De mode in vroegere tijden.
Wat de vrouw draagt.
jjite Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 14 Maart 1931
Vijfde Blad
No. 21776
VOOR DE HUISVROUW.
RADIO-NIEUWS.
lampjes op de nieuwe voorjaars
modellen.
Het is buitengewoon interessant erop te
ten hoe elk seizoen zijn nieuwe gar-
nanngen toepast, welke ofschoon ze
heel dikwijls en dan altijd ten onrechte,
li tan weinig belang zijnde, betiteld
raden zich toch weten te handhaven
en later als karakteristiek detail der mode
matgevend worden.
Het afgeloopen seizoen bracht, zooals
;en weet, wel wat al te zoetelijke gar
neringen, want er waren lintjes, bloemen,
iorduursels, zelfs veeren, kortom een stijl,
zeker wel bekoorlijk en gratieus, doch
sier lang niet voor iedere vrouw ge
stikt was.
De voorname modehuizen, die eindelijk
teer eens gelegenheid kregen zich uit te
ten. waren natuurlijk enthousiaste aan- i
angers en voorvechters van dezen stijl
voorzoover men kritisch te werk ging
precies wist voor wie dit of dat, al of
let geschikt was, had deze mode ook
nker veel goeds. Toen echter de goede
maak eenmaal in gevaar kwam, ont
stalen er misstanden, welke langzamer
hand aangroeiden tot een aaneenschake
ling van dwalingen op modegebied.
Het ls dus begrijpelijk, dat nu na een
lang balseizoen na een mode, die wat
tolt de details wel wat van het
E»4e te veel had een ommekeer Vol
ga moest en ziedeze kwam vlug-
ter dan men verwachtte. Het was de
rauw zelf, die bekende dat de garnet
ringen, die de avond en namiddagkleeding
reroorioofden, nu eenvoudiger moesten
rarden, om niet in de fout van het „te
reel" te vervallen, hetgeen altijd van een
weinig gedistingeerden smaak getuigt.
Een gevolg hiervan is, dat de eerste
'oorj aars toiletten alle zeer eenvoudig
lijn. zonder opvallende effecten.
Tot de weinige garneeringen, die door
<e toonaangevende ateliers geduld wor-
ten (het wekt werkelijk verwondering,
hoe snel de zaken zich hebben weten aan
te passen) behooren onder alle omstan
digheden „knoopjes". In het begin deed
het toch wel even vreemd aan een effect,
zoo lang volkomen uitgeschakeld was,
'w practisch aangebracht te zien, doch
z! heel gauw was men het er over eens
dzt dit een buitengewoon geschikte gar-
neering is, waarbij door haar eenvoud
ongetwijfeld met iederen smaak rekening
Behouden kan worden.
De allereerste collecties der verschillen
de groote huizen bestaan ook uit talrijke
elegante voorjaarstoiletten, die in ver
schillende variaties bijna alle de knoop-
Rmeering brengen; hierbij is gebleken
ust dit effect evengoed op stoffen, als op
hjden modellen aangebracht kon worden
en zelfs wordt het ook gezien bij de mode
der gebreide artikelen. In alle richtingen
en op alle kleedingstukken. japonnen,
msntels, hoeden, zullen knoopjes gezien
'orden. Een ware zegetocht van knoop-
J6S.
Enkele modellen die als goede voorbeel
den der nieuwe mode beschouwd kunnen
'orden, zijn hier afgebeeld, waaruit moge
■ken, welke goede effecten de knoop-
garneering biedt.
We beginnen met een jeugdig voor-
JUrscostuum. Het jasje wordt ditmaal
J" ^hs, niet gesloten door de bijna on-
untbeerlijk geworden ceintuur. Het sluit
on a ^bP- terwijl kleinere knoopen
P de boogvormig aangebrachte zakken
harmonie met den snit van het mantel-
genaaid zjjn. De rok heeft aangezette
'ooien, waardoor een prettige wijdte
f't. i!°en wordt en toch de slanke silhou
et x aard tJlijft. Nieuw zijn de blouses
vall» revers- di® b'dr het jasje heen
„2 en o°k hierdoor aan de heele ver-
j, !r:huig iets levendigs, vroolijks en voor-
j htigs geven. Öp de blouse zien we
I
len; dit is echter absoluut niet het geval
en juist veel visite-japonnen zal men
tegenkomen, die zich van deze garneering
bedienen. Het tweede model b.v. is een
georgette middagjapon, die tot aan het
boogvormig aangezette gedeelte heele-
maal recht gesneden is en hierop een i
lange rij ronde knoopjes verlangt. Voor
dergelijke modellen kiest men het liefst
middeltinten of donkere kleuren; vooral
marineblauw is momenteel zeer en vogue,
dat in het afgeloopen seizoen bijna heele-
maal door zwart verdrongen was.
Onder géén voorwaarde mag echter een
licht garnituur vergeten worden. Heel.
elegant zijn ook de rechte shawls (bij
vierkante halzen het geschiktst). Aan den
eenen kant wordt het shawltje vastge
houden door een fantasiegesp, terwijl dit
zich aan den anderen kant oplost in de
afwerking van den hals, zooals op de tee-
kening te zien is.
De breimode, die zooals men weet, niet
ophoudt vorderingen te maken, heeft ook
ditmaal niet geaarzeld zich van de knoo-
pen-garneering te bedienen en het moet
gezegd worden, in combinatie met de
eigenaardige poreuze jerseysmet suc
ces. De nieuwe ongekunstelde en juist
daarom zoo flatteerende modellen behiel
den juist door de banen knoopjes om zoo
te zeggen de „bekrachtiging" van hun
markanten stijl. Lichte revers, groote
manchetten en meer dergelijke vlotte,
smakelijk-uitziende effecten, hebben er
toe meegewerkt de verschillende wol-arti
kelen op slag in het middelpunt der inte
resse te doen plaatsen (afb. 3).
Veel aandacht wordt natuurlijk aan den
nieuwen mantel geschonken; door veel
ervaringen gedurende het afgeloopen sei
zoen is de vrouw tot de overtuiging ge
komen, dat de eenvoudige, rechte jassen
toch het prettigst zijn. Dat ook hierbij de
knoopgarneering toegepast wordt, spreekt
vanzelf. Als voorbeeld ziet U hier een
mantel met als eenige garneering een
rechte rij knoopjes in den rug.
W. U.
erivtgroote parelmoeren knoopjes,
f('oon~-°5 zjJden stoffen buiten-
dis
Was h f?0i?d staan- Velen zijn van mee
kom»,? knoopjes alleen in aanmerking
e" op uitgesproken „trotteur"-modei-
HOOFDBEDEKKINGEN VOOR
„ONZE KLEINTJES".
Op dit gebied is er momenteel werkelijk
een enorme keuze, zoodat de diverse
mama's hierover niet in verlegenheid be
hoeven te zitten. Pullman-kapjes voor
ronde poppesnuitjes en mutsen voor
jongens met smalle gezichtjes; allerlei
opgeslagen, doorgestikte hoedjes van een
of ander ondoordringbaar materiaal zijn
van onschatbare waarde voor de komende
regendagen; matrozenmutsen zijn altijd
een leuke dracht voor de „levendige en
temperamentvolle bengels"; het allerbeste,
vilthoedjes, worden veel door kleine meis
jes gedragen, die al drommels goed weten
wat haar aardig kleedt.
En al deze modellen hebben wij hier
voor U geschetst.,..
Vele brieven wachten op beantwoording
In de eerste plaats, die van de Groot-
moeder, die voor een kleindochtertje van
2 jaar een jurkje haakte en mij vraagt
of zij blauwe figuurtjes op het roode
jurkje zou maken. Neen u moet liever j
witte figuurtjes maken, zoo'n klein kindje
behoort niet al te kleurig te worden uit-
gedost! Voorts wilde zij er een hoedje
bij haken van raffia-stroo en vraagt mij
om een patroon.
U kunt dat in vaste steken haken. Be
gin met 4 lossen, verbind deze tot een
rondje en haak dit vol met vasten, blijf
steeds maar vasten haken, altijd door
meerderen, zoodat de ronde schijf steeds
grooter wordt en toch goed plat blijft;
ga hier mee door totdat de ronding groot
genoeg is voor het hoofdje. Nu moet u
veel sterker gaan meerderen; hierdoor
vormt zich dan een klepje. Voor het ééne
gezichtje is het aardig als die klep overal
even breed is; en voor het andere snuitje
staat een ongelijk klepje leuker; dat kan
ik u dus niet voorschrijven, dat moet u
passen; wanneer het klepje ongelijk moet
zijn en aan één kant schuin wat opge-
slagen, dan krijgt u dat door een ge-
deelte van den rand wat in te minderen j
en aan de andere zijde verder te meer
deren. U kunt met dit zelfde model ook
een muts maken, wat op het oogenblik
erg in de mode is en kleine kinders snoe
zig staat. Dan moet u, als de groote ron- j
ding klaar is, niet meerderen, maar regel
matig minderen, b.v. in één toer om de i
tien steken; de volgende om de zeven,
volgende om de vijf; dit minderen ge
schiedt natuurlijk door telkens één steek
over te slaan; u gaat hiermee door tot
de band de wijdte heeft van het hoofdje
om het voorhoofd; dan gaat u nog drie
toeren op diezelfde wijdte door; hecht af
en maakt een klein pluimpje of staartje
van eenige lossen, die u vast hecht op de
kruin en de muts is klaar.
Dan wil grootmoeder nog een vestje
zonder mouwen werken op het bovenge
noemde jurkje. Is daar de peuter niet
wat te klein voor? Enfin dat wordt met
den dag beter!
U kunt dat vestje in dezelfde steek
werken als het jurkje, doch ook hier
raad ik u aan een wit vestje te maken.
Kleur op kleur is véél te ouwelijk en
blauw op rood staat niets leuk. Wel kunt
u een mooi zonnegeel op blauw gebrui
ken; maar op rood ls heusch het beste;
wit.
U maakt voor het vestje een recht
pandje als rug; meet dit af van even
over het middeltje tot onder de armpjes;
daarna moet u aan beide hoeken regel
matig minderen tot aan de hals; daarna
haakt u beide zijpanden op dezelfde ma
nier; alleen moet u het eene zijpand
rechts en het andere links weg minderen.
Zet dan de drie deelen met een zijnaadje
of een open randje van zijde aan elkaar
en haak vervolgens het geheel om met
een aardige siersteek; u kunt daarmede
meteen het model, als het hier of daar
nog wat hoekig is, verbeteren en ronder
afwerken. U behoort geen sluiting aan
zoo'n vestje te maken. Blijkt echter in
de praktijk, dat het kind er last van heeft
dan kunt u er desnoods van boven een
paar smalle lintjes aan naaien, die het
uitzakken voorkomen. Ook staat het
grappig als u er 2 kleine zakjes op zet:
losse lapjes die u recht haakt en er dan
op vast naait.
Een andere mevrouw vraagt mij om een
slobpakje voor een jongetje van bijna 2
jaar. U kunt op een slobbroekje alle jas
jes gebruiken. Het broekje vraagt 112
gram Beehive of Paton's Super Scotch
Fingering, 4 draads; twee breinaalden no.
8, een eind elastiek.
Afmetingen van dit patroon zijn: 24
c.M. lengte van de voornaad; 31'/-. c.M.
van de naad van Met been. Op de 5
c.M. moeten 13 steken komen, gemeten
over recht breiwerk. Zet rechter pijp op
met 72 steken; 1ste toer: A 2 recht, 2 ave
recht; vanaf A herhalen tot de laatste 4
steken; 4 r. Deze toeren drie maal her
halen; 5de toer: 2 recht; A 2 aver., om
slaan, 2 tezamen vanaf A herhalen tot de
laatste 2 steken; 2 recht. De 1ste toer elf
maal herhalen. Dan: 1ste toer: 44 r., om-
keeren; 2de t. 43 a. 1 r.; 3de toer 36 r.
omk.; 4de t. 35a 1 r.; 5de t. 28 r., omk.;
6de t. 27a., 1 r.; 7de t. 20 r. omk.; 8ste t.
19 a. 1 r. Dan aldus doorgaan: A 1ste t.:
2 r.. B 2 aver. 2 r.; vanaf B herhalen tot
de laatste 2 st., 1 aver., 1 r.; 2de t. 1 r.,
1 aver., B. 2 r„ 2 aver.; vanaf B. her
halen tot de laatste 2 st.; 2 r. Derde toer
recht; 4de t. 1 r„ aver, tot de laatste
I steek; 1 r. Deze twee toeren drie maal
In het zomersche zonnetje van 1846
maken deze twee baronesjes een wande
ling in het park. Kantstoffen waren toen
zeer „en vogue", hetgeen men hier dan
ook in voorbeeld ziet. Links zwarte kant
stof op een licht-rose japon; het hoedje
is van witte kant met mousseline, be
werkt en een strik en linten van rose
satijn; de parasol is ook rose. Rechts een
japon van groene zijde; het geheele on
derstuk der rok is van grijze kant; de
écharpe die hier een groot gedeelte van
het corsage bedekt is van dezelfde kant.
Een stroohoedje met groene bloemetjes
maakt het tot een allerliefst ensemble.
C. V.
ijzer over een vochtigen doek op; naai
voor- en achternaad dicht; rijg door de
gaatjes aan het middel het elastiek; naai
het elastiek aan de wreef dicht.
De dames, die mij om patronen voor
kindermutsjes en -sokjes en voor bad
pakken vroegen, moeten nog wat geduld
hebben. Iedereen krijgt antwoord op haar
beurt.
herhalen. A. Dit van A tot A is het pa
troon. Op deze manier met het patroon
dcutgaan; éénmaal meerderend aan de
lange zijde van het werk in eiken volgen
den derden toer; terwijl er tegelijkertijd
aan de korte zijde van het werk gemeer
derd wordt in den 3den en eiken volgen
den 4den toer, tot er 88 steken op de
naald staan. Nu steeds aan de lange zijde
van het werk in eiken derden toer meer
deren en aan de korte zijde in eiken
tweeden toer tot er 105 st. op de naald
staan, aan elk eind van de naald in eiken
recht gebreiden toer minderen tot er nog
53 steken overblijven. Zonder minderen
doorgaan tot er 13 patronen gebreid zijn,
gerekend vanaf het begin!
Aan elk eind van de naald één maal
minderen in den volgenden en eiken vol
genden 4den toer, tot er nog 47 steken
overblijven, zonder minderen doorgaan
tot er 15 patronen gebreid zijn, eindigende
met den 9den toer. Dan aldus doorgaan:
lste toer 18 r„ 11 aver., 18 r.,; 2de t. 18
r., 1 a., 2 r. 2 aver., 2 r. 2 aver., 2 r., 18
r„; 3de t. 18 r., 2 r., 2 a., 2 r. 2 aver. 2 r.,
1 aver., 18 r.; 4de t. recht; 5de als de lste;
6de recht; 7de: 14 st. afkanten, 4 r., 11
aver., 18 r.; 8ste 14 st. afkanten, recht tot
het eind van den toer; 9de 4 r„ 11 aver.
4 r.; 10de recht; 11de 4 r., 11 a., 4 r.; 12de
4 r., 1 a. 2 r., 2 aver., 2 r„ 2 aver., 6 r.;
13de t. 6 r., 2 aver., 2 r„ 2 a., 2 r., 1 a.
4 r. Herhaal den lOden en den llden toer
vier maal en dan den lOden toer nog een
maal en ga vervolgens met recht breiwerk
door, éénmaal minderende aan elk eind
van de naald in eiken tweeden toer, tot
er nog 13 steken overblijven. Kant dan af.
Voor de linkerpijp 72 steken opzetten;
het ribbetje breien als voor de rechter-
pijp; dan doorgaan: lste t. 1 r. 43 a„ om-
keeren; 2 t. 44 r., 3de 1 r„ 35 a., omk.;
4de 36 r.; 5de 1 r. 27 a., omk.; 6de 28 r.;
7de 1 r. 19 a„ omkeeren; 8 ste 20 r.,; 9de
1 r„ aver, tot den laatsten steek, 1 r.
Het patroon breien van A tot A; zoo
als ik het beschreef bij den rechterpijp.
Afkanten. Pers'het broekje met een warm
DUITSCHLAND HEEFT MEER
LUISTERAARS DAN ENGELAND.
Den lsten Januari 1931 telde men in
i Duitschland een totaal van 3.509.509 luis-
i teraars. Naar wij vernemen heeft de ge-
durige toename van het aantal luisteraars
i ook in de eerste maand van dit jaar nog
aangehouden.
In vergelijking hiermede is de Engelsche
omroep in aantal achter dat van Duitsch
land gebleven, want men telde in Enge
land aan het einde van Januari 1931
slechts 3.501.007 luisteraars. Dit beteekent
evengoed voor Engeland nog een vermeer
dering van circa 500.000 gedurende de
laatste twaalf maanden.
DE ENGELSCHE OMROEP
RATIONALISEERT.
De British Broadcasting Corporation
heeft per 31 Maart a.s. het Northern Wire
less Orchestra opgezegd. De Noord-Engel-
schc Omroep zal zich in den vervolge met
een klein eigen ensemble van negen mu
sici moeten tevredenstellen. De opzegging
geschiedde als gevolg van 't centralisatie-
streven van den Engelschen Omroep.
EEN KRACHTZENDER v. 500 KILOWATT.
Europa's meest krachtige omroepstation
thans in aanbouw te Noghinsk, een voor
stad van Moskou, zal een vermogen hebben
hebben van 500 Kilowatt.
In overeenstemming met het beroemds
Vijf Jaars Plan, hoopt de Sovjet Republiek
voor 1933 nog de volgende zenders te
kunnen bouwen:
Elf nieuwe stations van ieder 100 Kw.
en 28 nieuwe stations van ieder 10 Kw,
Het nieuwe Kolpino station, dat de pro
gramma's van Leningrad zal uitzenden, zal
binnenkort met de uitzendingen aanvangen
op een vermogen van 75 Kw.
GROOTERE VOORDEELEN VOOR
N.tational B.(roadcasting) C.(ompany).
N. B. C.
De bruto opbrengst van de American
National Broadcasting Company in 1930
bedroeg ruim 4.500.000 Dollar, overeenkom
stig het jaarlijksch rapport van den Pre
sident, mr. Merlin Aylesworth. De bruto
opbrengst in 1929 was 2.862.000 Dollar.
Door de toevoeging van zes nieuwe zen
ders aan het N.B.C. systeem in 1930 werd
het permanente draadlooze net gebracht op
een totaal van 34.500 mijlen, omvattende
74 omroepstations, waarvan er twee in
Canada gevestigd zijn,
No. XII 1846.
VOORBODEN DER VOORJAARSMODE
i zijn de nieuwe eigenaardige mouwen, die
evenveel rijkdom aan fantasie hebben als
die van het afgeloopen seizoen; bovendien
bezitten ze de voor het nieuwe seizoen
kenmerkende eenvoud en gratie.
De moderne mouw wordt vaak van
plissé's of iets anders, dat een dergelijk
effect veroorzaakt, voorzien, hetgeen onge
twijfeld veel succes zal hebben.
De op onze schets afgebeelde mouw heeft
het aardige „ster-patroontje" (dit ls de
allernieuwste bedrukte zijde, ter vervan-
ging van het moppen-effect van verleden
jaar) en brengt aan den bovenarm een
dubbele effen plissé ruche, die doet den
ken aan een manchet, waardoor de arm
extra smal en slank lijkt.