)e Rotterdamsche moordzaak-Lans.
Pleidooi van mr. Kokosky.
No. 21764
Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 28 Februari 1931 Tweede Blad
AAN DE SCHERMWEDSTRIJDEN VOOR DAMES OM HET KAMPIOENSCHAP VAN
ENGELAND is door meer dan honderd schermsters deelgenomen. De wedstrijden had
den in de zaal van Bertrands schcrm-academie te Londen plaats Een aantal mede
dingsters om den kampioen9prijs gereed voor den aanval.
DE HELD VAN DE BERLIN-RAMP GEHULDIGD. Dr. S. Diamant te 's-Hertogenbosch,
die zich hij hel reddingswerk van de slachtoffers der „Berlin", het schip, dat in 1907
op de Nederlandsche kust verging, bijzonder onderscheidde, is gisteren gehuldigd in
verband met zijn 25-jarig artsjubileum. Majoor Warnsink, waarnemend commandant
van het regiment Wielrijders, complimenteert den jubilaris.
Uitspraak bepaald op Vrijdag 13 Maart.
(Vervolg van gisteren).
jwdediger van verdachte, mr Kokosky
Jttrde zich bij den aanvang van zijn
aan het oordeel van den advocaat-
dal wanneer het Hof den ver-
mocht vrijspreken van den doodslag,
Iftaoeg geboet heeft voor de verduiste
rd Oud-minister Regout heeft eens ge-
al preventieve hechtenis erger is fan
PH'nisstraf en dat geldt zeker voor
l'O., die twee interlocutoire vonnissen
•^doorstaan. Met groot genoegen heeft
«a adv.-generaal gehoord, omdat deze
I'M heeft geen animositeit te hebben
'srd. Andere requisitoiren in deze
1 fduigden ook van groote scherpzinnig-
iilar men ontkwam niet aan den in-
r «V goedgepraat moest worden, dat er
T oelaten was, dat deze man met alle
f moest zitten. Er is voor deze zaak
r'belangstelling. Waarom? Omdat men
i oordeel is dat er bij het vooronderzoek
f ien zijn gemaakt, dat er kans is dal
'""huidige wordt veroordeeld Spr.
|,jf° sensatie gewild om de sensatie.
?een critiek geuit omdal hij daar
aan had, maar omdat het voor
dek lout was, berustte op een ver-
Ie" 'leisel
L_"aar van het requisitoir is dal op
1 eronden een arrest zou worden
Cl '""tok hel Hn( door de leemten
•'"voorgelicht. PI kan dal aantoo-
jj artikelen van wijlen den groo
t ®'nalisl Prof. Simons in het Week-
Xq, ™c' Bechl, Dit is een stem van
-"Eraf, die waarschuwend u toeroept:
"-crzichtig.
Stille getnigen, die verwaarloosd zijn.
PI. wijst er dan op dat men in Rotterdam
blijkbaar nooit van stille getuigen gehoord
heeft. Men heeft geen enkele moeite gedaan
hen te vinden. Toen men 3 weken later de
heer van Ledden Hulsebosch er bij haalde
was alles zoo grondig opgeruimd, dat er
niets meer te vinden was. De kleeren van
den heer Lans zijn niet onderzocht, zelfs
gaf men het vest weg (beweging) Dal door
al deze leemten de zaak ernstig geschaad is
zal het Hof met mij eens zijn. Spr. wil in
het midden laten wiens schuld dit is, maar
de leemten zijn erl Het rapport Brons,
waarin gewichtige mededeelingen werden
gedaan, kwam eerst op de zitting te Rotter
dam naar voren. De vijl werd ook eerst later
gevonden, terwijl hij er denzelfden avond
geweest moet zijn, want hoe kon er anders
bloed aan het kistje zitten De twee mesjes
zijn njet onderzocht, toen men er met hel
bloote oog niets op zag Dat is toch al
te gekl
Het politiehond-onderzoek heelt ook niets
te beteekenen, omdal men het beest lucht
gaf aan een handdoek, die op het lijk lag.
Als men den adv.-gen. hoort, zou men
zeggen dat hij erbij is geweest. (Gelach)
Fantasie
Het is allemaal fantasie, het zijn suppo
sities en niets rneer Het feit dat we nu
na 2'/? iaar eigenlijk nog niets weten is d»
schuld van hel slechte onderzoek op den
eersten avond
PI. heeft een afschrift ontvangen van
een brief door Bron9 aan den president ge
richt. Wanneer het waar is wat in dezen
brief staat, dan is het meer dan verschrik
kelijk. De inhoud is aan het Hof bekend.
Mr. Couvée: Mij niet.
Mr. Kokosky: Wel aan den president.
Pres Ik weet het niet, maar er zijn een
heele reeks brieven gekomen, (beweging.1
Mr. Kokosky leest daarop den brief voor,
waarin o m. gesproken wordt van een haai,
die door Brons op de bebloede mat is ge
vonden en door inspecteur Hermans zou
zijn weggemaakt.
Is dit juist aldus pl. dan zou de
zaak weer naar de instructie terug moeten.
Ook heelt de politie nooit gezocht in het
verleden van Lans Het is pijnlijk dat ik
er iets van zeggen moet, maar ik mag het
niet laten [k vind het verschrikkelijk, maar
ik mag den indruk niet laten bestaan, dat
de verhouding in het gezin Lans voorbeeldig
was. Er bevinden zich in uw bezit brieven,
waaruit blijkt, dat de heer Lans een verhou
ding had met zijn inmiddels overleden ty
piste, die ook aandeelhoudsler was in zijn
zaak Wat de verklaringen van Ooslveen
aangaat, men mag niet zonder meer zeggen:
die heelt gelogen. Dat is voor 'n rechter
heel gevaarlijk. Ik beweer niet dat Oost
veen de waarheid spreekt, maar aan mij is
bekend, dat Snabilié (niet Siebeling zooals
foutief was gemeld) een bekend chantage-
pleger is. dal hij een vonnis heeft gehad en
dat hij 9exuee! abnormaal is. Dat geelt
toch te denken, vooral in verband met de
door rechercheur Morrée gehoorde vrouwen
Men ziet het in 't geval-Jakubowski in Ber
lijn hoe gemakkelijk een gerechtelijke dwa
ling wordt begaan.
Nu mag men mij tegenwerpen dat het
slechte vooronderzoek in het voordeel van
verdachte is. Dat is alleen waar, wanneei
hij 9chuldig is; is hij onschuldig dan is hel
een geweldige handicap.
Pl. schetste dan de moeilijke positie van
verd van wien alles verdacht is, alléén
omdat hij verdachte is.
De zaak is opgezweept tot een eere-quaes
tie terwijl het niet om eer mag gaan maar
alleen om de vraag ol deze man schuldig
is of niet.
Wanneer men het requisitoir hoort dan
maakt het indruk omdat het logisch in el
kaar zit. Het is echter alleen logisch om
dat het uitgaat van het standpunt dat verd.
de dader is. Dat is juist wat bewezen moet
wordenl
De adr.-generaal heeft het drama zoo
geschetst of hij er zelf bij geweest is Het
is jammer dat hij de woorden, die Lans en
den verdachte daarbij hebben gewisseld niet
heeft weergegeven.
Mr. Couvée: Die weet ik niet!
Mr. Kokosky: Juist, maar het andere
evenmin I
Het misdrijf kan niet door één
persoon gepleegd zijn.
Naar het oordeel van pl. echter kan set
misdrijf niet gepleegd zijn door één per
soon. Er moeien twee daders zijn. Deze hy
pothese ontwikkelt pleiter uitvoerig aan de
hand van de verklaringen van mej. Regeer.
Mej. Valk, Boenders, enz., enz. die allen
stuk voor stuk na den moord twee personen
hebben gezien.
Spreker betoogd dat Lans zelf de sloppen
uit de telefoon heeft getrokken.
Wat de adv.-generaal over die stoppen
vertelt is fantasie en beier op zijn plaats
aan de bittertafel dan in de rechtszaal.
In de rechtszaal heeft men alleen met
feiten te maken. De door den adv.-gen. op
geroepen deskundigen 4 charge, zijn des
kundigen 1 décharge geworden. Dr. Hulst
twijfelt zeer sterk aan de schuld van dezen
verdachte. Het eenige wat bezwarend lijkt
is de kwestie van den sleutel.
Deze quaestie heeft echter niets met den
moord te maken, maar met de malversaties
Van O kon de malversaties niet plegen zit
tende tegenover den heer Lans. Hij deed
dat 's avonds als er niemand was
Hij kwam door het achterhek binnen. Er
zijn getuigen die dat verklaren kunnen. Maar
juist om de malversaties zweeg hrj over den
sleutel. Sprak hij, dan moesten toch zjjn
malversaties aan het licht komen.
Toen hjj op den dag der begrafenis plot
seling den sleutel in zijn zak voelde, flitste
hem door het hoofd, dat in de krant had
gestaan dn' -moordenaar door het ach
terhek was gegaan.
Doodsbang heeft hij den sleutel toen aan
zijn schoonzuster gegeven. Psychologisch is
dit volkomen te begrijpen. Wat de bloed-
kwestie betreft, pl. had gedacht dat daarover
niet meer gediscussieerd behoefde te worden,
nadat de deskundigen het er immers niet
over eens zrjn dat de dader met bloed bespat
moet zijn geweest en dat wa3 bjj verd.
niet het geval.
Veroordeeling op de bloedspatjes
gelijk aan een moord.
Ik mag u herinneren aan de woorden van
professor van Itallie, die het als een moord
zou beschouwen, wanneer men verd. op die
hloedvlekjes zou veroordeelen. Het argument
van den ad\*-generaal dat van O. directeur
wilde worden om de malversaties te be
dekken, kan spr. moeilijk anders dan onzin
noemen.
Het zou wat anders geweest zjjn, wanneer
hij vóór den dood van Lans over een direc
teurschap had gesproken. Na den dood was
dat volkomen logisch. Hrj had d3ar tweeërlei
belang bij: het bedekken der malversaties en
het verbeteren zijner positie.
H(j zou gek geweest zijn als hjj anders
had gedaan.
De adv.-generaal zegt dat het cheque
boekje ook al in het water is gegooid.
Het ljikt alsof hij er bij is geweest.
Wat het mesje betreft, hiervan staat ab
soluut vast, dat het weg is geweest. Over dat
mesje is men natuurlijk eerst gaan spreken,
nadat verd. op 5 Dec. was gearresteerd. Ge
mist heeft men het nimmer. Dat ver. zenuw
achtig was toen hij naar Rotterdam moest
komen, is toch begrijpelijk.
Hjj dacht niet anders dan dat zijn mal
versaties waren ontdekt en daarom wilde hij
eerst bij mevr. Weyne telefoneeren.
Men heeft het verdacht genoemd, dat verd.
zoo lang over den weg naar het station heeft
gedaan maar dat is juist niet verdacht.
Onschuldig!
Van O. kan niet de dader zjjn. Had hij den
moord gepleegd dan zou hij wel gezorgd
hebben, dat hij met den gewonen trein was
gereisd en had hjj haast gemaakt. Dat hjj
dit niet gedaan heeft pleit ervoor, dat hij
de moordenaar niet kan zijn.
Uitvoerig critiseert pleiter vervolgens de
verklaringen van den agent Timmers en do
kwestie der schoenen.
Spr. zegt dat heel het land aan ver-
TER GELEGENHEID VAN HET VIERDE LUSTRUM van de Unitas Studio9orum Am-
steldamensium voerde het Amsterdamsch Studententooneel in den Hollandschei»
Schouwburg te Amsterdam „Malborough s'en va-t-en guerre" op door Marchel Ar-
chard, onder leiding van Adriaan HooykaasEven pauzeeren tijdens de generale repetitie.
Op den voorgrond links, Adriaan Hooykaas, rechts Arntzenius, die de muzikale illustratie
verzorgde.
Rechts:
DR. A. J. SWAVING is benoemd tot tijdelijk
raadsadviseur bij het Departement van Bin-
nenlandsche Zaken en Landbouw, met 'ge
lijktijdig eervol ontslag op zijn verzoek uit
de functie van inspecteur van het Zuivel-
wezen, tevens rijkszuivelinspecteur.
DE EERSTE „PASSAGIERS" in het nieuwe
stationnetje voor de lijn MaastrichtVaals
van de Limburgsche Tramweg Mij., dat
gisteren op het Stationsplein te Maastricht
geopend werd door den burgemeester den
heer Van Oppen.