I DE PLECHTIGE OPENING
VAN DEN SCHOOLARTSENDIENST TE SASSENHEIM
DE GEZONKEN SCHAT.
LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 9 April 1931 Derde Blad No. 21796
72st5 Jaargang
FAILLISSEMENTEN.
BINNENLAND.
FEUILLETON.
NUTTIGE INSTELLING VOOR DE JEUGD.
Gisterenmiddag is onder groote belang
stelling de schoolartsendienst voor de ge
meenten in de bollenstreek geopend en de
schoolarts, de heer Zijerveld geïnstalleerd.
Talrijke burgemeesters uit de belangheb
bende gemeenten woonden deze plech
tigheid bij. Hierboven een groep der aan
wezigen.
In de Raadzaal van het mooie ge
meentehuis te Sassenheim vond, gelijk
gemeld, gisterenmiddag de opening van
den schoolartsendienst in de bollenstreek
plaats. De zaal was geheel gevuld met be
langstellenden. Wij merkten o.a. op, de be
sturen van de gemeenten Hillegom, Lisse,
Sassenheim. Noordwijk en Noordwijker-
hout. welke gemeenten gezamenlijk dezen
dienst instellen, de leden van Ged. Staten
dezer provincie, de heeren Crena de Jongh
en Schaper, den Inspecteur van het Lager
Onderwijs, den heer Baak, den inspecteur
van het Bijz. Onderwijs, den inspecteur
van de Volksgezondheid, geneesheeren uit
de 5 gemeenten, de Wijkverpleegsters,
schoolbesturen en de Hoofden der Scholen
De groote opkomst bewees wel het be
lang van dezen dienst, die door gemeen
schappelijke samenwerking is tot stand
gekomen.
De voorz. der commissie voor dezen
dienst, Burgemeester Pont van Hillegom
opende de bijeenkomst met een woord
van welkom en een woord van dank aan
Ged. Staten voor de medewerking en de
tegenwoordigheid van twee leden van dat
College. Voorts bracht hij dank aan den
Inspecteur der Volksgezondheid, Dr. Putto,
die met onvolprezen ijver steeds van ad
vies gediend heeft. Eveneens bracht hij
dank aan Inspecteur Baak en de ge
meentebesturen van Lisse, Sassenheim.
Noordwijk en Noordwijkerhout, voor hun
tegenwoordigheid, aan de gemeente Sas
senheim voor het afstaan der zaal. De
standplaats van den dienst is Hillegom,
maar wij hadden U nooit in een derge
lijke mooie zaal kunnen ontvangen.
Toen hij pas burgemeester van Hillegom
was. vroeg het raadslid Fijma, hoe of het
gemeentebestuur dacht over het instituut
schoolarts. Het verheugde ons, dat dit uit
den raad gevraagd was, want hieruit
bleek weer, dat de raadsleden weten, wat
er in de bevolking leeft. Wij hebben ons
toen tot de omliggende gemeenten gewend
en toen de medewerking verkregen was,
kwam de vraag: „moet dit aan de plaatse
lijke geneesheeren overgelaten worden, of
aan een speciaal ambtenaar. Wij hebben
ons toen tot Dr. der Weduwen gewend, die
veel voor de functie voelde, doch na zijn
zeereis verklaarde, deze niet te kunnen
waarnemen. Dit gaf eenig oponthoud.
Dr. v. d. Hoeven uit Amersfoortheeft
een lezing gehouden over het instituut
voor de commissie en na die lezing is men
aan het werk getogen.
Spr. gaf voorts een overzicht van de
vele werkzaamheden aan de oprichting
van dezen dienst verbonden. Toen kwam de
benoeming, de keus was zeer moeilijk,
doch Dr. Putto heeft ons onvermoeid ter
zijde gestaan.
Nu de commissie haar taak volbracht
heeft wordt zij toeziende voogd.
Met de woorden: „Wij hopen dat de
schoolarts zal zijn een zegen voor kinde
ren en ouders; verklaarde hij den dienst
voor geopend.
Hierna verkreeg de schoolarts, de heer
Zyerveld het woord, die er zijn genoegen
over uitsprak, dat zoo velen aanwezig
waren.
Allereerst dankte hij de commissie voor
benoeming.
De leerplichtwet dwingt de kinderen tot
schoolgaan, ook de ziekelijken en zwakken
Zij verkeeren den geheelen dag in school,
hetgeen tegen hun aard is. Het is dus
noodig dat maatregelen getroffen wor
den, dat hun gezondheid niet geschaad
wordt. Daarvoor kan de schoolarts waken.
Voorkomen is beter dan genezen.
Het kind wordt door de ouders verzorgd
tot het het leven ingaat. Het schooltoe
zicht vormt dus een schakel in deze ver
zorging Vele jeugdkwalen moeten tegen
gegaan worden, wil het kind later aan de
eischen van het leven voldoen.
Wil het toezicht voldoende zijn dan
moet dit geschieden door een vol ambte
naar. Hij hoopt dat de onderwijzers dank
baar de hulp van den schoolarts zullen
aanvaarden en vertrouwt dat ook de
schoolbesturen zullen medewerken.
^Al.s taak van den schoolarts noemt hij
o.a.: Voorbehoeding tegen besmettelijke
ziekten vooral bij t.b.c. is de besmetting
in de jeugd zeer groot), voorts huid- en
oogziekten, enz.
Verder adviseert de schoolarts de uit
zending naar vacantie-herstellingsoorden,
en toezicht op schoolgebouwen, wat be
treft inrichting en verlichting. Hij denkt
het eerste jaar als volgt te werk te gaan:
systematisch onderzoek der le klassen,
daarna der ,4e en later de hoogste klas
sen. dit in verband met de beroepskeuze.
Aan de ouders wordt kennis gegeven
van- en gelegenheid om dit onderzoek bij
te wonen.
Er is op dit oogenblik nog veel wan
trouwen tegen dit instituut, doch spr. ver
trouwt dat dit in de toekomst wel zal
verdwijnen.
Daar de dienst zich uitstrekt over 7000
kinderen, is het mogelijk, dat het eerste
jaar niet alles vlot zal functioneeren en
hii roept daarvoor de medewerking van
allen in.
Hij hoopt dat het financieele offer
ruimschoots vergoed zal worden door de
meerdere gezondheid der kinderen.
Hierna voerde het lid van Ged. Staten,
de heer Crena de Jong het woord, die de
gemeenten feliciteerde met dezen dienst.
Goed voorgaan doet goed volgen. Dit is
de 3e combinatie in deze provincie.
De Inspecteur der Volksgezondheid, dr.
Putto, heette nog den heer Zyerveld wel
kom De heer Zyerveld is met den dienst
vertrouwd en dus twijfelt hij niet aan het
wblslagen.
Nadat nog de heer Baak een practisch
woord gesproken had, werd de bijeen
komst gesloten.
Men bleef evenwel tenslotte nog gerui-
men tijd bijeen, waarbij van de gelegen
heid om met den heer Zyerveld kennis te
maken een ruim gebruik gemaakt werd.
Uitgesproken:
J. G. Berk, winkelier, in koloniale waren,
Hillegom, Paralelweg 25. R.-c. mr. A. L. M.
van Berckel; cur. mr. F. J. Gerritsen,
Haarlem.
P. van Lierop Jr., bloembollenhandelaar,
Hillegom. R.-c. en cur. als voren.
Buitengew. Deputatenvergadering
der Anti-Revolutionaire Partij.
DE OPENINGSREDE VAN Dr. H. COLIJN.
Nieuwe crisismaatregelen zullen
noodig zijn.
Hedenmorgen ving in de groote zaal
van „Tivoli" te Utrecht de buitengewone
deputatenvergadering der Anti-Revolu
tionaire Partij aan, speciaal belegd ter be
handeling van wijzigingen in het Partij-
statuut.
De bijeenkomst was zeer druk bezocht.
Na de gebruikelijke opening hield de
partijleider, dr. H. Colijn, de z.g. deputa-
tenrede, die mede gericht was op de dit
jaar te houden verkiezingen voor de Pro
vinciale Staten en gemeenteraden.
Behalve voor de a.s. verkiezingen, vroeg
dr. Colijn de aandacht voor een paar on
derwerpen die thans in het centrum van
de belangstelling staan. Hij deed dat om
dat zulks te midden van de steeds groeien
de verwarring noodig is, en omdat, aldus
spr., wij ons zelf duidelijk rekenschap
geven van cje gedragslijn die wij te vol
gen hebben ten aanzien van de branden
de vragen van den dag.
De economische crisis besprekende, na
haar oorzaken kortelijks te hebben aan
gegeven, zeide dr Colijn, dat de gevol
gen dier crisis niet door nationale maat
regelen kunnen worden weggenomen.
Het hoogste wat te bereiken is, zal nooit
uitgaan boven de tempering van de aller
ergste gevolgen en de actie van den Staat
moet zich richten en dan nog met be
grenzing zoover dit mogelijk is, op de
instandhouding van de bronnen van ons
volksbestaan; niet op de verzekering van
ieders persoorflijke welvaart.
Dit geldt ook voor het landbouwbedrijf.
Kan niet iedere landbouwer in zijn be
staan gehandhaafd blijven, daarnevens
moet gewaakt worden tegen het braak-
leggen van een deel van onzen bodem.
Spr. kan geen heil verwachten van een i
z.g. onderhandelingstarief.
De ervaringen der laatste jaren hebben
hem tot een geheel tegenovergestelde
overtuiging gebracht.
De tot nu toe door de regeering voor
gestelde maatregelen zijn door de A.-R.
Partij gesteund, al kwamen zij spreker
ook ten deele onvoldoende voor. zooals bij
het Aardappelmeelcrediet en bij het Bie
tenwetje.
Wij ontveinzen ons niet, aldus spr., dat
indien niet spoedig ingrijpende verande
ring intreedt en die verwacht spr. niet
dat maatregelen van andere strekking
noodig zullen blijken. Wij weten nog niet
wat de terugslag op Europa zal zijn van
de verdere ontwikkeling der Duitsch-Oos-
tenrijksche plannen, noch ook van de uit
werking van het Russische vijfjarenplan
en welke gedragslijn tegen het eind dezer
maand Engeland zal gaan volgen. Ieder
van deze omstandigheden op zich zelf en
zeker alle te zamen kunnen in het eco
nomisch verkeer zulke ingrijpende veran
deringen in het leven roepen, dat ook wij
ons te beraden zullen hebben of wij niet
gedwongen ^zijn van koers te veranderen.
Spr. behoort tot de overtuigde voorstan
ders van onze traditioneele handelspoli
tiek. maar erkent tevens dat onder geheel
ontwrichte economische wereldomstandig
heden en bij een toenemend jagen naar
economische auto-archie bij de meeste
staten een andere koers voor onze volks
welvaart noodzakelijk zal kunnen zijn.
Wordt er op stoffelijk gebied hunkerend
naar de morgenschemering uitgezien, wei
nig gunstiger is, aldus spreker, de toe
stand op politiek terrein. Spr. wees in dit
verband op den onvoldoenden invloed
der Staten-Generaal bij de regeering en
op het kiesrecht dat door zijn aanmoedi
ging van de vorming van allerlei kleine
dissidente groepen, de in Nederland toch
reeds ontwikkelde zucht tot verdeeldheid
sterk in de hand werkt.
Daarna behandelde dr. Colijn de vraag
of verdeeldheid over de geheele linie on
afwendbare noodzaak is. Spreker merkte
op, dat concentratie geenszins alleen in
versmelting tot uitdrukking behoeft te
komen, maar haar uitdrukking ook kan
vinden in welberaamd overleg zoowel voor
als na de stembus; een overleg dat op
den duur misschien zou kunnen leiden tot
heeling van de breuk'van 1894. Men be
hoeft de verschillen tusschen protestant-
sche Christenheid en Rome niet te ver
doezelen om met Groen, Kuyper en Loh-
man te blijven erkennen, dat Katholieken
en Protestanten als Christenen grondstel
lingen gemeen hebben die ook als grond
slagen van den Staat moeten worden aan
vaard.
Dr. Colijn wekte aan het slot van zijn
betoog de gedeputeerden op tot de groot
ste krachtsinspanning in den a.s. electo-
ralen kamp en tot trouw aan het al-oude
vaandel, om daarna de wijzigingen op de
Statuten te behandelen, die in de middag
vergadering aan de orde kwamen.
WEGENVERBETERING.
Ontcigenings-ontwerp bij dc Tweede
Kamer ingediend.
Bij de Tweede Kamer is een wetsont
werp ingediend tot verklaring van het al
gemeen nut der onteigening van percee-
len enz. noodig voor den aanleg van de
weggedeelten van de Gouwe tot den
Middelweg nabij het station Moordrecht
met inbegrip van de overbrugging van de
Gouwe, en van Voorburg tot eerstge
noemd weggedeelte nabij de Gouwe, be-
hoorende tot de Rijkswegen Amsterdam-
Bodegraven-Rotterdam en 's Gravenhage
-Utrecht-Driebergen (Arnhem), welke
verbindingen deel uitmaken van het Rijks
wegenplan.
Als beginpunt van het weggedeelte
Gouwe-Middelweg. van den ontworpen
weg Amsterdam-Bodegraven-Rotterdam
is aangenomen het einde van den Noord-
Oostelijke afrit van de overbrugging van
de Gouwe.
Het tracé kruist de Gouwe in Zuid-
Westelijke richting, buigt het aanslui-
tingspunt met den ontworpen weg 's Gra-
venhage-Utrecht-Driebergen in Zuide
lijke richting af en sluit aan tegen het in
aanleg zijnde gedeelte station Moordrecht
-Rotterdam van eerstgenoemde weg.
Als beginpunt van het weggedeelte
VoorburgGouwe is aangenomen het
punt van samenkomst van de Laan van
Nieuw Oosteinde en de Koningin Wilhel-
minalaan te Voorburg. Het tracé volgt
den spoorweg 's Gravenhage-Gouda aan
de Noordzijde tot den Noordelijken
Dwarsweg in den Zuidplaspolder, alwaar
het in Oostelijke richting afbuigt om op
het omstreeks 4 K.M. verder gelegen punt
van samenkomst met den ontworpen weg
Amsterdam-Bodegraven-Rotterdam te
eindigen.
De met den aanleg van bovengenoemde
weggedeelten in verband staande werken
zijn: le. verbindingswegen tusschen den
Noord-Oostelijken afrit van de overbrug
ging van de Gouwe en de provinciale weg
langs den Oostelijken oever van het vaar
water: 2e. eenige werken in Voorburg ten
behoeve van de Ned. Spoorwegen ter
weerszijden van den spoorweg 'sGraven-
hage-Goud^, tusschen den Trekvliet en
het station Voorburg: 3e. een verbin
dingsweg tusschen het weggedeelte Voor
burg-Gouwe en den Provincialen weg
langs den Oostelijken oever van den Trek
vliet in de gemeente Stompwijk.
De omschreven weggedeelten zullen
worden voorzien van doorgaande ver-
keersbanen voorloopig ter breedte van 6
meter (met mogelijkheid van uitbreiding
tot 11 meter), bestemd voor autoverkeer
en van een eenzijdig rijwielpad, voorloo
pig breed 2 meter (later uit te breiden
tot 3 meter).
De gezamenlijke lengte van beide wqg-
gedeelten bedraagt ongeveer 26 K.M. De
kosten met inbegrip van die der bijko
mende werken worden globaal begroot op
f. 8 millioen.
o
WEGING VAN MOTORRIJTUIGEN.
In een nota aan de Tweede Kamer naar
aanleiding van het verslag over het ont
werp tot aanvulling van hoofdstuk I
van de Wegenbelastingwet zegt de mi
nister. dat art. 16 ter dient om de aan
gifte van het gewicht te controleeren van
een motorrijtuig, waarmede een buiten
lander het Rijk binnenkomt. In den regel
zal dit motorrijtuig „volledig uitgerust"
zijn. Het zou evenwel te ver gaan te vor
deren. dat men. ter wille van de weging
alle uitrustingsstukken op zijn reis mee
voert. Indien er ontbreken, zal bij de we
ging hiermede dus genoegen moeten wor
den genomen.
De minister meent daarom, dat de in
art 16 bis voorkomende woorden „volledig
uitgerust", welke gelden voor een hier te
lande wonend persoon, niet in#art. 16 ter
moeten worden ingevoerd.
Naar het Engelsch van LEO WALMSLEY.
30)
„Dat staat niet aan mij om dat te zeg
gen. Ik heb u gezeid hoe ik over de kwaal
van me vrind Henry denk. Maar u bent
zoo veul als mijn superieur. Als u tegen me
zeit: Vooruit. Timms. laten we opschieten,
het is tijd dat we wat te eten en te drin-
ken krijgen, wel, dan schiet ik op en dan
moet dat schaap maar zien hoe ze d'r
komt, met een groote sterke kerel, die zoo
af en toe volslagen gek is aan boord en
niets dan een jonge juffer met netjes ge-
poetste nagels en haren glimmend van de
pommade om d'r te helpen. En waarom
zouën wg niet? Wat doet zij anders, als het
ons verschrikkelijk lastig maken! En het
-is een avon. .tu. rierster, eentje die der
geen been ln zou zien om ons met ze alle
te vermoorden. Heb ze me whisky niet wil
len vergiftigen?heb ze niet een hoe-
depen door me heen willen priemen?....
heb ze geen. hoe heet dat
goedje op de punt van de terremo-
meter willen smeren?Ze is een echte
kanjer, hoor!... maar een knappe kanjer,
een dekselsche knappe kanjer En als
ik zoo oud was als u en ik had een ander
bakkes en geen fatsoendelijk getrouwde
vrouw thuis
„Hou je mond", viel ik hem in de rede,
o.uasi-driftig om mijn kleur als vuur te
maskeeren. „Daar gaat het niet om. We
zijn hier om 't wrak te vinden en als ge
salarieerde „hulpen" van dr. Flint zijn we
hem. in de eerste plaats hem, loyauteit
verschuldigd. Maar als je denkt dat Trout
nog last geven zal, blijf jij dan voorloopig
hier.altijd, als Miss Howard het goed
vindt. Als wij weggingen, en er zou van
middag of vanavond hier 'n ongeluk gebeu
ren, dan zou ik me verantwoordelijk voe
len. En daar bedank ik voor. Wacht hier,
dan zal ik even erover gaan spreken."
Met een paar sprongen was ik het trapje
naar dek op. Miss Howard stond bij den
achtersteven tegen de verschansing ge-
lennd, in zee te staren. Toen ze me hoorde
aankomen keek ze op. Haar oogen glans
den nog verdacht, maar ze doorstond mijn
onderzoekend kijken rustig zonder een
zweem van nervositeit.
v.Het spijt meheel erg. werke
lijk", begon ik onhandig.
Ze glimlachte even.
..Ik zou niet weten waarom", gaf ze me
ten antwoord. „Van uw standpunt gezien
is het gebeurde van zooeveneen bui
tenkansje. Zoo zou ik er tenminste over
denken Ik hoop alleen, dat die on
mogelijke kerel u niet bezeerd heeft?"
„Nee, natuurlijk niet. Maar, wat ik zeg
gen wou, Miss Howard.De man is ge
vaarlijk. en als u nu maar niet zoo on
redelijk was als u nu maar wilde ge-
looven dat wij niet een stelletje zeeroovers
zijn een troepje bandieten, die maar
één doel hebben: met al onze tegenstan
ders te plukharen en hen onschadelijk te
maken.. Over de quaestie van gister
avond over al die leelijke er. onrede
lijke dingen die ik gezegd heb, maak ik
mijn excusesik was moe.en alles
liep ons tegen,
..Denkt u nu nog, dat ik iemand ben om
te profiteeren van de ziekte van een van
mijnconcurrenten"?" viel ze me ln
de rede
„Nee. dat denk ik niet meer. trou
wens. in mijn hart was ik gisteren ook van
het tegendeel overtuigd", gaf ik positief
ten antwoord „En u. houdt u nog vast
aan uw meening dat ik die sloep van u
i weggestuurd had?"
„Dat zou wel wat dwaas zijnmet het
oog op wat er daarna gebeurd is", gaf ze
glimlachend ten antwoord. „Ik geloof dat
we elkaar aardig aan het verkeerd beoor-
deelen geweest zijn, kapitein Cleveland.
En het is natuurlijk wel heel prettig, dat
we dat nu weten maar verder komen
we er niet meeZooals de zaken nu
staan
De opgewekte uitdrukking trok van haar
gezichtje weg. Haar mondhoeken gingen
iets naar omlaag, de groote donkere oogen
keken me zoo wanhopig aan. dat al mijn
medelijden naar haar uitging.
„Dat kunnen we wel riep ik impul
sief uit. „Als u wist wat het voor me
beteekent als u wistIk dwong
me even te zwijgen. Wie weet wat ik me
zou laten ontvallen, als ik me niet be-
heerschte' „Wil ik u eens wat zeggen",
ging ik na misschien een halve minuut
wat kalmer voort, „maar u moet me geloo-
ven niet denken dat er wat anders achter
zit, anders geeft het niet.Die geschie
denis met uw duiker treft al buitengewoon
ongelukkigmaar zoo erg als u denkt
dat het is, is het niet. Timms kpnt den
man en hij zegt dat het van die aanval
len zijnals hij over een paar uur wak
ker wordt, zegt Timms, heb je alle kans.
dat hij weer gewoon is. 't Wakker worden Is
alleen nog een kritiek oogenblik. Daarom
zou ik zeggen' laat Timms hier blijven.
iemand van dat type moet je weten aan te
pakken. En Timms kent hem, door en
door.Nu, wat vindt u er van?"
Het duurde lang voordat het meisje
naast me antwoord gaf. Met haar ge
zichtje haif-afgewend stond ze naar
Thunder Island te staren, alsof die lange
strook stekelig groen haar raad kon ge
ven Maar toen ze begon te spreken, klonk
haar stem heel rustig en effen.
„Ik apprecieer uw aanbod natuurlijk
wel.... 't Is een moeilijke quaestie en ik
voel me nogal alleen en ik ben ook wel
wat bang.'t Beteekent ook zoo veel
voor me. Maar de vraag is: is het wel
heelemaal fair tegenover dr. Flint? Ik zou
het heel erg vinden Ms u erdoor in moei
lijkheden kwamMaar ik heb u toen,
in Londen al gezegd, dat dr. Flint iets van
me probeert te stelen, iets. dat mij rech
tensnee, ik ga er niet verder over
door. U weet, wat uw plicht is en voor te
rugtrekken is het nu te laatZelfs al
zou ik u kunnen bewijzen dat u niet aan
den kant van het recht staat.Daarom
alleen nog dit. Dr. Flint en ik zijn
vijanden en dus moet u alle twee
maar weggaan. dat is het beste
Miss Howard beet op haar onderlip om
niet te huilen en keerde zich van me af.
Mijn plichtsgevoel zffkte ver beneden het
gewone peil. 't Was of zij en haar belan
gen alleen nog maar telden Ik boog me
Iets naar haar toe.
„Of dr. Flint en u vijanden zijn doet op
het oogenblik niets ter zake. Miss Howard,
't Gaat hier om de plichten die je hebt als
mensch tegenover mensch We hebben
Timms vanmiddag in het kamp niet noo
dig. Of hij dus hier blijft, of op zijn eigen
houtje uitgaat.En voor het geval dat
dr. Flint denken mocht dat ik, met dit. u
in de kaart gespeeld heb. zal ik me maar
troosten met de gedachte dat Timms geen
onnoozele jongen is... dat hij bij elke
eventueele poging van u om hem uit te
hooren, als repressaille-maatregel Trout
zou kunnen gaan uithooren. Alleen zou
ik dit graag willen: dat u hem geen
whisky gaf en dat hij zoo gauw Trout weer
in orde is, bij ons terugkomt. Gaat u daar
mee accoord?"
„Dat spreekt vanzelf!" gaf ze met een
dankbaren blik ten antwoord „O, als u
wist hoe blij ik ermee ben! 't Neemt me
een pak van mijn hart."
Impulsief stak ze me haar beide handen
toe. Maar voordat ik ze kon grijpen trok
zij ze weer terug. De schuld van Timms,
die juist dat oogenblik uitgekozen had om
aan dek te komen.
„Hoe gaat het beneden ermee?" vroeg ik.
„Gaat wel", zei Timms met een knip
oogje naar mij. „Hij zal nog wel een paar
uur doorslapen. En als-ie dan wakker wordt
is-ie zoo frisch als een hoentjeEn dat
sallen ze van mijn tegen dien tijd niet
kunne zeggenDen heele ochtend hard
werken... in een hitte om van om te
vallenen geen droppie drinken om
lichaam en ziel bij mekaar te houën
Maar zonder gekheid, juffie je heb
kans dat Trout, straks, als'-ie wakker
wordt, niet dadelijk goed in zijn humeur
is Wees dan 'n beetje voorzichtig en
maak 'em niet weer kwaad.
Dit was de gelegenheid om Timms mee
te deelen, dat het voorstel, door hem ge
suggereerd. aangenomen was. Maar ik ver
telde hem meteen dat hij, voor die paar
uur, den geheel-onthouder moest spelen.
,,'t Is God geklaagd", was zijn opinie.
„Maar afijn, als 't mot, mot 't.
Hij keerde zich om en stapte weg. Ik
ging even mee om naar onze patiënt te
kijken en liet als troost mijn half-volle
veldflesch achter.
Bij mijn weggaan kreeg ik een harte-
lijken handrduk van Miss Howard en een
extra-onsamenhangende bedank-speech
van haar broer. Daarna liet ik me zakken
en een minuut of vijf later trok ik de sloep
op het strand en begaf me op weg naar
het kamp.
Maar ik was nog niet halverwege of er
kwam een gedachte in me op, die me op
eens stil deed staan. Gedurende het laat
ste uur had dr. Flint maar een heel klein
plaatsje ergens op den achtergrond van
mijn denken ingenomen Maar langzamer
hand was hij weer de hoofdpersoon ge
worden de man om wien alles draaide en
mèt die verandering kreeg ik een zuiver
der kijk op de gebeurtenissen van de laat
ste paar uur.
(Wordt vervolgd.)