DE GEZONKEN SCHAT.
72sle Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 8 Aprü 1931
Derde Blad No. 21795
met namaak
PIRIN de wereld
KERK- EN SCH0QLNSEUWS.
FAILLISSEMENTEN.
VRAGENRUBRIEK.
FEUILLETON.
XXIX.
Den 13 kwamen wij in de stad Jenbis
welke aan een groot meer ligt, waarin zij
als 't ware een schiereiland vormt. Daar
ik nu niet ver a£ was van het landgoed
Ixnoserie, waar ik voor twee jaren met
zoo veel genoegen 5 weken had doorge-
bragt, konde ik het niet van mij verkrij
gen om verder te reizen, zonder mijne
vrienden nog eens te bezoeken, die mij
toen op zulk eene gulle en gastvrije wijze
ontvangen hadden. En daar mijne reisge-
nooten ook gaarne eenige van hunne ken
nissen in den omtrek wilden gaan zien,
besloten wij om eenige dagen uit te rusten
van onzen vermoeijende togt, en stelden
vast. dat alle zich den 28sten weder in de
stad Boriten zouden laten vinden, ten
einde als dan onze reis voort te zetten.
Ik begaf mij dus derwaarts, en toen ik
binnen de palen kwam, waarmede het ge-
heele huis, evenals met palissaden om
ringd was, had men mij reeds herkend, en
alles kwam op het bordes, om mij welkom
te hceten. Met de hartelijkste genegenheid
werd ik hier ontvangen. Ik zeide hun, dat
bedink tevens dat men ons met eene
schuit naar Riga zouden brengen. Dit
accoord getroffen zijnde, begaven wij ons
aan boord en dreven de Dwina af naar
gemelde stad, alwaar wij den 23sten aan
kwamen. Wij vervoegden ons dadelijk naar
het bureau van de plaats. Hier vonden
twee mijner landslieden geld, het welk
hun door hunne families overgemaakt
was. Dit was ons zeer welkom en werd
dadelijk in de algemeene kas gestort. Wij
waren dus heele spekkcopers en ik liep
maar weer op den koop mede. Hier deden
wij nog bij den gouverneur eene poging
om onzè 100 roebels te krijgen, maar
vruchteloos. Wij moesten die dus maar in
den loop laten. Vervolgens begaven wij
ons naar een logement aan de haven ge
legen. Hier zag ik eenen schipper zitten
met een lange pijp in de mond en een
glaasje Schiedammer voor zich, aan zijn
kleeding herkende ik hem voor eenen
Vries. Ik sprak hem dus in mijne moeder
taal aan, en zag dat ik mij niet bedrogen
had, want hij antwoordde mij in den
"L.DE Caspm)
li °AJ>tr<B£aa
ik op de terugreis naar mijn vaderland
zijnde, mij het genoegen niet had willen
onthouden, om hen nog eens te komen
zien. Dit gaf hun veel vermaak, en daar
zij allen nieuwsgierig waren om te weten
hoe het mij in al dien tijd gegaan was,
moest ik hen alle mijne lotgevallen ver
halen, welke zij met veel deelneming aan
hoorden. Ik werd hier weder, evenals de
vorige keer. met de uitnemenste vriende
lijkheid onthaald, en sleet er vijf geluk
kige dagen. Eindelijk was de tijd van mijn
vertrek daar, ik nam een hartelijk af
scheid van deze edele menschen, hen nog
maals voor de van hun genotene wel
daden bedankende.
Allen thans weder ter bestemder plaats
bijeen gekomen zijnde, zettende wij onze
reis tot Riga voort, waar wij gelegenheid
hoopten te vinden om te scheep naar Hol
land te vertrekken. In het dorp Jungfen-
hof. gelegen aan de rivier de Dwina. ver
kochten wij onze kibatken of wagen, met
zelfden tongval. O, hoe aangenaam klon
ken deze klanken in mijne ooren. Ik ver
beeldde m ijnu reeds weder in mijn vader
land te zijn. Hartelijk schudden wij
elkander op de oud Hollandsche wijze de
hand en dronken zamen een vaderland-
sche borrel. Wij raakten druk in gesprek
en waren weldra als 't ware met elkander
verbroederd. Wij vonden in ons logement
een goede kamer en bed, dat laatste vas
ons bijzonder welkom, want dit waren wij
j sinds lang ongewoon. Na dat wij dus den
dag zeer aangenaam doorgebragt hadden,
begaven wij ons te rust en sliepen eens
I ter deeg op ons gemak uit. Des morgens
i gingen wij reeds vroeg op weg. om te zien,
I of er een schip gereed lag, dat ons naar
I het vaderland zouden kunnen overvaren.
Doch wij vonden dien dag nog geen ge
legenheid, zoo dat wij ons verblijf alhier
nog eenigen tijd moesten rekken, het welk
ons, daar wij hartelijk naar huis ver
langde, niet aangenaam was. Dan sedert
twee jaren aan zoo vele teleurstellingen
gewoon moesten wij dat ons nu ook ge
troosten. Ik besteedde nu dien tijd om de
stad eens te bezien. Hier zag ik onder
anderen eene watermachine, welke door
10 of 12 paarden gestadig in beweging
gehouden wordt, en het water door de
geheele stad voert. Over de rivier ligt een
brug. die op vlottende balken rust. Hier
eens wandelende, ontmoette mij een wel
gekleed jong heer die mij in het Fransch
aansprak, mij vragende of ik ook tot de
tcrugkeerende krijgsgevangenen behoorde
(der gelijken er aldaar velen passeerden).
Dit met ja beantwoord zijnde, vroeg hij
mij, wat landsman ik was. Ik zeide hem
een Hollander. Hier op sprak hij tot mij
in onze moedertaal, en zeide mij. mijn
landgenoot te zijn. en als officier gediend
te hebben onder een regiment husaren en
bij Polocz krijgsgevangen gemaakt te zijn,
er bijvoegende, dat hij voornemens was
binnen 14 dagen naar het vaderland te
vertrekken, weil eene kleine onpasselijk
heid hem belette de reis eerder aan te
nemen.
Hij verzocht mij mede naar zijne
woning te gaan, hetwelk ik met genoegen
aannam. Ik bevond dat hij als een vorst
gelogeerd was en besloot daar uit. dat hij
braaf schijven moest hebben, gelijk ook
bleek. Nu hij verdiende dat ook, daar hij
er een goed gebruik van maakte, want
ziende dat ik er sober in de plunje uit
zag. vroeg hij mij of ik ook gebrek aan
geld had, zoo ja. dat ik dan niet verlegen
moest wezen, dat hij mij zoo veel geven
zoude als ik begeerde. Ik heb f.400 aan
contanten zeide hij, daar kunt gij zoo veel
van krijgen, als gij hebben wilt. Ik maakte
van het edelmoedig aanbod gebruik en
verzocht hem om f. 60. Hij wilde volstrekt
hebben dat ik meer zoude nemen, wijl hij
begreep, dat dit veel te weinig was. Doch
ik wilde niet meer aannemen, wijl ik mij
met die som redden konde en bedacht dat
er toch eens een tijd zoude komen, waarop
ik het terug moest geven. Hij telde mij
dus f. 60 in Hollandsche rijksdaalders toe,
het welk hier de hoofdmunt is. Ik ver
zocht hem om een stuk papier, waartoe
vroeg hij, om uw eene schuldbekentenis
te schrijven. Gekheid, antwoordde hij, uw
woord als kameraad en landsman is mij
genoeg, en daar mede basta. Hij toonde
dus nog een waar Hollander te zijn, die
de oude trouw onzer voorvaderen kende
en waardeerde. Zijn naam was Ellinkhui-
zen en zijn vader was een voornaam wijn
koper te Rotterdam. Ook bestede ik het
I eerste geld, waarover ik na mijne terug
komst in het vaderland beschikken konde,
om deze schuld af te doen en daar ik niet
wist of mijn vriend terug was gekomen,
zond ik het met eene brief van hartelijke
dankzegging aan zijnen vader.
Eindelijk vonden wij de lang verlangde
gelegenheid, om met een schip naar Hol
land te vertrekken. Dit was het Berkan-
tijn schip, de jonge Caspar Peter Papen-
berg, capitein Eeldert Jobs, zijnde een
Oostvries van geboorte, hetzelve was met
masthout geladen. Wij troffen accoord
voor ons achten voor de reis, alles vrij,
vooraf 120 ducaten. Wij maakten nu dade
lijk aanstalten tot ons vertrek, en schafte
ons deeze en geene dmgen aan, welke op
zulk een reis van diensten zijn, of niet
ontbeerd kunnen worden.- Dit alles in
order gebragt zijnde, begaven wij ons den
30sten aan boord en haalden nog dien
zelfden dag in de Bolderaa. zijnde aan de
mond van de Dwina, en hier moesten wij,
uit hoofde van tegenwind, twee dagen
blijven liggen. Eindelijk, den 3den Sep
tember de wind gunstig zijnde, staken wij
met een stijve koelte in zee Maar nu
kwam het arme leven aan. Mijne kame
raden. het zeevaren niet gewend, kregen
het schielijk weg, doch ik wast er niets
van en zij konden niet begrijpen, hoe ik,
terwijl zij daar ais het ware voor hun
laatste anker lagen, mijn stuk brood en
spek met zoo veel smaak konde eten, als
of wij in onze kibatkin zaten.
Wordt vervolgd.
RECLAME.
RECLAME.
3214
of zoogenaamde „Ersafz"preparaten.
Eischt sleeds ASPIRIN -Tabletten met
het BAYER-kruis. Deze zullen U zeker
bij verkoudheden, rheumatiek en alle
soorten pijn helpen. Veel namaak wordt
vervaardigd door nief-deskundigen en
kan schade berokkenen.
let op den oranjefcand. Prijs 75 ets.
NED. HERV. KERK.
Beroepen: Te Hurwenen (toezA. de
Willigen, cand. te Utrecht.
Aangenomen: naar Nieuwendam, ds. Y.
Nuls te Drempt.
Bedankt: voor Ouderkerk aan den IJsel
ds. I. Kievit te Baarn Voor Oosterhaule
Y. Alkema, te Lemelerveld Voor Berg -
schenhoek, E. Schimmel, te Ameide -
Voor Broek in Waterland, J. N. Seulijn,
te Bellingwolde.
GEREF. KERKEN.
Tweetal: Te Gerkesklooster-Stroobos,
F L. Kroes, te Ruinerwold; en S. Neer
ken, te Ulrum.
Beroepen: Te Gorredijk, J. v. d. Staal,
cand. te Bosch en Duin.
Aangenomen: Naar Pematang-Siantar
(Sumatrads E. de Jong, te Belling
wolde.
Bedankt: voor Bolsward: ds. W. v. d.
Heide te Zoutkamp.
UNIE „EEN SCHOOL MET DEN BIJBEL".
WAT IS ZIJ TOCH AFSCHUWELIJK
MAGER!
Hebt U ooit zulk een mager meisje ge
zien? Zij kan toch Mac Coy's Levertraan
Extract .Tabletten gebruiken. Wat zou zij
er na een paar maanden heel anders uit
zien! U zoudt dat spichtige persoontje niet
meer herkennen, wanneer zij een tijdlang
geregeld Mac Coy's tabletten nam. Hun
uitwerking Is werkelijk verbazingwekkend.
Mevr. M. J. J. te P. schrijft ons:
„Ik voel mij genoodzaakt U te zeggen
hoeveel goed Uw tabletten mij hebben
gedaan; ik ben 9 pond aangekomen na
drie doozen te hebben gebruikt. Ik zal ze
beslist aan al mijn magere kennissen
aanraden."
Deze kleine, met suiker bedekte tablet
ten zijn geheel smaakloos en reukloos en
daardoor zoo bijzonder gemakkelijk en
prettig om in te nemen. Zij moeten U
goed doen, want zij bevatten niets dan
heilzame bestanddeelen in een aange-
namen vorm. Koop nog heden een doos.
Mac Coy's Levertraan Extract Tabletten
zijn verkrijgbaar bij alle apothekers en
drogisten f.195 en f. 0.95 per doos.
Eischt Mac Coy's tabletten de origi-
ncele en eenige echte. Weigert namaak.
Indien niet direct verkrijgbaar wendt U
dan tot N.V. Rowntree Handels Mij., Kei
zersgracht 124, Amsterdam-C. 3249
Algemeene vergadering te Utrecht.
Gisteren werd in het gebouw voor K. en
W. te Utrecht onder presidium van dr. K.
Dijk, van Den Haag, de o3ste jaarvergade
ring gehouden van De Unie „Een school
met den Bijbel". De voorzitter zei in zijn
openingsrede, dat er verschillende symp
tomen zijn, die dringen tot zelfbezinning
en die ons de toekomst doen zien als een
bewolkten hemel. Spr. denkt aan de toe
nemende moeilijkheid om het Christelijk
karakter van het onderwijs in zijn onver
zwakte kracht te handhaven, aan het
binnendringen in de Chr. school van
elementen, die in een schooi met den
Bijbel en zelfs in een echt-nationale school
niet thuis hooren, aan de aanvallen die
gedaan worden om het recht der ouders
om zelf het contessioneet karakter van
hun school te bepalen aan de teleurstel
ling, die bij alle verbetering, die 't voor
sten, het rapport Rutgers gewekt heeft,
waar het de grondslagen van de wet 192U
onveranderd wil laten en geen poging
doet om 't onderwijs meer en meer uit de
bemoeienis van den Staat los te wringen.
De Unie-collecte klom boven die van
het vorig jaar. Op verschillende plaatsen
werden schooldagen georganiseerd, die
uitnemend slaagden. Spr. richtte 'n woord
van gelukwensch tot den Schoolraad, die
in stilte zijn 40-jarig bestaan vieren mag
en tot diens voorzitter ds. J. L. Pierson,
die aan het einde van 1931 zijn 70sten
verjaardag vieren mag. Een woord van ge
lukwensch richtte spr. ook tot het Geref.
Schoolverband, dat volgende maand in het
zilver jubileeren mag en wien spr. met
zijn bejaarden secretaris, den heer J. v.
d. Waals van Nijkerk, toebad kracht van
den Levensvorst.
Spr. herdacht wijlen Baron v. Dedem,
de laatste der onderteekenaars van het
petitionnement van 1878 en den oud-Unie
bestuurder, wijlen oud-min. J. H. de Waal
Malefijt.
Op voorstel van het bestuur besloot de
vergadering de volgende uitkeeringen te
doen uit de kas der Unie: a. aan het fonds
Paed. leerstoel f. 1000. b. aan „Barnabas"
f. 150, c. aan „Lukas" f. 100, d. aan „Jo
hannes" f. 100, e. aan de Bibliotheek ten
dienste van het Chr. onderwijs f 100, 1.
aan de commissie voor de oud-Strijders bij
het Chr. Onderwijs f. 1000.
Aangenomen werd ook een voorstel van
het bestuur om in 1931 uit het fonds Paed.
leerstoel aan het Geref. Schoolverband ten
behoeve van den paedagogischen leerstoel
aan de Vrije Universiteit te Amsterdam
(prof. dr. J. Waterink) uit te keeren een
subsidie van f. 450.
Het aftredend bestuurslid, dr. K. Dijk,
werd met groote meerderheid herkozen.
Nog werd afgedaan een voorstel van het
Locaal Comité der Unie, te Lekkerkerk
luidende:
„De Unie overwege. welke maatregelen
kunnen worden getroffen tot bevordering
van meer contact tusschen besturen en
hoofden van scholen met den Bijbel, ten
einde de ouders van schoolgaande leerlin
gen bij verhuizing naar elders dadelijk en
nauwkeurig te kunnen inlichten, naar
welke school (of scholen) m d. Bijbel zij
hun kinderen kunnen zenden".
In de middagvergadering refereerde de
heer H. J. van Wijlen, rustend directeur
van dc Kweekschool met den Bijbel te
Rotterdam over: „De belangstelling van
de Onderwijzers voor de School met den
Bijbel".
NATUUR- EN GENEESKUNDIG
CONGRES.
Te Delft begon gisteren het Natuur- en
Geneeskundig Congres, ter gelegenheid
waarvan tevens een algemeene vergade
ring is gehouden.
Op voorstel van prof. Van Uven, werd
bij acclamatie besloten het 24ste Congres
te houden in 1933 te Wageningen op de
zelfde dagen als thans, n.l. Dinsdag,
Woensdag en Donderdag na Paschen.
Besloten werd een subsidie van f.200 to
verleenen als bijdrage in de kosten van
onderzoek naar fossiele Nederlandsche
Cetacea door het lid A. B. van Deinse te
Rotterdam.
Aan de Nederlandsche commissie voor
het Pooljaar 19321933 werd een bijdrage
van f. 1000 verleend.
Een subsidie van f. 500 werd verleend
aan de stichting in oprichting „Vogeltrek
station Texel".
Ter beschikking van de bibliotheekcom
missie werd gesteld een bedrag van f. 250,
in de hoop dat ook op de Rijksbegrooting
voor de jaren 1931 en 1932 dezelfde bedra
gen worden toegestaan, evenals dit in vo
rige jaren het geval was.
Vervolgens begaven allen zich naar het
stadhuis van Delft, waar de congresleden
werden ontvangen door den waarnemend
burgemeester, wethouder H. L. M. van de
Seijp.
De algemeen voorzitter prof. dr. G. van
Iterson dankte, namens het Congres, het
gemeentebestuur voor de officieele ont
vangst.
Nadat thee geschonken was werd aan
allen gelegenheid gegeven de verschillen
de zalen van het stadhuis te bezichtigen.
Uitgesproken:
J. Roodenburg, koopman. Leiden, Nach
tegaallaan 4. R.-c. mr. J. H. van Laer, cur.
mr L. Spreij.
Th. B. te L. Beiden hebben het recht.
A. K. te H. Mechanisch laten reini
gen.
C. de R. tc L. Verlammingsverschijn
selen kunnen verschillende oorzaken hebben.
Als u uw kippen nu volop van zonlicht
laat profiteeren en u geeft ze zoo veel
jong groen (heel jong gras, klaver, afval
van sla, enz.) als ze kunnen opeten zonder
dat ze er restanten van laten liggen, zult
u ongetwijfeld wel het beste geneesmiddel
toepassen.
Naar het Engelsch van LEO WALMSLEY.
29)
„Loop naar de hel met je ga-mee-daar-
weer-zitten", bulderde Henry Trout, „wie
ben jij, dat je me bevelen durft geven!
Jacob Timms, die grootste lafbek, die der
op twee beenen rondloopt; Jacob Timms,
een mehèèr met net zooveel lèf als een
kwal. En die durft zeggen, doe dit en doe
dat
„Zeg, hoor eens. 3edaard-an wat!" viel
onze duiker verontwaardigd uit.
„Bedaard-an wat! Bedaard-an wat!"
brulde Trout, vuurrood van drift. „Be
daard-an wat!Wie ben jij, dat je
durftBij dat laatste woord viel hij
uit en plaatste hij netjes volgens de rege
len der kunst een rechtschen tegen de
kaak van Timms. Timms schoot achteruit,
kwam met een doffen smak tegen de ver
schansing terecht. Daar bleef hij een
oogenblik versuft staan kijken, maar dan
ging hij met een ruwen vloek Trout te
lijf. Miss Howard gilde. Howard kwam
haar te hulp. Ik liep om hen heen en pro
beerde de beide vechtersbazen te scheiden.
Als belooning voor mijn moeite kreeg ik
van Trout 'n stomp tegen mijn schouders,
waardoor ik een of tweemaal een heelen
slag om maakte, 't Scheelde een haartje,
of ik was in zee terecht gekomen. Geluk
kig greep ik me nog bijtijds vast, maar
voordat ik weer gevechtsklaar was, sloeg
Timms tegen het dek. Een seconde later,
was hij alweer half overeindToen ik
keek, lag hij op zijn knieën en stond Trout
over hem heen gebogen.
„Jou leelijke, vieze kwal! Doodslaan zal
ik je", bulderde hij. Meteen greep hij één
van de duiker-schoenen, dikke gummi
met een zool van lood. Hij hief zijn arm
oo het volgende oogenblik besprong
ik hem, zat ik op zijn rug, sloeg ik mijn
rechterarm cm zijn hals, dwong met zijn
linkerhand zijn hoofd voorover tot hij
bijna stikte.
Snakkend naar adem, telkens benauwd
rochelend, trachtte hij zich uit mijn greep
te bevrijden. Hij rukte aan mijn handen,
hij schudde zich als een hond, die pas uit
het water komt. Hij boog zich naar achte
ren, kromde zich dan opeens weer voor
over. herhaalde dat spelletje: achterover,
voorover! achterover, voorover! De man
was zoo sterk als een paard! Mijn hoofd
duizelde me. mijn spieren stonden zoo ge
spannen, dat het was -of ze zouden scheu
ren. Maar juist toen ik dacht te moeten
opgeven hij had zich opeens in zijn
volle lengte opgericht, zoo plotseling, das
ik als een kind mee op de hoogte inging
toen ik mijn greep om zijn hals voelde ver
slappen. zakte hij opeens in elkaar en
bleef bewusteloos liggen. Op het juiste
oogenblik was Timms me met een stoot In
zijn maagstreek te hulp gekomen. ..Tou
wen. Gauw wat!" hijgde hij.
Miss Howard en haar broer liepen om
het hardst naar de kajuit en kwamen even
daarna met een rol dun sterk touw terug.
We legden Timms z'n besten vriend lang
uit op dek neer en bonden hem stevig vast.
Hij was nog steeds niet bij kennis, maar
het schuim stond hem op den mond.
..Hij 's gek, stapelgek, gewoonweg!" hijg
de Timms. „Altijd zoo geweest, trouwens.
eengoeie kameraad, een beste kame
raad. maar een humeur! Had al jaren
geleden in Calney Hatch opgesloten moe
ten worden. Verdorie, die kaak van me.
Je weet Je knuisten nog te gebruiken,
Henry, dat mot ik je nageven."
„Nee maar zeg!" viel de geaffecteerde
stem van Howard in, „nee maar! Hoe
voel jij je nu, Cleveland?Ik moet zeg
gendat was moedig van je, hoor'
buitengewoon moedig!verschrikke
lijkzoo'n toestandEn in die
hette.de menschen vermoorden elkaar,
gewoonweg!"
„Heeft hij u bezeerd, kapitein Cleve
land?" vroeg miss Howard bezorgd.
„Welnee", zei ik met een onverschillig
schouderophalen. „Maar wat anders,
Timms heeft gelijkDie vent hier is
gekHeeft u niets kalmeerends aan
boord? Opiumpillen of zoo?"
„Nou, nou", viel Timms in. „Zoo erg is
het niet. Uit laten slapen. dat is de
manierdan wordt-ie naderhand als
een gewoon mensch wakker. Ik ken 'em.
Dagen daarna ls-ie dan zoo tam. Eet uit
je hand. Zoo'n aanval lucht hem op. Laat
'em maar slapen. Ergens in de schaduw.
Niet in de zon laten liggen."
„Opiumpillen heb ik niet", zei Miss Ho
ward, „wel broom."
„Prachtig, geef hem dat dan maar. Een
paar gram tegelijkIemand van dat
type kan wat hebben
Maar eerst droegen we hem naar bene
den en deponeerden hem in z'n kooi. Da
delijk toen hij lag. nam Timms een hand
doek. doopte dien in een emmer met wa
ter en begon het voorhoofd van zijn bes
ten vriend te betten.
„Arme Henry! Wat heb je het weer te
pakkengehad' Nee, doe nou maar
niet zoo leelijk.Zoo erg is het niet. dat
je je ouste en beste vrind om zeep heb
willen brengen.... Maar as ik jou was,
zou ik toch maar mijn handen samen doen
en zeggen: vergeef me mijn zonde!..
slechte man die je bent!Om me te
willen vermoorden!.... En wat zou der
dan met jou gebeurd zijn?" Nouzeg
eris op!Ingepikt zouën ze je hebben
en een maandje later een strop om je
halsje en rrrrrt! daar gaat-ie!.... Alleen
om een half flesschie whisky..., nee....
blijf liggen.... opstaan is niet goed
voor je.
Trout begon bij te komen. Hij probeer
de te gaan opzitten, wrong zich in allerlei
bochten om zijn handen vrij te maken.
„Waarom zouën wc je anders vastgebon
den hebben?"
„Vervloekt! Vervloekt! Ik sla je dood,
Timms! Ik.
„Nee, dat doe je niet Blijf nu maar rus
tig liggen.O. daar hè-je het juffie met
een hartversterking
Miss Howard was met een tumbler half
vol met een sterke broomoplossing bin
nengekomen. Ik beduidde haar, om er een
scheutje whisky „voor den smaak" in te
doen. De patiënt dronk het achter elkaar
leeg.
„Zoosuste Timms hem, „en ga nou
maar slapen. Dan ben je strakkies weer
lekker als kip. Jammer dat ik zoo'n rare
stem heb.alleen goed om brand te roe
pen... anders zou ik een liedje voor je
zingenWatdoet je koppie zoo'n
pijn!Geen wonder!.Je verdiende
loonAls je mij'voelde.En da's nog
goed afgeloopen door me vriend hier.
kapitein Cleveland, die zoo vriendelijk ge
weest is om je effetjes te klemmen O!
O! wat een stoute man bè-je toch Om
zoo woest te worden!om
Zoo ging het nog een minuut of tien
door. Zienderoogen werd „me vriend
Trout" kalmer en ten slotte viel hij heel
gewoon in slaap.
..We zulle die touwtjes maar laten zit
ten", fluisterde Timms. „Nou het zoo ver
is. slaapt-ie een paar uur en als-ie dan
wakker wordt, is-ie een lam! Verdorie.
dat is dorstig werkNiet een glasie
medicijn voor een armen zieke over,
juffie?"
„Neen", zei Miss Howard kort. „Na dit.
vraagt u zoo iets!is dat nog niet ge
noeg!begrijpt u niet
De tranen schoten haar in de oogen. Ze
keerde zich om en ging langzaam weg. En
opeens drong het tot me door, wat dit
voor haar beteekende. Door dat ondoor
dacht dreigen met die revolver had ze al
haar plannen den bodem ingeslagen
had ze zich den eenigen man die de sche
dels voor haar had kunnen vinden tot
vijand gemaakt. En als ze het zonder dui
ker zou moeten stellen kon ze evengoed
naar Engeland teruggaanJa, zooals
de zaken zich op dat oogenblik lieten aan
zien, leek het er op dat het Howard paard
van de lijst der deelnemers aan den veertig
schedels Handicap Race afgevoerd was.
't Beteekende voor ons een concurrent
minder maar dat weten gaf mij niet de
minste satisfactie.
„Wat denk je. Timms zou hij nu ver
der ongevaarlijk zijn?" informeerde ik.
Onze duiker veegde met een grooten roo-
den zakdoek zijn voorhoofd af.
„Dat weet ik niet. Als-ie wakker wordt
en ik ben bij 'em, dan heb je alle kans dat
hij tegen me kraait als 'n zuigeling tegen
zijn flesschie. Maar als hij wakker wordt
en hij ziet de juffrouw en hij herinnert
zich weer watter met de flesch whisky ge
beurd is wel, dan hè-je kans dat het
niet zoo makkelijk afloopt, 't Is zoo'n rare
sinjeur, 't Eene oogenblik als een lam, zoo
zacht en lief en het volgende oogenblik
als.een. stier, gewoonweg een stier.
En die flesch whisky is de rooie lap
't Was ook gewoonweg schandalig 'k
kan er zelf ook nog met geen droge oogen
aan denken."
Dat kon ik bijna ook niet, maar om een
andere, een meer intieme reden.
„Wel, wat zou jij dan doen, als jij ons
was?" vroeg ik.
(Wordt vervolgd.)