DONDERDAG 12 MAART 1931
No. 21774
De taak van Nederland in de intern, samenleving
fcficieele Kennisgevingen.
STADSNIEUWS.
Het Voornaamste Nieuws
van heden,
tob Jaargang
LEIDSCH
DAGBLAD
DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN.
PRIJS DER ADVERTENTIEN:
I O Cis. pef re£e' voor advertentiën uit Lelden en plaatsen
IJJ --1won mie RinH cevpsticrd ziin. Voor alle
per regei tuui
«ar agentschappen van ons Blad gevestigd zijn. Voor alle
Lere advertentiën 35 Cts. per regel. Kleine Advertentiën
Sluitend bij vooruitbetaling Woensdags en Zaterdags 50 Cts.
naximum aantal woorden van 30.
volgens postrecht. Voor eventueele opzending van
geven 10 Cts *■- s nts.
Bureau Noordeindsplein Telefoonnummers voor
Directie en Administratie 2500 Redactie 1507.
Postchèque- en Girodienst No. 57055 - Postbus No. 54.
puowov.n,.
porto te betalen. Bewijsnummer 5 Cts.
PRIJS DEZER COURANT?
Voor Leiden per 3 maanden f. 2.35, per weekf. 0.18
Buiten Leiden, waar agenten gevestigd zijn, per week „0.18
Franco per post f. 2.35 4- portokosten.
f nummer bestaat uit VIER Bladen
EERSTE BLAD.
VERGADERING VAN DEN
GEMEENTERAAD VAN LEIDEN,
tp MAANDAG 16 MAART 1931,
des namiddags te twee uur,
I.: gebouw „Tot Nut van 't Algemeen"
(Steenschuur 21).
■jij» te behandelen na punt 2
fcüenoeming van een tijdelijk leeraar
IJ lichamelijke oefening aan het Gym-
V. voor den verderen duur van den
fa 19301931. (64)
E Benoeming van een onderwijzeres
Cde Centrale school voor het 7e en 8e
fcar. (65)
t praeadvies op het verzoek van mevr.
|G. tan SwietenVlieland, om eervol
pag als onderwijzeres aan de school
Tjebrag B. (66)
E Voorstel tot intrekking van het
Edibesluit van 16 Februari jl„ waarbij
IL A. Mennes eervol ontslag werd
fond uit zijn betrekking van directeur
l den Markt- en Havendienst. (67)
Voordracht van prof. mr. J. P. A. Frangois.
HINDERWET,
fcjsmeester en Wethouders van Lei-
Xit op het bepaalde bij de wet van
lisli 1930. Staatsblad No. 333;
ïtngen ter kennis van belangheb-
óin:
i. dat de hoofden van binnen deze ge-
ste aanwezige inrichtingen, tot de
Uiting of uitbreiding waarvan vóór
Hkbniari 1929 vergunning is verleend
libtens de Hinderwet of de vóór het
■wrting treden dier wet geldende
pllljke besluiten, verplicht zijn de
l («leende vergunning vóór 1 April
lan het Gemeentebestuur over te
dat daarbij tevens moeten worden
fclegd alle daaraan gehechte stukken
|üle besluiten, waarbij de vergunning
tiijzigd of waarbij ontheffing van
Inarden is toegestaan;
dat hij niet inachtneming van het
tstaande vóór 1 April 1931 de betrok-
Inrichting, te rekenen van 1 Juli
1 geacht zal worden zonder vergun-
|to werking te zijn en dat wijziging
«gunning of ontheffing der voor-
rin niet is verleend,
a de overlegging der bovenbedoelde
.Ben zal door het Gemeentebestuur
Iwlrlaring worden afgegeven. Binnen
lraand na de overlegging zullen zij
p algifte van een bewijs van ont
lat aan de belanghebbenden worden
Jjgegeven.
inlevering dient te geschieden ten
(entehuize, Rapenburg 12. 1252
A. VAN DE SANDE BAKHUYZEN,
Burgemeester.
VAN STRIJEN, Secretaris,
leiden, 12 Maart 1931.
niNDERWET.
l-16meester en Wethouders van Lei-
f brengen ter algemeene kennis, dat
j' hen vergunning is verleend aan A. J.
k>en rechtverkrijgenden tot het op-
lten van een smederij in het perceel
kastraat Nis. 32—35, kadastraal hekend
Vente Leiden, Sectie E Nis. 1430, 1649
pi en 1650. 1251
AVAN DE SANDE BAKHUYZEN,
Burgemeester.
VAN STRIJEN, Secretaris,
lölen, 12 Maart 1931.
IPR0F. G. ANDRé DE LA PORTE.
Kon. besluit is aan professor mr. G.
de la Porte. op zijn verzoek met
1-3 van 21 September 1931 eervol ont-
S-verleend als hoogleeraar aan de
diversiteit te Leiden, met dankbetui-
j v°or de belangrijke in die betrekking
diensten.
IlttEDR MARKT- EN HAVENDIENST
Jijiens de toelichting op de voorstellen
ie gemeenteraadszitting van Maan-
1 ts. (zie het derde Blad.) stellen B. en
1 raad voor om het in een vorige
genomen besluit om den heer L.
j^tnes met ingang van 15 Maart a.s.
L; entslag te verleenen als directeur
C-rnLeidschen Markt- en Havendienst
'nn te maken. Gelijk bekend was de
.Mennes benoemd tot directeur van de
r en en Beurzen te Rotterdam, welke
ge bij wegens buitengewone omstan-
5m- tan zuiver particulieren aard
liT kun aanvaarden.
«eer we den heer Mennes deze pro-
'»n harte hadden gegund, zoo ver-
C«a we er ons toch over. dat op deze
kb ?°Sel'jkheid wordt geschapen
behouden voor onze gemeente,
L. slechts noode had zien heen-
Op uitnoodiging van de Leidsche Stu-
dentenvereeniging voor den Volkenbond
heeft gisteravond prof. mr. J. P. A. Francois
in de universiteti alhier een rede gehouden
over de taak van Nederland in de interna
tionale samenleving.
Het beeld, aldus spr., dat de gemiddelde
Nederlander zich van den internationalen
toestand maakt is uiterst somber. De alom
zich openbarende tegenstellingen, de
economische malaise, de tarievenwedstrijd,
de sociale en politieke conflicten, de mis
lukking der economische conferenties,
doen velen alweer over een naderenden
nieuwen oorlog spreken. Dezelfde geest
treft men in breede kringen in het buiten
land aan. Opvallend is echter dat men in
de kringen der internationale politici den
toestand veel minder pessimistisch beoor
deelt. De leiders der buitenlandsche poli
tiek trachtten reeds herhaaldelijk door
geruststellende verklaringen deze paniek
stemming onder het groote publiek, die
uitermate gevaarlijk is en de kans op een
oorlog vergroot, tegen te gaan. Met dit
doel werd op de laatste bijeenkomst te
Genève van de Commissie voor de Euro-
peesche Unie, waaraan 23 Europeesche
Ministers van Buitenlandsche Zaken deel
namen, de bekende „vredesresolutie" ge
geven. Het verschijnsel moet hierdoor
worden verklaard, dat het groote publiek
de vredeswaarborgen miskent die thans,
in tegenstelling met vroeger tijden be
staan. Die waarborgen zijn hoofdzakelijk
van tweeërlei aard: ie. de verbeterde mid
delen tot vreedzame regeling van geschil
len, en 2e. de omstandigheid, dat de oorlog
meer en meer blijkt een volkomen ondeug
delijk middel te zijn tot bevrediging van
nationale aspiraties. Wat het eerste punt
betreft wijst spr. erop hoezeer de recht
spraak zich sinds 1914 heeft ontwikkeld,
de verplichte rechtspraak van het Inter
nationaal Gerechtshof over rechtsgeschil
len wordt door een steeds grooter aantal
landen, waaronder de groote mogend
heden. aanvaard. Engeland en Frankrijk
zien wij zelfs scheidsrechtspraak over alle
belangengeschillen aanvaarden door aan
neming van de „Algemeene Akte". Ook de
werkzaamheid van den Raad is als vre-
deswaarborg hoogst belangrijk, met name
om het persoonlijk contact dat hierdoor
tusschen de leiders der buitenlandsche
politiek is mogelijk gemaakt. Dit contact
zal nog worden vergroot indien, gelijk in
de bedoeling ligt, de Commissie voor de
Europeesche Unie periodiek alle Europee
sche Ministers van Buitenlandsche Zaken
zal bijeenbrengen. Ten aanzien van het
tweede punt zet spr. uiteen dat door de
tqenemende interpedentie tusschen de
volken de oorlog, zelfs voor den overwin
naar. geen voordeel meer gaat opleveren.
De oorlog verliest zijn bestaansgrond, dien
hij vroeger ongetwijfeld bezat. Zooals een
volk tot dusver, zelfs bij toenemende be
schaving, deels intuïtief naar den oorlog
greep als naar het middel dat alléén in
staat was, aan dat volk te verschaffen wat
het als zijn recht beschouwde, evenzoo zal
het, deels intuïtief, den oorlog laten varen
als deze tengevolge van de gewijzigde
omstandigheden slechts tot zelfvernieti
ging voert. Dergelijke omzettingen in den
geest der groote massa's vereischen echter
tijd, en aanvankelijk zijn het slechts de
geestelijke leiders bij wie dit inzicht
wordt gevonden. Hun taak, de massa van
het ondeugdelijke van het oorlogsmiddel
te doordringen, vereischt echter dat. in
plaats van den oorlog, andere middelen
tot rechtshandhaving of rechtverkrijging
aanwezig zullen zijn. Vandaar dat de uit
bouw dezer middelen, evenals een ratio-
neele economische ordening voor de onder
drukking van den oorlog van alles over-
heerschend belang is. Van méér belang
zelfs dan de ontwapening. Het streven
naar „ontwapening" kan voorioopig niet
meer bereiken dan een zekere begrenzing
of beperking der bewapening. Dit is onge
twijfeld hoogst nuttig, het voorkomt een
wedloop in bewapeningen, werkt dienten
gevolge niet alleen economisch, maar voor
komt ook dat een staat zijn bewanening
tot een zoo groote hoogte kan onvoeren
dat hij in de verleiding komt aan den
anderen ziin wil te dicteeren. Maar op
zichzelf is het niet voldoende, om oorlog
tusschen de volken te voorkomen. Daarom
doet men verkeerd het belang van het
ontwapeningsvraagstuk buiten zijn pro
porties op te blazen. Het is dwaasheid te
beweren dat de Volkenbond staat of valt
met het succes van de aanstaande ontwa
peningsconferentie. Realistische oorlogs
schildering als in „lm Westen nichts
Neues" en „Journey's End" acht spr. van
zeer veel gewicht niet alleen omdat he*,
tot vermindering van bewapening kan
bijdragen, maar vooral omdat het den wil
versterkt, alles te doen wat noodig is om
den oorlog te voorkomen.
Wat nu moet te midden van deze inter
nationale positie, de taak van Nederland
zijn? Het Nederlandsche volk als oud. ge
vestigd cultuurvolk met internationale
scholing en koloniale ervaring en zonder
territoriale aspiraties en zonder protectus-
sisme is ongetwijfeld in staat in dit ont
wikkelingsproces onder de geestelijke lei
ders te behooren! Maar het zal moeten
oppassen dat niet een onvoldoend kennen
en onvoldoend begrijpen van in jongere
VER. VAN DEN HANDELDRIJVENDEN
EN INDUSTRIËELEN MIDDENSTAND
VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN.
volken levende krachten en bestaande
tendensen het de moeilijkheden van het
probleem zal doen onderschatten. In dit
opzicht valt weieens een bedenkelijke
eigengerechtigheid waar te nemen. Weet
Nederland dit te vermijden dan heelt het
in de internationale samenleving zeker
een taak te vervullen. Het feit dat van
vier zeer belangrijke internationale confe
renties in het afgeloopen jaar Nederlan
ders tot het voorzitterschap waren geroe
pen Colijn voor de economische actie,
Loudon voor de ontwapening, Limburg
voor het wisselrecht, Heemskerk voor de
codificatie, wijst wel uit in welke richting
de internationale gemeenschap de taak
van Nederland zoekt.
Hoe zullen in het bijzonder de jongeren
tegenover deze problemen staan? Het
heerschende pessimisme over den gang
van zaken doet hen hier en elders op
twee uiteenloopende wijzen regeeren:
eensdeels een volkomen desinteresseering
voor de internationale politiek, met nei
ging tot fascisme en nationalisme, ander
deels een hartstochtelijk ijveren voor ont
wapening, als het eenlg middel dat red
ding kan brengen. Langs geen dezer wegen
wordt het doel bereikt. Positieve arbeid is
noodig voor den opbouw der statenge
meenschap. Daartoe zullen ook de jonge
ren zich moeten voorbereiden. Men moet
niet denken dat men, om invloed ten
goede te kunnen uitoefenen. Minister van
Buitenlandsche Zaken moet zijn. De inter
nationale samenwerking begint in uiterst
snel tempo zich uit te breiden voor elk
gebied van menschelijk handelen Er is
bijna geen beroep en geen bedrijf meer
denkbaar of het heeft een internationale
organisatie, en moet internationaal con
tact zoeken. Dit alles is voor de ontwikke
ling der statengemeenschap van het groot
ste belang, en juist hier kan het nuchtere,
onpartijdige Nederlandsche element voor
treffelijke diensten bewijzen. Maar daar
voor is het noodig dat men zich in de
internationale problemen verdiept. Hij,
wiens aandeel in het internationale over
leg uitsluitend bestaat in de mededeeling
dat Europa een gekkenhuis is, of voor
wien ontwapening het begin en het einde
van alle wijsheid is, kan evengoed thuis
blijven. Verder zal men zich ook hiervan
rekenschap moeten geven dat, voor zoo
ver het mag gelukken den oorlog terug te
dringen, dit zeker niet beteekent dat
verder slechts naastenliefde en altruïsme
tusschen de volken zullen heerschen, maar
dat integendeel ook al zou het protectus-
sisme worden getemperd, de onderlinge
cohcurrentie met vreedzame, in de eerste
plaats economische middelen, uiterst
scherp zal blijven. Wil Nederland zijn
internationale positie handhaven dan zal
het moeten zorgen dat het in dien strijd
niet achteraan blijft. Te dezen aanzien is
spr. geruster wat het wetenschappelijk en
het technisch gebied betreft dan ten op
zichte van den handel. Spr. eindigt met
zijn vertrouwen uit te spreken in de taak
die Nederland bij de ontwikkeling der
internationale gemeenschap kan vervul
len. mits de geestelijke horizont van het
jongere geslacht verder ligt dan de lands
grenzen.
Het pro en contra van verkoopsautomaten
In een der bovenzalen van de „Harmo
nie" had de Vereeniging van den Handel-
drijvenden en Industriëelen Middenstand
gisteravond een debatavond belegd over
het voor en tegen der verkoopsautoma
ten, waarbij het pro door den afdeelings-
voorzitter, den heer mr. A. J. Romijn werd
verdedigd en de nadeelen werden uiteen
gezet door den heer F. S. Stroosnijder, den
secretaris van den Bond van sigarenwin
keliers te Amsterdam .In zijn openings
woord heette de voorzitter allereerst wel
kom den heer van de Leeuw, adjunct-
directeur van de Middenstands-Centrale
en de uitgenoodigde leden van de Sigaren-
winkc-iiersvereeniging.
Het Contra.
DE PRIJS VAN HET BROOD.
Een onderzoek van den Bakkersgezellen-
bond.
In het orgaan van den Alg. Nederlands-
schen Bakkersgezellenbond „De Bode",
treffen wij een overzicht aan inzake de
gemiddelde broodprijzen in een aantal
plaatsen van ons land. Dit overzicht geeft
het volgende beeld:
Prijs in centen per 800 gram.
Waterbr. Meikbr. Bruinbr.
Alkmaar 18 23 18
Almelo 16 21 15
Amersfoort 16 22 16
Amsterdam 17 22 16
Apeldoorn 18 22 16
Arnhem 16 22 16
Baarn 18 24 18
Bussum 18 24 18
Delft 17 21 16
Deventer 14 20 14
Dordrecht 16 2021 12
Eindhoven 16 22 16
Enkhuizen 16 21 12
Enschedé 12 18 17
Gorinchem 18 23 12-14
Gouda 14-16 20 16
's Gravenhage 16'/i 20'/« 14
Groningen 16 20 18
Haarlem 18 24 18
Hilversum 16-18 24-25 16-18
Leeuwarden 17 23 18
Leiden 18 23 16
Nijmegen 16-17 20-22 15-16
Purmerend 14 20 14
Rotterdam 18 22 17
Schiedam 16 20 15
Tiel 16 22 14
IJmuiden 18 24. 17
Zandvoort 18 24 17
Z.-Scharwoi'de 18 22 16
Zutfen 14 18 12
Zwolle 16 24 16
De heer Stroosnijder wees er allereerst
op een man van de practijk te zijn, het
geen volgens hem noodzakelijk is om vol
komen op de hoogte te zijn van de nooden
van den middenstand. De verkoopsauto
maat ziet spr. als een parisitaire uitwas
van de sociale wetgeving der laatste 25
jaar en als onverbreekbaar onderdeel ver
bonden met het winkelsluitingsvraagstuk.
Gelijk Theseus verbonden met den draad
van Ariadne uit het labyrinth kwam, zoo
tracht de overheid het verkoopsautoma
ten-vraagstuk te gebruiken teneinde uit
net doolhol harcr sociale wetgeving te ge
raken.
Was spr. in 1912 bij de invoering van de
winkelsluiting een tegenstander allengs is
hij echter overtuigd geworden van de
voordeelen van deze bepaling. In den loop
cier jaren is de middenstand waarvan
het verzoek om deze bepalingen niet is
uitgegaan, aldus spr. vertrouwd geraakt
met de idee recht te hebben op een be
paalde rust. Thans echter tracht dezelfde
overheid mogelijkheden te scheppen aan
haar eigen bepalingen te ontkomen, n.m.l.
door het vrijlaten van de kwestie der ver
koopsautomaten. Bij de invoering van de
winkelsluiting geschiedde de verkoop van
artikelen in verboden tijd over het hekje;
thans geschiedt ditzelfde door middel van
de verkoopsautomaten; hetgeen volgens
de opvattingen van den spreker op het
zelfde neerkomt.
Een strijd van 25 jaren in den kring der
sigarenwinkeliers tegen den verkoop van
tabaks-artikelen resulteerde in de mede
deeling van den minister, dat de grieven
der vereeniging gerechtvaardigd waren en
de verkoop vei boden zal worden: niette
min wordt de verkoop door middel van
automaten toegestaan. Het voordeel van
het verbod wordt alzoo teniet gedaan door
het niet verbieden van de verkoopsauto
maten. welke de overheid beschouwt als
niet te vallen onder de winkelsluiting;
zoodat de nadere regeling overgelaten
wordt aan de gemeente-besturen. Amers
foort, Zaandam. Amsterdam en Haarlem
regelden deze kwestie reeds en hun voor
beeld dient, aldus de heer Stroosnijder
door andere gevolgd te worden Niet alleen
de sigarenwinkeliers, doch ook de hande
laren in chocolade en gebak lijden onder
den verkoop in café's, lunchrooms en der
gelijke.
Een open vraag blijft het volgens spr.
of voldoende keuze biedende automaten
voor den winkelier rendabel zullen zijn;
terwijl minder goed gesitueerde winke
liers óf ten offer vallen aan de afbeta
lingsmethode óf levende automaten wor
den in de handen van de tabaksartikelen-
fabrikanten. Door sociaal-voelenden be
hooren naar de meening van den spreker
deze automaten dan ook niet worden aan
geschaft. Daar het verboden zal zijn de
automaten tijdens sluitingstijd te vullen,
wordt de winkelier gedwongen aanhou
dend den inhoud van het apparaat te con
troleeren en vanuit den winkel bij te vul
len; waarin spr. een inconsequentie ziet
met de van overheidswege voorgeschre
ven rust.
Uitvoerig ging spr. vervolgens de ge-
schiedenis.der verkoopsautomaten in Ame
rika, Duitschland. Engeland. Denemar
ken enz. na, hierbij telkens de Nederland
sche mentaliteit met die van de buiten
landers vergelijkend. Zijn spijt uitdruk
kende ten opzichte van de houding der
Koninkl. Nederlandsche Middenstands-
vereeniging ten aanzien van de verkoops
automaten formuleerde de heer Stroo
snijder zijn contra in de volgende punten*
1. De sociale beteekenis der verordenin
gen of wetten op de winkel- en Zondags
sluiting wordt hierdoor totaal teniet ge
daan.
2. Door den verkoop door automaten
wordt oneerlijke concurrentie in het leven
geroepen.
3. Door het stelsel wordt moreele ver
wording in de hand gewerkt.
4. Naast andere vormen van oneerlijke
concurrentie zal bovendien sterke aflei
ding van debiet plaats hebben van aan
sluiting onderworpen winkeliers naar de
op z.g. maatschappelijke gronden van die
sluiting vrijgestelde zaken.
5. Het stelsel opent het niet denkbeel
dige gevaar, dat kapitaalkrachtige maat
schappijen zich meester maken van den
detailhandel.
6. De z.g. bewegingsvrijheid moet voor
den winkelier onbestaanbaar worden ge
acht daar deze reeds gebonden is aan be
staande wetten en verordeningen en zoo
deze uit een maatschappelijk oogpunt on
vermijdbaar zijn, behooren zij op iederen
deelnemer van den detailhandel te worden
toegepast.
7. De ervaringen in het buitenland zijn
niet van dien aard. dat de van ouds ge
roemde degelijkheid der Hollanders aan
BINNENLAND.
Pleidooi voor de Nederlandsche Bouw
materialen-industrie. (Binnenland, 3e Bi.)'
De rijkssteun aan de bietenteelt, voor
ioopig verslag der Eerste Kamer. (Binnen
land, 3e Blad.).
Memorie van Antwoord aan de Eerste
Kamer over de begrooting van Binnen-
landschc Zaken en Landbouw. (Binnen
land, 3e Blad.).
Op 51-jarigen leeftijd is te 's Graven
hage de bekende journalist J. J. Bruna
overleden. (Binnenland. 3e Blad.).
Verlaging van den prijs der gezelschaps
biljetten bij de Spoorwegen. (Binneland,
3e Blad.).
De geheimzinnige briefschrijver te
Amersfoort. (Gemengd, 2e Blad
Ons Parlementair overzicht. (3e Blad.),
BUITENLAND.
Het Fransch-Italiaansche Vlootaccoord
is gepubliceerd. (Buitenland, le Blad.).
De Duitsche oud-kanselier Herman
Miiller ongesteld. (Buitenland, le Blad
Nieuwe bedreiging van het Fransche
kabinet. (Buitenland, le Blad.).
een proefneming van zoo verdachten aard
behoeft te worden gewaagd.
8. Het gevoel van rechtvaardigheid en
billijkheid, in sterke mate Hollandsche
eigenschappen worden noodeloos geweld
aangedaan.
Het krachtige applaus van de vergade
ring aan het einde van de rede van den
heer Stroosnijder bewees de instemming
met zijn betoog.
Het Pro.
Daar het standpunt van den heer Stroo
snijder ten opzichte van de verkoops
automaat een gevolg is van zijn jarenlan-
gen strijd tegen den verkoop van tabaks
artikelen in café's en dergelijke, acht de
heer Romijn zich niet in staat deze op
vatting op een enkelen avond te veran
deren. Te veel, aldus de tweede spreker,
beschouwde de heer Stroosnijder de zaak
uit het gezichtspunt der sigarenwinke
liers. De winkelsluiting is niet bedoeld als
een verbod voor het publiek om zekere
verlangens te bevredigen, doch voor de
rust der winkeliers. Na een debat in de
Tweede Kamer is de kwestie der verkoops
automaten geheel naar het inzicht van
de Middenstandscentrale geregeld. In Am
sterdam en Zaandam zijn roode-coalities
aan het bewind en daarom zijn daar
werknemers-bevóordeelende verordenin
gen te verwachten. In middenstandskrin
gen hangt men nog steeds het principe
aan. dat ieder voor zichzelf moet zorgen
en dientengevolge althans in den bona-
fiden handel zichzelf voordeelen ont
houden omdat een ander deze niet ver
krijgen kan. De middenstand moet er ge
heel op ingericht zijn de behoeften van
het publiek te bevredigen en zeer zeker
zullen bij den vooruitgang van de techniek
der automaten voorgekomen gevallen van
oplichting voorkomen, terwijl door het
aanschaffen van ruime automaten en het
grondig kennen van de behoeften van het
publiek, vulling voorkomen kan worden.
Uit den hardnekkigen strijd van de
sigarenwinkeliersvereenigingen tegen de
verkoopsautomaat ziet spr. een inconse
quentie met het aangehaalde gebrek aan
levensvatbaarheid. Als niet-winkelier be
schouwt mr. Romijn de zaak geheel theo
retisch en als passend in het raam der
middenstandsbeweging. Het recht van het
eerstgeboorterecht, dat ten grondslag ligt
aan den strijd der sigarenwinkeliers tegen
den verkoop in café's, is volgens spr. dan
ook geheel in strijd met de opvattingen
van den middenstand en uit het feit, dat
2 3 der tabaksvergunningen in handen
is van niet-sigarenwinkeliers, concludeert
mr. Romijn dan ook, dat de betrokken
middenstanders hoe vervelend dit mis
schien ook voor hen is niet in staat zijn
de belangen van het publiek naar be
hooren te dienen.
Geheel passend in het kader van onzen
tijd met zijn mechanisatie, beschouwt spr.
de verkoopsautomaat en volgens zijn mee
ning zal in de toekomst het niet onmoge
lijk zijn, dat het publiek ook overdag
liever koopt uit een automaat, daar de be
diening vlugger gaat, dan in den winkel.
Ook gezamenlijke plaatsing van automa
ten door de winkeliers op verschillende
punten in de stad acht spr. niet onmoge
lijk, daar men eenmaal van de verkoops
automaat als iets, dat niet weggewerkt
kan worden, het beste moet maken. Wan
neer de wenschen van het publiek in een
bepaalde richting gaan, kan de midden
stander hier niets tegen doen.
Na de eveneens met applaus beloonde
rede van mr. Romijn volgde een repliek,
terwijl tenslotte van uit de vergadering
nog vragen werden gesteld, welke naar
een ieders genoegen door de sprekers wer
den beantwoord.