in uw pup: v. ROSSEM's TROOST
0 BUITENLANDSCH BELEID parlementair overzicht
wetenschappen.
feuilleton.
(Raadsel en de Prinses
LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 13 Februari 1931
Derde Blad
No. 21751
Voorloopig verslag der Eerste Kamer.
Lof voor minister Besla erts van Blokland.
M Voorloopig Verslag der Eerste
over hoofdstuk III (Departement
Rmlenlandsche Zaken) der Rijksbe-
Ivoor het dienstjaar 1931, ,s het
Rhcidènendieden brachten den mi-
Kulde voor zijn kloeke redevoering
H op 12 September 1930 te Genève
hu zijn inzichten nopens den Vol-
id diens deugden en gebreken heeft
Ir gemaakt. Deze leden waardeeren
bl' de vertegenwoordiger van een
^mogendheid ronduit zijn oordeel om-
Ik huidige situatie heeft gegeven en
bn dat de minister alles, wat moge-
het werk stelt, ter bevordering
Internationale ontwapening. Huns in-
lent men ten opzichte van de mo-
■Len, welke het werk van den Vol-
d biedt, de noodige nuchterheid te
ten en is het gewenscht, dat voor-
llthans elk land, op eigen krachten
Ide, doet, wat hel als zijn plicht be
lt
mee leden betreuren, dat in de Ne-
d;"che delegatie naar den Y'olken-
steeds een sociaal-democraat ont-
iad de aandacht van sommige lc-
rokken, lot de minister van defensie
laart j.l. Ier gelegenheid van de be
ng der begrooting voor 1930 in deze
heeft verklaard, dat de bescherming
itralileil behoort lol de reden waar-
Folkenbond in het leven is geroepen,
leden zouden gaarne vernemen of
liter van builenlandsehe zaken de
van zijn ambtgenoot op dit punt
achtten het betoog, dat de Vol
de bescherming der neutraliteit
orderen en zelfs juist met het oog
ut stand is gekomen, in lijnrechten
iel de werkelijkheid en beschouw-
stelling als een voor ons land ge-
misvatting.
life leden, alhoewel erkentelijk
publicatie van hel te Oslo gesloten
lol economische toenadering,
toch niet te mogen nalaten hun
mg uit te spreken over het feit,
vroeger in een Duitsch blad een
van de gesloten overeenkomst is
Md, hetwelk in de Nederlandsehe
srvan 2 Januari j.l. is opgenomen
tinwege het departement gedane
eerst in de ochtendbladen van 6
jl is vervat Dit feit had te meer
dacht gelrokken daar Duitscliland
ij is bij de overeenkomst. De le
un het woord, vonden in het ge-
tanleiding om nogmaals met klem
Iringen op het betrachten van meer-
ïvileit hij het inlichten van pers
t
t leden achten het zeer gewenscht,
epoedic mogelijk voor de Neder-
llelpische problemen een goede op-
gevonden,
leden, die met voldoening kennis
uiomcn van de mededeeling inde
van antwoord aan de Tweede
41 de regeerine „met betrekking
fanaal, dat de kenmerkende eigen-
rou hebben van hel dus genaamd
kanaal", nog steeds op het stand-
al van het Memorandum van 7 Mei
gen nadere inlichtingen o.m. of
lisier bereid is mede te deelen in
lichting bij de onderhandelingen
|t concessie, ten aanzien van de ver
ren het Hellegat, getracht is hel
van reciprociteit tot zijn recht te
«nen.
litre leden drongen nogmaals aan op
jfiige verbetering van de economi-
Wichting, welke thans bij den on-
ifenden toestand, waarin vele tak-
ken van volkswelvaart verkeeren, in hooge
male urgent is.
Verscheidene leden spraken den wehsch
uit, dal bij het sluiten van handelstracta-
ten zoolang er nog geen departement van
economische zaken is ingesteld, het depar
tement van buitenlandsche zaken nauw
contact houdt met het departement van ar
beid, handel en nijverheid en de afdeeling
landbouw van het departement van bin-
nenlandsche zaken en landbouw.
Meerdere leden betoogden dat onze ver
tegenwoordiging in het buitenland, zoowel
wat het diplomatieke als wat den consu-
lairen dienst betreft, onvoldoende is, ver
moedelijk uit zuinigheidsoverwegingen.
Vooral, nu een reorganisatie van den eco-
nomischen voorlichtingsdienst in voorbe
reiding is, achllen de leden het van belang,
dat aan dit punt aandacht wordt besteed.
Dr. 1) van Emhden zegt in een afzon
derlijke nota hel dringend gewenscht te
achten, dal omtrent Nederland's volken
rechtelijke, politieke en moreele positie in
geval van oorlog tusschen derden-staten,
meerdere klaarheid worde gebracht Mis
vattingen dienaangaande en met name de
stelling, nog telkens van regeeringszijde
verkondigd,-dat in geval van oorlog tus
schen derden ons land „evenals in 1914"
zijn neutraliteit zal kunnen proctameeren,
vergrooten voor Nederland ten zeerste de
gevaren, die uit den huidigen toestand van
Europa toch reeds voortvloeien.
Naar zijn oordeel moet ons regeeringsbe-
Ieid uitgaan van de verwachting:
a. dat ingeval een oorlog gevoerd wordt
nabij ons territoir hier te jande of onze
overzeesche gewesten, wij den doortocht
van de rechtsparlij over ons gebied zullen
moeten gedoogen en vergemakkelijken.
b. dat wij, eveneens van rechtswege, zul
len moeten deelnemen aan de economische
afsluiting jegens den staats-aanvaller.
c. dat mitsdien de belangen, die vroeger
een belligerent van schending onze neutra
liteit weerhouden konden, namelijk het
voordeel van te behouden èn territoriale
dekking èn handelsverkeer, voor den staat-
aanvaller voortaan zijn weggevallen
d. dat in het geval sub a. het voorhan
den hebben eener oorlogsmacht ons prac-
lisch ook tot actieve deelneming aan den
strijd zal nopen.
SIR CHARLES PARSONS t
Uitvinder van de stoomturbine.
Sir Charles Parsons, uitvinder van Par
son's stoomturbine, die door Keivin als de
grootste vooruitgang sinds Watt is geken
schetst, is dezer dagen overleden aan boord
van het stoomschip Duchess of Richmond,
waarmee hij een reis naar We9t-Indië
maakte.
Hij was president-commissaris van ver
scheidene machine-fabrieken en heeft zich
langen tijd met wetenschappelijk werk bezig
gehouden. Hij was oud-president van de
British Association en ontving in 1927 de
Orde van verdienste.
In 1886 bouwde hij na lange jaren van
onderzoekingen het eerste turbine-schroef-
sc'hip. de Turbinia. Zijn uilvinding bracht
een revolutie in den stoommachine-bouw te
land en te water.
TWEEDE KAMER.
CRISIS-INTERPELLATIES.
Donderdagmiddag was den heer Van den
Tempel aan hot woord om te interpelleeren
over de regeenngsmaatregelen met betrek
king tot de crisis en de werkloosheid.
Evenals bij den heer De Visser kunnen
wij volstaan met mededeeling te doen van
cie gestelde vragen, die op-zich-zelf al zeer
uitvoerig waren en de rede volkomen weer
geven. Dc heer Van den Tempel vroeg:
1. Kan de Regeering mededeelen, hoever
de in uitzicht gestelde reorganisatie van
den economsichen voorlichtingsdienst reeds
gevorderd is en wanneer deze vermoedelijk
liaar beslag zal krijgen?
2. Is de Regeering bereid zich, bedrijfs-
gewijze, met vertegenwoordigers van onder
nemers en werknemers uit de bedrijfstak
ken, welke in aanmerkelijke mate door de
crisis zijn getroffen, in verbinding te stel
len tot een onderzoek naar den stand en
de vooruitzichten van het bedrijf en naar
de middelen, welke eventueel kunnen wor
den aangewend om tot verbetering van den
bedrijfstoestand te geraken?
3. Is de regeering bereid te bevorderen,
dat een regeling tot stand kome, waarbij
door den staat, middelijk of rechtstreeks, in
bepaalde gevallen garantie zal worden ver
leend voor exportcredieten ten behoeve van
den export naar landen met meer dan ge
woon risico?
4. Wil de regeering mededeelen, welke
maatregelen door haar in den jongsten tijd
zijn genomen om de uitvoering op korten
termijn van werken van openbaar nut en
andere werken (aanleg van wegen, bouw
van bruggen, bouw van arbeiderswoningen,
voortzetting der Zuiderzee-inpoldenngen,
uitbreiding van ontginningen, enz.) zooveel
mogelijk te bevorderen en te bespoedigen?
6. Is de Regeering bereid de harerzijds
getroffen regeling voor verlenging van den
uitkeeringsduur der werkloozenkassen als
nog te herzien, in dezen zin:
a. dat alle kassen, welke het verzoek
daartoe doen, gemachtigd worden den uit
keeringsduur met zes weken te verlengen;
b. dat de kosten van dezen maatregel
door het Rijk, eventueel met medewerking
der gemeenten aan de kassen worden ver
goed
c. dat de kassen, voor zooveel noodig,
door toepassing van art. 4 van het werk
loosheidsbesluit 1917 in staat zullen wor
den gesteld aan haar gewone reglemen
taire verplichtingen te voldoen, met dien
verstande, dat het verhoogde subsidie-per
centage zoodanig zAl worden gesteld, dat
het bedrag der middelen, waarover dewerk-
loozenkas kan beschikken, gedurende den
tijd, dat de abnormale bedrijfstoestand
wordt geacht voort te bestaan, niet zal da
len beneden de helft van het vermogen der
kas op het eindo van 1930?
6. Is de Regeering bereid over te gaan tot
de instelling van een commissie, waarin
o.a. de Gemeenten en de vakcentralen ver
tegenwoordigd zullen zijn, welke haar ge
durende dezen crisistijd zal adviseeren,
desgevraagd of op eigen initiatief, ter zake
van de bemoeiingen der Regeering met de
werkverschaffing en de steunverleening?
7. Is de Regeering bereid te bevorderen,
dat de arbeidsvoorwaarden in de werkver
schaffingen in gunstigen zin worden her
zien en dat in het bijzonder de noodige
voorzieningen worden getroffen, om te be
reiken, dat, ook in weken met regenver-
zuim, door de arbeiders in de werkverschaf
fingen een redelijk weekloon wordt ver
kregen?
8. Is de Regeering bereid de regeling om
trent bijdragen in de kosten van de onder
steuning van werklooze arbeiders door ge
meenten, vervat in de circulaire van 7 Ja
nuari 1931, o.m. aldus te herzien
a. dat aan de gemeentelijke steunrege
lingen niet het karakter van bedeeling
wordt opgedrongen (zie o.a. art. 2 der Alge-
meene Bepalingen);
b dat de steunregelingen betrekking zul
len kunnen hebben op alle werklooze ar
beiders, dus niet beperkt zullen behoeven te
worden tot met name te noemen bedrijven;
c. dat steun zal kunnen worden verleend
ook aan vrouwen aan personen, die na
den len Januari 1931 zijn gehuwdaan
arbeiders, die den leeftijd van 60 jaar over
schreden hebben aan kostgangers en aan
meerdere leden van een gezin:
d. dat aan de gemeenten vrijheid wordt
gelalen een mildere regeling toe te passen,
zoowel ten aanzien van den aftrek van in
komsten van gezinsleden (art. 7als van
het maximum percentage, dat de uitkee-
ring mag uitmaken van hel loon. en dat de
percentages, genoemd in arl. 8. tot resp. 70
en 60 pel. worden verhoogd;
e. en dat aan alle gemeenten ten minste
50 pet. der gedane uitkeeringen zal worden
vergoed'
9. Is de Regeering bereid, zoowel ter ont
lasting van de overvoerde arbeidsmarkt als
om de schadelijke gevolgen van de crisis
ten aanzien van den materieelen en moree-
len toestand van het jonge geslacht van ar
beiders zooveel mogelijk te ondervangen,
krachtdadig te bevorderen, dat de duur van
den leerplicht wordt uitgebreid en dat aan
de jonge arbeiders ruime gelegenheid wordt
geboden, ook door het verstrekken van toe
lagen voor levensonderhoud, tot het volgen
van vak- en algemeen vormend onderwijs?
DE REGEERING SPREEKT.
Minister Ruys de Beerenbrouck heeft er
in zijn antwoord op gewezen, dat het buiten
de macht der Regeering ligt, om deze crisis
weg te nemen. Wat zich in ons land voor
doet vormt een onderdeel van de algemeene
wereld-verschijnselen. De Regeering kan
trachten de gevolgen eenigszins te tempe
ren, maar.dan doet zich onmiddellijk
weer het feit voor dat er groot verschil be
staat inzake de aan te wenden geneesmid
delen. Wèl bestaat er hieromtrent overeen
stemming: de export moet worden bevor
derd, daartoe dienen alle zeilen te worden
bijgezet en de Regeering is bezig dit te doen
door het tot-stand-brengen van een goede
en uitgebreide economische voorlichting.
De Minister erkende de groote ramp der
werkloosheid en aanvaardde het cijfer van
ongeveer 200.000 werkloozen. Toch maakt
ons land hiermee betrekkelijk nog een goed
figuur, vergeleken met het buitenland. Hij
deelde vervolgens mede. wat de groote ste
den hebben gedaan voor werkverschaffing
In de noordelijke provinciën zijn 8200 per
sonen te werk gesteld, in de rest van Neder
land ongeveer 3000. Een lichtzijde is, dat
steeds meer arbeiders-bij de een of andere
werkloosheidsverzekering zijn aangesloten:
in totaal 450 000 Zulk een verzekering biedt
groote moreele voordeelen boven gewonen
steun en met deze opvatting heeft de Re
geering dan ook rekening gehouden bij het
ontwerpen van de uitkeeringsregelen. Het
gaat echter niet aan om alle kassen onder
die regeling te nemen. Het verband tusschen
crisis en werkloosheid moet blijven bestaan.
De Minister weigerde 50 pCt. uit te keeren
boven de uitkeering van thans. Dan zou
men met de uitkeeringen zelfs boven het
loon komen. Instelling van een crisis-fonds
gedurende een crisis i9 niet mogelijk Ge-
zins-inkomsten moeten van de uitkeering
afgetrokken worden omdat het geheele gezin
moet meehelpen bij het overwinnen der
gevolgen.
De verplichting tot uitzenden van werk
loozen kan zoo betoogde de Minister
verder onmogelijk worden gemist. Klach
ten omtrent toestanden bij de werkverschaf
fing beloofde hij te zullen onderzoeken. Het
is onmogelijk om aan werkloozen. uit de
steden gezonden, de stadsloonen uit te be
talen, want zij verrichten heel ander weTk.
Op alle vragen van den heer de Visser gaf
de Minister overigens een ontkennend ant
woord.
Wat dc vragen van den heer Van den
Tcmj>el betrof, deelde de Minister mede, dat
er spoedig een ontwerp inzake uitbreiding
van den economischen voorlichtingsdienst
kan worden tegemoetgezien. In voorbereiding
is een regeling om een staatsgarantie ie
verstrekken voor bepaalde export-credieten.
benoodigd voor uitvoer naar landen met
oen groot risico. Groote werken zoo maar
plotseling gaan uitvoeren gaat niet; ook met
de Zuiderzee-werken is de grens van het
tempo bereikt. In de regeling inzake verlen
ging van den uitkeeringsduur der werkloo
zenkassen zullen eenige verbeteringen
worden aangebracht.
De Minister verdedigde de loonen, die bij
de werkverschaffing worden betaald, en
verklaarde te hebben overgenomen het
voorstel der vakbonden inzake het uitkeeren
van loon op regendagen.
In het algemeen zegde de Minister, in
antwoord op de vragen van den heer Van
den Tempel, nog eenige verbeteringen in de
steunregeling toe: deze zal soepel worden
opgevat. Ook zullen, waar noodig, vrouwen
in de industrie steun ontvangen Ook zal in
speciale gevallen worden afgeweken van de
uitsluiting van 60-jarigen. In het algemeen
wordt met de regeling een gezins-steun be
doeld. Er moet dus eenig verschil zijn tus
schen steun aan kostwinners en steun aan
gehuwden. De Minister beloofde in bijzon
dere gevallen aan gehuwden meer dan
70 pCt. te zullen geven. Zoo zal een milde
toepassing plaats hebben.
De Regeering aldus besloot de Minis
ter. die ook nog op de ellendige toestanden
in Rusland wees zal alles doen om het
lol der werkloozen te verzachten.
Laat op den Donderdag-middag heeft de
heer de Visser nog gerepliceerd. Hij diende
drie moties in. die geen van drieën werden
ondersteund en «dus niet in behandeling
kwamen.
HOOGE RAAD.
De Kamer heeft wederom een nominatie
opgemaakt voor de vervulling van een
raadheers-plaats in den Hoogen Raad. Zij
viel als volgt uit:
1. dr. L. A. Nijpels, advocaat en procu
reur te 's-Gravenhage-,
2. dr. J. A. F. van Asperen, raadsheer in
hel Gerechtshof te 's-GTavenhage;
3. dr. G. A. Servatins, vice-president
van de arrondissements-rechlbank te Am
sterdam.
HAGENAAR.
Steunt, bij gelijken prijs en
kwaliteit,
De Nederlandsehe Industrie.
Hiermede dient gij Uw land
En bestrijdt gij de werkloosheid.
RECLAME.
9-320
f°rapronkelijke Detective-roman
door R J Brandenburg
■behulp van zijn elctrische lantaarn
TerP dr Heavenstone eerst het
[aan oen mimtieus onderzoek, doch
[Jp-n niets bijzonders te bespeuren. In
JP zat de doder schrijlings op het
|c'n 'iel zich zachtkens aan den ande-
pnecr. Ik volgde hem.
*aeen het licht van de lantaarn en
k'0" voor alle zekerheid het
lieslolen had. begon hij den grond
F:i* en systematisch te onderzoeken
P? een reeks onduidelijke voetstao-
TJ 0Ze schenen den docter voor het
J-J ?eon belangstelling in te boeze
ls' zocht en zocht, voorzichtig naast
fona D gehurkt en met den
L J°p.dpn £rond.. naar de huls. Ein-
Kpln i li-e ^operén huls. half in het
lnJV "'j hief den buil met een veel-
Thich°n orT1hoog en stak hem
I, J '^btde docter de voetindruk-
poortje, waar de dader had stil-
I^'niuKK6 'n<*rukkcn het diepst.
ï'Vït na*uui"hjk. niet onbeweeg-
hf;v en ^aanwaren er verschillen-
iiep"ln en °ver elkaar. Dr Heaven-
1 topI ?an:r door. naar den tuin,
Ito ar h? J"1 aarn ^en Erond hch-
l 1 scheen niet te vinden wat hij
„Een geluk, dat in dit gangetje bijna nooit
wordt geloopen. Ik zie ten minste maar één
reeks voetsporen", fluisterde de dokter
mij toe
De reden werd ons spoedig geopenbaard.
De tuin bleek een ware wildernis en was
blijkbaar in geen jaren onderhouden. Het
gangetje mondde uit in dicht struikgewas,
waardoor we ons een weg moesten banen.
Nadat we dit zoo geruischloos mogelijk had
den gedaan, kwamen we op een verwaar
loosd grasveldvan paden was weinig of
niets meer te bespeuren Hooge boomen rezen
voor ons op, door welker bladerlooze krui
nen de wind huilde. Wij liepen recht door,
gingen op den tast vooruit, want de docter
had het licht veiligheidshalve gedoofd. We
voelden aan het loopen dat de grond helde;
even liet de docter het licht van de lantaarn
flitsen We passeerden een kleinen, bijna ge
heel uitgedroogde vijver.
„Ga eens even zien, of men ons uit het
huis zou kunnen opmerken", fluisterde dr
Heavenstone weer.
Ik kweet mij zoo goed mogelijk van deze
opdracht en kwam tot de conclusie dat,
doordat het terrein zoo sterk afliep, door het
hooge gras. het struikgewas en de boomen.
bet licht van onzen lantaarn van het huis
uit niet kon worden gezien
„Dan moeten we het er maar op wagen",
besloot de docter Het knipte de lantaarn aan
en bezag met intense belangstelling den
leemachtigen bodem. Wij vonden hier inder
daad een voortzetting van de voetsporen;
de punt van de schoen wees in omgekeerde
richting dus naar de Kossuthstraat toe. De
dader had dus deze indrukken op zijn terug
tocht gemaakt en blijkbaar had hij hard ge
loopen. want de indruk van de zool was
zeer duidelijk, terwijl er geen hielindrukken
te zien waren. De docter knielde naast de
indrukken neer en onderzocht ze nauwgezet.
„Dat is een heele mooie", zei hij ten
slotte.
De docter opende zijn citybag en toog aan
het werk. „Dit is een pleister, dat heel vlug
hard wordt", zeide hij, een dik, wit papje
makend, waarna hij zorgvuldig met een pen
seel den voet- of liever schoenindruk be
streek. „Zie zoo, met vijf minuten is het wel
droog." Inderdaad was, nadat die tijd ver
streken was, het pleister hard geworden en
vormde als het ware een bakje. Hierin goot
dr. Heavenstone een papje van gips. „Dit
duurt wat langer," lichtte de dokter in,
„maar we moeten het kalm laten betijen.
We zullen een poosje tusschen de struiken
gaan zitten en dan kunnen we, dunkt me,
wel ren sigaret opsteken om den tijd te kor
ten. Dat hebben we wel verdiend."
Tusschen de struiken zaten we tamelijk
beschut, maar we kregen het toch spoedig
kil en begonnen een beetje op en neer te
drentelen. Eindelijk inspecteerde de docter
zijn gips-gietsel.
„Ja, nu is het wel goed", en dr. Heaven
stone hield een zool van pleister omhoog en
borg hem dan in zijn citybag, na er eerst
zorgvuldig een lap omgewonden te hebben
We keerden langs denzeifden weg terug;
ik keek eerst voorzichtig door het ruitje en
toen de kust vrij bleek, klauterden we snel
over het poortje en stonden weer in de
Xaveriusstraat. Ik keek op mijn polshorloge,
het was vijf uur en de morgen begon te sche
meren.
Toen we ons hotel bereikt hadden, was
het eerste wat de docter deed koffie bestel
len en behaaglijk in onze zitkamer gezeten
slurpten we den warmen drank met kleine
teugjes.
De docter opende zijn valies en wikkelde
zijn zool van gips los uit het doek.
Kijk',, zei hij, mij zijn werk loonend,
„het is het conterfeitsel van den zool van
een schoen, die nog met lang is gedragen en
nog niet is verzoold. Het merk van den
schoen, een driehoek, is diep in het leer ge
brand, je kunt er hier de sporen nog van
zien. En dit is al bijzonder fortuinlijk het
viel mij direct op toen ik den indruk zag, zie
je dit bobbeltje? Dat stelt hoogstwaarschijn
lijk den kop van een spijker voor. De dra
ger van de schoen heeft in een spijkertje met
platten kop getrapt en hel spijkertje is in
zijn schoen blijven zitten."
De ochtendbladen brachten verslagen van
de vergaderingen, waar door ingenieur Car-
towitz het woord was gevoerd. De bijeen
komsten waren buitengewoon druk bezocht
geweest; honderden konden niet meer in de
stampvolle zalen worden toegelaten en
wachtten op straat het einde der vergadering
af, om toch maar even den leider der Volks
partij te kunnen zien. Deze werd overal
stormachtig toegejuicht. En buiten verdrong
men zich om zijn auto, om hem de hand le
kunnen drukken. In zijn korte redevoerin
gen maande ir. Cartowitz het volk aan lot
kalmte. Een ieder moest er met inspanning
van al zijn krachten toe medewerken, dat
den ouden koning op zijn sterfbed een bur
gerkrijg bespaard bleef. Dat zou voor den
grijsaard, die toch getoond had zijn volk lief
te hebben, de genadeslag zijn geweest en de
historie mocht zelfs niet met een schijn van
waarheid kunnen berichten, dat het volk
mede oorzaak geweest was van den dood
van koning Sigurd. „Door ingetogenheid,
kalmte en rustig .vertrouwen zullen wij doen i
blijken dat de zaak, waarvoor wij strijden,
rechtvaardig is! Ik doe daartoe een beroep I
op u allen! Leve Belgardie! Leve de Volks
partij!"
Den volgenden morgen brachten de bladen
het officieele bericht, dat het huwelijk van
prinses Erane en prins Alexander over twee
weken zou plaats vinden.
Deze tijding greep mij hevig aan. Wa3
de prinses toch ten slotte voor den sterken
druk die op haar werd uitgeoefend, bezwe
ken? Voldeed zij aan den laatsten wensch
van haar stervenden vader? Het was niet
aan te nemen, dat dit officieele bulletin de
wereld was ingezonden zonder toestemming
der prinses.
De stad was als een koortslijder, waar
van de thermometer met onregelmatige
sprongen stijgt
Toen kwam 's middags hel bericht, dat
koning Sigurd overleden was En over de
stad daalde de stille als een stolp. In den
regen hingen de vlaggen alom halfstok in
den wind te klapperen Rouwfloers werd om
de lantaarns gewikkeld. En 's avonds leek
het of de stad zelve gestorven was.
Twee dagen lang duurde deze ongewone,
onheilspellend erust Het was alsof de par
tijen een wapenstilstand gesloten hadden.
Den derden dag werd de koning, onder het
gebeier der klokken begraven. Zwaar klonk
boven alles uit de donkere galm der klokken
van den ouden St. Stephanusdom. Drommen
mensehen hadden zich geschaard langs den
weg, die door den langen stoet werd gevolgd.
In eerbiedig zwijgen, de mannen met ont
bloot hoofd, sloeg men het voorbijtrekken
gade.
(Wordt vervolgd.)