DE GEZONKEN SCHAT.
72^e Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 14 Maart 1931
Vierde Blad
No. 21776
jjoe is de winter geweest
FEUILLETON.
BOUWKUNSTIG SCHOON.
LAND-' EN TUINBOUW.
Praatjes uit de Dierenwereld
de winter voor verreweg het groot-
t «deelte voorbij is en er met veel vorst
te verwachten is, kunnen wij eens
raan hoe hij, in vergelijking met nor
male en buitengewoon koude winters is
Cwmter wordt in de eerste plaats
tenraerkt door het aantal dagen, waar-
het gevroren heeft. In den winter
frt/31 was dit aantal in November 3, in
Lumber 16, in Januari 9 en in Febr.
dus totaal 43. Vergelijken wij deze
Hfers met die, welke een statistiek der
laatste 20 jaren oplevert, dan zien wij, dat
«nvember er 4, Januari 2 minder dan het
normale aantal had, maar December had
r 7 en Februari 4 meer dan het normale
Tintal Met betrekking tot het aantal da-
„n waarop de thermometer onder nul
weit gestaan (zij het ook niet steeds den
reheelen dag) is de tegenwoordige winter
iets kouder geweest dan normaal. In-
tusschen moet daarbij worden opgemerkt,
dat slechts 3 dagen voorkwamen, waarop
de thermometer niet boven het vriespunt
kwam te staan (z.g. ijsdagen). Deze vielen
in Januari (1) en Februari (2).
Vergelijken wij bovenstaande getallen
met die, welke betrekking hebben op de
twee strengste winters der laatste 20 ja
ren nl 1916/17 en 1928/29, dan zien wij,
dat'deze van 1 Nov.—28 Febr. 59 resp, 74
mrstdagen hadden, waarvan in Januari
1917 26, Jan. 1929 29 en Febr. 1929 28. In
die belde strenge winters kwamen ook
reer lage minimum-temperaturen voor,
taarvan hier slechts genoemd worden
Il5'5 C. 3 Febr. '17, 18°0 C. 16 Febr. '29
en18-8 C. 14 Febr. '29. In den nu nog
niet aigeloopen winter waren de laagste
temperaturen in Nov. 2°0 C„ Dec. 5=2
C Jan. 4°8 C. en Febr. 7°0 C. Sterke
rorst kwam derhalve niet voor.
Overigens wordt het karakter van den
sinter ook bepaald door de gemiddelde
temperatuur der verschillende maanden,
die in November ruim 2 graden, in Jan.
een halve graad te hoog, in December
bijna 1 graad en in Februari bijna 2 gra
den te laag was.
Van veel belang voor de karakteristiek
eau den winter zijn de neerslag en het j
aantal dagen met neerslag. Terwijl de
neerslag soms in November en December
iets kleiner was dan de normale, was zij
m Januari en Februari nogal veel grooter.
Nog sterker komt de neerslag-neiging van i
oen seheelen winter uit in het aantal da
gen met neerslag, dat in November 23, in
December 18, in Januari 24 en in Febr. i
20. das in totaal 85 bedroeg, terwijl de j
normale cijfers zijn 16, 16, 14, 13 en 59.
De winter was dus zeer regenachtig.
Sneeuw is echter maar weinig voorgeko
men. De eerste dagen van Maart met
veel sneeuw, die van 1 op 2 tengevolge
Van plotseling ingevallen sterke vorst wat
langer bleet liggen, brachten een onver
wachte toegift op den winter.
In ons land heeft men altijd een zeker
verlangen naar een winter, die berijdbaar
ijs en mooi, lichtvriezend weer brengt. Dit
is te begrijpen, maar deze wensch kan uit
den aard der zaak niet worden vervuld, I
rooals uit het volgende kan blijken.'
Berijdbaar ijs wordt alleen gevormd,
wanneer het overdag niet te lang en niet
le sterk dooit, wanneer 's nachts sterke
vorst voorkomt en wanneer de vorst min
stens een week aanhoudt. Deze voor
waarden worden alleen vervuld wanneer
in het grootste gedeelte van Europa een
bepaalde weerstoestand heerscht, een be
paalde verdeeling van de luchtdrukking,
die het doordringen van een warm-voch-
tigen luchtstroom uit den Atlantischen j
Oceaan naar het Vasteland belemmert,
d i dus in het algemeen hooge lucht
druk over de Noordelijke helft van
Europa, lage over de Zuidelijke helft. I
Onder deze omstandigheden kan de
verse zich vanuit Oost-, Noordoost- of
Zuidoost-Europa zoover naar "het Westen
uitbreiden, dat de westelijke grens van
het vorstgebied ons land insluit. Deze toe
stand is in West-Europa altijd een wan
kelbare, behalve in zeer zelden voorko
mende strenge winters, want de Atlanti
sche Oceaan, waarboven het in den win
ter altijd warmer is dan boven het
Vasteland, is dichtbij en over het Ooste
lijk gedeelte daarvan waait meestal een
warm-vochtige Zuidwestelijke lucht
stroom. die door de werking van secun
daire storingen in de luchtdrukverdee-
kng (depressies) naar het vasteland
wordt afgebogen en daarbij groote ge
deelten van West-Europa de Britsche
eilanden, het Engelsche Kanaal en om
geving, dus ook ons land, de Noordzee en
WTi -T-rpoe
Naur het Engelsch van LEO WALMSLET.
101
Kapitein Timms was een groote zwaar
gebouwde man met een gezicht, dat je een
staalkaart van een leven dat geleefd was
8>u kunnen noemen. Zijn oogen waren de
eenige gelaatsonderdeele», die iets van
hun oorspronkelijken vorm en kleur had-
Jen behouden, kleine, pientere, hel
blauwe oogen waren het, die je met een
Joviale pretglinstering konden aankijken.
™aar verder bestond het gezicht uit een
grooten rooden, poreus-gezwollen neus
ven reusachtig litteeken, dat dwars over
ujn voorhoofd langs zijn rechter wenk
brauw en slaap naar beneden, tot wel een
balven centimeter onder zijn oog door-
"ep, en een warreligen. peper-en-zout-
PunSen baard, die alles wat zich eronder
'°nd. volkomen bedekte.
trlj hbften. dat hij juist vrij was. ver-
oice hij ons. toen we het onderwerp sa-
'Uhs ter sprake brachten.
r Plint was overdreven blij met deze
mcuwe vondst. Als je hem hoorde praten,
?g je eerst den indruk, dat de veertig
scnedels al veilig en wel in zijn koffers
F™ j dat we °P den terugtocht naar
dw i.d vvarendat hij ze in zijn stu-
had tlluis op een voor zicn
een succes zal 't voor me zijn, beste
ere! vi hij 's avonds na het bemachti-
tese Va" 1,0 duikeruitrusting plus Timms
gen me wat een enorm succes. De
weden wetenschappelijke wereld zal niet
Er „P: wat haar overkomt, als mijn mono-
pnie gepubliceerd wordt en de veertig
aanliggende landen, overstroomt en warm
vochtig weer brengt. Alleen wanneer deze
warm-vochtige luchtstroom niet sterk is
of niet over het Vasteland vermag door
te dringen, kan de vorst hier van betee-
kenis worden, anders niet.
Onze strenge winters zijn derhalve ge
kenmerkt door Oostelijke, koude winden,
onze zachte winters, zooals wij nu een
hebben, door westelijke winden met veel 1
regenachtig weer.
Men kent niet met zekerheid de oor
zaken van het overheerschen van dezen
westenwind. Het is heel waarschijnlijk, i
dat zoowel de temperatuur van den At-
lantischen Oceaan zelve als de algemeene
weerstoestand in zeer groote gebieden
rondom West-Europa een groote rol spe
len in het karakter van den winter bij
ons. Er wordt tegenwoordig in die rich
ting naar grondslagen gezocht, die een
verklaring kunnen geven van zachte en
strenge winters, zoodat men misschien
eerlang zou kunnen komen tot de moge
lijkheid hen lang van te voren aan te
kondigen. C. N.
Correspondentie.
M. B. H.—Chr., Leiden. De door U
genoemde onderwerpen zullen te gelege
ner tijd behandeld worden. C. N.
XX.
POORTJES.
Toen even twee jaren geleden het oude
Raadhuis is afgebrand, heeft men gejam
merd en geweeklaagd. En terecht! Wij
zelve hebben dien 12 Februari 1929 een
„diesater" genoemd, omdat Lieven de
Key's gevelgedicht en de zeldzaam mooie
renaissancetoren benevens zooveel
schoons dat het interieur van 't gebouw
sierde, reddeloos werd verwoest.
Tegenwoordig vragen we ons wel eens
af, of al dat geweeklaag wel echt was!
De sfeer van de oude Sleutelstad werd
met alleen bepaald door het Stadhuis.
Het Raadhuis was om zoo te zeggen de
apotheose van alle oude schoonheid welke j
men hier vindt. Maar de sfeer van de stad
wordt vooral bepaald door de oude din- j
gen die men overal in de stad vindt ver-
spreid al zijn die op zichzelf dan van veel
minder belang dan Lieven de Key's
schepping.
En hoe gaat het nu met vele oude din
gen die juist zoo karakteristiek zijn voor
onze stad?
Wanneer we oude prenten van Leiden
bekijken, dan treft het, dat er in vroe
ger tijd en daarvoor behoeven we
slechts een vijftigtal jaren terug te gaan
heel wat meer artistieke poortjes wa
ren dan thans.
Deze producten van klein-architectuur
waren evenzeer een openbaring van het
Hollandsche individualisme als de topge
vels. Het blijft te betreuren, dat men
vooral in de 19de eeuw zoovele van die
oude dingen, heeft opgeruimd, om er iets
nuchters voor. in de .plaats te stellen,
waardoor het stratenaspect aan intimiteit
heeft verloren. En helaas men gaat
langzaam maar zeker en bijna stelsel
matig door op vele plaatsen de c 3
schoonheid te verwaarloozen, waardoor op
een kwaden dag afbraak noodzakelijk
wordt.
Dat geldt voor allerlei dingen. In 1905
verdween de molen „De Oranjeboom". De
molen „De Stier" vertoont van 't wieken-
kruis nog alleen maar vier kale balken,
terwijl de kap vol gaten zit. „De Valk" zal
op den duur dit voorbeeld wel volgen.
•Over het aantal aardige topgevels, die
in .vervallen staat verkeeren, zwijg ik
maar.
De mooie Academiepoort is allang ver
dwenen en de hardsteenblokken, er van
afkomstig, heeft men waarschijnlijk in
den grond gestopt, om als bazement voor
iets anders te dienen. Het poortje van de
Manége is weg. Over'eenigen tijd zal ik u
daarvan hier nog eens een teekening la
ten zien. Ook in de laatste 25 jaren zijn
er nog poortjes verdwenen.
Bij onze zwerftochten door de stad valt
het telkens op, hoe sommige eigenaars
hun oude dingen stelselmatig schijnen te
verwaarloozen, waardoor alles een vuil en
verworden aanzien krijgt. Het is geen
wonder, dat menschen die uit andere ste
den van ons land komen, Leiden een vieze
onzindelijke stad vinden met vele morsige
straten en vele slordig onderhouden ge
bouwen.
Een lichtpunt is, dat de stedelijke over
schedels, nauwkeurig onderzocht door deze
mijn eigen handen als even zoovele bewij
zen overgelegd worden. Bewijzen waar
niet aan te tornen valt, bewijzen, die over
tuigen moetenHeb je er om gedacht
om de hutten te bespreken, Cleveland?"
Hij wist, dat het mijn plan was geweest,
om naar het kantoor van de Durban
Zanzibar lijn te gaan.
„Ja, dokter, drie, zooals afgesproken
was. En natuurlijk is die verwenschte
Egyptenaar ook aan boord."
„Natuurlijk! Natuurlijk!" gaf hij wat
ongeduldig ten antwoord. „Ik had niet
anders verwacht. Een man van dat kali
ber. koppig vasthoudend neen. ik had
niet anders verwacht. Jammer dat hij niet
dood is. 't Zou ons heel wat moeite be
spaard hebben.
„Maar wat is er aan te doen?" ging hij
'na een paar oogenblikken zwijgen gemelijk
voort. „We zijn aan handen en voeten ge
bonden. Wettelijke complicaties mogen we
niet riskeeren, neen. die mogen we niet
riskeeren. Dat zou bij den huidigen stand
van zaken te gewaagd zijn."
Ik herinner me niet meer wat ik hem
ten antwoord gaf. D? term: „wettelijke
complicaties" had me on een idee ge
bracht. Verduiveld, niet voor niets had ik
vrienden in Durban. Als het me niet lukte
cm met behulp van Nick Priestman, ge
wezen inspecteur bij de recherche in Rho-
desië en op het oogenblik een van de voor
mannen van de Zuid-Afrikaansche C. S.
D„ een wettelijke complicatie in elkaar te
draaien, wel, dan was mijn naam niet
Cleveland! Nick Priestman. de waarnemer
met wien ik tijdens den oorlog eiken mor
gen opgestegen was, met wien ik de Duit-
schers van Ngonda Hill af gebombar
deerd had.
Hij woonde ergens bij de Berea en als
politie-man had hij natuurlijk een tele
foon. Dus schelde ik hem op. Ik trof het,
hij was thuis. Als antwoord op mijn vraag
heid op 't oogenblik alle middelen in 't
werk stelt, om op verschillende punten de
straten en singels in beteren staat te
brengen, monumentale bruggen laat bou
wen. de leelijke onwelriekende urinoirs,
die uitdagend op punten stonden, waar zij
juist niet behoorden te staan, laat ver
wijderen.
Mogen spoedig de beide volgen, die als
wachters bij de Korenbeursbrug staan!
Met dankbaarheid moet worden er
kend, dat er gedurende de 25 jaren, dat
lk Leiden ken, nog nooit zooveel gedaan
is, als in den laatsten tijd.
Met dankbaarheid moet ook worden
vermeld, dat er nog tal van ingezetenen
zijn, die uitnemend zorg dragen voor hun
oud bezit.
En nu noem ik u het poortje, hierbo
ven afgebeeld, dat u vindt op Nieuwe
Rijn 50.
Het is uit het midden der 17de eeuw.
De imposten bestaan uit een afwisse
ling van baksteen en zandsteenblokken.
De onderste zandsteenblokken rusten op
hardsteen. Doordat de straat en het trot
toir ter plaatse afhellen ligt de hardsteen
dorpel natuurlijk schuin. De boog is een
lage ellipsboog met vijf vlakke zandsteen
blokken.
Alle opzettelijke versiering ontbreekt er
aan behalve een smaakvol profiel. Eigen
aardig is, dat het profiel links lager be
gint dan rechts en verder dat de boog
rechts iets hooger ligt dan links. Het ver
schilt de dikte van één baksteen. Ook de
gegolfde deur is oüd en vrij zwaar, of
schoon ik vermoed, dat het niet de oor
spronkelijke deur is.
Achter die deur. 'izet u een lage ge
welfde gang. Het gewelf wordt gevormd
door wat men met een technischen term
noemt kloostergewelven. Aan 't einde rust
dit gewelf op hardsteenen consoles.
Ik vind dit poortje juist zoo aardig, om
dat het ^oo zuiver Hollandsch is en vrij
van klassicistische motieven, terwijl het
keurig wordt onderhouden.
SIERHEESTERS.
Bij den aanleg van een tuin of bij een
verandering in den aanleg, ook wel daar
toe gedwongen, doordat, door afsterven,
hiaten in de beplanting zijn ontstaan, is
de keuze uit het groote aantal heesters
moeilijk. Het kan van belang zijn bij de
keuze een leiddraad te hebben.
Het doel van onderstaande regelen is,
door een overzichtelijke opsomming en
beschrijving der kenmerken van het groo
te aantal heesters, belangstellenden weg
wijs te maken.
Men onderscheidt de heesters daarvoor
het eenvoudigst in twee groepen.
a. heesters, die een groote ruimte voor
hun algeheele ontwikkeling noodig heb
ben. Zij dus, die op zich zelf staan, de z.g.
„solitairplanten' b. heesters, die in groe
pen een plaats .kunnen vinden; c. hees
ters, die, in groepen van drie tot zeven
geplant kunnen worden.
Onder sub a. zijn de volgende heesters
te rangschikken. Enkelen van deze kun
nen. althans tijdelijk, bij doelmatigen
snoei toch wel op betrekkelijk kleine
ruimte worden geplant, maar door hun
boomachtige natuur vereischt hun plaat
sing overleg in verband met de beschik
bare ruimte.
Acer Negundo. Fol. arg. var. en andere
variëteiten. Witbont gevederde Eschdoorn
sierlijke heester, welke altijd een fraai ef-
noodigde hij me uit te komen eten. Ik
ging den dokter vertellen, dat ik dien
middag, of liever avond, „buitenshuis" at
en een kwartier later zat ik in een gemak-
kelijken stoel te genieten van een Martini
cocktail.
Na een uitgelezen diner gingen we met
onze koffie en likeur buiten „op de stoep"
zitten.
Waaraan hebben we die plotselinge be
langstelling te danken, ouwe jongen?"
„Zal ik je vertellen", zei ik. „Ik zit in de
klem en heb je hulp noodig.
Priestman boog zich voorover en stak
me zijn hand toe „Sla toe, ouwe jongen",
zei hij „Ik ben die quaestie van toenter
tijd nog niet vergeten."
„Dat valt me verduiveld mee, Nick", zei
ik, voor het uiterlijk met iets vaderlijk-
welwillends. maar inwendig met een lam
gevoel van twijfel, of 'k wel heelemaal
„fair" tegenover hem handelde.,, De meeste
lui lijden niet aan te veel geheugen. De
quaestie is deze een van de vele hier in-
heemsche geheime politieke vereenigingen
zit me dwars. Je moet het maar aanne
men, want détails kan ik je niet vertellen,
In hoofdzaak komt het hierop neer. dat
een van de voormannen me van Londen
naar Durban gevolgd is, en nu, volgens
pas ingewonnen inlichtingen, op dezelfde
boot naar Zanzibar passage genomen
heeft En nu zit ik in een moeiiijk parket,
In gewone omstandigheden zou ik op den
kerel afwandelen en hem vragen, wat hij
wou werd hij dan onhebbelijk, dan
hadt je kans op een flinke kloppartij en
daarmee was de zaak allicht afgeloopen.
Maar nu ik aarzelde! 't Scheelde wei
nig of ik had me versprokenDenk nu
asjeblielt niet dat ik in levensgevaar ver
keer of zoo iets dergelijks. Dat is het hem
niet Kijk, in een paar woorden is de
quaestie deze: Ik ben hier om een plan ten
uitvoer te brengen en hij om het zoo mo
gelijk in de war te sturen."
fect maakt. Pyramidaalvormig snoeien, I
d.w.z in den winter, 's Zomers laat men
hem vrij groeien. Goed is de te lange
scheuten half Juni te toppen.
Acer Palmatum Thunb en variëteiten.
Veelvormige Eschdoorn met roodachtige
takken.
Acer Platanoides in variëteiten. Plataan
bladige Eschdoorn. Aesculus parviflora.
Dwerg Pavia. Bloeit in Juli en Aug. met
geelwitte pluimvormige bloeiwijzen. Groeit
het liefst in een vochtigen bodem met
eenige schaduw. Niet snoeien.
Catalpa Kaempheri. Japansche trom
petboom. Deze is beter dan andere ca-
talpa's tegen koude bestand. Bloeit rijk
met groote pluimvormige bloeiwljze. Daar
om weinig snoeien, bloeit ook uit bepaal
de oogen op het midden der twijgen.
Lyriodendron Tulipifera. Tulpenboom.
Door den eigenaardigen vorip zijner bla
deren mede geschikt als gazonboom. Py
ramidaalvormig opkweeken, doch behoeft
verder weinig gesnoeid te worden. Bloeien
doet hij eerst op ouderen leeftijd.
Sub b. Amalanchier Canadensis of (Mes-
pilus canadensis).
Bergmispel. Zeer vroeg en rijkbloeiende
heester, geeft bovendien in het najaar
schoon gekleurd blad. Voor dit doel wei
nig snoeien en alleen trachten een losse
pyramidale groeiwijze te behouden. Wordt
tot heden weinig gebruikt.
Amorpha Caneseens. Indigostruik. Heeft
schoon gevind blad. Bloeit in Aug. met
violet-blauwe aarvormige trossen. Snoei
kort, zooals heestets die op het jonge
hout bloeien.
Cerasus Sinensis Pendula fl. pi Fraaie
bloeiende treurkers, Weinig snoeien.
Crataegus Oxyacantha fl. rubro pl.
Fraai dubbel roodbioeiende Meidoom.
Weinig snoeien, alleen zoo noodig uitdun
nen.
Crataegus Pyracantha. Vuurdoorn. Zeer
schoone heester, welke lang groen blijft,
rijk bloeit en daarna met groote oranje-
roode bessen prijkt. Snoeien, voor zoover
dit voor een lossen pyramidalen vorm
noodig is. Groeit het best in een kalkrij-
ken bodem.
Dimorphantus Maudschuricus, Enge
lenboom. Een heel mooie gazonheester,
die door zijn groote bladeren, losse en
grillige groeiwijze, steeds een mooi effect
maakt Niet snoeien.
Magnolia Conspicua, Souiangiana en
anderen.
Beverboom. Bloeit in April-Mei voor zij
bladeren draagt, met groote witte aan
de basis purpere bloemen.
Deze en andere bloeien voor zij blade
ren dragen, doch er zijn er ook, welke
's zomers bloeien. Snoeien, alleen om den
vorm te bewaren.
Prunus Pissardi. Bruinbladige pruim.
Zeer aanbevelenswaard. Bloeit rijk, zeer
vroeg in het voorjaar. Snoeien alleen, om
een lossen pyramidevorm te behouden.
Pterostyrax Corymbosa. Vleugelstorax
eischt een beschutte zonnige standplaats
en een humusrijken bodem.
Robinca Neo-Mexicana. Acacia. Op
halfstam veredeld, een allerliefste ver
schijning in het gazon. Bloeit bijna den
geheelen zomen met fraaie rose, bloem
trossen. Weinig snoeien, zoo noodig uit
dunnen.
Sub c. Als kleine groepen van drie, kun
nen aangeplant worden de volgende strui
ken. Enkelen komen ook afzonderlijk
goed uit.
Calycanthus Floridus. Meloenboompje.
Cydonia (Chaemomelis) Maulei. Japan
sche kweestruikje.
Deutzia Crenata in variëteiten, vooral
de dubbelbloemige witte en roode.
Genista-soorten. Bruin met gele en
bruinroode bloemen.
Hydrangea paniculata grandi-flora. Be
kende grootbloemige pluim-hortensia.
Magnolea Stellata, rijkbloeiend. Bever
boompje.
Malus Scheideckeri. Prachtige dubbel
bloemige sierappel.
Philadelphus Lemoineii. Mildbloeiende
en zeer welriekende jasmijn.
Rhus Cotinus. Pruikenboompje. Het is
hier niet direct de bloem welke deze hees
ter aantrekkelijk maakt, deze toch is
slechts klein en groen geel van kleur. Na
den bloei echter verlengen zich de bloem
stelen, groeien vederachtig uit en nemen
dan een purperroode kleur aan, hetgeen
aan deze heester een fraai en grillig aan
zien geeft.
Sambucus Racomosa plumosa fo. aurea.
Goudgele vliersoort met diep ingesneden
blad.
Seringen in variëteiten als: Marie La-
graye, groote, witte bloemen.
Andenken Ludwig Spath, donker paars.
Tamarix Odessana. Beschaduwde stand
plaats geven.
Als groepjes van 5 tot 7 kunnen aange
plant worden:
„Een plan, dat het daglicht verdragen
kan, Cleveland?" vroeg hij met zijn blik
recht in den mijne.
„Ja, daar durf ik mijn woord op te
geven."
„Goed, ouwe jongen. Ik geloof je ook
zonder je eerewoord. Persoonlijk zou het
me trouwens niets kunnen schelen, al was
het ik weet niet wat. Maar als ik het wel
heb, is het je om mijn hulp in mijn offi-
cieele capaciteit te doen?"
„Ja. Dat wilde ik je voorstellen. Een
zekere Mr. Achmed Ali, alias Dusi Khan,
heeft op de Scottish Chief, de boot die
morgennacht naar Zanzibar vertrekt, een
hut besproken. De man is positief een
misdadiger. Ik voor mij ten minste weet
heel zeker, dat hij geprobeerd beeft
iemand te vermoorden, maar dat 's na
tuurlijk iets, dat voor iemand van de C
S. D niet geldt. Als het nu zoo kon.als
er een middel gevonden kon worden
ehom te verhinderen
Ik keek op. Nick zat me kalmpjes uit te
lachen.
„Je zou graag willen hebben, dat ik hem
Het arresteeren, wat?"
„Dat zou een pak van mijn hart zijn,
maar feitelijk was dat mijn bedoeling toch
niet. Ik zou graag willen, dat hij de boot
miste. En toen, vanavond dacht ik opeens,
dat jij op je lijstje van verdachte indivi
duen allicht iemand zou hebben, die op
hem leek. Ik weet wel, dat het nogal veel
gevergd is, maar ik dacht, al zijn die be
schrijvingen van iemands ulterlpjk nu nog
zoo nauwkeurig, toch zullen zulk soort
vergissingen in jullie vak weieens meer
voorkomen, is het niet?"
Nick keek me scherp aan.
„Dat heb je netjes bedacht, Cleveland",
zei hij langzaam keurig! mijn com
pliment Hij zweeg even; met afge
wend hoofd, alsof hij over mijn plan na
dacht, zat hij voor me „Hoe ziet de vriend
eruit?" vroeg hij dan opeens.
i.
DE HOND.
Het was 's avonds laat, koud en nat;
wat men noemt: een echt-Hollandsche
zomeravond. Een late taxi weerspiegelde
zijn gele oogen in het glimmende asphalt;
de chauffeur was ergens gaan schuilen en
had het afgewerkte vehikel in den steek
gelaten; eenzaam bepeinsde 't nu 's men
schen trouweloosheid.
Ook de hond was al dat vocht moede;
vlak tegen de huisdeur aangedrukt sUep
hij op een nogal ongemakkelijke stoep
den slaap des rechtvaardigen honds, die
verzadigd van spel en kluif, zijn toevlucht
zoekt bij den mensch.
Want dat deze hond in jeugdigen over
moed het huis zijns meesters ontvlucht
was, staat vast. Nu het avond was, en zijn
maag begon te knorren, miste hij natuur
lijk zoowel mand als etensbak; zelfs in
zijn slaap was hij zich kennelijk van dat
gemis bewust, wat een bepaald melancho-
Ueke trek om zijn hondensnuit bewees.
Men moet geen slapende honden wakker
maken; desondanks deed ik het toch. Ik
bukte mij en snokte voorzichtig aan een
stijf-ultstekenden voorpoot. Waarna lk
twee stappen achteruit ging, een mensch
mag niet spotten met zijn leven.
In dit geval was het overbodig. De hond
opende slechts één oog (zelfs honden han
delen tegenwoordig in alles economisch)
en keek mij onderzoekend aan. Ik zal
trachten zijn gedachtengang weer te
geven.
„Aha! Daar heb je net zoo'n wezen-op-
twee-pooten als de baas. De baas geeft
mij altijd lekker eten en een gemakkelijke
mand, heel wat beter dan die stoep hier.
Dit is een van dezelfde soort als de baas,
dus ik zal maar eens probeeren of er bij
hem wat te halen ls!"
Een bijna-menschelijke gedachtengang.
U ziet het!
De avonturier stond dus op en hief een
geslaagd gejank aan, dat er klaarblijkelijk
op berekend was mijn medelijden te wek
ken.
Het succes van dit gejank overtrof mijn
verwachtingen, en zeer waarschijnlijk de
zijne ook. In minder dan geen tijd ont
stond een groote beweging op stoepen,
onder boomen en overal, waar maar
eenigszins beschutting tegen het „honden
weer" te vinden was, en elf honden (lk heb
ze nauwkeurig geteld), groote en kleine,
mooie en leelijke, kortom een assortiment,
waar een kennel-houder van zou likke
baarden, verscheen op het tooneel. No. 1,
zijn collega's waarschijnlijk- als concurren
ten beschouwend, zette onmiddellijk zijn
beste beentje voor. Zijn gejank, dat hij
van louter verbazing over de komst van
zooveel lotgenooten eenige seconden ge
staakt had, verhief zich opnieuw, trillend
en klagend, uitbundig-bedroefd.
Maar zijn elf ongewilde kameraden had
den het geval dóór. Zij stemden in en
toonden met een joelend gehuil, dat zij
eveneens meesters in de kunst waren.
Toen gebeurde het, dat het eerste ven
ster geopend werd, en een heer vertoonde
zich met een lampetkan, het meest-gewilde
wapen tegen nachtrust-verstorend katten
en honden-gejammer.
Ik vond, dat wij den laatsten tijd gele
genheid genoeg gehad hadden om nat te
worden, dus ik ging schielijk achteruit. Op
dit oogenblik ging weer een venster op.
Laat ik kort zijn. Vele vensters zijn dien
avond geopend en vele heeren vertoonden
zich met lampet- en andere kannen, ten
einde deze te leegen op het klagende koor
van ontevreden honden.
En ik was al een kwartier op weg naar
huis toen het laatste gejank wegstierf in
de koude regenlucht.
Men moet geen slapende honden wakker
maken. Inderdaad.
(Nadruk verboden.) H. K.
Amygdalus Comminus fl. pl. dubbelbloe
mige amandelboompjes.
Azalea Mollis, in soorten.
Berberis Stenophylla, groenblljvend,
schoone rijkbloeiende Berberis.
Ceanothis in verscheidenheden. Eischen
lichte grond, weinig schaduw en des win
ters beschutting.
Clematis Integrifolia, Niet rankende
clematis in kleurschakeeringen van wit
tot blauw, lila en violet.
Cydonia Japonica. Manlei. grandiflora.
Zeer schoon bloeiende Jap. kweestruikjes.
Hibiscus Syriacus. Verlangen een warme
beschutte standplaats.
Hydrangea Japonica.
Hypericum Moserianum. St. Janskruid.
Rhododendron Hybriden.
Rozen.
Ik beschreef den Egyptenaar zoo goed
als ik kon.
„Je hoeft hem natuurlijk geen oogenbUk
langer vast te houden, dan strikt noodza
kelijk is", voegde ik aan mijn beschrij
ving toe. „Laten we zeggen: twee minuten
na het afvaren van de boot mag je je ver
gissing merken. En je hoeft niet bang te
zijn, dat hij zich niet koest zal houden."
„Schenk je nog eens in, ouwe jongen",
zei hijEven telefoneeren ben in
een wip weer terug."
Na een minuut of vijf kwam hij met een
lachend gezicht weer naar buiten.
„Dacht wel dat ik goed gehoord had.
Drie Egyptenaren op de boot twee
vluchtelingen uit Cairo, opsporing ge
vraagd om politieke redenen. De derde
heeft diamanten-smokkelen op zijn ge
weten. De beschrijving van een van de sa
menzweerders komt vrij aardig met die
van jou van jouw vriend bedoel ik
overeen. De hiaten in het voorstellings
vermogen van een politie-agent in aan
merking genomen zou een vergissing zeer
begrijpelijk zijn. En merkwaardig genoeg
is hij het laatst in Londen gezien. Op die
manier zou het mogelijk zijn. Maar ben je
positief zeker dat hij zich koest zal hou
den? Ik zou mijn menschen niet graag in
moeilijkheden brengen
„Absoluut zeker", gaf ik met overtuiging
ten antwoord.
Een poos lang bleven we zwijgend zit
ten rooken. Dan klopte hij zijn pijp uit en
keek me aan.
„Goed. ik zal het doen.en eventueele
gevolgen neem ik voor mijn rekening."
Ik viel hem bijna om zijn hals.
(Wordt vervolgd).