke portie gezond verstand. Maar
waaraan het je ontbreekt en dat moet
je me niet kwalijk nemen, maar ik ben der
niet an gewend om me meening onder
stoelen en banken te steken waaran
het je ontbreekt is ondervinding wat de
andere, de zwakkere sekse betreft.
Zoo gauw der sprake is van: vrouw voor
uit. dan ben je je stuur kwijtdan
draai je als een tol in 't ronddan ga
je op een gegeven oogenblik met volle
kracht achteruit dan laveer je, terwijl
je de wind mee heb.... in het kort. dan
bereik je niks. En daarom zeg ik: doe het
in het vervolg niet meer alleenigneem
een loods aan boordeen die onder
vinding heb van de gevaren, die zoo'n
nieuweling op de zeeën van de liefde drei
genNeem mijn!!!" Hij gaf zich bij
dat laatste woord met zijn vlakke hand
een slag op zijn knie en keek me met zijn
kleine blauwe oogjes oolijk aan.
„Ga voort, kapitein", zei ik. „Neem geen
blad voor je mond. Ik ben op het ergste
voorbereid."
Ik begreep waar hij op af stuurde. Maar
de werking van de kinine begon zich te
doen gevoelen. Mijn hoofd duizelde het
suizen in mijn ooren ging nog steeds cres
cendo. En dus besloot ik hem maar te la
ten praten; tot argumenteeren was ik toch
niet in staat.
„Vrouwen", ging hij voort, „zijn eigen
aardige wezens Als je geen malheur wil
maken, mot je net zooveel verstand van
ze hebben als van de stoom een stuurman
van een groote zeilschuit.
„En dat heb jij?"
„Ja...."
„Zooveel gezeild?"
„Zooveel! Zooveel! Genoeg om ze wat
hun foefjes en trucjes betreft door te
hebben
Half in den doezel wachtte ik af.
„En die daarging hij na een paar
oogenblikken van zwijgen met een knik in
de richting van de dhow en de M. L.
voortis de mooiste en best gebouwde
schuit die ik ooit onder mijn oogen gekre
gen heb. Een schuit waar elke schipper, de
beste niet uitgezonderd, trotsch op zou
mogen zijn, als-ie 't commando d'r over
kreeg. Ennou komt 't mij zoo voor,
dat die schuit best een schipper zou kenne
gebruiken en 'em graag zou hebben ook".
Hij gaf me een knipoogje en grinnikte
voldaan, blij met zijn mooie vergelijking.
„Maar je hadt het over loodsen niet
over schippers", herinnerde ik hem.
„Da's waar", stemde hij toe. „Maar daar
kom ik straks an. Wat ik eerst zeggen wou
is dit. Dat schuitje is op het oogenblik
leelijk aan het scharrelen tusschen de
klippen. Eenmaal is volle zee zou ik wel
weten wie ik schipper maken zou. Een
flinke jonge kerel, die er vol moed op uit
zou trekken en die niet bang voor zoo nu
en dan een flinke storm zou zijn.Maar
zooals het nou is tusschen die klippen
en met een gevaarlijke doorgang hier en
een gevaarlijke doorgang daarnee,
daar mot niet hij, maar de loods het com
mando hebben de loods die het klappen
van de zweep van zulk soort dingen kent."
„En Durban dan?" herinnerde ik hem,
en dat schuitje daar, waarvan jij het
anker gelicht heb
„Dat was geen behoorlijk schip.... dat
was een kolenschuit", gaf hij gepiqueerd
ten antwoord, „een viezige-aftandsche ko
lenschuit Ik heb het nou over van die
zeilscheeples, van die kleine slanke din
getjes. waar je voor je plezier naar kijkt..
Of als uwé liever geen beeldenspraak
hoortik heb het nou over het juffie
van de M. LSinds gisteren heb ik
nogal veel an der gedochtHij klopte
zijn pijp uit en blies haar, viezig-sputte-
rend. schoon.
„Daarin sta je niet alleen", zei ik, voor
iemand met zoo'n suf hoofd als ik, tame
lijk ad-rem.
„Dat heb ik gemerkt. Maar het is te be
grijpen. Zoo n mooi meissie als dat maakt
iederen man aan de gang tenminste een
man met oogen in zijn kopMaar daar
gaat het nou niet om. Der zijn andere din
gen, dingen waarvoor je in het kraaien
nest mot zitten om ze goed te zien. En dat
heb kapitein Timms nou juist gedaan. Die
is naar boven geklommen en heb de om
trek verkend."
Een pijnlijk kreunen in de tent maakte
een eind aan die fraaie alleenspraak.
Timms stond op en dook naar binnen.
Geen twintig tellen daarna was hij weer
terug.
„Hij ziet er belabberd uit", vertelde hij
met een meewarig gezicht. „Als daar geen
verandering in komt, dan weet ik nog niet
hoe dat afloopt."
Ik gooide de deken van me af en ging
overeind zitten. Het volgende oogenblik
echter werd ik weer met dezelfde vaart
achterover geduwd.
„Asjeblieft! Gemak houën!" beval mijn
verpleger me „Je ken toch niks doen. En
ik bedank voor het genoegen om jullie met
z'n tweeën over dooie hoofden te hooren
doorzeuren. Voor deze eene keer doe je wat
ik je zeg en daarmee basta. Stil liggen
blijven en luisteren, dat is het parool. De
laatste vijf minuten heb ik me uitgesloofd
om je duidelijk te maken wat ik van het
kraaiennest uit gezien hebNou zal ik
het in gewone mensche-taal nogeens her
halen.
Dat was heuglijk nieuws. Ik knikte te
vreden.
Wordt vervolgd.