DE 3 KARELI FABRIEKEN GEZONKEN SCHAT. LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 11 Maart 1931 Derde Blad No. 21773 "fRANS VAN MIERIS 2500 arbeiders - 2^2 millioen sigaren per week FEUILLETON. Jaargang grootste schilder van de Leidsche School. Vader* Zoon en Kleinzoon. li» 12 Maart 1931. aanleiding een van Leiden's I -, zonen uit de historie onzer stad F* ..„jen. Morgen toch zal het twee ;rd vijftig jaar geleden zijn, dat -•van Mieris, in Leiden geboren, in i^a overleden is. Cm was hem. zijn zoon en zijn klein- l'.'ljfl boven alles. Frans v. Mieris aan om nog vlijtiger te zijn, toen hij door de voorspraak van den hoogleeraar de gelegenheid kreeg om voor Aartshertog Leopold Wilhelm een kunst stukje te schilderen. Dit stukje stelde voor een vrouwtje, staande in een zijdestoffen winkel, om eenige stoffen te koopen, ter wijl een ruiter naast haar staat, die meer op haar schoonheid, dan op de zijdestof fen scheen te letten. De Aartshertog was zoo voldaan over dit kunsttafereeltje, dat hij aan den schilder daarvoor duizend gul den liet geven, tegelijk met de aanbieding, dat. indien hij wilde overkomen aan het Weensche Hof, hij zijn kunst goed zou be talen en hem daarbij nog een jaarlijksch pensioen van duizend rijksdaalders zou geven. Doch de kunstschilder bedankte den Aartshertog voor deze gunst, onder het voorwendsel, dat zijn vrouw er niet toe kon besluiten Leiden te verlaten. Frans v. Mieris was een groot vriend van den kluchtigen Jan Steen en tevens een trouwe klant, toen deze een kroegje was begonnen. Op den 12den Maart 1681 stierf deze groote beroemde en brave burger van het I oude Leiden. Hij liet o. a. twee zonen na Willem en Johan, die beide schilder werden, maar nooit de hoogte van hun vader hebben kunnen bereiken. Johan stierf jong in Rome, Willem bleef te Leiden gevestigd, waar hij trouwde en uit we'.k huwelijk in 1869 Frans van Mieris ,,de jonge" werd ge boren, kleinzoon dus van den grooten Frans. Ook de kleine Frans ging schilde ren, maar hij bleef een dilettant, bij zijn grootvader vergeleken. Wel maakte hij naam als historicus en penningkundige. Ook hij was een goed Leidenaar. De Mierissen hebben recht oo de dank bare herinnering van Leiden's ingezetenen van dezen tijd. Vooral Frans de Oude. de Groote, wiens werk in alle groote musea van geheel Europa hangt. J. K. C. pms „de Oude" gaf aan Leiden boven tan de voorkeur waar hem aan het Peen schitterende plaats met een groot Lid was aangeboden. „Laat mij maar KSdën blijven", heeft de groote Frans inisoord. Hij voelde er zich best bij Jan „i en zijn vrienden. bis in 1129 een merkwaardig boek ver- kien: ..De Levensbeschrijvingen der priandsche Konst-schilders en Konst- gjeressen" door Jacob Campo Weyer- - die zelf ook kunstschilder was. begint de levensbeschrijving van s v. Mieris met de volgende regels e Flonkerstar aan den Hemel van de 5 der Schilderkonst, komt thans aan een op het adelijk Schouwburg der 'schilders met helden schreeden, als I id in het voorste gelit mag gaan van jHolgaardes. dewijl er voor of na nie lli is geweest die hem heeft konnen piaaren in zijne ongemeene en kon- schllderswijze." lp den lOdpen April 1635 werd de later mde Frans v. Mieris geboren. Zijn |êis waren brave burgers van de oude istad, zijn vader Jan Bastiaansz. Mieris was goudsmid en diamantslij- De goede man poogde zijn zoon in Je twee vakken op te leiden, doch het al gauw dat hij voor een hoogere kl ln de wieg was gelegd. De muren lif werkplaats van zijn vader schetste (do ver hij reiken kon, vol met land- pen en dieren en hij deed dit zoo dat alle kunstenaars die het zagen, L'den dat er een kunstschilder in hem |t Zijn vader besloot hem daarom schil- te laten nemen. Het eerste onder is ontving Frans v. Mieris van den be llen glasschilder en teekenaar in die |t Abraham Torenvliet, onder wiens b hij binnen korten tijd zulke groote ■tingen maakte, dat zijn vader besloot reheel in de schilderkunst te laten min derhand kreeg hij lessen van den mden Gerard Dou, die zoo tevreden lover zijn ijver en leerzucht, dat hij kdikwijls noemde, den Prins van zijn lingen, en er bijvoegde, dat hij ze allen p boon van het hoofd zou steken". Gerard Dou kreeg hij les van den (tschllder Adriaan van den Tempel om jr vaardigheid van het penseel te lee- f o'och Frans v. Mieris keerde weer naar I Dou terug. Na eenigen tijd raad- k zijn vrienden hem aan nu zelf verder ■Kfenen. welken raad hij volgde en van 1 «ogenblik af was zijn succes zeker, por zijn voornaamste begunstigers wa lde heeren Vreedenburg. Gerards en Itoogleeraar Silvius. welke laatste dik- p aan den jongen kunstschilder ver- rj w alles wat hij schilderde te mo- ^r.fbben tegen den lioogsten priis. dien et voor bood Dit verzoek spoorde EERSTE KAMER- AARD APPELMEEL-INDUSTRIE. De Eerste Kamer heeft gistermiddag in een korte zitting het wetje inzake den steun aan de aardappelmeel-industrie be handeld. De heer Diepenhorst heeft het ont- werpje krachtig aanbevolen, maar achtte nog enkele aanvullingen noodig, o.a. om j te komen tot inkrimping van de aardap pelteelt, en om de industrie meer te be schermen. Ook de heer Gelderman ver klaarde zich voorstander van het ontwerp, om de industrie althans in dezen tijd van nood eenigszins tegemoet te komen. Evenzoo de lieer Wibaut, die er zich j echter bij voorbaat tegen verzette, dat de j Regeering aan den heer Diepenhorst pro- tectionistische beloften zou doen. De Minister van Binnenlandsehe Zaken en Landbouw deed dit dan ook niet. Hij zegde toe het ontwerp zoo zorgvuldig mo gelijk te zullen uitvoeren er zal een Re- 1 geermgs-commissaris worden benoemd om van advies te dienen. Het ontwerp werd hierna zonder hoof delijke stemming aangenomen. Arbeid. Aan de orde was hierna de begrooting van Arbeid. Nijverheid en Handel. Hierbij heeft de heer Danz gepleit voor uitbreiding van sociale wetgeving. Het voorontwerp bedrijfs-organisatie is geheel onvoldoende De algevaardigde vroeg wet telijke regeling van de arbeidersvacantie volgens hem genieten slechts 600.000 ar beiders in ons land vacantie, waarvan de meeste maar enkele dagen. Vervolgens heeft de heer Van de Lande nog een rede gehouden waarin hij om maatregelen vroeg, opdat ons volk in de gelegenheid zal zijn 's morgens voor 10 uur versch brood te eten Dit is mogelijk zon der weder-invoering van nacht-arbeid. Woensdag voortzetting. TWEEDE KAMER. INDISCHE BEGROOTING. De Kamer heeft het restant afgedaan van de wetsontwerpen inzake de Indische Begrooting. Het wetsontwerp inzake een eersten ter mijn voor den derden kruiser voor Indie I is met 49 tegen 22 stemmen aangenomen. Er tegen stemden de sociaal-democraten, de vrijzinnig-democraten en de heeren L. de Visser en Floris Vos. De defensie-ontwerpen zijn vervolgens i bij zitten en opstaan goedgekeurd. Hierna is nog even door enkele afge vaardigden gesproken over den post tot herstel van „De Zeven Provinciën"; de Minister heeft hierbij in het licht gesteld, dat posten als deze altijd ten laste van Indie zijn gebracht. De post wordt met 50 tegen 24 stemmen aangenomen. Hiermede Is de behandeling der Indi sche Begrooting geëindigd. Indische ontwerpen. De Kamer heeft vervolgens nog eenige andere Indische ontwerpen goedgekeurd, waaronder dat tot nadere wijziging en aanvulling der Indische Tariefwet; dat in zake het sluiten van overeenkomsten krachtens de Indische Mijnwet met de Ne- derlandsche Koloniale Petroleum-Maat- schappij betreffende het ontginnen van aardolie, en dat inzake het sluiten van soortgelijke overeenkomsten met de Ba- taafsche Petroleum-Maatschappij. Bij de laatste twee ontwerpen is debat gevoerd, zooals steeds bij dergelijke voor stellen, over de vraag wat de meest wen- schelijke bedrijfsvorm is. De heer Joekes wilde onderzoeken wat de beste bedrijfsvorm is en de behande ling der ontwerpen aanhouden; de heer Cramer pleitte voor staats-exploitatie; de heeren Feber en Van Boetselaer gaven ook al omdat de vaste terreinen reeds zijn uitgegeven, aan particuliere exploitatie de voorkeur. Dit laatste was ook de meening van Minister de Graaff, die staatsexploi tatie een veel te groot risico achtte. Maar de heer Joekes hield vol en diende een motie in. om de ontwerpen aan te houden en te onderzoeken, welke terreinen in aan merking zouden kunnen komen voor een stelsel van gemengde exploitatie. Over deze motie is nog even van ge dachten gewisseld, doch zij werd met 50 tegen 22 stemmen verworpen: er voor stemden de socialisten, de vrijzinnig-de mocraten en de heer Floris Vos! En: daarna werden de ontwerpen bij zitten en opstaan aangenomen. Dezelfde leden waren tegen. Nijverheids-onderwijs. Bij het wetsontwerp tot wijziging en aanvulling van de Nijverheids-onderwijs wet heeft de heer Van Rappard aange drongen op vereenvoudiging van de te stellen waarborgen bij de oprichting van Nijverheidsscholen; keurde de heer Ger hard af. dat de Minister van Financiën en de Onderwijsraad zijn ingeschakeld in de wet; verdedigde de heer Zijlstra de voorgestelde nieuwe bepalingen; drong Mej. Westerman aan op een algeheele wijziging en vereenvoudiging van de Nij verheidsonderwijswet; betoogde de heer Van Wijnbergen dat de voorgestelde waar borgen juist zijn. waarmede de heer Tilanus het oneens was, aangezien hij meende, dat er werkelijk te veel omhaal wordt gebruikt; verklaarde Mej. Groene- weg zich met het ontwerp te kunnen ver eenigen, evenals de heer Ketelaar, die er op wees dat het aantal scholen nu kan vermeerderen Heden zal de Minister antwoorden. HAGENAAR. HAAGSCHE RECHTBANK. Verduisteringen. De 43-jarige aannemer G de B te Kat wijk, heeft zich voor de rechtbank te ver antwoorden gehad ter zake van verduis tering. Verd. zou in zijn hoedanigheid van diaken-penningmeester ten nadeele van de Ned. Herv. kerk te Katwijk gedurende een aantal jaren geldbedragen, welke hij uit hoofde zijner functie onder zijn be heer had. tot een totaal bedrag van f. 2886 hebben verduisterd. Desgevraagd legde verd een volledige bekentenis af. Als getuigen werden gehoord eenige le den der diakonie. die verklaarden dat do B. het algemeen vertrouwen genoot en de controle dan ook slechts pro forma plaats vond. De president merkte naar aanleiding van deze verklaringen op, dat er van eenige controle geen sprake geweest was, daar anders onmiddellijk zou gebleken zijn dat de boel niet in orde was. Voorts bleek, dat verd alle geleden schade met de rente heeft vergoed en er van de zijde der Ned. Herv. gemeente geen vervolging tegen verd is ingesteld Zulks is ambtshalve door de politie geschied Verd. verklaarde door moeilijkheden in zaken tot de verduisteringen te zijn geko- RECLAME. 1112 te Eindhoven, Reuse! en Maas tricht, werken, ondanks de cri sis, nog steeds op volle kracht! Niettegenstaande de ongunstige tijd, blijven de rookers de voor keur geven aan de on over- troffen kwaliteit van men, daarbij geenszins de bedoeling gehad hebbende zich de gelden toe te eigenen, doch die aan te zuiveren zoodra de reke ningen binnen waren. Als getuige a décharge werd gehoord de candidaat-notaris C. P. uit Noordwijk, die een gunstig rapport omtrent de B. uit bracht. Het O. M„ waargenomen door mr. P. J. Blok, kon geen verzachtende omstandig heden vinden in het feit, dat een doelma tige controle achterwege was gebleven. Verd. werd als diaken door zijn collega's vertrouwd en heeft hiervan misbruik ge maakt. Spr. vindt het mooi van den Ker- keraad, dat hij verd. niet wilde vervolgen, doch meent dat de handelingen van de B. hoogst laakbaar zijn en dat een ernstige straf noodzakelijk is. Spr. requireert ten slotte vier maanden gevangenisstraf. Mr. C. de Vries, als verdediger optre dend, schetste het zonderlinge begrio om trent geld, dat deze verd. er op nahoudt. Als zijn rekeningen niet uit eigen bewe ging door de klanten worden voldaan, gaat de B. er niet op uit om het geld te incasseeren. Hij vindt dat bedelen. Dat hij niet behoefde te verduisteren, blijkt uit het feit, dat binnen 14 dagen de geheele schade met alle kosten meer dan f 3000, door hem bijeengebracht kon worden Pi. betwistte de juistheid van het ten laste gelegde en verzocht een geldboete, subs, een voorwaardelijke veroordeeling. Uitspraak 24 Maart a.s. Bedrog. De niet verschenen zaakwaarnemer J. M F. V. uit Leiden moest terecht staan wegens het misdrijf genoemd in art. 326 W. v Swaarbij het koopen zonder te be talen is strafbaar gesteld. Een reeks leveranciers kwam voor het getuigenhekje verklaren dat artikelen van den meest uiteenloopenden aard door hen aan verd. waren geleverd .De betaling was achterwege gebleven. Ec-n hoofdambtenaar ter secretarie van Leiden, die door verd. steeds als referente werd opgegeven, verwees de gedupeerden naar de politie, alwaar verd. als oplichter bekend staat. Het O. M vorderde in verband met een psychiatrisch rapport. 1 maand gevan genisstraf en ter beschikking stelling van de regeering. Uitspraak 24 Maart. ROTTERDAMSCHE RECHTBANK. Verduistering. De 35-jarige machinebankwerker N. B. uit Gouda bekende zich in het tijdvak van 1 Juli tot 1 September te hebben schuldig gemaakt aan verduistering van een be drag van f. 323.67 ten nadeele van den rijwielfabrikant J. A. Gerth te Leiden. Verdachte had rijwielen in consignatie gehad, maar de provisie, die hij kreeg was zoo gering, dat hij daarvan niet bestaan kon, en daarbij moest hij om te kunnen verkoopen soms een gedeelte van zijn pro visie laten vallen, of een of ander artikel bij leveren. Na het hooren van den bena deelde en den reclasseeringsambtenaar S. v. Munster, die een gunstig rapport toe lichtte, heeft het O ,M. die in de houding van verdachte geen aanleiding vond met het rapport mee te gaan, geëischt 4 maan den gevangenisstraf. Een winkel van gestolen goederen. Bij de meubelfabriek van Ouderkolk en Dijs te Waddlnxveen bestond de gewoonte, dat het personeel hout, dat niet meer ge bruikt kon worden, mee mocht nemen. Da 29-jarige chauffeur P. M. had die ge woonte op eigen gezag uitgebreid, door ook bruikbaar hout mee te nemen. Hij had ge probeerd, van het meegenomen hout een meubelstuk te maken, maar toen dit door gebrek aan vakkennis niet goed uitviel had H. het wel zoo gemakkelijk gevonden uit het magazijn afgewerkte meubelen mee te nemen. Gedurende geruimen tijd had H. die diefstallen voortgezet. Hij was er zelfs toe overgegaan een winkelhuis te huren, waarin hij de gestolen meubelen verkocht. H. die nu terzake van diefstal moest te rechtstaan. bekende en verklaarde tot zijn daad te zijn gedreven door de speelzucht van zijn vrouw, die met zijn salaris niet kon rondkomen. Getuige P. J. C. Dijs verklaarde, dat hij een schade heeft geleden van omstreeks f.450. Het O. M. eischte, in verband met een gunstig reclasseeringsrapport, een gevan genisstraf van 1 jaar, voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaar. RECLAME. 1125 het Er.gelsch van LEO WALMSLEY. F»en met dit besluit schelde ik hem |i™ vertelde hem, dat hij Baxter om 'n "'"18 Globe" moest uitsturen, omdat een berichtje in stond dat hem. wei interesseeren zou. Hij -e me m welgekozen bewoordin- •n !?r dee'de m'J tevens mee. dat hij berichtje, een artikeltje over hnrïwe EByptische vondst waar- biiJK bedoelden we hetzelfde? I door Baxter voorgelezen was. scherts met een bijsmaakje", ^."■terwijl ik den hoorn ophing. h»» moest ik lachen. Geheel zon- ■te siiwas de situatie niet. ■ten t rlaatste oogenblik kwam er IJ-o Kleine verandering in mijn plan- ■U* "Kloot via thuis naar Whiteport "bv v'ader was allermerkwaar- tj, toen hij me zoo opeens in le- 5 iv u voor zioh zag staan, maar is»,i!lem vertelde, waaraan hij dat -'nte genoegen te danken had, (hl, a's een blad op een boom. Fcotmrt e' lieflijkheden te hooren; ■Sm i,.me onder anderen een ezel. „"."Kbaren kwajongen, een kerel KL Gr'ukkig kwam er STL J een uurtje latei draaide hij m j 'lij me beloofde de zooveel hnv ilc de Sc°tt-Hemery Aircraft J V°M' het vliegtuig van de be is *aaP—Londen vlucht nog was, te betalen en me een aan bevelingsbrief mee te geven voor den di recteur van de North Sea Salvago Co. in Whiteport. Den volgenden ochtend ging ik naar Whiteport. Zooals ik me voorgenomen had, bleef ik daar vier dagen, met het resultaat, dat ik aan 't einde van dien termijn een zekere handigheid in 't dui ken verkregen had, tenminste, als 't in gewone uitrusting gebeurde. Voor het geval dat de veronderlel- ling van Dr. Flim juist was dat de dhow zich in betrekkelijk ondiep water bevond, zou ik, bij eventueele ontstentenis ja. ontstentenis heet 't met een mooi woord van den duiker met vrij groote kans op succes 't zaakje zelf kunnen opknappen. Op mijn terugreis ging ik nog even bij de oude lui aan. Ik trof 't niet; juist voor dien middag was Margaret Stoneham ten eten gevraagd. Bij haar binnenkomen bekeek ik haar eens goed. Ze was onte genzeggelijk heel mooi, maar te volmaakt Alles doet ze goed. Er is geen onderwerp onder d» zon waar zij niet meer ver stand van heeft dan jijzelf. Dadelijk nn mijn aankomst in de stad ging ik me melden. Dp dokter was zoo blij als een jongen die voor den eersten keer een dagje naar het strand gaat. Ik zat geen vijf minuten, of ik moest, al op het welslagen van de expeditie drinken. Een goed begin! De gedachte aan den vermoorden Egyptenaar liet me echter geen oogen blik met rust. Toen de stemming van den dokter wat begon neer te slaan, bracht ik dit onderwerp dan ook ter sprake Bij .vijze van antwoord schoof hij me over tafel de „Times" toe en zei me, zachtjes grinnekend, om het binnenblad eens na te speuren. Bijna dadelijk vond ik wat hij bedoelde, een bericht met het sensationeele „hoofd": „Het Strand- Mysterie, Opinie van een bekend toxo- loog". Op zijn verzoek las ik het geheeie ver'iaal luid-op voor: „Ofschoon de politie, wat het geval van den jongen Egyptischen student, die onge veer een week geleden vlak voor Fragatti plotseling ineenzakte, betreft, nog in bijna alle opzichten volkomen in het duister tast, kunnen we mededeelen, dat er op één punt toch reeds wat licht begint te komen. De aard van het vergift namelijk, dat den dood van den ongelukkigen jongen man veroorzaakt heeft is door Flint, den be- ïoemden toxoloog, wien de politie onmid dellijk in consult geroepen heeft, vastge steld Volgens hem heeft men hier te doen met een sterk-werkend plantaardig ver gift. identiek met dat, waarmede de stam men van Midden-Afrika hun pijl en speer punten bestrijken. „Naar alle waarschijnlijkheid is dit ver gift door het wapen dat de wond in den onderarm veroorzaakt heeft, in 't lichaam van het slachtoffer gebracht. Als we dit aannemen, wordt de theorie, dat deze moord op instigatie van het een of ander geheime genootschap gebeurd is, volkomen aannemelijk. Dr. Flint, de toxoloog. die bij het onderzoek groote diensten heeft be wezen, is sinds kort uit Duitsch Oost- Afrika teruggekeerd, waar hij voor den duur van den oorlog geïnterneerd ge weest is „Alle menschen!" onderbrak ik mijn lec tuur hoe heeft u den moed gehad! Verduiveld riskant als u 't mij vraagt!" „Welnee", gaf hij kalm ten antwoord. „Absoluut niet. Niets brengt iemand en in dit geval de politie meer in de war dan de waarheid met een kleine variatie. In dit geval is de variatie én tevens dat gene wat een interessant tintje aan het geheel geeft: het geheime genootschap." Hij greep een sigaar uit het kistje naast hem. Ik streek een lucifer aan en hield hem het vlammetje met een „astublieft, dokter, voor. Na een paar trekjes liet hij zich achterover in zijn stoel vallen en ging i voort: l .We moeten de geschiedenis niet dra- matiseeren. Ten slotte is de zaak zoo. Er is een poging gedaan om hier in te breken. Dengeen die het geprobeerd heeft, is het waarschijnlijk om papieren of documenten die hij dacht dat bestonden te doen ge weest. Dat bewijst dat de plaats, waar de gezonken dhow zich bevindt niet bekend is. Nu heb ik van mijn zaakgelastigde in Zanzibar, dien ik informaties heb laten in winnen. bericht gekregen, dat de drie Swa- hili's. die de ramp overleefd hebben, een paar dagen na hun aankomst in Zanzibar gestorven zijn. Waarschijnlijk zou dr Sla- den ons wel het een en ander van de ma nier waarop hebben kunnen vertellen. Hij was een man, die op dat gebied ongewoon vindingrijk was. 't Kan zijn dat ze in die drie da gen toch nog wat hebben losgelaten Want Dusi Khan schijnt te weten dat de dhow, en mét de dhow de bewuste kist. ge zonken is. Daarom is het goed. dat Dusi Khan het tijdelijke met het eeuwige ver wisseld heeft 't Duurde nog ruim een uur. voordat we j aan het einde van onze besprekingen wa ren. Toen stond ik op om afscheid te ne- I men. Dr. Flint deed me uitgeleidde tot aan de deur. „Morgenochtend tien uur", zei hij met zijn hand op mijn schouder. „Zorg dat je wat vroeg aan het station bent en neem vast kaartjes. En reserveer vooral twee plaatsen. Ik houd van mijn gemak. Adieu, beste kerel, tot morgen." De lift was nergens te bekennen. Ik be sloot geen tijd te verknoeien met op het knopje te drukken en dan geduldig te blij ven staan wachten tot de lift bovenkwam, maar de trap te nemen. Dus race-de ik de steenen trap om den liftkoker met twee treden tegelijk af. Beneden, in het portaal bij de deur botste ik bijna op tegen een dame, die daar tegen den liftman stond to praten en te gebaren. En blijkbaar leed ze niet aan overmaat van vriendelijkheid, want bij mijn verschijnen lichtte het ge- zicht van den man zienderoogen op. I „Deze meneer hier zal u precies hetzelf de vertellen, miss. Niemand wordt bij den dokter toegelaten, als hij geen afspraak heeft." .Bent u met dr. Flint bekend?" Ze keerde zich naar me toe en keek me met haar groote, donkere oogen recht aan „Ja ik ben z'n z'n secretaris" Hoe moest ik 't anders noemen? „Het is zooals de man hier zegt. Dr. Flint ont vangt niemand, die geen afspraak heeft. Maar misschien kan ik u heipen?" De liftman had zich zeer bescheiden, dat moet ik zeggen! omgedraaid en was aan 't oppoetsen van het een of ander ge gaan Practisch gesproken waren we alloen. „Ik zou niet weten hoe! Tenzij u het ge daan zou kunnen krijgen, dat hij me ont- \angt Ik wist niet dat hij een secre taris had, Is u al lang in die functie bij hem?" Lang genoeg om te weten dat ik mijn betrekking zou verliezen als ik pro beerde u tegen zijn positieve orders in, te helpen." „Hoe heet u?" vroeg ze opeens, kortaf. Haar toon prikkelde me. Wat ging het haar aan hoe ik heette? Ik zocht naar een ad-rem antwoord. Ze moest goed voelen dat ze niet den liftjongen voorhad. Maar zooals 't gewoonlijk gaat, liet mijn ad- remmiteit me op 't oogenblik dat ik die 't meest noodig had, in den steek. Ten einde raad zei ik dus: „Cleveland", zoo barsch mogelijk. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1931 | | pagina 9