DONDERDAG 12 MAART 1931 No. 21774 De taak van Nederland in de intern, samenleving fcficieele Kennisgevingen. STADSNIEUWS. Het Voornaamste Nieuws van heden, tob Jaargang LEIDSCH DAGBLAD DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN. PRIJS DER ADVERTENTIEN: I O Cis. pef re£e' voor advertentiën uit Lelden en plaatsen IJJ --1won mie RinH cevpsticrd ziin. Voor alle per regei tuui «ar agentschappen van ons Blad gevestigd zijn. Voor alle Lere advertentiën 35 Cts. per regel. Kleine Advertentiën Sluitend bij vooruitbetaling Woensdags en Zaterdags 50 Cts. naximum aantal woorden van 30. volgens postrecht. Voor eventueele opzending van geven 10 Cts *■- s nts. Bureau Noordeindsplein Telefoonnummers voor Directie en Administratie 2500 Redactie 1507. Postchèque- en Girodienst No. 57055 - Postbus No. 54. puowov.n,. porto te betalen. Bewijsnummer 5 Cts. PRIJS DEZER COURANT? Voor Leiden per 3 maanden f. 2.35, per weekf. 0.18 Buiten Leiden, waar agenten gevestigd zijn, per week „0.18 Franco per post f. 2.35 4- portokosten. f nummer bestaat uit VIER Bladen EERSTE BLAD. VERGADERING VAN DEN GEMEENTERAAD VAN LEIDEN, tp MAANDAG 16 MAART 1931, des namiddags te twee uur, I.: gebouw „Tot Nut van 't Algemeen" (Steenschuur 21). ■jij» te behandelen na punt 2 fcüenoeming van een tijdelijk leeraar IJ lichamelijke oefening aan het Gym- V. voor den verderen duur van den fa 19301931. (64) E Benoeming van een onderwijzeres Cde Centrale school voor het 7e en 8e fcar. (65) t praeadvies op het verzoek van mevr. |G. tan SwietenVlieland, om eervol pag als onderwijzeres aan de school Tjebrag B. (66) E Voorstel tot intrekking van het Edibesluit van 16 Februari jl„ waarbij IL A. Mennes eervol ontslag werd fond uit zijn betrekking van directeur l den Markt- en Havendienst. (67) Voordracht van prof. mr. J. P. A. Frangois. HINDERWET, fcjsmeester en Wethouders van Lei- Xit op het bepaalde bij de wet van lisli 1930. Staatsblad No. 333; ïtngen ter kennis van belangheb- óin: i. dat de hoofden van binnen deze ge- ste aanwezige inrichtingen, tot de Uiting of uitbreiding waarvan vóór Hkbniari 1929 vergunning is verleend libtens de Hinderwet of de vóór het ■wrting treden dier wet geldende pllljke besluiten, verplicht zijn de l («leende vergunning vóór 1 April lan het Gemeentebestuur over te dat daarbij tevens moeten worden fclegd alle daaraan gehechte stukken |üle besluiten, waarbij de vergunning tiijzigd of waarbij ontheffing van Inarden is toegestaan; dat hij niet inachtneming van het tstaande vóór 1 April 1931 de betrok- Inrichting, te rekenen van 1 Juli 1 geacht zal worden zonder vergun- |to werking te zijn en dat wijziging «gunning of ontheffing der voor- rin niet is verleend, a de overlegging der bovenbedoelde .Ben zal door het Gemeentebestuur Iwlrlaring worden afgegeven. Binnen lraand na de overlegging zullen zij p algifte van een bewijs van ont lat aan de belanghebbenden worden Jjgegeven. inlevering dient te geschieden ten (entehuize, Rapenburg 12. 1252 A. VAN DE SANDE BAKHUYZEN, Burgemeester. VAN STRIJEN, Secretaris, leiden, 12 Maart 1931. niNDERWET. l-16meester en Wethouders van Lei- f brengen ter algemeene kennis, dat j' hen vergunning is verleend aan A. J. k>en rechtverkrijgenden tot het op- lten van een smederij in het perceel kastraat Nis. 32—35, kadastraal hekend Vente Leiden, Sectie E Nis. 1430, 1649 pi en 1650. 1251 AVAN DE SANDE BAKHUYZEN, Burgemeester. VAN STRIJEN, Secretaris, lölen, 12 Maart 1931. IPR0F. G. ANDRé DE LA PORTE. Kon. besluit is aan professor mr. G. de la Porte. op zijn verzoek met 1-3 van 21 September 1931 eervol ont- S-verleend als hoogleeraar aan de diversiteit te Leiden, met dankbetui- j v°or de belangrijke in die betrekking diensten. IlttEDR MARKT- EN HAVENDIENST Jijiens de toelichting op de voorstellen ie gemeenteraadszitting van Maan- 1 ts. (zie het derde Blad.) stellen B. en 1 raad voor om het in een vorige genomen besluit om den heer L. j^tnes met ingang van 15 Maart a.s. L; entslag te verleenen als directeur C-rnLeidschen Markt- en Havendienst 'nn te maken. Gelijk bekend was de .Mennes benoemd tot directeur van de r en en Beurzen te Rotterdam, welke ge bij wegens buitengewone omstan- 5m- tan zuiver particulieren aard liT kun aanvaarden. «eer we den heer Mennes deze pro- '»n harte hadden gegund, zoo ver- C«a we er ons toch over. dat op deze kb ?°Sel'jkheid wordt geschapen behouden voor onze gemeente, L. slechts noode had zien heen- Op uitnoodiging van de Leidsche Stu- dentenvereeniging voor den Volkenbond heeft gisteravond prof. mr. J. P. A. Francois in de universiteti alhier een rede gehouden over de taak van Nederland in de interna tionale samenleving. Het beeld, aldus spr., dat de gemiddelde Nederlander zich van den internationalen toestand maakt is uiterst somber. De alom zich openbarende tegenstellingen, de economische malaise, de tarievenwedstrijd, de sociale en politieke conflicten, de mis lukking der economische conferenties, doen velen alweer over een naderenden nieuwen oorlog spreken. Dezelfde geest treft men in breede kringen in het buiten land aan. Opvallend is echter dat men in de kringen der internationale politici den toestand veel minder pessimistisch beoor deelt. De leiders der buitenlandsche poli tiek trachtten reeds herhaaldelijk door geruststellende verklaringen deze paniek stemming onder het groote publiek, die uitermate gevaarlijk is en de kans op een oorlog vergroot, tegen te gaan. Met dit doel werd op de laatste bijeenkomst te Genève van de Commissie voor de Euro- peesche Unie, waaraan 23 Europeesche Ministers van Buitenlandsche Zaken deel namen, de bekende „vredesresolutie" ge geven. Het verschijnsel moet hierdoor worden verklaard, dat het groote publiek de vredeswaarborgen miskent die thans, in tegenstelling met vroeger tijden be staan. Die waarborgen zijn hoofdzakelijk van tweeërlei aard: ie. de verbeterde mid delen tot vreedzame regeling van geschil len, en 2e. de omstandigheid, dat de oorlog meer en meer blijkt een volkomen ondeug delijk middel te zijn tot bevrediging van nationale aspiraties. Wat het eerste punt betreft wijst spr. erop hoezeer de recht spraak zich sinds 1914 heeft ontwikkeld, de verplichte rechtspraak van het Inter nationaal Gerechtshof over rechtsgeschil len wordt door een steeds grooter aantal landen, waaronder de groote mogend heden. aanvaard. Engeland en Frankrijk zien wij zelfs scheidsrechtspraak over alle belangengeschillen aanvaarden door aan neming van de „Algemeene Akte". Ook de werkzaamheid van den Raad is als vre- deswaarborg hoogst belangrijk, met name om het persoonlijk contact dat hierdoor tusschen de leiders der buitenlandsche politiek is mogelijk gemaakt. Dit contact zal nog worden vergroot indien, gelijk in de bedoeling ligt, de Commissie voor de Europeesche Unie periodiek alle Europee sche Ministers van Buitenlandsche Zaken zal bijeenbrengen. Ten aanzien van het tweede punt zet spr. uiteen dat door de tqenemende interpedentie tusschen de volken de oorlog, zelfs voor den overwin naar. geen voordeel meer gaat opleveren. De oorlog verliest zijn bestaansgrond, dien hij vroeger ongetwijfeld bezat. Zooals een volk tot dusver, zelfs bij toenemende be schaving, deels intuïtief naar den oorlog greep als naar het middel dat alléén in staat was, aan dat volk te verschaffen wat het als zijn recht beschouwde, evenzoo zal het, deels intuïtief, den oorlog laten varen als deze tengevolge van de gewijzigde omstandigheden slechts tot zelfvernieti ging voert. Dergelijke omzettingen in den geest der groote massa's vereischen echter tijd, en aanvankelijk zijn het slechts de geestelijke leiders bij wie dit inzicht wordt gevonden. Hun taak, de massa van het ondeugdelijke van het oorlogsmiddel te doordringen, vereischt echter dat. in plaats van den oorlog, andere middelen tot rechtshandhaving of rechtverkrijging aanwezig zullen zijn. Vandaar dat de uit bouw dezer middelen, evenals een ratio- neele economische ordening voor de onder drukking van den oorlog van alles over- heerschend belang is. Van méér belang zelfs dan de ontwapening. Het streven naar „ontwapening" kan voorioopig niet meer bereiken dan een zekere begrenzing of beperking der bewapening. Dit is onge twijfeld hoogst nuttig, het voorkomt een wedloop in bewapeningen, werkt dienten gevolge niet alleen economisch, maar voor komt ook dat een staat zijn bewanening tot een zoo groote hoogte kan onvoeren dat hij in de verleiding komt aan den anderen ziin wil te dicteeren. Maar op zichzelf is het niet voldoende, om oorlog tusschen de volken te voorkomen. Daarom doet men verkeerd het belang van het ontwapeningsvraagstuk buiten zijn pro porties op te blazen. Het is dwaasheid te beweren dat de Volkenbond staat of valt met het succes van de aanstaande ontwa peningsconferentie. Realistische oorlogs schildering als in „lm Westen nichts Neues" en „Journey's End" acht spr. van zeer veel gewicht niet alleen omdat he*, tot vermindering van bewapening kan bijdragen, maar vooral omdat het den wil versterkt, alles te doen wat noodig is om den oorlog te voorkomen. Wat nu moet te midden van deze inter nationale positie, de taak van Nederland zijn? Het Nederlandsche volk als oud. ge vestigd cultuurvolk met internationale scholing en koloniale ervaring en zonder territoriale aspiraties en zonder protectus- sisme is ongetwijfeld in staat in dit ont wikkelingsproces onder de geestelijke lei ders te behooren! Maar het zal moeten oppassen dat niet een onvoldoend kennen en onvoldoend begrijpen van in jongere VER. VAN DEN HANDELDRIJVENDEN EN INDUSTRIËELEN MIDDENSTAND VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN. volken levende krachten en bestaande tendensen het de moeilijkheden van het probleem zal doen onderschatten. In dit opzicht valt weieens een bedenkelijke eigengerechtigheid waar te nemen. Weet Nederland dit te vermijden dan heelt het in de internationale samenleving zeker een taak te vervullen. Het feit dat van vier zeer belangrijke internationale confe renties in het afgeloopen jaar Nederlan ders tot het voorzitterschap waren geroe pen Colijn voor de economische actie, Loudon voor de ontwapening, Limburg voor het wisselrecht, Heemskerk voor de codificatie, wijst wel uit in welke richting de internationale gemeenschap de taak van Nederland zoekt. Hoe zullen in het bijzonder de jongeren tegenover deze problemen staan? Het heerschende pessimisme over den gang van zaken doet hen hier en elders op twee uiteenloopende wijzen regeeren: eensdeels een volkomen desinteresseering voor de internationale politiek, met nei ging tot fascisme en nationalisme, ander deels een hartstochtelijk ijveren voor ont wapening, als het eenlg middel dat red ding kan brengen. Langs geen dezer wegen wordt het doel bereikt. Positieve arbeid is noodig voor den opbouw der statenge meenschap. Daartoe zullen ook de jonge ren zich moeten voorbereiden. Men moet niet denken dat men, om invloed ten goede te kunnen uitoefenen. Minister van Buitenlandsche Zaken moet zijn. De inter nationale samenwerking begint in uiterst snel tempo zich uit te breiden voor elk gebied van menschelijk handelen Er is bijna geen beroep en geen bedrijf meer denkbaar of het heeft een internationale organisatie, en moet internationaal con tact zoeken. Dit alles is voor de ontwikke ling der statengemeenschap van het groot ste belang, en juist hier kan het nuchtere, onpartijdige Nederlandsche element voor treffelijke diensten bewijzen. Maar daar voor is het noodig dat men zich in de internationale problemen verdiept. Hij, wiens aandeel in het internationale over leg uitsluitend bestaat in de mededeeling dat Europa een gekkenhuis is, of voor wien ontwapening het begin en het einde van alle wijsheid is, kan evengoed thuis blijven. Verder zal men zich ook hiervan rekenschap moeten geven dat, voor zoo ver het mag gelukken den oorlog terug te dringen, dit zeker niet beteekent dat verder slechts naastenliefde en altruïsme tusschen de volken zullen heerschen, maar dat integendeel ook al zou het protectus- sisme worden getemperd, de onderlinge cohcurrentie met vreedzame, in de eerste plaats economische middelen, uiterst scherp zal blijven. Wil Nederland zijn internationale positie handhaven dan zal het moeten zorgen dat het in dien strijd niet achteraan blijft. Te dezen aanzien is spr. geruster wat het wetenschappelijk en het technisch gebied betreft dan ten op zichte van den handel. Spr. eindigt met zijn vertrouwen uit te spreken in de taak die Nederland bij de ontwikkeling der internationale gemeenschap kan vervul len. mits de geestelijke horizont van het jongere geslacht verder ligt dan de lands grenzen. Het pro en contra van verkoopsautomaten In een der bovenzalen van de „Harmo nie" had de Vereeniging van den Handel- drijvenden en Industriëelen Middenstand gisteravond een debatavond belegd over het voor en tegen der verkoopsautoma ten, waarbij het pro door den afdeelings- voorzitter, den heer mr. A. J. Romijn werd verdedigd en de nadeelen werden uiteen gezet door den heer F. S. Stroosnijder, den secretaris van den Bond van sigarenwin keliers te Amsterdam .In zijn openings woord heette de voorzitter allereerst wel kom den heer van de Leeuw, adjunct- directeur van de Middenstands-Centrale en de uitgenoodigde leden van de Sigaren- winkc-iiersvereeniging. Het Contra. DE PRIJS VAN HET BROOD. Een onderzoek van den Bakkersgezellen- bond. In het orgaan van den Alg. Nederlands- schen Bakkersgezellenbond „De Bode", treffen wij een overzicht aan inzake de gemiddelde broodprijzen in een aantal plaatsen van ons land. Dit overzicht geeft het volgende beeld: Prijs in centen per 800 gram. Waterbr. Meikbr. Bruinbr. Alkmaar 18 23 18 Almelo 16 21 15 Amersfoort 16 22 16 Amsterdam 17 22 16 Apeldoorn 18 22 16 Arnhem 16 22 16 Baarn 18 24 18 Bussum 18 24 18 Delft 17 21 16 Deventer 14 20 14 Dordrecht 16 2021 12 Eindhoven 16 22 16 Enkhuizen 16 21 12 Enschedé 12 18 17 Gorinchem 18 23 12-14 Gouda 14-16 20 16 's Gravenhage 16'/i 20'/« 14 Groningen 16 20 18 Haarlem 18 24 18 Hilversum 16-18 24-25 16-18 Leeuwarden 17 23 18 Leiden 18 23 16 Nijmegen 16-17 20-22 15-16 Purmerend 14 20 14 Rotterdam 18 22 17 Schiedam 16 20 15 Tiel 16 22 14 IJmuiden 18 24. 17 Zandvoort 18 24 17 Z.-Scharwoi'de 18 22 16 Zutfen 14 18 12 Zwolle 16 24 16 De heer Stroosnijder wees er allereerst op een man van de practijk te zijn, het geen volgens hem noodzakelijk is om vol komen op de hoogte te zijn van de nooden van den middenstand. De verkoopsauto maat ziet spr. als een parisitaire uitwas van de sociale wetgeving der laatste 25 jaar en als onverbreekbaar onderdeel ver bonden met het winkelsluitingsvraagstuk. Gelijk Theseus verbonden met den draad van Ariadne uit het labyrinth kwam, zoo tracht de overheid het verkoopsautoma ten-vraagstuk te gebruiken teneinde uit net doolhol harcr sociale wetgeving te ge raken. Was spr. in 1912 bij de invoering van de winkelsluiting een tegenstander allengs is hij echter overtuigd geworden van de voordeelen van deze bepaling. In den loop cier jaren is de middenstand waarvan het verzoek om deze bepalingen niet is uitgegaan, aldus spr. vertrouwd geraakt met de idee recht te hebben op een be paalde rust. Thans echter tracht dezelfde overheid mogelijkheden te scheppen aan haar eigen bepalingen te ontkomen, n.m.l. door het vrijlaten van de kwestie der ver koopsautomaten. Bij de invoering van de winkelsluiting geschiedde de verkoop van artikelen in verboden tijd over het hekje; thans geschiedt ditzelfde door middel van de verkoopsautomaten; hetgeen volgens de opvattingen van den spreker op het zelfde neerkomt. Een strijd van 25 jaren in den kring der sigarenwinkeliers tegen den verkoop van tabaks-artikelen resulteerde in de mede deeling van den minister, dat de grieven der vereeniging gerechtvaardigd waren en de verkoop vei boden zal worden: niette min wordt de verkoop door middel van automaten toegestaan. Het voordeel van het verbod wordt alzoo teniet gedaan door het niet verbieden van de verkoopsauto maten. welke de overheid beschouwt als niet te vallen onder de winkelsluiting; zoodat de nadere regeling overgelaten wordt aan de gemeente-besturen. Amers foort, Zaandam. Amsterdam en Haarlem regelden deze kwestie reeds en hun voor beeld dient, aldus de heer Stroosnijder door andere gevolgd te worden Niet alleen de sigarenwinkeliers, doch ook de hande laren in chocolade en gebak lijden onder den verkoop in café's, lunchrooms en der gelijke. Een open vraag blijft het volgens spr. of voldoende keuze biedende automaten voor den winkelier rendabel zullen zijn; terwijl minder goed gesitueerde winke liers óf ten offer vallen aan de afbeta lingsmethode óf levende automaten wor den in de handen van de tabaksartikelen- fabrikanten. Door sociaal-voelenden be hooren naar de meening van den spreker deze automaten dan ook niet worden aan geschaft. Daar het verboden zal zijn de automaten tijdens sluitingstijd te vullen, wordt de winkelier gedwongen aanhou dend den inhoud van het apparaat te con troleeren en vanuit den winkel bij te vul len; waarin spr. een inconsequentie ziet met de van overheidswege voorgeschre ven rust. Uitvoerig ging spr. vervolgens de ge- schiedenis.der verkoopsautomaten in Ame rika, Duitschland. Engeland. Denemar ken enz. na, hierbij telkens de Nederland sche mentaliteit met die van de buiten landers vergelijkend. Zijn spijt uitdruk kende ten opzichte van de houding der Koninkl. Nederlandsche Middenstands- vereeniging ten aanzien van de verkoops automaten formuleerde de heer Stroo snijder zijn contra in de volgende punten* 1. De sociale beteekenis der verordenin gen of wetten op de winkel- en Zondags sluiting wordt hierdoor totaal teniet ge daan. 2. Door den verkoop door automaten wordt oneerlijke concurrentie in het leven geroepen. 3. Door het stelsel wordt moreele ver wording in de hand gewerkt. 4. Naast andere vormen van oneerlijke concurrentie zal bovendien sterke aflei ding van debiet plaats hebben van aan sluiting onderworpen winkeliers naar de op z.g. maatschappelijke gronden van die sluiting vrijgestelde zaken. 5. Het stelsel opent het niet denkbeel dige gevaar, dat kapitaalkrachtige maat schappijen zich meester maken van den detailhandel. 6. De z.g. bewegingsvrijheid moet voor den winkelier onbestaanbaar worden ge acht daar deze reeds gebonden is aan be staande wetten en verordeningen en zoo deze uit een maatschappelijk oogpunt on vermijdbaar zijn, behooren zij op iederen deelnemer van den detailhandel te worden toegepast. 7. De ervaringen in het buitenland zijn niet van dien aard. dat de van ouds ge roemde degelijkheid der Hollanders aan BINNENLAND. Pleidooi voor de Nederlandsche Bouw materialen-industrie. (Binnenland, 3e Bi.)' De rijkssteun aan de bietenteelt, voor ioopig verslag der Eerste Kamer. (Binnen land, 3e Blad.). Memorie van Antwoord aan de Eerste Kamer over de begrooting van Binnen- landschc Zaken en Landbouw. (Binnen land, 3e Blad.). Op 51-jarigen leeftijd is te 's Graven hage de bekende journalist J. J. Bruna overleden. (Binnenland. 3e Blad.). Verlaging van den prijs der gezelschaps biljetten bij de Spoorwegen. (Binneland, 3e Blad.). De geheimzinnige briefschrijver te Amersfoort. (Gemengd, 2e Blad Ons Parlementair overzicht. (3e Blad.), BUITENLAND. Het Fransch-Italiaansche Vlootaccoord is gepubliceerd. (Buitenland, le Blad.). De Duitsche oud-kanselier Herman Miiller ongesteld. (Buitenland, le Blad Nieuwe bedreiging van het Fransche kabinet. (Buitenland, le Blad.). een proefneming van zoo verdachten aard behoeft te worden gewaagd. 8. Het gevoel van rechtvaardigheid en billijkheid, in sterke mate Hollandsche eigenschappen worden noodeloos geweld aangedaan. Het krachtige applaus van de vergade ring aan het einde van de rede van den heer Stroosnijder bewees de instemming met zijn betoog. Het Pro. Daar het standpunt van den heer Stroo snijder ten opzichte van de verkoops automaat een gevolg is van zijn jarenlan- gen strijd tegen den verkoop van tabaks artikelen in café's en dergelijke, acht de heer Romijn zich niet in staat deze op vatting op een enkelen avond te veran deren. Te veel, aldus de tweede spreker, beschouwde de heer Stroosnijder de zaak uit het gezichtspunt der sigarenwinke liers. De winkelsluiting is niet bedoeld als een verbod voor het publiek om zekere verlangens te bevredigen, doch voor de rust der winkeliers. Na een debat in de Tweede Kamer is de kwestie der verkoops automaten geheel naar het inzicht van de Middenstandscentrale geregeld. In Am sterdam en Zaandam zijn roode-coalities aan het bewind en daarom zijn daar werknemers-bevóordeelende verordenin gen te verwachten. In middenstandskrin gen hangt men nog steeds het principe aan. dat ieder voor zichzelf moet zorgen en dientengevolge althans in den bona- fiden handel zichzelf voordeelen ont houden omdat een ander deze niet ver krijgen kan. De middenstand moet er ge heel op ingericht zijn de behoeften van het publiek te bevredigen en zeer zeker zullen bij den vooruitgang van de techniek der automaten voorgekomen gevallen van oplichting voorkomen, terwijl door het aanschaffen van ruime automaten en het grondig kennen van de behoeften van het publiek, vulling voorkomen kan worden. Uit den hardnekkigen strijd van de sigarenwinkeliersvereenigingen tegen de verkoopsautomaat ziet spr. een inconse quentie met het aangehaalde gebrek aan levensvatbaarheid. Als niet-winkelier be schouwt mr. Romijn de zaak geheel theo retisch en als passend in het raam der middenstandsbeweging. Het recht van het eerstgeboorterecht, dat ten grondslag ligt aan den strijd der sigarenwinkeliers tegen den verkoop in café's, is volgens spr. dan ook geheel in strijd met de opvattingen van den middenstand en uit het feit, dat 2 3 der tabaksvergunningen in handen is van niet-sigarenwinkeliers, concludeert mr. Romijn dan ook, dat de betrokken middenstanders hoe vervelend dit mis schien ook voor hen is niet in staat zijn de belangen van het publiek naar be hooren te dienen. Geheel passend in het kader van onzen tijd met zijn mechanisatie, beschouwt spr. de verkoopsautomaat en volgens zijn mee ning zal in de toekomst het niet onmoge lijk zijn, dat het publiek ook overdag liever koopt uit een automaat, daar de be diening vlugger gaat, dan in den winkel. Ook gezamenlijke plaatsing van automa ten door de winkeliers op verschillende punten in de stad acht spr. niet onmoge lijk, daar men eenmaal van de verkoops automaat als iets, dat niet weggewerkt kan worden, het beste moet maken. Wan neer de wenschen van het publiek in een bepaalde richting gaan, kan de midden stander hier niets tegen doen. Na de eveneens met applaus beloonde rede van mr. Romijn volgde een repliek, terwijl tenslotte van uit de vergadering nog vragen werden gesteld, welke naar een ieders genoegen door de sprekers wer den beantwoord.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1931 | | pagina 1