DE GEZONKEN SCHAT. 72^e Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 14 Maart 1931 Vierde Blad No. 21776 jjoe is de winter geweest FEUILLETON. BOUWKUNSTIG SCHOON. LAND-' EN TUINBOUW. Praatjes uit de Dierenwereld de winter voor verreweg het groot- t «deelte voorbij is en er met veel vorst te verwachten is, kunnen wij eens raan hoe hij, in vergelijking met nor male en buitengewoon koude winters is Cwmter wordt in de eerste plaats tenraerkt door het aantal dagen, waar- het gevroren heeft. In den winter frt/31 was dit aantal in November 3, in Lumber 16, in Januari 9 en in Febr. dus totaal 43. Vergelijken wij deze Hfers met die, welke een statistiek der laatste 20 jaren oplevert, dan zien wij, dat «nvember er 4, Januari 2 minder dan het normale aantal had, maar December had r 7 en Februari 4 meer dan het normale Tintal Met betrekking tot het aantal da- „n waarop de thermometer onder nul weit gestaan (zij het ook niet steeds den reheelen dag) is de tegenwoordige winter iets kouder geweest dan normaal. In- tusschen moet daarbij worden opgemerkt, dat slechts 3 dagen voorkwamen, waarop de thermometer niet boven het vriespunt kwam te staan (z.g. ijsdagen). Deze vielen in Januari (1) en Februari (2). Vergelijken wij bovenstaande getallen met die, welke betrekking hebben op de twee strengste winters der laatste 20 ja ren nl 1916/17 en 1928/29, dan zien wij, dat'deze van 1 Nov.—28 Febr. 59 resp, 74 mrstdagen hadden, waarvan in Januari 1917 26, Jan. 1929 29 en Febr. 1929 28. In die belde strenge winters kwamen ook reer lage minimum-temperaturen voor, taarvan hier slechts genoemd worden Il5'5 C. 3 Febr. '17, 18°0 C. 16 Febr. '29 en18-8 C. 14 Febr. '29. In den nu nog niet aigeloopen winter waren de laagste temperaturen in Nov. 2°0 C„ Dec. 5=2 C Jan. 4°8 C. en Febr. 7°0 C. Sterke rorst kwam derhalve niet voor. Overigens wordt het karakter van den sinter ook bepaald door de gemiddelde temperatuur der verschillende maanden, die in November ruim 2 graden, in Jan. een halve graad te hoog, in December bijna 1 graad en in Februari bijna 2 gra den te laag was. Van veel belang voor de karakteristiek eau den winter zijn de neerslag en het j aantal dagen met neerslag. Terwijl de neerslag soms in November en December iets kleiner was dan de normale, was zij m Januari en Februari nogal veel grooter. Nog sterker komt de neerslag-neiging van i oen seheelen winter uit in het aantal da gen met neerslag, dat in November 23, in December 18, in Januari 24 en in Febr. i 20. das in totaal 85 bedroeg, terwijl de j normale cijfers zijn 16, 16, 14, 13 en 59. De winter was dus zeer regenachtig. Sneeuw is echter maar weinig voorgeko men. De eerste dagen van Maart met veel sneeuw, die van 1 op 2 tengevolge Van plotseling ingevallen sterke vorst wat langer bleet liggen, brachten een onver wachte toegift op den winter. In ons land heeft men altijd een zeker verlangen naar een winter, die berijdbaar ijs en mooi, lichtvriezend weer brengt. Dit is te begrijpen, maar deze wensch kan uit den aard der zaak niet worden vervuld, I rooals uit het volgende kan blijken.' Berijdbaar ijs wordt alleen gevormd, wanneer het overdag niet te lang en niet le sterk dooit, wanneer 's nachts sterke vorst voorkomt en wanneer de vorst min stens een week aanhoudt. Deze voor waarden worden alleen vervuld wanneer in het grootste gedeelte van Europa een bepaalde weerstoestand heerscht, een be paalde verdeeling van de luchtdrukking, die het doordringen van een warm-voch- tigen luchtstroom uit den Atlantischen j Oceaan naar het Vasteland belemmert, d i dus in het algemeen hooge lucht druk over de Noordelijke helft van Europa, lage over de Zuidelijke helft. I Onder deze omstandigheden kan de verse zich vanuit Oost-, Noordoost- of Zuidoost-Europa zoover naar "het Westen uitbreiden, dat de westelijke grens van het vorstgebied ons land insluit. Deze toe stand is in West-Europa altijd een wan kelbare, behalve in zeer zelden voorko mende strenge winters, want de Atlanti sche Oceaan, waarboven het in den win ter altijd warmer is dan boven het Vasteland, is dichtbij en over het Ooste lijk gedeelte daarvan waait meestal een warm-vochtige Zuidwestelijke lucht stroom. die door de werking van secun daire storingen in de luchtdrukverdee- kng (depressies) naar het vasteland wordt afgebogen en daarbij groote ge deelten van West-Europa de Britsche eilanden, het Engelsche Kanaal en om geving, dus ook ons land, de Noordzee en WTi -T-rpoe Naur het Engelsch van LEO WALMSLET. 101 Kapitein Timms was een groote zwaar gebouwde man met een gezicht, dat je een staalkaart van een leven dat geleefd was 8>u kunnen noemen. Zijn oogen waren de eenige gelaatsonderdeele», die iets van hun oorspronkelijken vorm en kleur had- Jen behouden, kleine, pientere, hel blauwe oogen waren het, die je met een Joviale pretglinstering konden aankijken. ™aar verder bestond het gezicht uit een grooten rooden, poreus-gezwollen neus ven reusachtig litteeken, dat dwars over ujn voorhoofd langs zijn rechter wenk brauw en slaap naar beneden, tot wel een balven centimeter onder zijn oog door- "ep, en een warreligen. peper-en-zout- PunSen baard, die alles wat zich eronder '°nd. volkomen bedekte. trlj hbften. dat hij juist vrij was. ver- oice hij ons. toen we het onderwerp sa- 'Uhs ter sprake brachten. r Plint was overdreven blij met deze mcuwe vondst. Als je hem hoorde praten, ?g je eerst den indruk, dat de veertig scnedels al veilig en wel in zijn koffers F™ j dat we °P den terugtocht naar dw i.d vvarendat hij ze in zijn stu- had tlluis op een voor zicn een succes zal 't voor me zijn, beste ere! vi hij 's avonds na het bemachti- tese Va" 1,0 duikeruitrusting plus Timms gen me wat een enorm succes. De weden wetenschappelijke wereld zal niet Er „P: wat haar overkomt, als mijn mono- pnie gepubliceerd wordt en de veertig aanliggende landen, overstroomt en warm vochtig weer brengt. Alleen wanneer deze warm-vochtige luchtstroom niet sterk is of niet over het Vasteland vermag door te dringen, kan de vorst hier van betee- kenis worden, anders niet. Onze strenge winters zijn derhalve ge kenmerkt door Oostelijke, koude winden, onze zachte winters, zooals wij nu een hebben, door westelijke winden met veel 1 regenachtig weer. Men kent niet met zekerheid de oor zaken van het overheerschen van dezen westenwind. Het is heel waarschijnlijk, i dat zoowel de temperatuur van den At- lantischen Oceaan zelve als de algemeene weerstoestand in zeer groote gebieden rondom West-Europa een groote rol spe len in het karakter van den winter bij ons. Er wordt tegenwoordig in die rich ting naar grondslagen gezocht, die een verklaring kunnen geven van zachte en strenge winters, zoodat men misschien eerlang zou kunnen komen tot de moge lijkheid hen lang van te voren aan te kondigen. C. N. Correspondentie. M. B. H.—Chr., Leiden. De door U genoemde onderwerpen zullen te gelege ner tijd behandeld worden. C. N. XX. POORTJES. Toen even twee jaren geleden het oude Raadhuis is afgebrand, heeft men gejam merd en geweeklaagd. En terecht! Wij zelve hebben dien 12 Februari 1929 een „diesater" genoemd, omdat Lieven de Key's gevelgedicht en de zeldzaam mooie renaissancetoren benevens zooveel schoons dat het interieur van 't gebouw sierde, reddeloos werd verwoest. Tegenwoordig vragen we ons wel eens af, of al dat geweeklaag wel echt was! De sfeer van de oude Sleutelstad werd met alleen bepaald door het Stadhuis. Het Raadhuis was om zoo te zeggen de apotheose van alle oude schoonheid welke j men hier vindt. Maar de sfeer van de stad wordt vooral bepaald door de oude din- j gen die men overal in de stad vindt ver- spreid al zijn die op zichzelf dan van veel minder belang dan Lieven de Key's schepping. En hoe gaat het nu met vele oude din gen die juist zoo karakteristiek zijn voor onze stad? Wanneer we oude prenten van Leiden bekijken, dan treft het, dat er in vroe ger tijd en daarvoor behoeven we slechts een vijftigtal jaren terug te gaan heel wat meer artistieke poortjes wa ren dan thans. Deze producten van klein-architectuur waren evenzeer een openbaring van het Hollandsche individualisme als de topge vels. Het blijft te betreuren, dat men vooral in de 19de eeuw zoovele van die oude dingen, heeft opgeruimd, om er iets nuchters voor. in de .plaats te stellen, waardoor het stratenaspect aan intimiteit heeft verloren. En helaas men gaat langzaam maar zeker en bijna stelsel matig door op vele plaatsen de c 3 schoonheid te verwaarloozen, waardoor op een kwaden dag afbraak noodzakelijk wordt. Dat geldt voor allerlei dingen. In 1905 verdween de molen „De Oranjeboom". De molen „De Stier" vertoont van 't wieken- kruis nog alleen maar vier kale balken, terwijl de kap vol gaten zit. „De Valk" zal op den duur dit voorbeeld wel volgen. •Over het aantal aardige topgevels, die in .vervallen staat verkeeren, zwijg ik maar. De mooie Academiepoort is allang ver dwenen en de hardsteenblokken, er van afkomstig, heeft men waarschijnlijk in den grond gestopt, om als bazement voor iets anders te dienen. Het poortje van de Manége is weg. Over'eenigen tijd zal ik u daarvan hier nog eens een teekening la ten zien. Ook in de laatste 25 jaren zijn er nog poortjes verdwenen. Bij onze zwerftochten door de stad valt het telkens op, hoe sommige eigenaars hun oude dingen stelselmatig schijnen te verwaarloozen, waardoor alles een vuil en verworden aanzien krijgt. Het is geen wonder, dat menschen die uit andere ste den van ons land komen, Leiden een vieze onzindelijke stad vinden met vele morsige straten en vele slordig onderhouden ge bouwen. Een lichtpunt is, dat de stedelijke over schedels, nauwkeurig onderzocht door deze mijn eigen handen als even zoovele bewij zen overgelegd worden. Bewijzen waar niet aan te tornen valt, bewijzen, die over tuigen moetenHeb je er om gedacht om de hutten te bespreken, Cleveland?" Hij wist, dat het mijn plan was geweest, om naar het kantoor van de Durban Zanzibar lijn te gaan. „Ja, dokter, drie, zooals afgesproken was. En natuurlijk is die verwenschte Egyptenaar ook aan boord." „Natuurlijk! Natuurlijk!" gaf hij wat ongeduldig ten antwoord. „Ik had niet anders verwacht. Een man van dat kali ber. koppig vasthoudend neen. ik had niet anders verwacht. Jammer dat hij niet dood is. 't Zou ons heel wat moeite be spaard hebben. „Maar wat is er aan te doen?" ging hij 'na een paar oogenblikken zwijgen gemelijk voort. „We zijn aan handen en voeten ge bonden. Wettelijke complicaties mogen we niet riskeeren, neen. die mogen we niet riskeeren. Dat zou bij den huidigen stand van zaken te gewaagd zijn." Ik herinner me niet meer wat ik hem ten antwoord gaf. D? term: „wettelijke complicaties" had me on een idee ge bracht. Verduiveld, niet voor niets had ik vrienden in Durban. Als het me niet lukte cm met behulp van Nick Priestman, ge wezen inspecteur bij de recherche in Rho- desië en op het oogenblik een van de voor mannen van de Zuid-Afrikaansche C. S. D„ een wettelijke complicatie in elkaar te draaien, wel, dan was mijn naam niet Cleveland! Nick Priestman. de waarnemer met wien ik tijdens den oorlog eiken mor gen opgestegen was, met wien ik de Duit- schers van Ngonda Hill af gebombar deerd had. Hij woonde ergens bij de Berea en als politie-man had hij natuurlijk een tele foon. Dus schelde ik hem op. Ik trof het, hij was thuis. Als antwoord op mijn vraag heid op 't oogenblik alle middelen in 't werk stelt, om op verschillende punten de straten en singels in beteren staat te brengen, monumentale bruggen laat bou wen. de leelijke onwelriekende urinoirs, die uitdagend op punten stonden, waar zij juist niet behoorden te staan, laat ver wijderen. Mogen spoedig de beide volgen, die als wachters bij de Korenbeursbrug staan! Met dankbaarheid moet worden er kend, dat er gedurende de 25 jaren, dat lk Leiden ken, nog nooit zooveel gedaan is, als in den laatsten tijd. Met dankbaarheid moet ook worden vermeld, dat er nog tal van ingezetenen zijn, die uitnemend zorg dragen voor hun oud bezit. En nu noem ik u het poortje, hierbo ven afgebeeld, dat u vindt op Nieuwe Rijn 50. Het is uit het midden der 17de eeuw. De imposten bestaan uit een afwisse ling van baksteen en zandsteenblokken. De onderste zandsteenblokken rusten op hardsteen. Doordat de straat en het trot toir ter plaatse afhellen ligt de hardsteen dorpel natuurlijk schuin. De boog is een lage ellipsboog met vijf vlakke zandsteen blokken. Alle opzettelijke versiering ontbreekt er aan behalve een smaakvol profiel. Eigen aardig is, dat het profiel links lager be gint dan rechts en verder dat de boog rechts iets hooger ligt dan links. Het ver schilt de dikte van één baksteen. Ook de gegolfde deur is oüd en vrij zwaar, of schoon ik vermoed, dat het niet de oor spronkelijke deur is. Achter die deur. 'izet u een lage ge welfde gang. Het gewelf wordt gevormd door wat men met een technischen term noemt kloostergewelven. Aan 't einde rust dit gewelf op hardsteenen consoles. Ik vind dit poortje juist zoo aardig, om dat het ^oo zuiver Hollandsch is en vrij van klassicistische motieven, terwijl het keurig wordt onderhouden. SIERHEESTERS. Bij den aanleg van een tuin of bij een verandering in den aanleg, ook wel daar toe gedwongen, doordat, door afsterven, hiaten in de beplanting zijn ontstaan, is de keuze uit het groote aantal heesters moeilijk. Het kan van belang zijn bij de keuze een leiddraad te hebben. Het doel van onderstaande regelen is, door een overzichtelijke opsomming en beschrijving der kenmerken van het groo te aantal heesters, belangstellenden weg wijs te maken. Men onderscheidt de heesters daarvoor het eenvoudigst in twee groepen. a. heesters, die een groote ruimte voor hun algeheele ontwikkeling noodig heb ben. Zij dus, die op zich zelf staan, de z.g. „solitairplanten' b. heesters, die in groe pen een plaats .kunnen vinden; c. hees ters, die, in groepen van drie tot zeven geplant kunnen worden. Onder sub a. zijn de volgende heesters te rangschikken. Enkelen van deze kun nen. althans tijdelijk, bij doelmatigen snoei toch wel op betrekkelijk kleine ruimte worden geplant, maar door hun boomachtige natuur vereischt hun plaat sing overleg in verband met de beschik bare ruimte. Acer Negundo. Fol. arg. var. en andere variëteiten. Witbont gevederde Eschdoorn sierlijke heester, welke altijd een fraai ef- noodigde hij me uit te komen eten. Ik ging den dokter vertellen, dat ik dien middag, of liever avond, „buitenshuis" at en een kwartier later zat ik in een gemak- kelijken stoel te genieten van een Martini cocktail. Na een uitgelezen diner gingen we met onze koffie en likeur buiten „op de stoep" zitten. Waaraan hebben we die plotselinge be langstelling te danken, ouwe jongen?" „Zal ik je vertellen", zei ik. „Ik zit in de klem en heb je hulp noodig. Priestman boog zich voorover en stak me zijn hand toe „Sla toe, ouwe jongen", zei hij „Ik ben die quaestie van toenter tijd nog niet vergeten." „Dat valt me verduiveld mee, Nick", zei ik, voor het uiterlijk met iets vaderlijk- welwillends. maar inwendig met een lam gevoel van twijfel, of 'k wel heelemaal „fair" tegenover hem handelde.,, De meeste lui lijden niet aan te veel geheugen. De quaestie is deze een van de vele hier in- heemsche geheime politieke vereenigingen zit me dwars. Je moet het maar aanne men, want détails kan ik je niet vertellen, In hoofdzaak komt het hierop neer. dat een van de voormannen me van Londen naar Durban gevolgd is, en nu, volgens pas ingewonnen inlichtingen, op dezelfde boot naar Zanzibar passage genomen heeft En nu zit ik in een moeiiijk parket, In gewone omstandigheden zou ik op den kerel afwandelen en hem vragen, wat hij wou werd hij dan onhebbelijk, dan hadt je kans op een flinke kloppartij en daarmee was de zaak allicht afgeloopen. Maar nu ik aarzelde! 't Scheelde wei nig of ik had me versprokenDenk nu asjeblielt niet dat ik in levensgevaar ver keer of zoo iets dergelijks. Dat is het hem niet Kijk, in een paar woorden is de quaestie deze: Ik ben hier om een plan ten uitvoer te brengen en hij om het zoo mo gelijk in de war te sturen." fect maakt. Pyramidaalvormig snoeien, I d.w.z in den winter, 's Zomers laat men hem vrij groeien. Goed is de te lange scheuten half Juni te toppen. Acer Palmatum Thunb en variëteiten. Veelvormige Eschdoorn met roodachtige takken. Acer Platanoides in variëteiten. Plataan bladige Eschdoorn. Aesculus parviflora. Dwerg Pavia. Bloeit in Juli en Aug. met geelwitte pluimvormige bloeiwijzen. Groeit het liefst in een vochtigen bodem met eenige schaduw. Niet snoeien. Catalpa Kaempheri. Japansche trom petboom. Deze is beter dan andere ca- talpa's tegen koude bestand. Bloeit rijk met groote pluimvormige bloeiwljze. Daar om weinig snoeien, bloeit ook uit bepaal de oogen op het midden der twijgen. Lyriodendron Tulipifera. Tulpenboom. Door den eigenaardigen vorip zijner bla deren mede geschikt als gazonboom. Py ramidaalvormig opkweeken, doch behoeft verder weinig gesnoeid te worden. Bloeien doet hij eerst op ouderen leeftijd. Sub b. Amalanchier Canadensis of (Mes- pilus canadensis). Bergmispel. Zeer vroeg en rijkbloeiende heester, geeft bovendien in het najaar schoon gekleurd blad. Voor dit doel wei nig snoeien en alleen trachten een losse pyramidale groeiwijze te behouden. Wordt tot heden weinig gebruikt. Amorpha Caneseens. Indigostruik. Heeft schoon gevind blad. Bloeit in Aug. met violet-blauwe aarvormige trossen. Snoei kort, zooals heestets die op het jonge hout bloeien. Cerasus Sinensis Pendula fl. pi Fraaie bloeiende treurkers, Weinig snoeien. Crataegus Oxyacantha fl. rubro pl. Fraai dubbel roodbioeiende Meidoom. Weinig snoeien, alleen zoo noodig uitdun nen. Crataegus Pyracantha. Vuurdoorn. Zeer schoone heester, welke lang groen blijft, rijk bloeit en daarna met groote oranje- roode bessen prijkt. Snoeien, voor zoover dit voor een lossen pyramidalen vorm noodig is. Groeit het best in een kalkrij- ken bodem. Dimorphantus Maudschuricus, Enge lenboom. Een heel mooie gazonheester, die door zijn groote bladeren, losse en grillige groeiwijze, steeds een mooi effect maakt Niet snoeien. Magnolia Conspicua, Souiangiana en anderen. Beverboom. Bloeit in April-Mei voor zij bladeren draagt, met groote witte aan de basis purpere bloemen. Deze en andere bloeien voor zij blade ren dragen, doch er zijn er ook, welke 's zomers bloeien. Snoeien, alleen om den vorm te bewaren. Prunus Pissardi. Bruinbladige pruim. Zeer aanbevelenswaard. Bloeit rijk, zeer vroeg in het voorjaar. Snoeien alleen, om een lossen pyramidevorm te behouden. Pterostyrax Corymbosa. Vleugelstorax eischt een beschutte zonnige standplaats en een humusrijken bodem. Robinca Neo-Mexicana. Acacia. Op halfstam veredeld, een allerliefste ver schijning in het gazon. Bloeit bijna den geheelen zomen met fraaie rose, bloem trossen. Weinig snoeien, zoo noodig uit dunnen. Sub c. Als kleine groepen van drie, kun nen aangeplant worden de volgende strui ken. Enkelen komen ook afzonderlijk goed uit. Calycanthus Floridus. Meloenboompje. Cydonia (Chaemomelis) Maulei. Japan sche kweestruikje. Deutzia Crenata in variëteiten, vooral de dubbelbloemige witte en roode. Genista-soorten. Bruin met gele en bruinroode bloemen. Hydrangea paniculata grandi-flora. Be kende grootbloemige pluim-hortensia. Magnolea Stellata, rijkbloeiend. Bever boompje. Malus Scheideckeri. Prachtige dubbel bloemige sierappel. Philadelphus Lemoineii. Mildbloeiende en zeer welriekende jasmijn. Rhus Cotinus. Pruikenboompje. Het is hier niet direct de bloem welke deze hees ter aantrekkelijk maakt, deze toch is slechts klein en groen geel van kleur. Na den bloei echter verlengen zich de bloem stelen, groeien vederachtig uit en nemen dan een purperroode kleur aan, hetgeen aan deze heester een fraai en grillig aan zien geeft. Sambucus Racomosa plumosa fo. aurea. Goudgele vliersoort met diep ingesneden blad. Seringen in variëteiten als: Marie La- graye, groote, witte bloemen. Andenken Ludwig Spath, donker paars. Tamarix Odessana. Beschaduwde stand plaats geven. Als groepjes van 5 tot 7 kunnen aange plant worden: „Een plan, dat het daglicht verdragen kan, Cleveland?" vroeg hij met zijn blik recht in den mijne. „Ja, daar durf ik mijn woord op te geven." „Goed, ouwe jongen. Ik geloof je ook zonder je eerewoord. Persoonlijk zou het me trouwens niets kunnen schelen, al was het ik weet niet wat. Maar als ik het wel heb, is het je om mijn hulp in mijn offi- cieele capaciteit te doen?" „Ja. Dat wilde ik je voorstellen. Een zekere Mr. Achmed Ali, alias Dusi Khan, heeft op de Scottish Chief, de boot die morgennacht naar Zanzibar vertrekt, een hut besproken. De man is positief een misdadiger. Ik voor mij ten minste weet heel zeker, dat hij geprobeerd beeft iemand te vermoorden, maar dat 's na tuurlijk iets, dat voor iemand van de C S. D niet geldt. Als het nu zoo kon.als er een middel gevonden kon worden ehom te verhinderen Ik keek op. Nick zat me kalmpjes uit te lachen. „Je zou graag willen hebben, dat ik hem Het arresteeren, wat?" „Dat zou een pak van mijn hart zijn, maar feitelijk was dat mijn bedoeling toch niet. Ik zou graag willen, dat hij de boot miste. En toen, vanavond dacht ik opeens, dat jij op je lijstje van verdachte indivi duen allicht iemand zou hebben, die op hem leek. Ik weet wel, dat het nogal veel gevergd is, maar ik dacht, al zijn die be schrijvingen van iemands ulterlpjk nu nog zoo nauwkeurig, toch zullen zulk soort vergissingen in jullie vak weieens meer voorkomen, is het niet?" Nick keek me scherp aan. „Dat heb je netjes bedacht, Cleveland", zei hij langzaam keurig! mijn com pliment Hij zweeg even; met afge wend hoofd, alsof hij over mijn plan na dacht, zat hij voor me „Hoe ziet de vriend eruit?" vroeg hij dan opeens. i. DE HOND. Het was 's avonds laat, koud en nat; wat men noemt: een echt-Hollandsche zomeravond. Een late taxi weerspiegelde zijn gele oogen in het glimmende asphalt; de chauffeur was ergens gaan schuilen en had het afgewerkte vehikel in den steek gelaten; eenzaam bepeinsde 't nu 's men schen trouweloosheid. Ook de hond was al dat vocht moede; vlak tegen de huisdeur aangedrukt sUep hij op een nogal ongemakkelijke stoep den slaap des rechtvaardigen honds, die verzadigd van spel en kluif, zijn toevlucht zoekt bij den mensch. Want dat deze hond in jeugdigen over moed het huis zijns meesters ontvlucht was, staat vast. Nu het avond was, en zijn maag begon te knorren, miste hij natuur lijk zoowel mand als etensbak; zelfs in zijn slaap was hij zich kennelijk van dat gemis bewust, wat een bepaald melancho- Ueke trek om zijn hondensnuit bewees. Men moet geen slapende honden wakker maken; desondanks deed ik het toch. Ik bukte mij en snokte voorzichtig aan een stijf-ultstekenden voorpoot. Waarna lk twee stappen achteruit ging, een mensch mag niet spotten met zijn leven. In dit geval was het overbodig. De hond opende slechts één oog (zelfs honden han delen tegenwoordig in alles economisch) en keek mij onderzoekend aan. Ik zal trachten zijn gedachtengang weer te geven. „Aha! Daar heb je net zoo'n wezen-op- twee-pooten als de baas. De baas geeft mij altijd lekker eten en een gemakkelijke mand, heel wat beter dan die stoep hier. Dit is een van dezelfde soort als de baas, dus ik zal maar eens probeeren of er bij hem wat te halen ls!" Een bijna-menschelijke gedachtengang. U ziet het! De avonturier stond dus op en hief een geslaagd gejank aan, dat er klaarblijkelijk op berekend was mijn medelijden te wek ken. Het succes van dit gejank overtrof mijn verwachtingen, en zeer waarschijnlijk de zijne ook. In minder dan geen tijd ont stond een groote beweging op stoepen, onder boomen en overal, waar maar eenigszins beschutting tegen het „honden weer" te vinden was, en elf honden (lk heb ze nauwkeurig geteld), groote en kleine, mooie en leelijke, kortom een assortiment, waar een kennel-houder van zou likke baarden, verscheen op het tooneel. No. 1, zijn collega's waarschijnlijk- als concurren ten beschouwend, zette onmiddellijk zijn beste beentje voor. Zijn gejank, dat hij van louter verbazing over de komst van zooveel lotgenooten eenige seconden ge staakt had, verhief zich opnieuw, trillend en klagend, uitbundig-bedroefd. Maar zijn elf ongewilde kameraden had den het geval dóór. Zij stemden in en toonden met een joelend gehuil, dat zij eveneens meesters in de kunst waren. Toen gebeurde het, dat het eerste ven ster geopend werd, en een heer vertoonde zich met een lampetkan, het meest-gewilde wapen tegen nachtrust-verstorend katten en honden-gejammer. Ik vond, dat wij den laatsten tijd gele genheid genoeg gehad hadden om nat te worden, dus ik ging schielijk achteruit. Op dit oogenblik ging weer een venster op. Laat ik kort zijn. Vele vensters zijn dien avond geopend en vele heeren vertoonden zich met lampet- en andere kannen, ten einde deze te leegen op het klagende koor van ontevreden honden. En ik was al een kwartier op weg naar huis toen het laatste gejank wegstierf in de koude regenlucht. Men moet geen slapende honden wakker maken. Inderdaad. (Nadruk verboden.) H. K. Amygdalus Comminus fl. pl. dubbelbloe mige amandelboompjes. Azalea Mollis, in soorten. Berberis Stenophylla, groenblljvend, schoone rijkbloeiende Berberis. Ceanothis in verscheidenheden. Eischen lichte grond, weinig schaduw en des win ters beschutting. Clematis Integrifolia, Niet rankende clematis in kleurschakeeringen van wit tot blauw, lila en violet. Cydonia Japonica. Manlei. grandiflora. Zeer schoon bloeiende Jap. kweestruikjes. Hibiscus Syriacus. Verlangen een warme beschutte standplaats. Hydrangea Japonica. Hypericum Moserianum. St. Janskruid. Rhododendron Hybriden. Rozen. Ik beschreef den Egyptenaar zoo goed als ik kon. „Je hoeft hem natuurlijk geen oogenbUk langer vast te houden, dan strikt noodza kelijk is", voegde ik aan mijn beschrij ving toe. „Laten we zeggen: twee minuten na het afvaren van de boot mag je je ver gissing merken. En je hoeft niet bang te zijn, dat hij zich niet koest zal houden." „Schenk je nog eens in, ouwe jongen", zei hijEven telefoneeren ben in een wip weer terug." Na een minuut of vijf kwam hij met een lachend gezicht weer naar buiten. „Dacht wel dat ik goed gehoord had. Drie Egyptenaren op de boot twee vluchtelingen uit Cairo, opsporing ge vraagd om politieke redenen. De derde heeft diamanten-smokkelen op zijn ge weten. De beschrijving van een van de sa menzweerders komt vrij aardig met die van jou van jouw vriend bedoel ik overeen. De hiaten in het voorstellings vermogen van een politie-agent in aan merking genomen zou een vergissing zeer begrijpelijk zijn. En merkwaardig genoeg is hij het laatst in Londen gezien. Op die manier zou het mogelijk zijn. Maar ben je positief zeker dat hij zich koest zal hou den? Ik zou mijn menschen niet graag in moeilijkheden brengen „Absoluut zeker", gaf ik met overtuiging ten antwoord. Een poos lang bleven we zwijgend zit ten rooken. Dan klopte hij zijn pijp uit en keek me aan. „Goed. ik zal het doen.en eventueele gevolgen neem ik voor mijn rekening." Ik viel hem bijna om zijn hals. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1931 | | pagina 13