I DE PLECHTIGE OPENING VAN DEN SCHOOLARTSENDIENST TE SASSENHEIM DE GEZONKEN SCHAT. LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 9 April 1931 Derde Blad No. 21796 72st5 Jaargang FAILLISSEMENTEN. BINNENLAND. FEUILLETON. NUTTIGE INSTELLING VOOR DE JEUGD. Gisterenmiddag is onder groote belang stelling de schoolartsendienst voor de ge meenten in de bollenstreek geopend en de schoolarts, de heer Zijerveld geïnstalleerd. Talrijke burgemeesters uit de belangheb bende gemeenten woonden deze plech tigheid bij. Hierboven een groep der aan wezigen. In de Raadzaal van het mooie ge meentehuis te Sassenheim vond, gelijk gemeld, gisterenmiddag de opening van den schoolartsendienst in de bollenstreek plaats. De zaal was geheel gevuld met be langstellenden. Wij merkten o.a. op, de be sturen van de gemeenten Hillegom, Lisse, Sassenheim. Noordwijk en Noordwijker- hout. welke gemeenten gezamenlijk dezen dienst instellen, de leden van Ged. Staten dezer provincie, de heeren Crena de Jongh en Schaper, den Inspecteur van het Lager Onderwijs, den heer Baak, den inspecteur van het Bijz. Onderwijs, den inspecteur van de Volksgezondheid, geneesheeren uit de 5 gemeenten, de Wijkverpleegsters, schoolbesturen en de Hoofden der Scholen De groote opkomst bewees wel het be lang van dezen dienst, die door gemeen schappelijke samenwerking is tot stand gekomen. De voorz. der commissie voor dezen dienst, Burgemeester Pont van Hillegom opende de bijeenkomst met een woord van welkom en een woord van dank aan Ged. Staten voor de medewerking en de tegenwoordigheid van twee leden van dat College. Voorts bracht hij dank aan den Inspecteur der Volksgezondheid, Dr. Putto, die met onvolprezen ijver steeds van ad vies gediend heeft. Eveneens bracht hij dank aan Inspecteur Baak en de ge meentebesturen van Lisse, Sassenheim. Noordwijk en Noordwijkerhout, voor hun tegenwoordigheid, aan de gemeente Sas senheim voor het afstaan der zaal. De standplaats van den dienst is Hillegom, maar wij hadden U nooit in een derge lijke mooie zaal kunnen ontvangen. Toen hij pas burgemeester van Hillegom was. vroeg het raadslid Fijma, hoe of het gemeentebestuur dacht over het instituut schoolarts. Het verheugde ons, dat dit uit den raad gevraagd was, want hieruit bleek weer, dat de raadsleden weten, wat er in de bevolking leeft. Wij hebben ons toen tot de omliggende gemeenten gewend en toen de medewerking verkregen was, kwam de vraag: „moet dit aan de plaatse lijke geneesheeren overgelaten worden, of aan een speciaal ambtenaar. Wij hebben ons toen tot Dr. der Weduwen gewend, die veel voor de functie voelde, doch na zijn zeereis verklaarde, deze niet te kunnen waarnemen. Dit gaf eenig oponthoud. Dr. v. d. Hoeven uit Amersfoortheeft een lezing gehouden over het instituut voor de commissie en na die lezing is men aan het werk getogen. Spr. gaf voorts een overzicht van de vele werkzaamheden aan de oprichting van dezen dienst verbonden. Toen kwam de benoeming, de keus was zeer moeilijk, doch Dr. Putto heeft ons onvermoeid ter zijde gestaan. Nu de commissie haar taak volbracht heeft wordt zij toeziende voogd. Met de woorden: „Wij hopen dat de schoolarts zal zijn een zegen voor kinde ren en ouders; verklaarde hij den dienst voor geopend. Hierna verkreeg de schoolarts, de heer Zyerveld het woord, die er zijn genoegen over uitsprak, dat zoo velen aanwezig waren. Allereerst dankte hij de commissie voor benoeming. De leerplichtwet dwingt de kinderen tot schoolgaan, ook de ziekelijken en zwakken Zij verkeeren den geheelen dag in school, hetgeen tegen hun aard is. Het is dus noodig dat maatregelen getroffen wor den, dat hun gezondheid niet geschaad wordt. Daarvoor kan de schoolarts waken. Voorkomen is beter dan genezen. Het kind wordt door de ouders verzorgd tot het het leven ingaat. Het schooltoe zicht vormt dus een schakel in deze ver zorging Vele jeugdkwalen moeten tegen gegaan worden, wil het kind later aan de eischen van het leven voldoen. Wil het toezicht voldoende zijn dan moet dit geschieden door een vol ambte naar. Hij hoopt dat de onderwijzers dank baar de hulp van den schoolarts zullen aanvaarden en vertrouwt dat ook de schoolbesturen zullen medewerken. ^Al.s taak van den schoolarts noemt hij o.a.: Voorbehoeding tegen besmettelijke ziekten vooral bij t.b.c. is de besmetting in de jeugd zeer groot), voorts huid- en oogziekten, enz. Verder adviseert de schoolarts de uit zending naar vacantie-herstellingsoorden, en toezicht op schoolgebouwen, wat be treft inrichting en verlichting. Hij denkt het eerste jaar als volgt te werk te gaan: systematisch onderzoek der le klassen, daarna der ,4e en later de hoogste klas sen. dit in verband met de beroepskeuze. Aan de ouders wordt kennis gegeven van- en gelegenheid om dit onderzoek bij te wonen. Er is op dit oogenblik nog veel wan trouwen tegen dit instituut, doch spr. ver trouwt dat dit in de toekomst wel zal verdwijnen. Daar de dienst zich uitstrekt over 7000 kinderen, is het mogelijk, dat het eerste jaar niet alles vlot zal functioneeren en hii roept daarvoor de medewerking van allen in. Hij hoopt dat het financieele offer ruimschoots vergoed zal worden door de meerdere gezondheid der kinderen. Hierna voerde het lid van Ged. Staten, de heer Crena de Jong het woord, die de gemeenten feliciteerde met dezen dienst. Goed voorgaan doet goed volgen. Dit is de 3e combinatie in deze provincie. De Inspecteur der Volksgezondheid, dr. Putto, heette nog den heer Zyerveld wel kom De heer Zyerveld is met den dienst vertrouwd en dus twijfelt hij niet aan het wblslagen. Nadat nog de heer Baak een practisch woord gesproken had, werd de bijeen komst gesloten. Men bleef evenwel tenslotte nog gerui- men tijd bijeen, waarbij van de gelegen heid om met den heer Zyerveld kennis te maken een ruim gebruik gemaakt werd. Uitgesproken: J. G. Berk, winkelier, in koloniale waren, Hillegom, Paralelweg 25. R.-c. mr. A. L. M. van Berckel; cur. mr. F. J. Gerritsen, Haarlem. P. van Lierop Jr., bloembollenhandelaar, Hillegom. R.-c. en cur. als voren. Buitengew. Deputatenvergadering der Anti-Revolutionaire Partij. DE OPENINGSREDE VAN Dr. H. COLIJN. Nieuwe crisismaatregelen zullen noodig zijn. Hedenmorgen ving in de groote zaal van „Tivoli" te Utrecht de buitengewone deputatenvergadering der Anti-Revolu tionaire Partij aan, speciaal belegd ter be handeling van wijzigingen in het Partij- statuut. De bijeenkomst was zeer druk bezocht. Na de gebruikelijke opening hield de partijleider, dr. H. Colijn, de z.g. deputa- tenrede, die mede gericht was op de dit jaar te houden verkiezingen voor de Pro vinciale Staten en gemeenteraden. Behalve voor de a.s. verkiezingen, vroeg dr. Colijn de aandacht voor een paar on derwerpen die thans in het centrum van de belangstelling staan. Hij deed dat om dat zulks te midden van de steeds groeien de verwarring noodig is, en omdat, aldus spr., wij ons zelf duidelijk rekenschap geven van cje gedragslijn die wij te vol gen hebben ten aanzien van de branden de vragen van den dag. De economische crisis besprekende, na haar oorzaken kortelijks te hebben aan gegeven, zeide dr Colijn, dat de gevol gen dier crisis niet door nationale maat regelen kunnen worden weggenomen. Het hoogste wat te bereiken is, zal nooit uitgaan boven de tempering van de aller ergste gevolgen en de actie van den Staat moet zich richten en dan nog met be grenzing zoover dit mogelijk is, op de instandhouding van de bronnen van ons volksbestaan; niet op de verzekering van ieders persoorflijke welvaart. Dit geldt ook voor het landbouwbedrijf. Kan niet iedere landbouwer in zijn be staan gehandhaafd blijven, daarnevens moet gewaakt worden tegen het braak- leggen van een deel van onzen bodem. Spr. kan geen heil verwachten van een i z.g. onderhandelingstarief. De ervaringen der laatste jaren hebben hem tot een geheel tegenovergestelde overtuiging gebracht. De tot nu toe door de regeering voor gestelde maatregelen zijn door de A.-R. Partij gesteund, al kwamen zij spreker ook ten deele onvoldoende voor. zooals bij het Aardappelmeelcrediet en bij het Bie tenwetje. Wij ontveinzen ons niet, aldus spr., dat indien niet spoedig ingrijpende verande ring intreedt en die verwacht spr. niet dat maatregelen van andere strekking noodig zullen blijken. Wij weten nog niet wat de terugslag op Europa zal zijn van de verdere ontwikkeling der Duitsch-Oos- tenrijksche plannen, noch ook van de uit werking van het Russische vijfjarenplan en welke gedragslijn tegen het eind dezer maand Engeland zal gaan volgen. Ieder van deze omstandigheden op zich zelf en zeker alle te zamen kunnen in het eco nomisch verkeer zulke ingrijpende veran deringen in het leven roepen, dat ook wij ons te beraden zullen hebben of wij niet gedwongen ^zijn van koers te veranderen. Spr. behoort tot de overtuigde voorstan ders van onze traditioneele handelspoli tiek. maar erkent tevens dat onder geheel ontwrichte economische wereldomstandig heden en bij een toenemend jagen naar economische auto-archie bij de meeste staten een andere koers voor onze volks welvaart noodzakelijk zal kunnen zijn. Wordt er op stoffelijk gebied hunkerend naar de morgenschemering uitgezien, wei nig gunstiger is, aldus spreker, de toe stand op politiek terrein. Spr. wees in dit verband op den onvoldoenden invloed der Staten-Generaal bij de regeering en op het kiesrecht dat door zijn aanmoedi ging van de vorming van allerlei kleine dissidente groepen, de in Nederland toch reeds ontwikkelde zucht tot verdeeldheid sterk in de hand werkt. Daarna behandelde dr. Colijn de vraag of verdeeldheid over de geheele linie on afwendbare noodzaak is. Spreker merkte op, dat concentratie geenszins alleen in versmelting tot uitdrukking behoeft te komen, maar haar uitdrukking ook kan vinden in welberaamd overleg zoowel voor als na de stembus; een overleg dat op den duur misschien zou kunnen leiden tot heeling van de breuk'van 1894. Men be hoeft de verschillen tusschen protestant- sche Christenheid en Rome niet te ver doezelen om met Groen, Kuyper en Loh- man te blijven erkennen, dat Katholieken en Protestanten als Christenen grondstel lingen gemeen hebben die ook als grond slagen van den Staat moeten worden aan vaard. Dr. Colijn wekte aan het slot van zijn betoog de gedeputeerden op tot de groot ste krachtsinspanning in den a.s. electo- ralen kamp en tot trouw aan het al-oude vaandel, om daarna de wijzigingen op de Statuten te behandelen, die in de middag vergadering aan de orde kwamen. WEGENVERBETERING. Ontcigenings-ontwerp bij dc Tweede Kamer ingediend. Bij de Tweede Kamer is een wetsont werp ingediend tot verklaring van het al gemeen nut der onteigening van percee- len enz. noodig voor den aanleg van de weggedeelten van de Gouwe tot den Middelweg nabij het station Moordrecht met inbegrip van de overbrugging van de Gouwe, en van Voorburg tot eerstge noemd weggedeelte nabij de Gouwe, be- hoorende tot de Rijkswegen Amsterdam- Bodegraven-Rotterdam en 's Gravenhage -Utrecht-Driebergen (Arnhem), welke verbindingen deel uitmaken van het Rijks wegenplan. Als beginpunt van het weggedeelte Gouwe-Middelweg. van den ontworpen weg Amsterdam-Bodegraven-Rotterdam is aangenomen het einde van den Noord- Oostelijke afrit van de overbrugging van de Gouwe. Het tracé kruist de Gouwe in Zuid- Westelijke richting, buigt het aanslui- tingspunt met den ontworpen weg 's Gra- venhage-Utrecht-Driebergen in Zuide lijke richting af en sluit aan tegen het in aanleg zijnde gedeelte station Moordrecht -Rotterdam van eerstgenoemde weg. Als beginpunt van het weggedeelte VoorburgGouwe is aangenomen het punt van samenkomst van de Laan van Nieuw Oosteinde en de Koningin Wilhel- minalaan te Voorburg. Het tracé volgt den spoorweg 's Gravenhage-Gouda aan de Noordzijde tot den Noordelijken Dwarsweg in den Zuidplaspolder, alwaar het in Oostelijke richting afbuigt om op het omstreeks 4 K.M. verder gelegen punt van samenkomst met den ontworpen weg Amsterdam-Bodegraven-Rotterdam te eindigen. De met den aanleg van bovengenoemde weggedeelten in verband staande werken zijn: le. verbindingswegen tusschen den Noord-Oostelijken afrit van de overbrug ging van de Gouwe en de provinciale weg langs den Oostelijken oever van het vaar water: 2e. eenige werken in Voorburg ten behoeve van de Ned. Spoorwegen ter weerszijden van den spoorweg 'sGraven- hage-Goud^, tusschen den Trekvliet en het station Voorburg: 3e. een verbin dingsweg tusschen het weggedeelte Voor burg-Gouwe en den Provincialen weg langs den Oostelijken oever van den Trek vliet in de gemeente Stompwijk. De omschreven weggedeelten zullen worden voorzien van doorgaande ver- keersbanen voorloopig ter breedte van 6 meter (met mogelijkheid van uitbreiding tot 11 meter), bestemd voor autoverkeer en van een eenzijdig rijwielpad, voorloo pig breed 2 meter (later uit te breiden tot 3 meter). De gezamenlijke lengte van beide wqg- gedeelten bedraagt ongeveer 26 K.M. De kosten met inbegrip van die der bijko mende werken worden globaal begroot op f. 8 millioen. o WEGING VAN MOTORRIJTUIGEN. In een nota aan de Tweede Kamer naar aanleiding van het verslag over het ont werp tot aanvulling van hoofdstuk I van de Wegenbelastingwet zegt de mi nister. dat art. 16 ter dient om de aan gifte van het gewicht te controleeren van een motorrijtuig, waarmede een buiten lander het Rijk binnenkomt. In den regel zal dit motorrijtuig „volledig uitgerust" zijn. Het zou evenwel te ver gaan te vor deren. dat men. ter wille van de weging alle uitrustingsstukken op zijn reis mee voert. Indien er ontbreken, zal bij de we ging hiermede dus genoegen moeten wor den genomen. De minister meent daarom, dat de in art 16 bis voorkomende woorden „volledig uitgerust", welke gelden voor een hier te lande wonend persoon, niet in#art. 16 ter moeten worden ingevoerd. Naar het Engelsch van LEO WALMSLEY. 30) „Dat staat niet aan mij om dat te zeg gen. Ik heb u gezeid hoe ik over de kwaal van me vrind Henry denk. Maar u bent zoo veul als mijn superieur. Als u tegen me zeit: Vooruit. Timms. laten we opschieten, het is tijd dat we wat te eten en te drin- ken krijgen, wel, dan schiet ik op en dan moet dat schaap maar zien hoe ze d'r komt, met een groote sterke kerel, die zoo af en toe volslagen gek is aan boord en niets dan een jonge juffer met netjes ge- poetste nagels en haren glimmend van de pommade om d'r te helpen. En waarom zouën wg niet? Wat doet zij anders, als het ons verschrikkelijk lastig maken! En het -is een avon. .tu. rierster, eentje die der geen been ln zou zien om ons met ze alle te vermoorden. Heb ze me whisky niet wil len vergiftigen?heb ze niet een hoe- depen door me heen willen priemen?.... heb ze geen. hoe heet dat goedje op de punt van de terremo- meter willen smeren?Ze is een echte kanjer, hoor!... maar een knappe kanjer, een dekselsche knappe kanjer En als ik zoo oud was als u en ik had een ander bakkes en geen fatsoendelijk getrouwde vrouw thuis „Hou je mond", viel ik hem in de rede, o.uasi-driftig om mijn kleur als vuur te maskeeren. „Daar gaat het niet om. We zijn hier om 't wrak te vinden en als ge salarieerde „hulpen" van dr. Flint zijn we hem. in de eerste plaats hem, loyauteit verschuldigd. Maar als je denkt dat Trout nog last geven zal, blijf jij dan voorloopig hier.altijd, als Miss Howard het goed vindt. Als wij weggingen, en er zou van middag of vanavond hier 'n ongeluk gebeu ren, dan zou ik me verantwoordelijk voe len. En daar bedank ik voor. Wacht hier, dan zal ik even erover gaan spreken." Met een paar sprongen was ik het trapje naar dek op. Miss Howard stond bij den achtersteven tegen de verschansing ge- lennd, in zee te staren. Toen ze me hoorde aankomen keek ze op. Haar oogen glans den nog verdacht, maar ze doorstond mijn onderzoekend kijken rustig zonder een zweem van nervositeit. v.Het spijt meheel erg. werke lijk", begon ik onhandig. Ze glimlachte even. ..Ik zou niet weten waarom", gaf ze me ten antwoord. „Van uw standpunt gezien is het gebeurde van zooeveneen bui tenkansje. Zoo zou ik er tenminste over denken Ik hoop alleen, dat die on mogelijke kerel u niet bezeerd heeft?" „Nee, natuurlijk niet. Maar, wat ik zeg gen wou, Miss Howard.De man is ge vaarlijk. en als u nu maar niet zoo on redelijk was als u nu maar wilde ge- looven dat wij niet een stelletje zeeroovers zijn een troepje bandieten, die maar één doel hebben: met al onze tegenstan ders te plukharen en hen onschadelijk te maken.. Over de quaestie van gister avond over al die leelijke er. onrede lijke dingen die ik gezegd heb, maak ik mijn excusesik was moe.en alles liep ons tegen, ..Denkt u nu nog, dat ik iemand ben om te profiteeren van de ziekte van een van mijnconcurrenten"?" viel ze me ln de rede „Nee. dat denk ik niet meer. trou wens. in mijn hart was ik gisteren ook van het tegendeel overtuigd", gaf ik positief ten antwoord „En u. houdt u nog vast aan uw meening dat ik die sloep van u i weggestuurd had?" „Dat zou wel wat dwaas zijnmet het oog op wat er daarna gebeurd is", gaf ze glimlachend ten antwoord. „Ik geloof dat we elkaar aardig aan het verkeerd beoor- deelen geweest zijn, kapitein Cleveland. En het is natuurlijk wel heel prettig, dat we dat nu weten maar verder komen we er niet meeZooals de zaken nu staan De opgewekte uitdrukking trok van haar gezichtje weg. Haar mondhoeken gingen iets naar omlaag, de groote donkere oogen keken me zoo wanhopig aan. dat al mijn medelijden naar haar uitging. „Dat kunnen we wel riep ik impul sief uit. „Als u wist wat het voor me beteekent als u wistIk dwong me even te zwijgen. Wie weet wat ik me zou laten ontvallen, als ik me niet be- heerschte' „Wil ik u eens wat zeggen", ging ik na misschien een halve minuut wat kalmer voort, „maar u moet me geloo- ven niet denken dat er wat anders achter zit, anders geeft het niet.Die geschie denis met uw duiker treft al buitengewoon ongelukkigmaar zoo erg als u denkt dat het is, is het niet. Timms kpnt den man en hij zegt dat het van die aanval len zijnals hij over een paar uur wak ker wordt, zegt Timms, heb je alle kans. dat hij weer gewoon is. 't Wakker worden Is alleen nog een kritiek oogenblik. Daarom zou ik zeggen' laat Timms hier blijven. iemand van dat type moet je weten aan te pakken. En Timms kent hem, door en door.Nu, wat vindt u er van?" Het duurde lang voordat het meisje naast me antwoord gaf. Met haar ge zichtje haif-afgewend stond ze naar Thunder Island te staren, alsof die lange strook stekelig groen haar raad kon ge ven Maar toen ze begon te spreken, klonk haar stem heel rustig en effen. „Ik apprecieer uw aanbod natuurlijk wel.... 't Is een moeilijke quaestie en ik voel me nogal alleen en ik ben ook wel wat bang.'t Beteekent ook zoo veel voor me. Maar de vraag is: is het wel heelemaal fair tegenover dr. Flint? Ik zou het heel erg vinden Ms u erdoor in moei lijkheden kwamMaar ik heb u toen, in Londen al gezegd, dat dr. Flint iets van me probeert te stelen, iets. dat mij rech tensnee, ik ga er niet verder over door. U weet, wat uw plicht is en voor te rugtrekken is het nu te laatZelfs al zou ik u kunnen bewijzen dat u niet aan den kant van het recht staat.Daarom alleen nog dit. Dr. Flint en ik zijn vijanden en dus moet u alle twee maar weggaan. dat is het beste Miss Howard beet op haar onderlip om niet te huilen en keerde zich van me af. Mijn plichtsgevoel zffkte ver beneden het gewone peil. 't Was of zij en haar belan gen alleen nog maar telden Ik boog me Iets naar haar toe. „Of dr. Flint en u vijanden zijn doet op het oogenblik niets ter zake. Miss Howard, 't Gaat hier om de plichten die je hebt als mensch tegenover mensch We hebben Timms vanmiddag in het kamp niet noo dig. Of hij dus hier blijft, of op zijn eigen houtje uitgaat.En voor het geval dat dr. Flint denken mocht dat ik, met dit. u in de kaart gespeeld heb. zal ik me maar troosten met de gedachte dat Timms geen onnoozele jongen is... dat hij bij elke eventueele poging van u om hem uit te hooren, als repressaille-maatregel Trout zou kunnen gaan uithooren. Alleen zou ik dit graag willen: dat u hem geen whisky gaf en dat hij zoo gauw Trout weer in orde is, bij ons terugkomt. Gaat u daar mee accoord?" „Dat spreekt vanzelf!" gaf ze met een dankbaren blik ten antwoord „O, als u wist hoe blij ik ermee ben! 't Neemt me een pak van mijn hart." Impulsief stak ze me haar beide handen toe. Maar voordat ik ze kon grijpen trok zij ze weer terug. De schuld van Timms, die juist dat oogenblik uitgekozen had om aan dek te komen. „Hoe gaat het beneden ermee?" vroeg ik. „Gaat wel", zei Timms met een knip oogje naar mij. „Hij zal nog wel een paar uur doorslapen. En als-ie dan wakker wordt is-ie zoo frisch als een hoentjeEn dat sallen ze van mijn tegen dien tijd niet kunne zeggenDen heele ochtend hard werken... in een hitte om van om te vallenen geen droppie drinken om lichaam en ziel bij mekaar te houën Maar zonder gekheid, juffie je heb kans dat Trout, straks, als'-ie wakker wordt, niet dadelijk goed in zijn humeur is Wees dan 'n beetje voorzichtig en maak 'em niet weer kwaad. Dit was de gelegenheid om Timms mee te deelen, dat het voorstel, door hem ge suggereerd. aangenomen was. Maar ik ver telde hem meteen dat hij, voor die paar uur, den geheel-onthouder moest spelen. ,,'t Is God geklaagd", was zijn opinie. „Maar afijn, als 't mot, mot 't. Hij keerde zich om en stapte weg. Ik ging even mee om naar onze patiënt te kijken en liet als troost mijn half-volle veldflesch achter. Bij mijn weggaan kreeg ik een harte- lijken handrduk van Miss Howard en een extra-onsamenhangende bedank-speech van haar broer. Daarna liet ik me zakken en een minuut of vijf later trok ik de sloep op het strand en begaf me op weg naar het kamp. Maar ik was nog niet halverwege of er kwam een gedachte in me op, die me op eens stil deed staan. Gedurende het laat ste uur had dr. Flint maar een heel klein plaatsje ergens op den achtergrond van mijn denken ingenomen Maar langzamer hand was hij weer de hoofdpersoon ge worden de man om wien alles draaide en mèt die verandering kreeg ik een zuiver der kijk op de gebeurtenissen van de laat ste paar uur. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1931 | | pagina 9