De Leidsche Stadhuisbouw
BERICHT.
72ste Jaargfanef
DONDERDAG 2 APRIL 1931
No. 21792
Dit nummer bestaat uit VIER Bladen
EERSTE BLAD.
0FFICIEELE KENNISGEVING
STADSNIEUWS.
Een Verdediging van het Plan Dudok.
Het voornaamste Nieuws
van heden.
LEIDSCH
DAGBLAD
DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN.
PRIJS DER ADVERTENTIEN :i
30 Cts. per regel yoor advertentlën uit Lelden en plaatsen
waar agentschappen van ons Blad gevestigd zijn. Voor alle
andere advertentlën 35 Cts. per regel. Kleine Advertentlën
uitsluitend bij vooruitbetaling Woensdags en Zaterdags 50 Cts.
bij een maximum aantal woorden van 30.
Incasso volgens postrecht. Voor eventueele opzending van
brieven 10 Cts. porto te betalen. Bewijsnummer 5 Cts.
Bureau Noordeindsplein Telefoonnummers yoor
Directie en Administratie 2500 Redactie 1507.
Postcheque- en Girodienst No. 57055 - Postbus No. 54.
PRIJS DEZER COURANT:)
.Voor Leiden per 3 maanden f. 2.35, per weekf. 0.18
Bulten Leiden, waar agenten gevestigd zijn, për week „0.18
Franco per post f. 2.35 4- portokosten.
Morgen, Goeden Vrijdag, zal ons
Blad niet verschijnen en zullen onze
Bureaux den geheelen dag geslo
ten zijn.
De Kindercourant zal Zaterdag
verschijnen.
DE DIRECTIE.
De Burgemeester en Wethouders van
Leiden doen te weten, dat door den Raad
dier gemeente, in zijne vergadering van
den 30sten Maart 1931, is vastgesteld de
volgende verordening:
VERORDENING,
houdende aanwijzing van de stemlokalen
voor de stemdistricten, waarin de gemeente
Leiden is Verdeeld voor de verkiezing van
de leden van de Tweede Kamer der Staten-
Generaal, van de Provinciale Staten en
van den Gemeenteraad.
Artikel 1.
Ten behoeve van de verkiezing van de
leden van de Tweede Kamer der Staten-
Generaal, van de Provinciale Staten en
van den Gemeenteraad worden de navol
gende stemlokalen aangewezen:
Voor het stemdistrict:
1. een der lokalen van het Raadhuis.
2. een der lokalen van de Stads-Gehoor-
zaal.
3. een der lokalen van de Bijzondere
school aan het Noordeinde No. 38/40.
4. een der lokalen van het Gymnasium.
5. een der lokalen van de Hoogere Bur
gerschool voor Meisjes.
6. een der lokalen van de Hoogere Bur
gerschool voor Meisjes.
7. een der lokalen van de Openbare
school aan de Haverstraat.
8. een der lokalen van de Openbare
school aan de Haverstraat.
9. een der lokalen van het gebouw van
den Gemeentelijken Reinigingsdienst.
10. een der lokalen van het gebouw van
den Gemeentelijken Reinigingsdienst.
11. een der lokalen van de Stads-Timmer-
werf.
12. een der lokalen van de Openbare
school aan de Mare.
13. een der lokalen van de Openbare
school aan de Vrouwenkerksteeg.
14. een der lokalen aan de Openbare
school aan de Vrouwenkerksteeg.
15. een der lokalen van de Openbare
school aan de Van der Werfstraat.
16. een der lokalen van de Openbare
school aan de Van der Werfstraat.
17. een der lokalen van den Burcht.
18. een der lokalen van het perceel Hooi
gracht Nis. 12/16 (Toonkamer der Sted.
Lichtfabrieken).
19. een der lokalen van de Bewaarschool
aan de Groenesteeg.
20. een der lokalen van de Bewaarschool
aan de Groenesteeg.
21. een der lokalen van de Openbare
school aan den Zuidsingel.
22. een der lokalen van de Openbare
school aan den Zuidsingel.
23. een der lokalen aan de Openbare
school aan de Paul Krugerstraat.
24. een der lokalen van de Openbare
school aan de Paul Krugerstraat.
25. een der lokalen van de Openbare
school op het Schuttersveld.
26. een der lokalen van de Christelijke
Hoogere Burgerschool aan de Kager-
straat.
27. een der lokalen van de Christelijke
Hoogere Burgerschool aan de Kager-
straat.
28. een 'der lokalen van de Bijzondere
school aan de Pasteurstraat.
29. een der lokalen van de Bijzondere
school aan de Pasteurstraat.
30. een der lokalen van het Openbaar
Slachthuis.
31. een der lokalen van de Openbare
school aan den Maresingel.
32. een der lokalen van de Openbare
school aan den Maresingel.
33. een der lokalen van de Bijzondere
school aan de Lusthoflaan.
34. een der lokalen van de Bijzondere
school aan de Lusthoflaan.
35. een der lokalen van de Bijzondere
school aan den Heerensingel No. 27.
36. een der lokalen van de Openbare
school aan de Driftstraat.
37. een der lokalen van de Openbare
school aan de Driftstraat.
38. een der lokalen van de Openbare
school aan de Medusastraat.
39. een der lokalen van de Bijzondere
school aan de Oosterstraat.
40. een der lokalen van de Bijzondere
school aan de Oosterstraat.
41. eender lokalen van de Hoogere Bur
gerschool met 5 j. cursus.
42. een der lokalen van de Hoogere Bur
gerschool met 5 j. cursus.
43. een der lokalen van het Centraal
Israël. Weeshuis aan de Roodenbur-
i gerstraat,
44. een der lokalen van de Openbare
school aan de Heerenstraat.
45. een der lokalen van de Openbare
school aan de Heerenstraat.
46. een der lokalen van de Openbare
school aan de Duivenbodestraat.
47. een der lokalen van de Openbare
school aan de Duivenbodestraat.
48. een der lokalen van de Bijzondere
school aan het Noordeinde No. 3.
49. een der lokalen van de Bijzondere
school aan het Noordeinde No. 1.
50. een der lokalen van de Ambachts
school aan den Haagweg.
51. een der lokalen van de Bijzondere
bewaarschool aan den Haagweg No. 14.
Artikel 2.
Het Hoofdstembureau voor de verkie
zing van de leden van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal en van de Provin
ciale Staten zal zitting houden in het
stemlokaal van het le stemdistrict.
De Hoofdstembureaux voor de verkie
zing van de leden van den Gemeenteraad
voor de kieskringen I, II en III zullen zit
ting houden respectievelijk in de stem
lokalen van het le, 44e en 15e stemdistrict
Artikel 3.
Deze verordening treedt in werking op
den len April 1931. Alsdan vervalt de
verordening van 6 April 1925 (Gemeente
blad No. 8), zooals die laatstelijk is gewij
zigd bij verordening van 3 Juni 1929
(Gemeenteblad No. 14).
Vastgesteld door den Gemeenteraad van
Leiden in zijne openbare vergadering van
den 30sten Maart 1931.
De Burgemeester,
A. VAN DE SANDE BAKHUYZEN.
De Secretaris,
VAN STRIJEN.
En is hiervan afkondiging geschied,
waar het behoort, den 2den April 1931.
Burgemeester en Wethouders
voornoemd,
A. VAN DE SANDE BAKHUYZEN,
Burgemeester.
VAN STRIJEN, Secretaris. 3001
VER. TOT CHR. WIJKVERPLEGING
„PHEBE".
Jaarverslag over 1930.
Aan het jaarverslag van bovengenoemde
Vereemging is het volgende ontleend:
Ook in het jaar 1930 heeft onze Veree-
niging haar werkzaamheden op de ge
wone wijze voortgezet.
Door onze wijkzuster, zuster A. M. Jas-
perse, werd aan 86 personen, behoorende
tot evenzooveel gezinnen, in hun woning
3809 maal hulp verleend.
In de polikliniek verleende de zuster
3166 maal hulp en wel aan 343 personen.
Aan zieken en armen in de wijk bracht
de zuster 68 bezoeken. Op medisch advies
werden aan zieken en zwakken 3616 L.
melk en 1115 eieren verstrekt. De kosten
hiervoor, ten bedrage van f. 575,58'/!, wer
den voor een deel bestreden uit hetgeen
onder leiding van mevrouw P. Barnard
Muyzer van eenige belangstellende perso
nen voor dit doel was bijeengebracht.
Er werden 188 soepkaartjes uitgereikt en
239 porties warm eten verstrekt. Bovendien
besteedde de wijkzuster, uit haar eigen
fondsje, voor een bedrag van f. 15,28'/'! aan
allerlei welkome versnaperingen, die zij
uitreikte.
Het aantal uitgeleende verpleegartikelen
bedroeg 87; het aantal terugontvangen 70.
Het Kerstfeest werd weder met onze
oudjes, zwakken, herstellenden en behoef-
tigen in ons wijklokaal 'gevierd, ook dit
maal onder leiding van ds. D. Kuilman
alhier. Aan 70 gezinnen werden bij die
gelegenheid pakjes uitgereikt, waarvan de
Inhoud, naar gelang van de bij onderzoek
gebleken behoeften, uit onderscheiden
kleedingstukken en scheurkalenders be
stond. Aan deze Kerstgeschenken werd in
totaal een bedrag van f. 210,16 besteed.
Deze som werd grootendeels bijeenge
bracht op een inteekenlijst, door de wijk
zuster aan belangstellende personen aan
geboden. De firma's De Heyder en Co.,
Heringa en Cranenburgh en Brandenburg
schonken ons stoffen in natura, ter ver
werking in kleedingstukken. De uitgaven
voor ons Kerstfeest hebben de ontvangsten
met f. 19,86'/! overtroffen.
In Mei kregen wij ook een inrichting
voor hoogtezon-bestraling. Er werd reeds
voor 14 personen 227 maal gebruik van ge
maakt.
Ook in 1930 zorgden' Gezusters Terdu
trouw voor de localiteiten.
Ons bestuur bleef in 1930 ongewijzigd.
Het is samengesteld als volgt:
J. B. Meynen, voorzitter: Jonkvr. A. J.
W. Barnaart, secr.; Mevr. S. A. C. v. Nes
v. d. Pol, penn Mevr. J. A. M. de Planque-
Arps; Mevr. P. BarnardMuyzer; Mej. A.
M. Boonacker.
KON. NED. GROFSMEDERIJ.
Naar wij van bevoegde zijde vernemen
zullen commissarissen der N. V. Kon. Ned.
Grofsmederij op de aanstaande aandeel
houdersvergadering voorstellen aan de
aandeelhouders zes procent dividend uit
te keeren (vorig jaar 10?/o).
Aan den Leidschen Raad is volgend
adres gericht;
Geven met verschuldigden eerbied te
kennen ondergeteekenden, dat zij het
volgende onder de aandacht van Uw Raad
wenschen te brengen:
Het plan-Dudok voor een nieuw Leidsch
stadhuis heeft aan veel critiek blootge
staan.
Wij achten het onnoodig, te treden in
alles, wat in afkeurenden zin hieromtrent
in de plaatselijke pers is verschenen. Wel
moeten wij eenige aandacht wijden aan
het referendum van het Leidsch Dagblad,
uitgeschreven op 16 October 1930 om te
weten te komen, hoeveel voor- en hoeveel
tegenstanders van dit plan er in Leiden
zouden zijn, en wel omdat hiermede het
duidelijkst de juiste waarde van het
overgroote deel van den tegenstand kan
worden aangetoond.
In de eerste plaats is het onze overtui
ging, dat een dergelijk referendum even
weinig zin heeft als een referendum over
de vraag, wie de tien beste romanschrij
vers zijn. De uitslag blijft een optelling
van subjectieve oordeelen en de geschie
denis is daar om te bewijzen, dat aan het
oordeel der massa van het oogenblik geen
al te groote waarde kan worden toege
kend. Het resultaat was overigens poover;
16000 formulieren werden verzonden, 1503
personen stemden vóór. 4081 tegen. Maar
bepaald lachwekkend wordt deze geschie
denis als men weet, met welke kennis van
zaken werd gestemd. De langdurige ten
toonstelling der groote schetsteekeningen
van Dudok in de Lakenhal werd bezocht
door totaal490 personen (tijdens den
duur van het refendum door slechts 10
personen). Stelt men heel royaal, dat
daarvan 300 tegenstanders waren, dan
volgt daaruit, dat slechts 7,3r/o der tegen
standers, die aan het referendum deel
namen, de plannen heeft gezien. De rest
ging hoogstwaarschijnlijk af op drie sterk
verkleinde afbeeldingen van het
uitwendige, in het L. D. van 16 October
1930, waarin het referendum werd uitge
schreven. Daarbij ontbraken de platte
gronden en daar juist de ruimte-indeeling
van elk bouwontwerp het belangrijkste
element isimmers, bouwen heeft ten doel
het scheppen van ruimte), werd dus dit
belangrijkste element door 91,3% van de
gezamenlijke voor- en tegenstanders ge
negeerd.
Thans is in de bladen van omstreeks
14 Maart j.l. een adres aan Uw Raad ge
publiceerd, onderteekend door 183 perso
nen in een buiten Lelden, die meenen, dat
het plan-Dudok niet past in de „voor
Leiden zoo karakteristieke omgeving". Hoe
is het mogelijk, zou men zeggen, dat al die
personen, of ze nu in Assen, Groningen,
Amsterdam of elders wonen, zoo precies
weten, hoe de situatie aan Vischmarkt en
Nieuwe Rijn is en hoe zij allen de plannen
van Dudok in de Lakenhal hebben gezien.
Of moeten wij aannemen, dat de personen
buiten Leiden, die blijkbaar om hun
maatschappelijke positie zijn uitgekozen
om voor dit adres bewerkt te worden, hier
een oordeel hebben uitgesproken, zonder
nauwkeurig van den toestand op de hoogte
te zijn en zonder van de plannen iets meer
te hebben gezien dan enkele verkleinde en
daardoor verminkte afbeeldingen?
Dit adres is onderteekend door 183
personen, van wie 122 buiten Leiden (met
Oegstgeest) wonen en slechts 61 (één
derde) inwoners zijn van Leiden (met
Oegstgeest). Wij gaan er hierbij van uit,
dat de onderteekenaars uit Oegstgeest
(ook van dit, ons eigen adres) hun be
langen grootendeels in Leiden hebben.
Adressanten redeneeren daarin aldus: ook
volgens Dudok is de beschikbare ruimte
aan de Breestraat nog steeds de aange
wezen plaats voor herbouw. Het plan-
Dudok past echter niet „in de voor Leiden
juist zoo karakteristieke omgeving van
Vischmarkt en Korenbeurs". En gaat die
omgeving zich aanpassen bij,een raadhuis
als Dudok wil bouwen, dan gaat „juist het
typische karakter der oude Stad, althans
ten deele verloren". Er kan en moet een
ander plan komen, dat beter bij de om
geving aansluit.
Dit zijn wel allemaal zeer positieve be
weringen, maar daarom zijn ze nog niet
allemaal juist. Hier mag niets in het vage
blijven. Alleen de feiten beslissen. Over
die feiten zwijgt het adres wijselijk.
Met de opvatting, dat een nieuw stad
huis ook in dezen tijd het beste kan wor
den gezet op de beschikbare en nog te
verkrijgen ruimte aan Breestraat en
Vischmarkt, vereenigen wij, onderteeke
naars, ons ten volle..
Het stadsbeeld, dat bij een nieuwen
stadhuisgevel is betrokken, is nauwkeurig
te bepalen. Het bestaat uit het water
tusschen Visch- en Korenbeursbrug, met
deze twee bruggen, de laatste met den
houten, door zuilen geschraagden boven
bouw, en verder uit de huizen aan de
Vischmarkt, voor zoover die niet moeten
worden geamoveerd, en de huizen aan den
Nieuwen-Rijn tusschen beide bruggen.
Van de huizen, welke aan de Vischmarkt
blijven staan, is er maar één, dat een nog
vrij goeden ouden, zij het ook hoogst een-
voudigen en gelijkvloers reeds verminkten
gevel bezit (Voorloopige Lijst der Ned.
Monumenten, Zuid-Holland, met de om
schrijving „eenvoudige trapgevel midden
XVII. Kruiskozijnen). De andere gevels
aan de Vischmarkt, welke zullen blijven
staan, zijn of nieuw, of door het uitbreken
van winkelpuien verminkt. Bijzonder wan
staltig zijn de gevels der perceelen 4 en 2.
Van de 23 gevels aan den Nieuwe-Rijn
tusschen beide bruggen zijn er slechts 2
oude, welke ongeschonden zijn. Het zijn
eenvoudige, goede gevels, zonder buiten
gewone elementen van schoonheid. (Voor
loopige Lijst der Ned. Monumenten, Zuid-
Holland, No. 12 „Eenvoudige gevel 1790
met rechte kroonlijst en gesneden deur en
No. 10 (bedoeld is No. 17) „eenvoudige
gevel XVIII d. Deur met rijke omlijsting
Lodewijk XVI"). Van de overige 21 gevels
zijn er 13 van vóór omstreeks 1820, welke
reeds zijn verminkt door het uitbreken van
winkelpuien, en ten slotte niet minder dan
8 geheel nieuwe of geheel gemoderniseerde
gevels, waarvan het perceel 15 zelfs bij
zonder wanstaltig en hinderlijk is.
Het aardigste van de heele omgeving
zijn de beide bruggen met haar booglijnen
en de houten gebouwtjes op de Koren
beursbrug. welke echter geenszins bijzon
der oud zijn (zij dateeren van 1825).
Het geheel van dit stadsbeeld is, ondanks
de vele verminkingen en het bouwen van
eenige wanstaltige winkelfronten (waar
bleef toen de oppositie?) nog altijd fraai.
Maar wij zijn van meening, dat geen
enkel element van schoonheid in dit
stadsbeeld zal worden bedreigd door uit
voering van het plan-Dudok. De door
Dudok ontworpen gevel is met zijn groote
lijnen veel meer een element van rust en
goede verhouding dan de verzameling van
grootendeels verminkte of slechte winkel
puien. welke daar nu aanwezig is. Ook
heeft Dudok zijn gevel ongeveer even hoog
ontworpen als de daar thans staande
gevels. Het is alleen de toren, welke hoog
oprijst en die zal helpen te doen uitkomen,
dat op die plaats het centrale punt van
Leiden is, het Huis der Gemeente. De
schets van de bekroning van den toren
heeft vermoedelijk niemand voldaan. Ook
wij kunnen die bekroning niet bewonderen
doch het zij voldoende, er hier op te
wijzen, dat Dudok zelf heeft gevoeld, dit
onderdeel geheel te moeten wijzigen.
Er is nog iets, dat het adres der 185
vergeet. Goede architectuur en men
moet wel tot oordeelen volslagen onbe
voegd zijn, als men Dudok's werk niet tot
de goede architectuur rekent verdraagt
zich naast die van andere tijdvakken.
Mochten er in het oog van de oudere ge
neratie van nu tegenstellingen zijn, dan
is daarmede nog niet uitgemaakt, dat die
tegenstellingen geen recht van bestaan
hebben en dat het leven moet worden ge
dwongen in de vormentaal van vroeger
tijden. Duizenden voorbeelden bewijzen
overigens, dat goede bouwkunst van ver
schillende tijden en stijlen in den loop der
i jaren steeds meer gaat samenklinken. Wat
i Leiden betreft, toont de oude stadhuis-
j gevel naast elkaar vier duidelijk herken-
i bare tijdvakken, en wel van west naar
oost: 1635 (gewijzigd in 1735), 1455 (gewij-
zigd in 1662), 1595 en 1605. Ook Graven-
stein is een goed voorbeeld. Maar hier, aan
Vischmarkt en Nieuwe-Rijn is zelfs geen
architectuur van eenige importantie aan
wezig, waaraan kan worden aangepast.
Men wil Leiden toch niet opschepen met
karakterloozen namaak, vroege of late
renaissance, gelijk sommige architecten,
ook in stadhuisbouw, tegenwoordig leve
ren? Dan past daarop slechts één uitroep:
is dat het nageslacht van de mannen, die
in de 16de eeuw aan hun eigen tijd uiting
durfden te geven en die aan Lieven de
Key de uitvoering durfden op te dragen
van zijn voor dien tijd zeker gedurfd plan
van Noord-Nederlandsche renaissance,
vermengd met elementen van Vlaanderen
en Noord-Duitschland?
De tijd staat niet stil en de ontwikke
ling der bouwkunst gaat door en zij gaat,
tengevolge van het gemakkelijke interna
tionaal verkeer van thans, in heel Europa
meer en meer in gelijke richting. De
bouwkunst krijgt meer en meer een inter
nationaal karakter. Men kan dit betreuren
of niet betreuren, maar men kan het niet
tegenhouden, want het is de natuurlijke
loop der dingen. Over 25 jaren, wanneer
een groot deel der agitatoren van thans
is overleden, zullen Vischmarkt en Nieuwe
Rijn er heel anders uitzien. Als Leiden in
bloei zal toenemen, zal de eene na de
andere eigenaar voor de keuze worden ge
steld om of met zijn zaak te gronde te
gaan of een vernieuwing onder de oogen
te zien. Men zal dan doet, wat de tijd
aangeeft.
Tenzijen hier komen we op een
wichtig punt, de consequentie van het
adres der 183 moet worden getrokken, een
consequentie, waar dit adres over zwijgt.
Het typische karakter der stad zou, aldus
dit adres, verloren gaan, zoo de omgeving
zich aanpaste aan een stadhuisgevel-
Dudok. Men wil die omgeving dus intact
laten. Dit kan echter alleen geschieden
door van boven-af opgelegden dwang. Om
ait door de 183 gewenschte doel van be
houd te bereiken is noodig een Monumen
tenverordening met monumentenlijst,
waarop alle gevels enz. van deze omge-
BINNENLAND.
Ingediend is een wetsontwerp tot wijzi
ging der successiewet. (Binnenland 3e Bi.)
De heer Huib Luns benoemd tot hoog
leeraar aan de Technische Hoogeschool te
Delft. (Kerk en School, 2e Blad).
De jaarvergadering van de zeilvereeni-
ging „De Kaag". (Sport, 3e Blad).
De salarissen van alle ambtenaren in
Indië zullen op 1 Juli met 5 pet. en op
1 Januari nogmaals met 5 pet. worden
verlaagd. (Uit Ned. Oost-Indië, le Blad).
BUITENLAND.
Het Fransche parlement tot Mei ver
daagd. (Buitenl. le Blad).
Nadere berichten over de aardbevings
ramp in Nicaragua. (Buitenl. Gem. 2e Bi.
en Tel. le Blad).
ving, welke niet modern zijn, worden ge
bracht. Op deze wijze kan aan de eigena
ren worden belet, hun gevels te verande
ren. Daarnaast moet dan bij verordening
een regeling worden gemaakt, welke
voorziet in het verleenen van schadever
goedingen of tegemoetkomingen aan de
eigenaren, die in hun belangen worden
gehinderd en geschaad. Doet men dit niet,
dan mist het adres der 183 allen gezonden
zin. Maar het sparen van een geïsoleerd
deel der oude stad en nog wel van een
juist van belangrijke architectuur ontbloot
stadsdeel brengt geen oplossing. Men
moet dan, en dat is het eenige redelijke,
een kring trekken om de oude binnenstad
en het geheele daarbinnen vallende onder
de werking van bedoelde verordeningen
brengen. Dit wordt een quaestie van de
uitgave van honderdduizenden. Wij vree
zen echter, dat, wanneer deze noodzake
lijke consequentie aan de beurt is, en de
Leidsche onderteekenaren van het adres
der 183 de gevolgen van hun standpunt
aan den lijve zullen voelen, hun geestdrift
aanmerkelijk zal zijn bekoeld.
Resumeerende zouden wij dit willen zég
gen: het stadhuisvraagstuk is thans, wan
neer men de wijzers van de klok niet
achteruit wil zetten en wanneer men op
het standpunt staat, dat de historische
plaats van het stadhuis ook nog in dezen
tijd te verantwoorden is als plaats voor
een nieuw stadhuis, zeer eenvoudig. Velen
willen behoud van den ouden gevel: het
plan-Dudok verschaft hun dit. Velen
willen een praktisch dienstgebouw, dat
aan alle moderne eischen van den dienst
voldoet: het plan-Dudok verschaft ook dit.
De tijd is voorbij, dat een raadhuis er was
voor de representatie en de credietwaar-
digheid van de stad en dat slechts een be
scheiden plaats noodig was voor een paar
functionarissen om te werken. Het raad
huis van onzen tijd is in zijn indeeling
nog voor een klein deel representatief en
voor het overgroote deel kantoorgebouw,
waar tientallen of honderdtallen van
ambtenaren werken. En nu laat Dudok, die
zijn representatieve vertrekken heeft ge
groepeerd. achter den ouden gevel, met
een eerbied voor zijn grooten voorganger,
welke nog iets anders is dan de belijdenis
met de lippen alleen van vele zooge
naamde oudheidminnaars, dat representa
tieve karakter van het stadhuis spreken
uit den tot nieuw leven te brengen ouden
gevel en hij laat het karakter van het
moderne dienstgebouw der gemeente
spreken uit zijn grooten, krachtigen gevel
aan de Vischmarkt. Dit is eerlijk en het
is praktisch.
Moge Uw Raad besluiten, dit plan te
doen uitvoeren; het zal een daad zijn van
fierheid, waarvoor Leiden zich nooit zal
behoeven te schamen.
W.g.: Dr. F. M. Th. Böhl, dr. D. E.
Bosselaar, mej. C. Coebergh, dr.
H. T. Colenbrander. G. Eiker
bout, mr. S. J. Fockema Andreae,
dr. J. J. de Gelder, N. C. F. van
Ginkel, mr. P. J. Idenburg, J.
Irish Stephenson, mevr. M. M. J.
Irish StephensonHagen, R.
Juynboll, F. C. A. Kuipers, S. G.
vanr Looy, ir. W. J. Modderman,
mr. J. Slagter, ds. P. D. Tjalsma,
L. Verkoren, D. Vermeulen, mr.
C. van Vollenhoven, dr. J. de
Vries, dr. A. J. Wensinck.
(In ons blad van Dinsdag 7 April a.s.
zullen wij op dit adres terugkomen.
Red. „L. D,"J