DE GEZONKEN SCHAT. 72sle Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 8 Aprü 1931 Derde Blad No. 21795 met namaak PIRIN de wereld KERK- EN SCH0QLNSEUWS. FAILLISSEMENTEN. VRAGENRUBRIEK. FEUILLETON. XXIX. Den 13 kwamen wij in de stad Jenbis welke aan een groot meer ligt, waarin zij als 't ware een schiereiland vormt. Daar ik nu niet ver a£ was van het landgoed Ixnoserie, waar ik voor twee jaren met zoo veel genoegen 5 weken had doorge- bragt, konde ik het niet van mij verkrij gen om verder te reizen, zonder mijne vrienden nog eens te bezoeken, die mij toen op zulk eene gulle en gastvrije wijze ontvangen hadden. En daar mijne reisge- nooten ook gaarne eenige van hunne ken nissen in den omtrek wilden gaan zien, besloten wij om eenige dagen uit te rusten van onzen vermoeijende togt, en stelden vast. dat alle zich den 28sten weder in de stad Boriten zouden laten vinden, ten einde als dan onze reis voort te zetten. Ik begaf mij dus derwaarts, en toen ik binnen de palen kwam, waarmede het ge- heele huis, evenals met palissaden om ringd was, had men mij reeds herkend, en alles kwam op het bordes, om mij welkom te hceten. Met de hartelijkste genegenheid werd ik hier ontvangen. Ik zeide hun, dat bedink tevens dat men ons met eene schuit naar Riga zouden brengen. Dit accoord getroffen zijnde, begaven wij ons aan boord en dreven de Dwina af naar gemelde stad, alwaar wij den 23sten aan kwamen. Wij vervoegden ons dadelijk naar het bureau van de plaats. Hier vonden twee mijner landslieden geld, het welk hun door hunne families overgemaakt was. Dit was ons zeer welkom en werd dadelijk in de algemeene kas gestort. Wij waren dus heele spekkcopers en ik liep maar weer op den koop mede. Hier deden wij nog bij den gouverneur eene poging om onzè 100 roebels te krijgen, maar vruchteloos. Wij moesten die dus maar in den loop laten. Vervolgens begaven wij ons naar een logement aan de haven ge legen. Hier zag ik eenen schipper zitten met een lange pijp in de mond en een glaasje Schiedammer voor zich, aan zijn kleeding herkende ik hem voor eenen Vries. Ik sprak hem dus in mijne moeder taal aan, en zag dat ik mij niet bedrogen had, want hij antwoordde mij in den "L.DE Caspm) li °AJ>tr<B£aa ik op de terugreis naar mijn vaderland zijnde, mij het genoegen niet had willen onthouden, om hen nog eens te komen zien. Dit gaf hun veel vermaak, en daar zij allen nieuwsgierig waren om te weten hoe het mij in al dien tijd gegaan was, moest ik hen alle mijne lotgevallen ver halen, welke zij met veel deelneming aan hoorden. Ik werd hier weder, evenals de vorige keer. met de uitnemenste vriende lijkheid onthaald, en sleet er vijf geluk kige dagen. Eindelijk was de tijd van mijn vertrek daar, ik nam een hartelijk af scheid van deze edele menschen, hen nog maals voor de van hun genotene wel daden bedankende. Allen thans weder ter bestemder plaats bijeen gekomen zijnde, zettende wij onze reis tot Riga voort, waar wij gelegenheid hoopten te vinden om te scheep naar Hol land te vertrekken. In het dorp Jungfen- hof. gelegen aan de rivier de Dwina. ver kochten wij onze kibatken of wagen, met zelfden tongval. O, hoe aangenaam klon ken deze klanken in mijne ooren. Ik ver beeldde m ijnu reeds weder in mijn vader land te zijn. Hartelijk schudden wij elkander op de oud Hollandsche wijze de hand en dronken zamen een vaderland- sche borrel. Wij raakten druk in gesprek en waren weldra als 't ware met elkander verbroederd. Wij vonden in ons logement een goede kamer en bed, dat laatste vas ons bijzonder welkom, want dit waren wij j sinds lang ongewoon. Na dat wij dus den dag zeer aangenaam doorgebragt hadden, begaven wij ons te rust en sliepen eens I ter deeg op ons gemak uit. Des morgens i gingen wij reeds vroeg op weg. om te zien, I of er een schip gereed lag, dat ons naar I het vaderland zouden kunnen overvaren. Doch wij vonden dien dag nog geen ge legenheid, zoo dat wij ons verblijf alhier nog eenigen tijd moesten rekken, het welk ons, daar wij hartelijk naar huis ver langde, niet aangenaam was. Dan sedert twee jaren aan zoo vele teleurstellingen gewoon moesten wij dat ons nu ook ge troosten. Ik besteedde nu dien tijd om de stad eens te bezien. Hier zag ik onder anderen eene watermachine, welke door 10 of 12 paarden gestadig in beweging gehouden wordt, en het water door de geheele stad voert. Over de rivier ligt een brug. die op vlottende balken rust. Hier eens wandelende, ontmoette mij een wel gekleed jong heer die mij in het Fransch aansprak, mij vragende of ik ook tot de tcrugkeerende krijgsgevangenen behoorde (der gelijken er aldaar velen passeerden). Dit met ja beantwoord zijnde, vroeg hij mij, wat landsman ik was. Ik zeide hem een Hollander. Hier op sprak hij tot mij in onze moedertaal, en zeide mij. mijn landgenoot te zijn. en als officier gediend te hebben onder een regiment husaren en bij Polocz krijgsgevangen gemaakt te zijn, er bijvoegende, dat hij voornemens was binnen 14 dagen naar het vaderland te vertrekken, weil eene kleine onpasselijk heid hem belette de reis eerder aan te nemen. Hij verzocht mij mede naar zijne woning te gaan, hetwelk ik met genoegen aannam. Ik bevond dat hij als een vorst gelogeerd was en besloot daar uit. dat hij braaf schijven moest hebben, gelijk ook bleek. Nu hij verdiende dat ook, daar hij er een goed gebruik van maakte, want ziende dat ik er sober in de plunje uit zag. vroeg hij mij of ik ook gebrek aan geld had, zoo ja. dat ik dan niet verlegen moest wezen, dat hij mij zoo veel geven zoude als ik begeerde. Ik heb f.400 aan contanten zeide hij, daar kunt gij zoo veel van krijgen, als gij hebben wilt. Ik maakte van het edelmoedig aanbod gebruik en verzocht hem om f. 60. Hij wilde volstrekt hebben dat ik meer zoude nemen, wijl hij begreep, dat dit veel te weinig was. Doch ik wilde niet meer aannemen, wijl ik mij met die som redden konde en bedacht dat er toch eens een tijd zoude komen, waarop ik het terug moest geven. Hij telde mij dus f. 60 in Hollandsche rijksdaalders toe, het welk hier de hoofdmunt is. Ik ver zocht hem om een stuk papier, waartoe vroeg hij, om uw eene schuldbekentenis te schrijven. Gekheid, antwoordde hij, uw woord als kameraad en landsman is mij genoeg, en daar mede basta. Hij toonde dus nog een waar Hollander te zijn, die de oude trouw onzer voorvaderen kende en waardeerde. Zijn naam was Ellinkhui- zen en zijn vader was een voornaam wijn koper te Rotterdam. Ook bestede ik het I eerste geld, waarover ik na mijne terug komst in het vaderland beschikken konde, om deze schuld af te doen en daar ik niet wist of mijn vriend terug was gekomen, zond ik het met eene brief van hartelijke dankzegging aan zijnen vader. Eindelijk vonden wij de lang verlangde gelegenheid, om met een schip naar Hol land te vertrekken. Dit was het Berkan- tijn schip, de jonge Caspar Peter Papen- berg, capitein Eeldert Jobs, zijnde een Oostvries van geboorte, hetzelve was met masthout geladen. Wij troffen accoord voor ons achten voor de reis, alles vrij, vooraf 120 ducaten. Wij maakten nu dade lijk aanstalten tot ons vertrek, en schafte ons deeze en geene dmgen aan, welke op zulk een reis van diensten zijn, of niet ontbeerd kunnen worden.- Dit alles in order gebragt zijnde, begaven wij ons den 30sten aan boord en haalden nog dien zelfden dag in de Bolderaa. zijnde aan de mond van de Dwina, en hier moesten wij, uit hoofde van tegenwind, twee dagen blijven liggen. Eindelijk, den 3den Sep tember de wind gunstig zijnde, staken wij met een stijve koelte in zee Maar nu kwam het arme leven aan. Mijne kame raden. het zeevaren niet gewend, kregen het schielijk weg, doch ik wast er niets van en zij konden niet begrijpen, hoe ik, terwijl zij daar ais het ware voor hun laatste anker lagen, mijn stuk brood en spek met zoo veel smaak konde eten, als of wij in onze kibatkin zaten. Wordt vervolgd. RECLAME. RECLAME. 3214 of zoogenaamde „Ersafz"preparaten. Eischt sleeds ASPIRIN -Tabletten met het BAYER-kruis. Deze zullen U zeker bij verkoudheden, rheumatiek en alle soorten pijn helpen. Veel namaak wordt vervaardigd door nief-deskundigen en kan schade berokkenen. let op den oranjefcand. Prijs 75 ets. NED. HERV. KERK. Beroepen: Te Hurwenen (toezA. de Willigen, cand. te Utrecht. Aangenomen: naar Nieuwendam, ds. Y. Nuls te Drempt. Bedankt: voor Ouderkerk aan den IJsel ds. I. Kievit te Baarn Voor Oosterhaule Y. Alkema, te Lemelerveld Voor Berg - schenhoek, E. Schimmel, te Ameide - Voor Broek in Waterland, J. N. Seulijn, te Bellingwolde. GEREF. KERKEN. Tweetal: Te Gerkesklooster-Stroobos, F L. Kroes, te Ruinerwold; en S. Neer ken, te Ulrum. Beroepen: Te Gorredijk, J. v. d. Staal, cand. te Bosch en Duin. Aangenomen: Naar Pematang-Siantar (Sumatrads E. de Jong, te Belling wolde. Bedankt: voor Bolsward: ds. W. v. d. Heide te Zoutkamp. UNIE „EEN SCHOOL MET DEN BIJBEL". WAT IS ZIJ TOCH AFSCHUWELIJK MAGER! Hebt U ooit zulk een mager meisje ge zien? Zij kan toch Mac Coy's Levertraan Extract .Tabletten gebruiken. Wat zou zij er na een paar maanden heel anders uit zien! U zoudt dat spichtige persoontje niet meer herkennen, wanneer zij een tijdlang geregeld Mac Coy's tabletten nam. Hun uitwerking Is werkelijk verbazingwekkend. Mevr. M. J. J. te P. schrijft ons: „Ik voel mij genoodzaakt U te zeggen hoeveel goed Uw tabletten mij hebben gedaan; ik ben 9 pond aangekomen na drie doozen te hebben gebruikt. Ik zal ze beslist aan al mijn magere kennissen aanraden." Deze kleine, met suiker bedekte tablet ten zijn geheel smaakloos en reukloos en daardoor zoo bijzonder gemakkelijk en prettig om in te nemen. Zij moeten U goed doen, want zij bevatten niets dan heilzame bestanddeelen in een aange- namen vorm. Koop nog heden een doos. Mac Coy's Levertraan Extract Tabletten zijn verkrijgbaar bij alle apothekers en drogisten f.195 en f. 0.95 per doos. Eischt Mac Coy's tabletten de origi- ncele en eenige echte. Weigert namaak. Indien niet direct verkrijgbaar wendt U dan tot N.V. Rowntree Handels Mij., Kei zersgracht 124, Amsterdam-C. 3249 Algemeene vergadering te Utrecht. Gisteren werd in het gebouw voor K. en W. te Utrecht onder presidium van dr. K. Dijk, van Den Haag, de o3ste jaarvergade ring gehouden van De Unie „Een school met den Bijbel". De voorzitter zei in zijn openingsrede, dat er verschillende symp tomen zijn, die dringen tot zelfbezinning en die ons de toekomst doen zien als een bewolkten hemel. Spr. denkt aan de toe nemende moeilijkheid om het Christelijk karakter van het onderwijs in zijn onver zwakte kracht te handhaven, aan het binnendringen in de Chr. school van elementen, die in een schooi met den Bijbel en zelfs in een echt-nationale school niet thuis hooren, aan de aanvallen die gedaan worden om het recht der ouders om zelf het contessioneet karakter van hun school te bepalen aan de teleurstel ling, die bij alle verbetering, die 't voor sten, het rapport Rutgers gewekt heeft, waar het de grondslagen van de wet 192U onveranderd wil laten en geen poging doet om 't onderwijs meer en meer uit de bemoeienis van den Staat los te wringen. De Unie-collecte klom boven die van het vorig jaar. Op verschillende plaatsen werden schooldagen georganiseerd, die uitnemend slaagden. Spr. richtte 'n woord van gelukwensch tot den Schoolraad, die in stilte zijn 40-jarig bestaan vieren mag en tot diens voorzitter ds. J. L. Pierson, die aan het einde van 1931 zijn 70sten verjaardag vieren mag. Een woord van ge lukwensch richtte spr. ook tot het Geref. Schoolverband, dat volgende maand in het zilver jubileeren mag en wien spr. met zijn bejaarden secretaris, den heer J. v. d. Waals van Nijkerk, toebad kracht van den Levensvorst. Spr. herdacht wijlen Baron v. Dedem, de laatste der onderteekenaars van het petitionnement van 1878 en den oud-Unie bestuurder, wijlen oud-min. J. H. de Waal Malefijt. Op voorstel van het bestuur besloot de vergadering de volgende uitkeeringen te doen uit de kas der Unie: a. aan het fonds Paed. leerstoel f. 1000. b. aan „Barnabas" f. 150, c. aan „Lukas" f. 100, d. aan „Jo hannes" f. 100, e. aan de Bibliotheek ten dienste van het Chr. onderwijs f 100, 1. aan de commissie voor de oud-Strijders bij het Chr. Onderwijs f. 1000. Aangenomen werd ook een voorstel van het bestuur om in 1931 uit het fonds Paed. leerstoel aan het Geref. Schoolverband ten behoeve van den paedagogischen leerstoel aan de Vrije Universiteit te Amsterdam (prof. dr. J. Waterink) uit te keeren een subsidie van f. 450. Het aftredend bestuurslid, dr. K. Dijk, werd met groote meerderheid herkozen. Nog werd afgedaan een voorstel van het Locaal Comité der Unie, te Lekkerkerk luidende: „De Unie overwege. welke maatregelen kunnen worden getroffen tot bevordering van meer contact tusschen besturen en hoofden van scholen met den Bijbel, ten einde de ouders van schoolgaande leerlin gen bij verhuizing naar elders dadelijk en nauwkeurig te kunnen inlichten, naar welke school (of scholen) m d. Bijbel zij hun kinderen kunnen zenden". In de middagvergadering refereerde de heer H. J. van Wijlen, rustend directeur van dc Kweekschool met den Bijbel te Rotterdam over: „De belangstelling van de Onderwijzers voor de School met den Bijbel". NATUUR- EN GENEESKUNDIG CONGRES. Te Delft begon gisteren het Natuur- en Geneeskundig Congres, ter gelegenheid waarvan tevens een algemeene vergade ring is gehouden. Op voorstel van prof. Van Uven, werd bij acclamatie besloten het 24ste Congres te houden in 1933 te Wageningen op de zelfde dagen als thans, n.l. Dinsdag, Woensdag en Donderdag na Paschen. Besloten werd een subsidie van f.200 to verleenen als bijdrage in de kosten van onderzoek naar fossiele Nederlandsche Cetacea door het lid A. B. van Deinse te Rotterdam. Aan de Nederlandsche commissie voor het Pooljaar 19321933 werd een bijdrage van f. 1000 verleend. Een subsidie van f. 500 werd verleend aan de stichting in oprichting „Vogeltrek station Texel". Ter beschikking van de bibliotheekcom missie werd gesteld een bedrag van f. 250, in de hoop dat ook op de Rijksbegrooting voor de jaren 1931 en 1932 dezelfde bedra gen worden toegestaan, evenals dit in vo rige jaren het geval was. Vervolgens begaven allen zich naar het stadhuis van Delft, waar de congresleden werden ontvangen door den waarnemend burgemeester, wethouder H. L. M. van de Seijp. De algemeen voorzitter prof. dr. G. van Iterson dankte, namens het Congres, het gemeentebestuur voor de officieele ont vangst. Nadat thee geschonken was werd aan allen gelegenheid gegeven de verschillen de zalen van het stadhuis te bezichtigen. Uitgesproken: J. Roodenburg, koopman. Leiden, Nach tegaallaan 4. R.-c. mr. J. H. van Laer, cur. mr L. Spreij. Th. B. te L. Beiden hebben het recht. A. K. te H. Mechanisch laten reini gen. C. de R. tc L. Verlammingsverschijn selen kunnen verschillende oorzaken hebben. Als u uw kippen nu volop van zonlicht laat profiteeren en u geeft ze zoo veel jong groen (heel jong gras, klaver, afval van sla, enz.) als ze kunnen opeten zonder dat ze er restanten van laten liggen, zult u ongetwijfeld wel het beste geneesmiddel toepassen. Naar het Engelsch van LEO WALMSLEY. 29) „Loop naar de hel met je ga-mee-daar- weer-zitten", bulderde Henry Trout, „wie ben jij, dat je me bevelen durft geven! Jacob Timms, die grootste lafbek, die der op twee beenen rondloopt; Jacob Timms, een mehèèr met net zooveel lèf als een kwal. En die durft zeggen, doe dit en doe dat „Zeg, hoor eens. 3edaard-an wat!" viel onze duiker verontwaardigd uit. „Bedaard-an wat! Bedaard-an wat!" brulde Trout, vuurrood van drift. „Be daard-an wat!Wie ben jij, dat je durftBij dat laatste woord viel hij uit en plaatste hij netjes volgens de rege len der kunst een rechtschen tegen de kaak van Timms. Timms schoot achteruit, kwam met een doffen smak tegen de ver schansing terecht. Daar bleef hij een oogenblik versuft staan kijken, maar dan ging hij met een ruwen vloek Trout te lijf. Miss Howard gilde. Howard kwam haar te hulp. Ik liep om hen heen en pro beerde de beide vechtersbazen te scheiden. Als belooning voor mijn moeite kreeg ik van Trout 'n stomp tegen mijn schouders, waardoor ik een of tweemaal een heelen slag om maakte, 't Scheelde een haartje, of ik was in zee terecht gekomen. Geluk kig greep ik me nog bijtijds vast, maar voordat ik weer gevechtsklaar was, sloeg Timms tegen het dek. Een seconde later, was hij alweer half overeindToen ik keek, lag hij op zijn knieën en stond Trout over hem heen gebogen. „Jou leelijke, vieze kwal! Doodslaan zal ik je", bulderde hij. Meteen greep hij één van de duiker-schoenen, dikke gummi met een zool van lood. Hij hief zijn arm oo het volgende oogenblik besprong ik hem, zat ik op zijn rug, sloeg ik mijn rechterarm cm zijn hals, dwong met zijn linkerhand zijn hoofd voorover tot hij bijna stikte. Snakkend naar adem, telkens benauwd rochelend, trachtte hij zich uit mijn greep te bevrijden. Hij rukte aan mijn handen, hij schudde zich als een hond, die pas uit het water komt. Hij boog zich naar achte ren, kromde zich dan opeens weer voor over. herhaalde dat spelletje: achterover, voorover! achterover, voorover! De man was zoo sterk als een paard! Mijn hoofd duizelde me. mijn spieren stonden zoo ge spannen, dat het was -of ze zouden scheu ren. Maar juist toen ik dacht te moeten opgeven hij had zich opeens in zijn volle lengte opgericht, zoo plotseling, das ik als een kind mee op de hoogte inging toen ik mijn greep om zijn hals voelde ver slappen. zakte hij opeens in elkaar en bleef bewusteloos liggen. Op het juiste oogenblik was Timms me met een stoot In zijn maagstreek te hulp gekomen. ..Tou wen. Gauw wat!" hijgde hij. Miss Howard en haar broer liepen om het hardst naar de kajuit en kwamen even daarna met een rol dun sterk touw terug. We legden Timms z'n besten vriend lang uit op dek neer en bonden hem stevig vast. Hij was nog steeds niet bij kennis, maar het schuim stond hem op den mond. ..Hij 's gek, stapelgek, gewoonweg!" hijg de Timms. „Altijd zoo geweest, trouwens. eengoeie kameraad, een beste kame raad. maar een humeur! Had al jaren geleden in Calney Hatch opgesloten moe ten worden. Verdorie, die kaak van me. Je weet Je knuisten nog te gebruiken, Henry, dat mot ik je nageven." „Nee maar zeg!" viel de geaffecteerde stem van Howard in, „nee maar! Hoe voel jij je nu, Cleveland?Ik moet zeg gendat was moedig van je, hoor' buitengewoon moedig!verschrikke lijkzoo'n toestandEn in die hette.de menschen vermoorden elkaar, gewoonweg!" „Heeft hij u bezeerd, kapitein Cleve land?" vroeg miss Howard bezorgd. „Welnee", zei ik met een onverschillig schouderophalen. „Maar wat anders, Timms heeft gelijkDie vent hier is gekHeeft u niets kalmeerends aan boord? Opiumpillen of zoo?" „Nou, nou", viel Timms in. „Zoo erg is het niet. Uit laten slapen. dat is de manierdan wordt-ie naderhand als een gewoon mensch wakker. Ik ken 'em. Dagen daarna ls-ie dan zoo tam. Eet uit je hand. Zoo'n aanval lucht hem op. Laat 'em maar slapen. Ergens in de schaduw. Niet in de zon laten liggen." „Opiumpillen heb ik niet", zei Miss Ho ward, „wel broom." „Prachtig, geef hem dat dan maar. Een paar gram tegelijkIemand van dat type kan wat hebben Maar eerst droegen we hem naar bene den en deponeerden hem in z'n kooi. Da delijk toen hij lag. nam Timms een hand doek. doopte dien in een emmer met wa ter en begon het voorhoofd van zijn bes ten vriend te betten. „Arme Henry! Wat heb je het weer te pakkengehad' Nee, doe nou maar niet zoo leelijk.Zoo erg is het niet. dat je je ouste en beste vrind om zeep heb willen brengen.... Maar as ik jou was, zou ik toch maar mijn handen samen doen en zeggen: vergeef me mijn zonde!.. slechte man die je bent!Om me te willen vermoorden!.... En wat zou der dan met jou gebeurd zijn?" Nouzeg eris op!Ingepikt zouën ze je hebben en een maandje later een strop om je halsje en rrrrrt! daar gaat-ie!.... Alleen om een half flesschie whisky..., nee.... blijf liggen.... opstaan is niet goed voor je. Trout begon bij te komen. Hij probeer de te gaan opzitten, wrong zich in allerlei bochten om zijn handen vrij te maken. „Waarom zouën wc je anders vastgebon den hebben?" „Vervloekt! Vervloekt! Ik sla je dood, Timms! Ik. „Nee, dat doe je niet Blijf nu maar rus tig liggen.O. daar hè-je het juffie met een hartversterking Miss Howard was met een tumbler half vol met een sterke broomoplossing bin nengekomen. Ik beduidde haar, om er een scheutje whisky „voor den smaak" in te doen. De patiënt dronk het achter elkaar leeg. „Zoosuste Timms hem, „en ga nou maar slapen. Dan ben je strakkies weer lekker als kip. Jammer dat ik zoo'n rare stem heb.alleen goed om brand te roe pen... anders zou ik een liedje voor je zingenWatdoet je koppie zoo'n pijn!Geen wonder!.Je verdiende loonAls je mij'voelde.En da's nog goed afgeloopen door me vriend hier. kapitein Cleveland, die zoo vriendelijk ge weest is om je effetjes te klemmen O! O! wat een stoute man bè-je toch Om zoo woest te worden!om Zoo ging het nog een minuut of tien door. Zienderoogen werd „me vriend Trout" kalmer en ten slotte viel hij heel gewoon in slaap. ..We zulle die touwtjes maar laten zit ten", fluisterde Timms. „Nou het zoo ver is. slaapt-ie een paar uur en als-ie dan wakker wordt, is-ie een lam! Verdorie. dat is dorstig werkNiet een glasie medicijn voor een armen zieke over, juffie?" „Neen", zei Miss Howard kort. „Na dit. vraagt u zoo iets!is dat nog niet ge noeg!begrijpt u niet De tranen schoten haar in de oogen. Ze keerde zich om en ging langzaam weg. En opeens drong het tot me door, wat dit voor haar beteekende. Door dat ondoor dacht dreigen met die revolver had ze al haar plannen den bodem ingeslagen had ze zich den eenigen man die de sche dels voor haar had kunnen vinden tot vijand gemaakt. En als ze het zonder dui ker zou moeten stellen kon ze evengoed naar Engeland teruggaanJa, zooals de zaken zich op dat oogenblik lieten aan zien, leek het er op dat het Howard paard van de lijst der deelnemers aan den veertig schedels Handicap Race afgevoerd was. 't Beteekende voor ons een concurrent minder maar dat weten gaf mij niet de minste satisfactie. „Wat denk je. Timms zou hij nu ver der ongevaarlijk zijn?" informeerde ik. Onze duiker veegde met een grooten roo- den zakdoek zijn voorhoofd af. „Dat weet ik niet. Als-ie wakker wordt en ik ben bij 'em, dan heb je alle kans dat hij tegen me kraait als 'n zuigeling tegen zijn flesschie. Maar als hij wakker wordt en hij ziet de juffrouw en hij herinnert zich weer watter met de flesch whisky ge beurd is wel, dan hè-je kans dat het niet zoo makkelijk afloopt, 't Is zoo'n rare sinjeur, 't Eene oogenblik als een lam, zoo zacht en lief en het volgende oogenblik als.een. stier, gewoonweg een stier. En die flesch whisky is de rooie lap 't Was ook gewoonweg schandalig 'k kan er zelf ook nog met geen droge oogen aan denken." Dat kon ik bijna ook niet, maar om een andere, een meer intieme reden. „Wel, wat zou jij dan doen, als jij ons was?" vroeg ik. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1931 | | pagina 9