EEN OOGJE IN HET ZEIL HOUDEN. RAADSELS. OPLOSSINGEN. CORRESPONDENTIE. eeheel met elkaar eens, dat zij het ver- .ide pakje ontvangen moest. il» had koning Hovitonarius natuurlijk 1 een vertrouwden bode kunnen sturen daar dit te overhandigen, maar hij. a het nu letterlijk aan niets ontbrak die alles bezat, wat hij wenschte, wilde •h het genoegen niet ontzeggen in «sleigen persoon de jonge vrouw het lèehenk aan te bieden ten einde getuige '•mogen zijn van haar vreugde. Wederom begaf hij zich dus met zijn ad- Uint op reis. Maar nu gingen zij regel- U naar het kleine lage huisje achter «teg. Geen blij gezang verwelkomde hen filer ditmaal en toen één der beide reizi- pïsopde deur klopte, kwam het vrouwtje Ht een ernstig gezicht naar hen toe. m kindje was ziek en zij hadden geen lijd om den dokter, die in de ver-af zijnde pd woonde, te laten komen. Toch kwam er geen enkele klacht over t lippen van het vrouwtje en ontving zij beide reizigers met een vriendelijk iwrd. Koning Hovitonarius maakte zich nu be lijd en het vrouwtje sloeg de handen in dliar van verbazing, toen zij de reden m het hooge bezoek vernam. Uitbundig tü haar vreugde, toen zij het verzegelde jtfje open maakte en er een groote som (ild in aantrof. 0. wat een geluk!" riep zij uit. „Zoodra tjn man thuis komt, kan hij nu den dok- uit de stad halen, die onze kleine lieve- r wel spoedig weer beter maken zal1" De koning en zijn adjudant namen rop afscheid van het dankbare ...wtje, doch beloofden haar stellig nog ras te komen opzoeken. Bi natuurlijk hielden zij woord. Wan ner rij in de buurt waren, vonden zij het «Kds weer een genoegen een bezoek te hingen aan het zonnige vrouwtje, dat blijk had gegeven de blijmoedigste en ceest tevreden onderdaan uit het gansche njk te zijn. Haar kindje was spoedig beter en het klapte in de handjes van blijdschap, zoo- ira het de vreemde heeren zag, al wist let niet, dat het de koning en zijn adju dant waren. Dat zou het pas veel later begrijpen! iNadruk verboden!. ANNIE O. Moeder is druk bezig met het ontbijt il te wasschen, terwijl Robbie in de kamer jspeelt. Nu is Robbie een echte robbedoes s doet hij wat dat betreft zijn naam •He eer aan, maar Moeder zegt soms wel «os met een zucht: „lk wou, dat Robbie niet zoo wild was!" Groote zus Meta beeft vacantie en speelt plano. Daar gaat plots de telefoon en wrdt Moeder weggeroepen. Haastig zegt Moeder nog met een blik van verstand houding tegen haar dochter: „Meta, hou jij even een oogje in het Ril?" Meta belooft het en besluit met piano spelen maar te wachten, totdat Moerw «'eer in de kamer terug is en zij zich gestoord aan haar lievelingsbezigheid wij ten kan. Robbie, die nu Moeder niet in de kamer K zeker denkt, dat het hek van den dam krijgt het plotseling in zijn bol, boven- 'P een stoel te klauteren, zoodat Meta haastig uitroept: „Niet doen, Robbie Robbie kijkt haar vanaf zijn hooge stand plaats verwonderd aan en vraagt dan met heel onschuldig gezichtje: "Moet jij niet afwasschen, Meet?" «Waarom denk je dat?" vraagt groote tos. fr1 het kleine baasje antwoord heel mistig: «Moeder heeft toch gezegd, dat je een ^je in de teil moest houden!" Juist als Meta den raad van haar kleine •oortje wil opvolgen en begint af te jjsschen, komt Moeder terug. Meta ver- haar nu lachend, hoe het komt, dat zij fuirS werk wilde opvatten. Robbie alleen begrijpt niet, waarom Moe- en Meta lachen. Hij heeft toch heele- "aal niets geks gezegd! (Nadruk verboden). CARLA HOOG. RAADSELS VOOR ALLEN OM UIT TE KIEZEN, DE GROOTEREN 4, DE KLEINEREN 3. I. Ingezonden door Jannie de Water. Het geheel is een trouw raadselnichtje van 13 letters, 7, 8, 4 is een boom, 4, 2, 11 is niet droog, 1, 2, 3 is een jongens naam, 4, 5, 6, 11 krijgt men wel uit de loterij, 9, 5, 11 is een kleur, 13, 12 is een muzieknoot. II. Ingezonden door Jacoba Betgen. 1, 2, 3, 4 een viervoetig huisdier, 5, 6 een voegwoord, 7, 8, 9 is de woning voor 1, 2, 3, 4. Het geheel bestaat uit 9 letters. III. Ingezonden door Adri Bavelaar. 26 heeren Die het land regeeren Ze eten geen brood, Ze drinken ge?n wijn, Wie zouden die 26 heeren zijn? IV. Ingezonden door Johan en Hendrik Mulder. Mijn oom heet 4, 5, 8, 9, mijn tante heet 7, 8, 9, 10, mijn neef heet 1, 2, 3, 6, 5, 7, mijn nichtje 10, 9, 9, 10, en mijn geheel is een meisjesnaam van 10 letters. V. Ingezonden door Jannetje Plug. Een stad in Polen van 7 letters, verander mijn 2e en 5e letter dan ben ik een provincie in Nederland van 7 letters. VI. Ingezonden door Philippus Bodry. Zoo goed als iemand kan verlangen Roep ik: miauw! dus 'k ben... raad wat! Weet ook, dat 'k muizen knap kan vangen Nu raad eens... maar 'k ben geen kat. VII. Ingezonden door Cornélis Koet. Mijn geheel is een mooie vogel v&n 7 letters. 3, 6, 7 nuttig viervoetig dier, 1, 4, 5, viervoetig huisdier, 5, 2, 1 zit aan een boom, struik of heester. VIII. Ingezonden door Miesje Overmeer. Ik ben een verstandig dier van 3 letters, zet er een medeklinker voor, dan ben ik een jongensnaam. OPLOSSINGEN DER RAADSELS UIT HET VORIG NUMMER: 1Een vlieg. 2. Veulen, peulen, Keulen. 3. 94 van 1/2 cent 47 cent 5 van 10 cent 50 cent 1 van 3 cent 3 cent 100 100 cent 4. Ei, lei, klei. 5. Balkon, ballon. 6. Schiermonnikoog, Riek, schoen, koe, kin, ree, som, g, kip. 7. De morgenstond heeft goud in den mond. 8. Baas boven baas. O Wat een massa brieven! Kijkt maar eens, wat veel namen. Ik zal dan ook maar dadelijk beginnen met de aparte antwoorden. Alle nieuwelingen: Maartje van der Lelie, Annie Hljmans, Jansje Mieremet, Suze Arnoldus, Janna van Duurcn, Lena van der Reyden, Frans Pieter de Vries, Cornelia Maria de Vries, Neily Wagemans, zijn allen welkom, mogen mij Tante noe men. Tot elf jaar behoort men tot de klei neren. Willy Constance Mulder, gelukkig dat je weer naar school gaat. Betsie Philippo, ik was 10 Maart jarig, dat viel op Dinsdag en ik ben gewoon Maandags en Dinsdags aan jullie te schrijven. Dirk Binnekamp, dat was flink van je dat je thuis zooveel hebt geoefend, toen je niet naar school kon gaan. Ja Zondag was het mooi zonnig weer en gelukkig alle sneeuw weg. Adrie Bavelaar, je gelukwenschen waren mij nu ook nog welkom. Cor Bloot, je mag gerust meedoen, en noem mij dan maar Tante. Adri Griffioen, dank voor je felicitaties. Voor de jeugd vond ik de sneeuw aardig, maar ik zelf ben erg dankbaar dat het nu beter weer is en als de zon schijnt mag ik uit. Jo en Wim Gussekloo, ik dank jullie voor je brief met gelukwenschen. Neen groote menschen hebben niet zoo'n ple zier in de sneeuw als de jeugd, ik begrijp best dat je vader er minder van geniet dan jullie. Gerard en Dorus de Geus, ik ben blij dat jullie beiden zoo in je schik bent met den prijs van Dorus, een boek over dieren is ook heel nuttig. Ik hoop dat Jullie wordt verhoogd. Jannie Verboon, ook nog dank voor de gelukwenschen. Je wenscht mij toe dat ik 100 jaar zal worden, nu maar als dat ge beurde, zou ik toch heusch al lang geen raadseltante meer zijn, dat zou te ver moeiend zijn. Miesje v. d. Bent, ja eigenlijk gaat men pas meedoen als men 7 jaar is, omdat het anders nog wat te moeilijk is. Maar ach, zoo heel veel kinderen zullen thuis worden geholpen, daar weet ik niets van, hier uit de verte, en zoo heel erg vind ik dat ook niet, hoor, vooral als het wordt gezegd. Gerrit van Rheenen, ik begrijp het best wat je mij schrijft. Ik wensch je van gan- scher harte beterschap en ik hoop dat je dezen zomer weer hersteld naar huis kunt gaan. Neeltje Vogelaar, prettig dat je zulke mooie boeken hebt om te lezen. Ja ik was 10 Maart jarig. Jan en Ton Delfos, ik had een goeden dag en ondervond heel veel hartelijke vriendschap. Henk v. d. Woerdt, natuurlijk nam ik nu je gelukwenschen nog gaarne aan. Willy"Wielinga, tot 11 jaar behoort men tot de kleineren. Zeker mag je mij Tante noemen. Je mag uitkiezen welke raad sels of je het gemakkelijkste vindt, het komt er niets op aan, welke je kiest. Corry v. d. Veen, dat weet ik wel dat jullie altijd heel mooie boeken krijgt als prijs. Ik zal Chris ook nu even antwoor den, verleden week had ik geen tijd. Chris Burg, aardig dat je mij even schreef, we zijn dus tegelijk jarig. Dat was mijne zuster, die aan jou moeder les heeft gegeven, die zuster is 13 jaar geleden al overleden. Hoe heette je moeder' van zich zelf, want ik weet vele namen van leer lingen op die kostschool. Ploni en Betsy v. d. Eykhoff, ja ik was 10 Maart jarig, maar jullie doet pas zoo kort mee, dus het is niets erg hoor dat je het niet wist. 2 van die 3 nieuwe raad sels hebben er al ingestaan. Maartje van de Marei, je hebt mij juist wel een langen brief geschreven en mij een heeleboel verteld, maar ik antwoord er op je verzoek niet lang op, want wat je aan mij schrijft, dat lees ik alleen en wat ik jou antwoord, künnen o zoovelen lezen. Je vertelt er mij later maar over. Jan en Eerupien Wassenaar, was er be zoek gekomen? neen dan vlot het schrij ven niet. Ik zou ook heusch geen raad weten als ik mijne correspondentie moest schrijven in een kamer vol menschen. Jan en Arie Vijfhuizen, bewaar je raad sels en anecdotes nog wat, ik heb heusch nog allerlei liggen en zoovelen vragen om hun raadsels eens te plaatsen. Adriaan en Joop van Geenhuizen, ja dat boek In de kooi, is door mijn vader ge schreven. Vindt je het mooi? Jullie hebt al lang goed meegedaan en bent gelukkig

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1931 | | pagina 15