Rotterdamsche moordzaak-Lans. THERMOGENE i jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 25 Februari 1931 Derde Blad No. 21761 Siebeling als getuige gehoord. I teur van politie Tas heeft foto's luo de plaats der misdaad en geeft Km (oelicbting voornamelijk wat de Lkeu betreft Op de mat lag zoo (bloed dat men daarvan niets aan Lenen l""1 meenemen als men op PARLEMENTAIR OVERZICHT DE STERRENHEMEL IN NEDERLAND IN DE WEEK VAN 25 FEBRUARI—4 MAART, 20 UUR M. T. RADIO-PROGRAMMA. FEUILLETON. HIJ ZEGT ONSCHULDIG TE ZIJN. (Vervolg van gisleren). Tijtinetsmeisje van Boekele doet lelingen omtrent het boterhammen- fan verdachte, dat na den moord ïen »'J9 e" later weer te voorschijn Lkster Kroon, vrouw van v. Meeser [•-laringen af betreffende het kistje ne bebloede vijl en het boterham- L aijn gevonden. Scheens, inspecteur van het assu- jjjïoor waarbij de firma de Haas Lj heeft op 4 December 1928 derzoek ingesteld naar de schade dio ij bij de z.g. inbraak zou'hebben ge- JcelUJge had daartoe opgemaakt hoe- Li er nog in de brandkast was en Leken hoeveel geld er had kunnen è'eek gel dat het tekort miniem was. Lu jet. onwaarschijnlijk voor, dat j 80 vermist zou zijn, zooals van De verdachte had ook gezegd dat Ea eemg klein geld in beslag geno- lid. Getuige had daarnaar op het lêreau gevraagd maar ten antwoord In, dat de politie geen geld in beslag ■nomen. Idie op gestoffeerde kamers bij mevr. I woonde, legdo verklaringen af be- je de voorgenomen overneming van J-de Haas. Getuige had er geld in (steken als de zaak goed was, maar lenoek was hem gebleken, dat er Lstdoch verlies gemaakt werd. Dus I zich teruggetrokken. Get. heeft |>e;d dal van O. directeur zou moe iden als hij in de zaak kwam, maar li deskundige naast zich en nog voor het geldelijk beheer boven Eeluige heeft verdachte meermalen Weijne ontmoet. Hij heeft een Ks meening omtrent hem Ook he lp;'., dat verdachte er altijd keurig uit tering wordt dan geschorst. |ivee uur wordt de zitting heropend. i wordt getuige Kroon voorgeroe- t op verzoek van mr. Kokosky te dat zij van liet mesje het eerst ^:reu spreken, toen zij 's morgens na I op het politiebureau kwam. Irinielier Kratt verklaarde, dat ver- Ihm den dag na den moord at gezegd s! hij directeur zou worden, lachte ontkent dit. Veel weet hij van niet meer. Hij was toen zoo bchtig. pezegt, dat van O. toen een zieligen i hem maakte, van Voorts, vroeger directeur I gemeenle-entrepöt, thans zonder Jvas met de familie Lans bekend. moord had mevrouw Lans hem ge- lof hij haar belangen wilde behar- Irsarin getuige had toegeslemd. Zoo- fwas hij met eenige andere heeren, alp de weduwe ook had ingeroepen, 1 kantoor geweest den dag na den LVan zijn bevindingen daar, legt ge- Iwklaringen af. tigs Smith heeft de begrafenis bijge- itnmetv. O. in hetzelfde rijtuig ge- ftehle had hem gezegd, dat hij de liou voorlzetlen, dat hij iemand had, die hem aan het geld zou helpen en dat hij nog een technischen man naast zich zou krijgen Getuige had, toen hij van den moord hoorde, tegen zijn vrouw gezegd: „er is er een, die daar veel last mee zal krijgen en dat is van O." Ook de houding van v. 0. tijdens de begrafenis had op geluige een ongunsligen indruk gemaakt. Een langdurig debat werd gevoerd tus- scben den verdediger inzake de speurhon den en ook hier was de verdediger niet ge makkelijk. Een zeer interessante getuigenis is die van de dienstbode van Lansman, die mede deelde twee mannen uit het achterhek van het perceel, waar de moord is gepleegd te hebben zien komen Een droeg een acte- tasch bij zich. Er zijn nadien nog proeven genomen om de juistheid dezer verklarin gen van deze getuige vast stellen, waar omtrent Mr. Hoogenraad, waarnemend griffier bij de rechtbank te Rotterdam na dere getuigenis aflegde. Volgens geluige Hermans is het mogelijk, dat de twee man nen leden zijn geweest van het personeel van Lans. Nog even werd gestribbeld over de verklaringen van den agent van politie W., die bij de behandeling van een andere moordzaak, twee publieke vrouwen had verhoord, die hem gesproken hadden over de moordzaak Lans. De verdediger wenschte, dat deze ge tuige, de namen der vrouwen noemde, doch getuige had wegens ambtsgeheim daar tegen bezwaar. Het Hot kon, na in raadkamer te zijn geweest, zich vereenigen, met de houding van getuige. Het wordt zeer druk in de rechtszaal. Wij hooiden nog nimmer zoo'n rumoer bij de behandeling eener strafzaak. Verklaringen van een psychopaath uit Leiden. Mr. Kokosky vraagt acte, dal hij tegen deze beslissing is en in cassatie zal gaan. Nog komt opdagen getuige Vink, een ver pleegde in het Psychopalengesticht te Lei den, die mededeelde, dat hij naast een mede verpleegde Goossen heeft geslapen, die hardop droomde en daarbij vertelde: „Ik ben bang. Ik heb Lans vermoord". Toen deze getuige hem den volgenden dag mede deelde. wat hij gehoord had, schrok Goos- gen ten zeerste. Van deze getuigenis werd weinig notitie genomen. Het verhoor van Siebeling. Daarna kwam de Duitscher, Siebeling, die zich op de publieke tribune had bevon den, naar voren. Hij is reiziger en woont te Amsterdam, en wordt onder eede gehoord. „Hebt U Lans vermoord?" vraagt de pre sident. (.Hilariteit in de zaal). Geluige, die goed Nederlandsch .spreekt, antwoordde: „Neen, ik heb geen moord ge daan!" „Kwam U met een schaar of een vijl naar Den Haag?" vraagt de president. „Ook nietl" Getuige ontkent, dat hij aan Oostveen ge zegd zou hebben, dat hij de moord op Lans gepleegd heeft. Hij weet er niets van. Hierop wordt getuige Oostveen, psycho paath, gedetineerd to Scheveningen, binnen geleid. (Beweging in de rechtszaal). Met veel drukte zegt Oostveen, naar den Duitscher wijzende „Hij is de moorde naar!" De verklaringen van beide getuigen hou den niet veel in en berusten op sensatie. Vervolgens vangt het verhoor aan van do deskundigen. Hierna wordt de zitting om 6 uur ge schorst tot heden. RECLAME. 125 TWEEDE KAMER. Indië. De Kamer heeft de algemeene beschou wingen over de Indische begrooting voort gezel. Eerste spreker was ditmaal de heer Feber, die zich tot taak had gesteld op de rede van den socialistischen heer Cramer critiek te oefenen. Hij betoogde dat er in Indië geen sprake is van een verhouding lusschen overheerscher en overheerschten, maar zelfs al was dit het geval dan nog zou men wel kunnen komen tot een synthese van beide culturen. Allereerst is'noodig, aldus deze afgevaar digde, een krachtige handhaving van ons gezag Het Nederlandsche gezag heeft heel veel tot stand gebracht op velerlei gebied en kan voorloopig in Indië nog niet wor den gemist. Hij zette dit op de bekende gronden nader uiteen. Ook deze spreker critiseerde de houding van den regeerings-gemachligde mr Kie- wit de Jonge op de bekende rechtszitting Hel was wellicht een nobele opwelling, dat hij den hoofdbeklaagde de hand reikte, maar wanneer men regeerings-gemaehtigde is, moet meft zich ook in zijn nobele op wellingen weten te beheerschen. De woor den van den Minister in de Memorie van Antwoord over dat incident waren vol komen juist, maar het was verkeerd van den landvoogd om er op le reageeren zou- als bij dit. Uit staatsrechtelijk oogpunt was dit zelfs ongepast. Vervolgens heeft deze afgevaardigde den financieelen toestand behandeld en op den ernst daarvan gewezen. Voor optimisme acht hij geen reden aanwezig. Met allerlei bijzonderheden tracht hij aan le toonen, dat er op deze begrooting veel te gunstig is geraamd. Op deze manier hebben wij aan sluitende begrootingen niets. De afgevaar digde heeft lal van financieele wenken ge geven. De heer Colijn heeft een machtig protest doen hooren tegen het feit, dat de socialisten maar steeds spreken van „uitbuiting" en „onderdrukking", zonder hiervoor ook maar een enkel bewijs bij te brengen. Daartegen over plaatste hij hel feit, dat ons bewind, met name in latere jaren, aan Indié ten zegen is geweest en dat alles er op gericht moet zijn de samenwerking te bevorderen. Immers: onze (aak om is om volhardend voort te werken aan de geestelijke en stoffelijke ontwikkeling van Indié. totdat Indié met eigen autonomie een deel zal kunnen uit maken van het Koninkrijk der Nederlanden. Dit wil de Regeering en de anti-revolutio naire fractie steunt het beleid. We moeten ginds ons gezag handhaven met vaste hand. aldus de heer Colijn. Maar daarom ook keurde hij het beleid af, dat de landvoogd in de laatste jaren heeft gevoerd. Dit beleid misle de vaste lijn. En de be- stuurshervorming wordt met slakkengang uitgevoerd. Ook over het financieele Indische beleid was de heer Colijn 9lccht te spreken. Men is veel te optimistisch geweest. De cijfers der begrooting liggen tientallen millioenen verwijderd van de werkelijkheid. Daarom zal men zich in Indië allengs op lager niveau moeten gaan inrichten, want zoo voorspelde de heer Colijn de hooge pro- ductenprijzen der laatste jaren zullen in langen tijd niet terugkeeren. Wat moet er gedaan worden? Nieuwe heffingen? Neen. Die zijn thans onmogelijk. Wel moet er ingrijpend bezuinigd worden, niet alleen ad ministratief, maar ook politiek. De Gouverneur-Generaal kreeg te hooren, dat zijn schrijven aan den Volksraad ambte lijk incorrect en ontoelaatbaar was. Maar de Minister moet de zaak nu maar laten rusten! vond hij. Ziedaar! Een kort overzicht van des heeren Co- lijns zeer critische rede. Hierna heeft de lieer Joekes nog het vrij zinnig-democratische standpunt toegelicht inzake de wenschelijkheid van een goed financieel en staatkundig beleid, waarbij aan de volksbeweging, voor zoover dat gaat, vrijheid moet worden toegekend Ook hij vond den financieelen toestand vrij ernstig, maar men overdrijve niet met de te nemen maatregelen. Dc vergadering is tot Woensdag verdaagd. HAGENAAR HEERSTE KW. ©VOLLE MAAN Q LAATSTE KWARTIER ©NIEUWE MAAN ZUID Behalve Juju-ier en Mars vindt men 3 maantjes op deze kaart, 25 in den Stier, 28 nabij Jupiter in de Tweelingen en 3 Maart in den Leeuw. Men dient er rekening mede te houden, dat in werkelijkheid het Oosten rechts en Westen links van den toeschouwer is, wan neer deze met den rug naar 't Zuiden en het gelaat naar :t Noorden gewend staat; men pleegt echter bij sterrekaarlen dit om te keeren, om geen spiegelbeeld van den hemel te krijgen. Wil men nu b.v. de VENUS MARS JUPITER SATURHUS .sttrrebeelden aan den Oostbemel opzoeken, dan neme men dat deel van den kaarthorizon, waar OOST staat, voor zich, zoo, dat de Poolster (aan het einde van den Kleinen Beer) van den beschouwer is afgewend: men zal dan voor het NO-lijke vierdepart van do kaart do sterrenbeelden zien, juist zoo, al3 zij aan den hemel staan. De sterren in bovenstaand kaartje, die een gekartelden rand hebben, zijn van de le grootte of helderder; de dikke ronde stippen zijn sterren van de 2e grootte en al de andere, kleinere, stippen zijn sterren van de 3e of van een lagere grootteklasse. VOOR DONDERDAG 26 FEBRUARI 1931. Hilversum, 1875 M. Uitsl. AVRO-Uit- zending. 8 009.50: Gramofoonpl 10.0010.15: Morgenwijding. 10.30 12.00- Concert AVRO-kwintet o.l.v.' F. Lup- gens. 12.302.00: Concert. Orkest van Asta-theater, Den Haag o.l.v. Jos Silber- mann. 2.002.30: Vrouwenhalfuurtje. 3 004.00: Naaicursus. 4005.00: Ziekenuurtje. 5.006.30: Concert. Rem- brandt-orkest, Amsterdam, o.l.v. David Harlogs. 6^307.00: Dr. Réné de Cler-sj „Tijl Uilenspiegel", van Ch. de Koster. 8.008 25: Sportpraatje H. Hollander. 82ö: Aansluiting Concertgebouw. Hierna Gramofoonpl. Vervolgens de klucht „Hu welijksvoorwaarden", uit hc't Engelsch door J. Hun9cheVerkade. Ca. 950: Vervolg aansluiting Concertgebouw-orkest te Am sterdam. 10.4511.30: Concert. Ko- vacs Lajos en zijn orkest. 11.3012.00: Gramofoonplaten. Huizen, 298 M. 8.00 KRO. 10.00—11.00 NCRV. 11.00—2.00 KRO. Daarna NCRV. 8.009.15Gramofoonpl. 10.0010.30: Zang Dameskoor NCRV. 10.3011.00; Ziekendienst. 11 0011.30: Gramofoon platen. 11.3012.00: Godsd. Causerie door pastoor Perquin. 12.001.30: Con cert KRO Trio. 1.30—2.15: Gramofoonpl 2.153.15: Cursus Handwerken. 3.15 3.45: Vrouwenhalfuurtje. 4.005.00: Ziekenuurtje. 5.005.30: Gramofoonpl. 5.30—6.30: Christelijk liederenuurtjc door Dr. J. H. Gunning m.m.v. het NCRV- Dameszangkoor. 6.306.35: Gramofoon platen. 6.457.00: Knipcursus. 7.00 —8.00: Afgestaan. 8.00: Uitvoering van „Die Jahreszeiten", Jos Haydn. Chr. Ora- toriumvercen. „Halleluja", o.l.v. J. Wage naar. M.m.v. Mevr. T.- v. Sluijs, sopraan, M. Plooyer, tenor, H. Koning, bas. Chr. Radio-orkest. In de pauze K. Kruilhof: „En kele opmerkingen over de jxisitie van het C. N. V." Daarna Persberichten en Gra mofoonplaten. Daventry, 1554.4 M 10.36: Morgen wijding. 11.0511.20: Lezing. 12.20: Orgelspel door R. Foort. -1.302.10: Kerkdienst. 2.25: Uilz. voor scholen. 4.50: Orkeslconcert. 5.35: Kinderuurtje. 6.20: Lezing. 6.35: Berichten. 7 00: Piano-récital door E. Isaacs. 7 20; Jjezing. 7.45: Lezing. 8.05: Piano concert door Edith Penville. 8.20: „Ma tinee". Kluchtige fantasie van P. H. Len nox. 9.20: Berichten 9.40: Lezing. 9.55: Orkestconcert 10.5012.20: Dansmuziek. 12.2012.25: Televisie. Parijs „Radio-Paris, 1726 M. 8.05: Gra mofoonpl. 12.50: Gramofoonpl. 1.25; Gramofoonpl. 4.05 Dansmuziek. -i3ór Kanderuurije. 8.20: Concert en looneel- uitz. 9.50: Paul Vidal-fe9tival. Solisten en kwartet. Langenberg, 473 M 6.207.20: Gra mofoonpl. 9.3510.05: Gramofoonpl. i 10.3511.15: Gramofoonpl. 11.30: Gra- mofoonpl. 12.25150: Orkeslconcert. Zang. 4.205.20 Orkestconcert. 7.05 7.50: Gramofoonpl 7 50: „Rheinland und Westfalen". Hoorbeeld. Daarna: Be richten en tot 11.20: Café concert. Kalnndborg, 1153 M. 11.201.20: Or kestconcert. 2.504.20: Orkestconcert, 420—5.00: IOinderuurlje. 7.209.20: Concert. Orkest en solisten. 9.3511.50; Dansmuziek. Zeesen, 1635 M. 5.4011.20: Lezin gen. 112012.15: Gramofoonpl. 12.15—120: Berichten. 120—2.20: Gra mofoonpl. 2.203.50: Voordrachten. i 3 504.50: Concert 4.507.50: Lezin gen. 7.50: Opera Oe9terbotlner" van L'. Madetoja. 9.35: Berichten en daarna tof 11.50: Dansmuziek. RECLAME. Een vel dezer watten bestrijdt met succes Rheumatiek - Jicht Griep Steken in de Zij en Hoest Doozen tao 45 ct en 75 ct. i bij Apotb. eo Dro». 1334 EEN ACHTERVOLGING 'Wde kapitein mij de hand had gc- beste wenschen voor de verdere orQ de commando-brug naar bene- °aar het dek, waar het van Chineezen, en Dajakker9 wemelde, zoodal ik ,n_We2 rooest banen door de dichte mc- L even over de reeling keek, _-",e 'k onmiddellijk mijn bagage in een Het - was een groot, zwart vaartuig v'erkantig, bamboe-zeil, opgepropt •^aal-makendp inhnnrlinrrpn 7.ii trhn. fohtei frteenen, makende inboorlingen. Zij scho- r naar elkaar om mij doortocht De kust lag ongeveer op drie alstanda. Van het land waaide een Weldra zag ik slanke kokos p i en de bruine daken van een dorp. ^gelsch-sprekende Chineesch toonde wule bungalow van den resident, ik Z0Q,logeeren. ïk had een recom- aan hem in mijn zak. k nnÏÏ mÜ met mijn bagage aan land iiiV^ Akkerende zand van het strand kiö-tneZe^ vrÜ wonderlijk voor. hier, Plaatsje aan de kust van Noord - voelde mij eenigszins beklemd bij de gedachte, de gastvrijheid le moeten aannemen van een wildvreemden man, zijn huis te zullen bewonen lot de aankomst van de eerstvolgende stoomboot, aan zijn tafel te eten cn zijn whisky te drinken. Maar zooals nu alles eenmaal was, viel er niet aan te veranderen Toen ik een bediende van den resident mijn recommandatie-brieven had overhan digd. werd ik door zijn chef een betrek kelijk nog jongeman van ongeveer veertig jaren op hartelijke wijze welkom gehee- ten. Hij hield mijn hand in de zijne, lenvijl hij order gaf aan een bediende, whisky te brengen en aan een ander, voor mijn ba gage te zorgen. Mijn excuses weerde hij lachend af. „U hebt geen flauw idee, hoezeer mij uw komst plezier doet! Praat me niet van dank baarheid Ik ben u zeer erkentelijk. Blijf zoolang als het u aangenaam is Als u wilt een jaar of nog langer!" Ik lachte, terwijl hij zijn gemak zocht in een schommelstoel en mij uitnoodigde het zelfde te doen. Men zag hem de vreugde aan van weer eens een nieuw gezicht te zien Hij schonk me telkens weer in en toen de grootste hitte voorbij was, sloeg hij mij voor, een wandeling in de nabijliggenden dzjungel le ondernemen. In zweet badend keerden we korten lijd later naar huis terug waar een verfrisschend bad ons wachtte. Daarop meldde de kok. dat het eten klaar was. ITet was uitnemend en mijn gastheer was in de beste stemming, zoodat ik het ge voel had, dat hij het liefst den ganschen nacht met mij had willen doorpraten, doch ik was doodvermoeid en daarom verzocht ik hem. mij le ruste te mogen begeven. Maar zeer zeker", antwoordde hij .Ik za! u naar uw kamer geleiden om na te zien of alles in orde is." In de grootste ruimte, die van twee kan ten door veranda's omgeven was, ontdekte ik alleen maar een enorm door muskieten gaas beschut bed. Het-bed is mogelijk wat hard voor u", merkte de resident op. ,,U bent waarschijn lijk wat beters gewend „Heelemaal niet. Ik ben doodmoe, zoo dat ik als een bal in slaap zal rollen. De resident bezag met een bedenkelijken biik het bed en merkte op: ,,De laatste gast. die het benut heeft was een Hollander. Zal ik u nog gauw iets merkwaardigs over hem vertellen?" Mijn bed trok me onweerstaanbaar aan, maar ik wilde en mocht tegenover mijn gastheer niet onbeleefd zijn en ik wist uit ervaring, hoe pijnlijk het voor een ver teller is, als hij een geschiedenis, die de moeite waard is, niet aan den man kan brengen. Welnu, de man kwam met dezelfde stoomboot, dit ook u benut hebt. Hij kwam zich bij mij presenteeren en informeerde naar een hotel. Ik zei hem, dat er zoo iets bij ons hier niet aanwezig was en bood hem gastvrijheid aan. Hij liet het zich niet tweemaal zeggen en aanvaardde die dank baar. Toen ik een bediende gelastte, hem te begeleiden en voor zijn bagage te zorgen, wees hij op een handtasch en ver klaarde, dat deze zijn eenige bagage was. Deze mededceling verraste me een weinig, doch per slot van rekening ging mij dit verder ook niet aan. Ik liet hem naar dc bungalow brengen en beloofde hem, spoe dig terug le komen. Terwijl ik nog met hem sprak, kwam mijn secretaris eenigszins ge haast het vertrek binnen en stiet daarbij wat ruw legen mijn gast aan. De 'Hollan der uitte een kreet en deed een 9prong naar achteren, waarop hij zijn revolver trok en op den secretaris aanlegde. ,.Wal gaat u nu beginnen?" riep ik uit. Toen hij zich van de eerste schrik wat hersteld had, moest hij zich aan de schrijf tafel vasthouden, want hij trilde als een riet in den wind en beefde als een espen blad. „Die verdzenuwen", steunde hij. „Ik ben aan 't einde mijner krachten!" „Dat zie ik", merkte ik wat droog op. Inwendig had ik spijt over mijn invitatie De man maakte weliswaar niet den indruk van een beschonkene, maar van iemand, die door de politie op de hielen wordt ge zeten. Doch tegelijk vroeg ik me af of hij inderdaad zoo dom kon zijn zich aldus in den muil van den leeuw le werpen. „Neem eerst een een beetje rust ried ok hem aan. Hij deed dit en toen ik in mijn huis te rugkeerde vond ik een rustigen man vóór mij, die behagelijk ik zijn stoel zat en op mij wachtte. Hij had een bad genomen, zich geschoren en een frisch pak aange trokken. Ja, hij zag er heusch bijna- als een gentleman uit. „Neem toch plaats in een schommel stoel, dan zit u veel prettiger, of neem een ligstoel", zei ik. ..Ik zit liever in een gewonen stoel", gaf hij ten antwoord. „Vreemdsoortig mensch", dacht ik. Maar ten slotte liet het mij koud, al9 hij liever zitten dan liggen wilde. Zijn groote kop toonde geenerlei bijzondere kenteeke- nen. Hij droeg het haar korl-geknipt. Hij was groot, breed in de schouders, wat grof cn omstreeks veertig iaren oud Wat mij in hem frappeerde, was dc uitdrukking van zijn gezicht. Men kreeg den indruk, dat deze kolos elk oogenblik in tranen zou kunnen uilbarsten. Zijn blik was onrustig gluurde achterdochtig naar alle kanten.. Ook luisterde hij gespannen naar ieder ge-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1931 | | pagina 9