De Leidsche Stadhuisbouw BERICHT. 72ste Jaargfanef DONDERDAG 2 APRIL 1931 No. 21792 Dit nummer bestaat uit VIER Bladen EERSTE BLAD. 0FFICIEELE KENNISGEVING STADSNIEUWS. Een Verdediging van het Plan Dudok. Het voornaamste Nieuws van heden. LEIDSCH DAGBLAD DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN. PRIJS DER ADVERTENTIEN :i 30 Cts. per regel yoor advertentlën uit Lelden en plaatsen waar agentschappen van ons Blad gevestigd zijn. Voor alle andere advertentlën 35 Cts. per regel. Kleine Advertentlën uitsluitend bij vooruitbetaling Woensdags en Zaterdags 50 Cts. bij een maximum aantal woorden van 30. Incasso volgens postrecht. Voor eventueele opzending van brieven 10 Cts. porto te betalen. Bewijsnummer 5 Cts. Bureau Noordeindsplein Telefoonnummers yoor Directie en Administratie 2500 Redactie 1507. Postcheque- en Girodienst No. 57055 - Postbus No. 54. PRIJS DEZER COURANT:) .Voor Leiden per 3 maanden f. 2.35, per weekf. 0.18 Bulten Leiden, waar agenten gevestigd zijn, për week „0.18 Franco per post f. 2.35 4- portokosten. Morgen, Goeden Vrijdag, zal ons Blad niet verschijnen en zullen onze Bureaux den geheelen dag geslo ten zijn. De Kindercourant zal Zaterdag verschijnen. DE DIRECTIE. De Burgemeester en Wethouders van Leiden doen te weten, dat door den Raad dier gemeente, in zijne vergadering van den 30sten Maart 1931, is vastgesteld de volgende verordening: VERORDENING, houdende aanwijzing van de stemlokalen voor de stemdistricten, waarin de gemeente Leiden is Verdeeld voor de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer der Staten- Generaal, van de Provinciale Staten en van den Gemeenteraad. Artikel 1. Ten behoeve van de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer der Staten- Generaal, van de Provinciale Staten en van den Gemeenteraad worden de navol gende stemlokalen aangewezen: Voor het stemdistrict: 1. een der lokalen van het Raadhuis. 2. een der lokalen van de Stads-Gehoor- zaal. 3. een der lokalen van de Bijzondere school aan het Noordeinde No. 38/40. 4. een der lokalen van het Gymnasium. 5. een der lokalen van de Hoogere Bur gerschool voor Meisjes. 6. een der lokalen van de Hoogere Bur gerschool voor Meisjes. 7. een der lokalen van de Openbare school aan de Haverstraat. 8. een der lokalen van de Openbare school aan de Haverstraat. 9. een der lokalen van het gebouw van den Gemeentelijken Reinigingsdienst. 10. een der lokalen van het gebouw van den Gemeentelijken Reinigingsdienst. 11. een der lokalen van de Stads-Timmer- werf. 12. een der lokalen van de Openbare school aan de Mare. 13. een der lokalen van de Openbare school aan de Vrouwenkerksteeg. 14. een der lokalen aan de Openbare school aan de Vrouwenkerksteeg. 15. een der lokalen van de Openbare school aan de Van der Werfstraat. 16. een der lokalen van de Openbare school aan de Van der Werfstraat. 17. een der lokalen van den Burcht. 18. een der lokalen van het perceel Hooi gracht Nis. 12/16 (Toonkamer der Sted. Lichtfabrieken). 19. een der lokalen van de Bewaarschool aan de Groenesteeg. 20. een der lokalen van de Bewaarschool aan de Groenesteeg. 21. een der lokalen van de Openbare school aan den Zuidsingel. 22. een der lokalen van de Openbare school aan den Zuidsingel. 23. een der lokalen aan de Openbare school aan de Paul Krugerstraat. 24. een der lokalen van de Openbare school aan de Paul Krugerstraat. 25. een der lokalen van de Openbare school op het Schuttersveld. 26. een der lokalen van de Christelijke Hoogere Burgerschool aan de Kager- straat. 27. een der lokalen van de Christelijke Hoogere Burgerschool aan de Kager- straat. 28. een 'der lokalen van de Bijzondere school aan de Pasteurstraat. 29. een der lokalen van de Bijzondere school aan de Pasteurstraat. 30. een der lokalen van het Openbaar Slachthuis. 31. een der lokalen van de Openbare school aan den Maresingel. 32. een der lokalen van de Openbare school aan den Maresingel. 33. een der lokalen van de Bijzondere school aan de Lusthoflaan. 34. een der lokalen van de Bijzondere school aan de Lusthoflaan. 35. een der lokalen van de Bijzondere school aan den Heerensingel No. 27. 36. een der lokalen van de Openbare school aan de Driftstraat. 37. een der lokalen van de Openbare school aan de Driftstraat. 38. een der lokalen van de Openbare school aan de Medusastraat. 39. een der lokalen van de Bijzondere school aan de Oosterstraat. 40. een der lokalen van de Bijzondere school aan de Oosterstraat. 41. eender lokalen van de Hoogere Bur gerschool met 5 j. cursus. 42. een der lokalen van de Hoogere Bur gerschool met 5 j. cursus. 43. een der lokalen van het Centraal Israël. Weeshuis aan de Roodenbur- i gerstraat, 44. een der lokalen van de Openbare school aan de Heerenstraat. 45. een der lokalen van de Openbare school aan de Heerenstraat. 46. een der lokalen van de Openbare school aan de Duivenbodestraat. 47. een der lokalen van de Openbare school aan de Duivenbodestraat. 48. een der lokalen van de Bijzondere school aan het Noordeinde No. 3. 49. een der lokalen van de Bijzondere school aan het Noordeinde No. 1. 50. een der lokalen van de Ambachts school aan den Haagweg. 51. een der lokalen van de Bijzondere bewaarschool aan den Haagweg No. 14. Artikel 2. Het Hoofdstembureau voor de verkie zing van de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal en van de Provin ciale Staten zal zitting houden in het stemlokaal van het le stemdistrict. De Hoofdstembureaux voor de verkie zing van de leden van den Gemeenteraad voor de kieskringen I, II en III zullen zit ting houden respectievelijk in de stem lokalen van het le, 44e en 15e stemdistrict Artikel 3. Deze verordening treedt in werking op den len April 1931. Alsdan vervalt de verordening van 6 April 1925 (Gemeente blad No. 8), zooals die laatstelijk is gewij zigd bij verordening van 3 Juni 1929 (Gemeenteblad No. 14). Vastgesteld door den Gemeenteraad van Leiden in zijne openbare vergadering van den 30sten Maart 1931. De Burgemeester, A. VAN DE SANDE BAKHUYZEN. De Secretaris, VAN STRIJEN. En is hiervan afkondiging geschied, waar het behoort, den 2den April 1931. Burgemeester en Wethouders voornoemd, A. VAN DE SANDE BAKHUYZEN, Burgemeester. VAN STRIJEN, Secretaris. 3001 VER. TOT CHR. WIJKVERPLEGING „PHEBE". Jaarverslag over 1930. Aan het jaarverslag van bovengenoemde Vereemging is het volgende ontleend: Ook in het jaar 1930 heeft onze Veree- niging haar werkzaamheden op de ge wone wijze voortgezet. Door onze wijkzuster, zuster A. M. Jas- perse, werd aan 86 personen, behoorende tot evenzooveel gezinnen, in hun woning 3809 maal hulp verleend. In de polikliniek verleende de zuster 3166 maal hulp en wel aan 343 personen. Aan zieken en armen in de wijk bracht de zuster 68 bezoeken. Op medisch advies werden aan zieken en zwakken 3616 L. melk en 1115 eieren verstrekt. De kosten hiervoor, ten bedrage van f. 575,58'/!, wer den voor een deel bestreden uit hetgeen onder leiding van mevrouw P. Barnard Muyzer van eenige belangstellende perso nen voor dit doel was bijeengebracht. Er werden 188 soepkaartjes uitgereikt en 239 porties warm eten verstrekt. Bovendien besteedde de wijkzuster, uit haar eigen fondsje, voor een bedrag van f. 15,28'/'! aan allerlei welkome versnaperingen, die zij uitreikte. Het aantal uitgeleende verpleegartikelen bedroeg 87; het aantal terugontvangen 70. Het Kerstfeest werd weder met onze oudjes, zwakken, herstellenden en behoef- tigen in ons wijklokaal 'gevierd, ook dit maal onder leiding van ds. D. Kuilman alhier. Aan 70 gezinnen werden bij die gelegenheid pakjes uitgereikt, waarvan de Inhoud, naar gelang van de bij onderzoek gebleken behoeften, uit onderscheiden kleedingstukken en scheurkalenders be stond. Aan deze Kerstgeschenken werd in totaal een bedrag van f. 210,16 besteed. Deze som werd grootendeels bijeenge bracht op een inteekenlijst, door de wijk zuster aan belangstellende personen aan geboden. De firma's De Heyder en Co., Heringa en Cranenburgh en Brandenburg schonken ons stoffen in natura, ter ver werking in kleedingstukken. De uitgaven voor ons Kerstfeest hebben de ontvangsten met f. 19,86'/! overtroffen. In Mei kregen wij ook een inrichting voor hoogtezon-bestraling. Er werd reeds voor 14 personen 227 maal gebruik van ge maakt. Ook in 1930 zorgden' Gezusters Terdu trouw voor de localiteiten. Ons bestuur bleef in 1930 ongewijzigd. Het is samengesteld als volgt: J. B. Meynen, voorzitter: Jonkvr. A. J. W. Barnaart, secr.; Mevr. S. A. C. v. Nes v. d. Pol, penn Mevr. J. A. M. de Planque- Arps; Mevr. P. BarnardMuyzer; Mej. A. M. Boonacker. KON. NED. GROFSMEDERIJ. Naar wij van bevoegde zijde vernemen zullen commissarissen der N. V. Kon. Ned. Grofsmederij op de aanstaande aandeel houdersvergadering voorstellen aan de aandeelhouders zes procent dividend uit te keeren (vorig jaar 10?/o). Aan den Leidschen Raad is volgend adres gericht; Geven met verschuldigden eerbied te kennen ondergeteekenden, dat zij het volgende onder de aandacht van Uw Raad wenschen te brengen: Het plan-Dudok voor een nieuw Leidsch stadhuis heeft aan veel critiek blootge staan. Wij achten het onnoodig, te treden in alles, wat in afkeurenden zin hieromtrent in de plaatselijke pers is verschenen. Wel moeten wij eenige aandacht wijden aan het referendum van het Leidsch Dagblad, uitgeschreven op 16 October 1930 om te weten te komen, hoeveel voor- en hoeveel tegenstanders van dit plan er in Leiden zouden zijn, en wel omdat hiermede het duidelijkst de juiste waarde van het overgroote deel van den tegenstand kan worden aangetoond. In de eerste plaats is het onze overtui ging, dat een dergelijk referendum even weinig zin heeft als een referendum over de vraag, wie de tien beste romanschrij vers zijn. De uitslag blijft een optelling van subjectieve oordeelen en de geschie denis is daar om te bewijzen, dat aan het oordeel der massa van het oogenblik geen al te groote waarde kan worden toege kend. Het resultaat was overigens poover; 16000 formulieren werden verzonden, 1503 personen stemden vóór. 4081 tegen. Maar bepaald lachwekkend wordt deze geschie denis als men weet, met welke kennis van zaken werd gestemd. De langdurige ten toonstelling der groote schetsteekeningen van Dudok in de Lakenhal werd bezocht door totaal490 personen (tijdens den duur van het refendum door slechts 10 personen). Stelt men heel royaal, dat daarvan 300 tegenstanders waren, dan volgt daaruit, dat slechts 7,3r/o der tegen standers, die aan het referendum deel namen, de plannen heeft gezien. De rest ging hoogstwaarschijnlijk af op drie sterk verkleinde afbeeldingen van het uitwendige, in het L. D. van 16 October 1930, waarin het referendum werd uitge schreven. Daarbij ontbraken de platte gronden en daar juist de ruimte-indeeling van elk bouwontwerp het belangrijkste element isimmers, bouwen heeft ten doel het scheppen van ruimte), werd dus dit belangrijkste element door 91,3% van de gezamenlijke voor- en tegenstanders ge negeerd. Thans is in de bladen van omstreeks 14 Maart j.l. een adres aan Uw Raad ge publiceerd, onderteekend door 183 perso nen in een buiten Lelden, die meenen, dat het plan-Dudok niet past in de „voor Leiden zoo karakteristieke omgeving". Hoe is het mogelijk, zou men zeggen, dat al die personen, of ze nu in Assen, Groningen, Amsterdam of elders wonen, zoo precies weten, hoe de situatie aan Vischmarkt en Nieuwe Rijn is en hoe zij allen de plannen van Dudok in de Lakenhal hebben gezien. Of moeten wij aannemen, dat de personen buiten Leiden, die blijkbaar om hun maatschappelijke positie zijn uitgekozen om voor dit adres bewerkt te worden, hier een oordeel hebben uitgesproken, zonder nauwkeurig van den toestand op de hoogte te zijn en zonder van de plannen iets meer te hebben gezien dan enkele verkleinde en daardoor verminkte afbeeldingen? Dit adres is onderteekend door 183 personen, van wie 122 buiten Leiden (met Oegstgeest) wonen en slechts 61 (één derde) inwoners zijn van Leiden (met Oegstgeest). Wij gaan er hierbij van uit, dat de onderteekenaars uit Oegstgeest (ook van dit, ons eigen adres) hun be langen grootendeels in Leiden hebben. Adressanten redeneeren daarin aldus: ook volgens Dudok is de beschikbare ruimte aan de Breestraat nog steeds de aange wezen plaats voor herbouw. Het plan- Dudok past echter niet „in de voor Leiden juist zoo karakteristieke omgeving van Vischmarkt en Korenbeurs". En gaat die omgeving zich aanpassen bij,een raadhuis als Dudok wil bouwen, dan gaat „juist het typische karakter der oude Stad, althans ten deele verloren". Er kan en moet een ander plan komen, dat beter bij de om geving aansluit. Dit zijn wel allemaal zeer positieve be weringen, maar daarom zijn ze nog niet allemaal juist. Hier mag niets in het vage blijven. Alleen de feiten beslissen. Over die feiten zwijgt het adres wijselijk. Met de opvatting, dat een nieuw stad huis ook in dezen tijd het beste kan wor den gezet op de beschikbare en nog te verkrijgen ruimte aan Breestraat en Vischmarkt, vereenigen wij, onderteeke naars, ons ten volle.. Het stadsbeeld, dat bij een nieuwen stadhuisgevel is betrokken, is nauwkeurig te bepalen. Het bestaat uit het water tusschen Visch- en Korenbeursbrug, met deze twee bruggen, de laatste met den houten, door zuilen geschraagden boven bouw, en verder uit de huizen aan de Vischmarkt, voor zoover die niet moeten worden geamoveerd, en de huizen aan den Nieuwen-Rijn tusschen beide bruggen. Van de huizen, welke aan de Vischmarkt blijven staan, is er maar één, dat een nog vrij goeden ouden, zij het ook hoogst een- voudigen en gelijkvloers reeds verminkten gevel bezit (Voorloopige Lijst der Ned. Monumenten, Zuid-Holland, met de om schrijving „eenvoudige trapgevel midden XVII. Kruiskozijnen). De andere gevels aan de Vischmarkt, welke zullen blijven staan, zijn of nieuw, of door het uitbreken van winkelpuien verminkt. Bijzonder wan staltig zijn de gevels der perceelen 4 en 2. Van de 23 gevels aan den Nieuwe-Rijn tusschen beide bruggen zijn er slechts 2 oude, welke ongeschonden zijn. Het zijn eenvoudige, goede gevels, zonder buiten gewone elementen van schoonheid. (Voor loopige Lijst der Ned. Monumenten, Zuid- Holland, No. 12 „Eenvoudige gevel 1790 met rechte kroonlijst en gesneden deur en No. 10 (bedoeld is No. 17) „eenvoudige gevel XVIII d. Deur met rijke omlijsting Lodewijk XVI"). Van de overige 21 gevels zijn er 13 van vóór omstreeks 1820, welke reeds zijn verminkt door het uitbreken van winkelpuien, en ten slotte niet minder dan 8 geheel nieuwe of geheel gemoderniseerde gevels, waarvan het perceel 15 zelfs bij zonder wanstaltig en hinderlijk is. Het aardigste van de heele omgeving zijn de beide bruggen met haar booglijnen en de houten gebouwtjes op de Koren beursbrug. welke echter geenszins bijzon der oud zijn (zij dateeren van 1825). Het geheel van dit stadsbeeld is, ondanks de vele verminkingen en het bouwen van eenige wanstaltige winkelfronten (waar bleef toen de oppositie?) nog altijd fraai. Maar wij zijn van meening, dat geen enkel element van schoonheid in dit stadsbeeld zal worden bedreigd door uit voering van het plan-Dudok. De door Dudok ontworpen gevel is met zijn groote lijnen veel meer een element van rust en goede verhouding dan de verzameling van grootendeels verminkte of slechte winkel puien. welke daar nu aanwezig is. Ook heeft Dudok zijn gevel ongeveer even hoog ontworpen als de daar thans staande gevels. Het is alleen de toren, welke hoog oprijst en die zal helpen te doen uitkomen, dat op die plaats het centrale punt van Leiden is, het Huis der Gemeente. De schets van de bekroning van den toren heeft vermoedelijk niemand voldaan. Ook wij kunnen die bekroning niet bewonderen doch het zij voldoende, er hier op te wijzen, dat Dudok zelf heeft gevoeld, dit onderdeel geheel te moeten wijzigen. Er is nog iets, dat het adres der 185 vergeet. Goede architectuur en men moet wel tot oordeelen volslagen onbe voegd zijn, als men Dudok's werk niet tot de goede architectuur rekent verdraagt zich naast die van andere tijdvakken. Mochten er in het oog van de oudere ge neratie van nu tegenstellingen zijn, dan is daarmede nog niet uitgemaakt, dat die tegenstellingen geen recht van bestaan hebben en dat het leven moet worden ge dwongen in de vormentaal van vroeger tijden. Duizenden voorbeelden bewijzen overigens, dat goede bouwkunst van ver schillende tijden en stijlen in den loop der i jaren steeds meer gaat samenklinken. Wat i Leiden betreft, toont de oude stadhuis- j gevel naast elkaar vier duidelijk herken- i bare tijdvakken, en wel van west naar oost: 1635 (gewijzigd in 1735), 1455 (gewij- zigd in 1662), 1595 en 1605. Ook Graven- stein is een goed voorbeeld. Maar hier, aan Vischmarkt en Nieuwe-Rijn is zelfs geen architectuur van eenige importantie aan wezig, waaraan kan worden aangepast. Men wil Leiden toch niet opschepen met karakterloozen namaak, vroege of late renaissance, gelijk sommige architecten, ook in stadhuisbouw, tegenwoordig leve ren? Dan past daarop slechts één uitroep: is dat het nageslacht van de mannen, die in de 16de eeuw aan hun eigen tijd uiting durfden te geven en die aan Lieven de Key de uitvoering durfden op te dragen van zijn voor dien tijd zeker gedurfd plan van Noord-Nederlandsche renaissance, vermengd met elementen van Vlaanderen en Noord-Duitschland? De tijd staat niet stil en de ontwikke ling der bouwkunst gaat door en zij gaat, tengevolge van het gemakkelijke interna tionaal verkeer van thans, in heel Europa meer en meer in gelijke richting. De bouwkunst krijgt meer en meer een inter nationaal karakter. Men kan dit betreuren of niet betreuren, maar men kan het niet tegenhouden, want het is de natuurlijke loop der dingen. Over 25 jaren, wanneer een groot deel der agitatoren van thans is overleden, zullen Vischmarkt en Nieuwe Rijn er heel anders uitzien. Als Leiden in bloei zal toenemen, zal de eene na de andere eigenaar voor de keuze worden ge steld om of met zijn zaak te gronde te gaan of een vernieuwing onder de oogen te zien. Men zal dan doet, wat de tijd aangeeft. Tenzijen hier komen we op een wichtig punt, de consequentie van het adres der 183 moet worden getrokken, een consequentie, waar dit adres over zwijgt. Het typische karakter der stad zou, aldus dit adres, verloren gaan, zoo de omgeving zich aanpaste aan een stadhuisgevel- Dudok. Men wil die omgeving dus intact laten. Dit kan echter alleen geschieden door van boven-af opgelegden dwang. Om ait door de 183 gewenschte doel van be houd te bereiken is noodig een Monumen tenverordening met monumentenlijst, waarop alle gevels enz. van deze omge- BINNENLAND. Ingediend is een wetsontwerp tot wijzi ging der successiewet. (Binnenland 3e Bi.) De heer Huib Luns benoemd tot hoog leeraar aan de Technische Hoogeschool te Delft. (Kerk en School, 2e Blad). De jaarvergadering van de zeilvereeni- ging „De Kaag". (Sport, 3e Blad). De salarissen van alle ambtenaren in Indië zullen op 1 Juli met 5 pet. en op 1 Januari nogmaals met 5 pet. worden verlaagd. (Uit Ned. Oost-Indië, le Blad). BUITENLAND. Het Fransche parlement tot Mei ver daagd. (Buitenl. le Blad). Nadere berichten over de aardbevings ramp in Nicaragua. (Buitenl. Gem. 2e Bi. en Tel. le Blad). ving, welke niet modern zijn, worden ge bracht. Op deze wijze kan aan de eigena ren worden belet, hun gevels te verande ren. Daarnaast moet dan bij verordening een regeling worden gemaakt, welke voorziet in het verleenen van schadever goedingen of tegemoetkomingen aan de eigenaren, die in hun belangen worden gehinderd en geschaad. Doet men dit niet, dan mist het adres der 183 allen gezonden zin. Maar het sparen van een geïsoleerd deel der oude stad en nog wel van een juist van belangrijke architectuur ontbloot stadsdeel brengt geen oplossing. Men moet dan, en dat is het eenige redelijke, een kring trekken om de oude binnenstad en het geheele daarbinnen vallende onder de werking van bedoelde verordeningen brengen. Dit wordt een quaestie van de uitgave van honderdduizenden. Wij vree zen echter, dat, wanneer deze noodzake lijke consequentie aan de beurt is, en de Leidsche onderteekenaren van het adres der 183 de gevolgen van hun standpunt aan den lijve zullen voelen, hun geestdrift aanmerkelijk zal zijn bekoeld. Resumeerende zouden wij dit willen zég gen: het stadhuisvraagstuk is thans, wan neer men de wijzers van de klok niet achteruit wil zetten en wanneer men op het standpunt staat, dat de historische plaats van het stadhuis ook nog in dezen tijd te verantwoorden is als plaats voor een nieuw stadhuis, zeer eenvoudig. Velen willen behoud van den ouden gevel: het plan-Dudok verschaft hun dit. Velen willen een praktisch dienstgebouw, dat aan alle moderne eischen van den dienst voldoet: het plan-Dudok verschaft ook dit. De tijd is voorbij, dat een raadhuis er was voor de representatie en de credietwaar- digheid van de stad en dat slechts een be scheiden plaats noodig was voor een paar functionarissen om te werken. Het raad huis van onzen tijd is in zijn indeeling nog voor een klein deel representatief en voor het overgroote deel kantoorgebouw, waar tientallen of honderdtallen van ambtenaren werken. En nu laat Dudok, die zijn representatieve vertrekken heeft ge groepeerd. achter den ouden gevel, met een eerbied voor zijn grooten voorganger, welke nog iets anders is dan de belijdenis met de lippen alleen van vele zooge naamde oudheidminnaars, dat representa tieve karakter van het stadhuis spreken uit den tot nieuw leven te brengen ouden gevel en hij laat het karakter van het moderne dienstgebouw der gemeente spreken uit zijn grooten, krachtigen gevel aan de Vischmarkt. Dit is eerlijk en het is praktisch. Moge Uw Raad besluiten, dit plan te doen uitvoeren; het zal een daad zijn van fierheid, waarvoor Leiden zich nooit zal behoeven te schamen. W.g.: Dr. F. M. Th. Böhl, dr. D. E. Bosselaar, mej. C. Coebergh, dr. H. T. Colenbrander. G. Eiker bout, mr. S. J. Fockema Andreae, dr. J. J. de Gelder, N. C. F. van Ginkel, mr. P. J. Idenburg, J. Irish Stephenson, mevr. M. M. J. Irish StephensonHagen, R. Juynboll, F. C. A. Kuipers, S. G. vanr Looy, ir. W. J. Modderman, mr. J. Slagter, ds. P. D. Tjalsma, L. Verkoren, D. Vermeulen, mr. C. van Vollenhoven, dr. J. de Vries, dr. A. J. Wensinck. (In ons blad van Dinsdag 7 April a.s. zullen wij op dit adres terugkomen. Red. „L. D,"J

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1931 | | pagina 1