5 CTS REEPEN
VEEL ZWAARDER GEWICHT
VRAAGT UITSLUITEND
'agevier
(isle Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 13 Februari 1931
Vierde Blad
No. 21751
HOLLANDSCH - ZWITSERSCHE
DE NAAM WAARBORGT KWALITEIT
XVII.
e der bruggen zag ik twee slaven
,-e||;e met ketens om den hals aan
i vastgeklonken waren, en door twee
ü.den met bajonetten gewapend, be
ll n-erden. Zij zongen onophoudelijk
felijke liederen, waarvan ik echter niets
L0rid Hiervoor kreegen zij van de voor-
L-trs rijkelijk aalmoezen, bestaande in
L,e|d brood, en ajuin. Hetwelke zij al
Veilde inpalmden, en waarna zij weder
bbuiine gevangenis terug gebragt wer
ft) deze brug zat ook een oud man, I
lal biddende een stuk van een heilig I
,j aan de voorbijgangers toonde Dit
|j bad noch kop noch armen. Deze tors j
(zeker zoo fraai niet, als die beroemde
Linsche. Doch de grootste oudheidmm- j
T m geen meer eerbied voor dezen heb- j
de Russen voor hunnen verstom- 1
ebeiligen. Want geen van hun ging er
tij zonder een aalmoes te geven; welke
kle kassier van den heiligen, in ont
nam Ook vergaten zij niet een
voor hem te maken. Nu, dat doen
om een haverklap. Zij gaan geen
[i( kapel of kerkhof voorbij, veelmin
zij die binnen, ol zij maken een
i, want in alle deze bedehuizen staan
beelden, welke zoo geplaatst zijn,
[jj bij het inkomen dadelijk in het oog
L, Ook voordat zij eten of drinken en
tuis het zwaar weder is, kruissen zij
[ook sluiten zij bij die gelegenheid alle
UJ. .XlOt <^Kr\
en vensiers zorgvuldig dicht. Een
r :he boer zeide mij eens, terwijl het
trie, dat de God der Russen dit deed,
p: die ons niet raakte,
emoesten wij een lijst teekenen, waar
l-jtfedrukt was, welke landslieden wij
Ik gaf mij natuurlijk op als een Hol-
geboortig van Utrechl, denkende.dat
lil nog eemg voorregt zoude geven dat
ei Franschman was. Doch dit konde
Iwr geene onaangenaamheden behoe-
lielijk ik naderhand ondervond,
bi wij hier 10 dagen vertoefd hadden,
pons aangezegd, dat wij verder zouden
psporteerd worden. Ten dien einde
i wij buiten de poort gedreven, en in
|i hoopen verdeeld. Ik behoorde tot de
die naar de gouvernementsstad
u bestemd was. Tot mijn grievend leed.
b bevond ik toen, dat mijn brave gre
in Arij Hoogland, van wien ik hier voor
iken heb, van mij gescheiden, en bij
«rete transport geplaatst was, hetwelk
udere bestemming had. Dit viel mij als
donderslag op het hart.
Ibegaf mij dus naar den Gornischero of
"kouder, en verzocht hem, dezen ge-
aen krijgsmakker, den eenigsten die
mijne gansche compagnie overgebleven
mij te mogen houden. Doch al
bidden en smeeken was te vergeefsch
iwerd het mij op eene grove wijze ge
ïnd. Ik herhaalde mijne aanzoeken,
i men bleef ongevoelig. Er schoot mij
«iels over dan afscheid van hem te ne-
ii ik wilde hem bij die gelegenheid nog
Paar schoenen en eenen halsdoek, die
I mijn bundeltje had, geven, en wenkte
i óns om bij mij te komen. Daar hij dus
le om afscheid van mij te ne-
t «i ten dien einde zijne plaats verliet
ut mij toe te gaan, werd hij door Rus-
mat stokslagen weder naar zijne plaats
mren. Het gezigt dezer schandelijke mis
using trol mijne ziel zoodanig, dal ik
naar den stadhouder begaf, om daar-
i mijne verontwaardiging te kennen te
Daar ik het zekerlijk in wat al te
lermen deed, liet hij mij zeggen, dat
i met zweeg, hij mij de handen op den
j laten binden, en inplaats van te
s», le voet doen gaan. Ik moest deze ver
dij dus verkroppenen was blijde, dat
"kor voorspraak van eenige opper-officie-
van de mij gedreigde straf vrij-
II Ik moest dus mijnen braven grena-
'«laten, om hem nimmer weder le
J strekte zijne armen nog naar mij
k5 3 wilde hij mij vaarwel zeggen: tra-
1 droomden uit ons beider oogen; en
"«ten waren diep geroerd. Ik had de-
Melen jongeling in vele kommerlijke
idigheden leren kennen en droeg hem
Pwlijke achting toe, gelijk hij mij als
L er vereerde. Ik zegende hem in
Bedachten, en vertrok met een be-
korst. Nimmer heb ik sedert ook
k, iels van hem vernomen. De Hemel
zijne stof ook niet in het barre
i rust, en dus ben ik de eenigste van
iansche, meer dan 100 man sterke
compagnie, die dit moordtoneel ontkomen
ben, waarvoor ik dus duizendvoudig reden
heb om God le danken.
Wij vertrokken den 20slen Julij van Wo-
logda. Na eenige armoedige dorpjes, als naar
gewoonte, gepasseert te zijn, kwamen wij in
het steedje Boije, liggende bij de rivier
Cuslroma, welke door de aanhoudende
droogte doorwaadbaar was, zoodat wij zon
der uit het rijtuig te gaan. er door reden.
Op deze plaats begaf ik mij naar eene ka-
hak of kroeg, ten einde een glas bier te
drinken Hier vond ik verscheidene boeren
die bijna allen dronken waren, want een
Russische boer verlaat zelden een kabak,
zonder de waarde duchtig genoten te heb
ben. Op eens zag ik eenen geestelijke bin
nentreden, die mij toescheen de priester van
de plaats te zijn.
Ogenblikkelijk namen alle de boeren
hunne hoeden af en waggelden naar hem
toe. het hoofd nedergebogen, om zijnen ze
gen te ontvangen, welken hij, zijnen hoed
afnemende, hen ook gaf. waarvoor zij hem
uit dankbaarheid den handen kusten.
Dit gedaan zijnde, zetten zij de hoeden
weder op en nu dronk men samen een
vriendschappelijk glaasje. Dit geschiedde al
slaande voor de toonbank, en het duurde
niet lang of mijn goede priester was net zoo
dronken als de rest, zoodat het mij (oe
scheen, dat hij geen groote meesier in het
drinken was. wijl hij het zoo schielijk weg
had Eindelijk dwaalde hij de deur uit en op
straat eenen boer ontmoetende, gaf hij hem
ook in het voorbijgaan zijnen zegen. Indien
nu alle deze zegenwenschen tot hunne ver
betering mogen strekken, dan is het goed.
want die hebben zij hoog noodig.
Wij werden als naar gewoonte in de ge
ringste huizen ingekwartierd, want de zoo
genaamde fatsoenlijke lieden wilden ons
niet onder hun dak hebben. Echter had ik
geen reden om mijn logement te beklagen.
Want mijne hospita, een arme soldaten
vrouw, beloonde ons, hoe behoeftig ook, alle
hulp, en toen wij 's anderen daags op reis
gaande, onze bundeltjes op den wagen ge
pakt hadden en afscheid van haar namen,
zagen wij tranen in hare oogen. Ook gaf zij
ons nog een groot brood mede op reis, daar
bij voegende- Ach, zoo mijne man ook in
vijand's handen mogt gevallen zijn, hoop ik,
dat hem ook zoo iets met even gul hart
mag gegeven worden, als gij dit thans van
mij ontvangt.
Diep getroffen over deze menschlievend-
heid van deze goede vrouw zegenden wij
haar en wensohen haar toe, dat zij een
maal haren geliefden echtgenoot gezond en
frisch in hare armen mogt zien weder
keren
Nadat wij onze reis vervolgende, det ri
vier Castroma nogmaals overgetrokken wa
ren. kwamen wij in een dorp, alwaar onze
conducteur woonde Hij had hier een groot
huis even buiten hetzelve. Hier nam hij
twaalf van on9 mede om te logeren, en
wende alles aan om ons het leven zooveel
mogelijk aangenaam te maken
Daar hij een groot liefhebber van de
jagt was, legde hij legen den volgenden dag
een jaglparlij aan. die wij allen, zoo ie voel
als ie paard, bijwoonden. Wij vingen veel
wind. deels mei schietgeweer, deels met de
lange honden Wij vermaakten ons dezen
dag zeer goed. en vergaten dus voor eeni
ge ogenblikken ons onaangenaam lot. Dan
dit gebeurde ons helaas, maar zeer zeld
zaam
Van hier kwamen wij in de slad Gal
lisch. waar wij rusldag hielden Deze stad
ligl aan een groot moer, hetwelk zeer
vischrijk en mei hooge bergen omringd is.
Ik maakte van den ledigen lijd dien wij
hier hadden gebruik om eene dezer bergen
le beklimmen, en ik vond mijne moeile rij
kelijk beloond, door de heerlijke gezigtcn,
welke men van daar had.
Ik was hier hij eenen blauwverver in
gekwartierd. Toen wij binnentraden, kwam
hei geheele huisgezin le voorschijn. Zij
bekeken ons met de grootste nieuwsgierig
heid, alsof wij vreemde gedierten waren,
en hielden hunne neuzen dicht om den on-
aangenamen reuk niet le ontwaren, die zij
zich verbeelden, dat wij bij ons hadden.
De vrouw van den huize, welke een
kind op de armen had. begon met eersl tot
ons le spreken: daarbij te verstaan ge
vende, dat wij geen Christenen waren, en
dal wij te Moskou kleine kinderen ver
moord en dezelve gegeten hadden, tege
lijkertijd op haar kind wijzende, als wil
lende daarmede te kennen geven, dat wij
daar ook wel lust aan zouden hebben Wij
hadden veel moeite om haar te beduiden,
dat wij geen menscheneiers waren. Dit be-
lagchelijke vooroordeel hadden de geeste
lijken hun ingeprent, die een onbegrensd
vermogen op deze domme menschen heb
ben Zekerlijk waren deze en andere ge
ruchten door hun verspreid om den haat
tegen de Franschen bij hel volk op le wek
ken en gaande te houden, teneinde het
zelve ler verdediging van het vaderland
aan te vuren en in zooverre kan men zulk
een handelwijze verschonen, doch zij kon
toch niet missen, nadelige indrukken na
te lalen, welke soms eeuwen duren.
(Wordt vervolgd).
RECLAME.
9366
DE RUSSISCHE BOER ALS KOLONISATOR
(Nadruk verboden.)
Het is in sommige kringen in West-Europa,
ook hier te lande, gewoonte geworden, sma
lend over het Russische volk te spreiken. De
onwetende, ruwe, barbaarsche Russische
massa, is tot niets in staat, kan alleen ge
hoorzamen, zich onder de heerschappij van
een despoot bukken. Komt die massa einde
lijk in opstand, dan richt zij ontzettende
verwoestingen aan en eindigt met zich aan
een nieuwe autocratie te onderwerpen. In
plaats van den tsaar komt een Lenin, een
Stalin enz. In wezen komt het op hetzelfde
neer. De Russische massa mist elke capaci
teit voor actieve handelingen, voor doelbe-
wuslen opbouw Zij kan alleen slaven op
leveren.
Als reactie fegen de overdreven en vaak
belachelijke verheerlijking van alles, wat
cr nu m Rusland gebeurt, is deze stemming
begrijpelijk. Ik zal nog meer zeggen: een
zekere, zij het zeer geringe, microscopische,
kern van waarheid is er in deze redeneering
wel aan te wijzen Maar dan zou deze rede
neering ook voor zeeT°veel andere volkeren
van toepassing zijn. Nemen wij den toestand
in zijn werkelijke verhoudingen en afmetin
gen. dan moeten wij zeggen, dat deze pessi
mistische opvatting overdreven, onredelijk
en onrechtvaardig is. De menschen, die der
gelijke dingen beweren, do Russische boeren
als een soort indolente Aziaten beschouwen,
vergeten, dat de Russen geen Aziaten
maar Europeanen zijn, dat zij niet uit het
Oosten, maar uit hel Westen stammen, dat
zij onder de ongunstigst denkbare omstan
digheden (geen enkel Europeesch volk had
met zulke geographische en historische
moeilijkheden te kampen als de Russen) een
grooten staat hebben geschapen, dien staat
tegen alle vijanden hebben welen te ver
dedigen. een uitgestrekt gebied hebben ge
koloniseerd, een beschaving hébben gescha
pen. die zeker niet tot de minst belangrijke
in Europa behoort. Ik zou deze lijst nog
kunnen voortzetten en veel andere feiten
noemen, maar het medegedeelde is toch
voldoende om de onhoudbaarheid van deze
opvatting aan te toonen. Ter illustratie wil
ik vandaag iels over den Russaschen boer
als kolonisator vertellen.
Het zou voor den lezer zeer interessant
zijn te vernemen, hoe de Russen het ge
bied van tegenwoordig Rusland hebben ge
koloniseerd en waarom de Russische
boer sleeds verder trot, bosschen kapte,
maagdelijken grond beploegde, bovenmen-
schelijk werk verrichtte voor het in cultuur
brengen van wilde stTCken. Dat is echter
moeilijk in een op9tel te bespreken. Wij
zullen ons beperken tot een voorbeeld, hoe
de Russische boer, over wiens indolentie,
ruwheid, gebrek aan energie enz. vaak ge
sproken wordt, een streek koloniseerde.
Daarbij nemen wij als voorbeeld het meest
ongunstig gelegen land mei dc ongunstigst
denkibaTe geographische en klimatologische
voorwaarden, nl. Jakoetië.
Jakoetië is een geweldig uitgestrekt land,
bijna zoo groot als gdheel Europa zonder
Rusland. Over het klimaat van dat land
kan de lezer zich een beeld vormen door
de volgende feiten:
De winter duurt er 8 maanden (Septem
berMei), in sommige strelken nog langer.
Ail dien tijd hoerscht er een felle koude (de
koude-pool ligt in Jakoetië), al die maanden
is de grond bedekt met een dikke sneeuw
laag, alle rivieren, meertjes enz. zijn be
vroren Soms valt er overigens ook in Juni
sneeuw en blijft dan een etmaal lang liggen.
Het land ziet er ook 's zomers triestig uit,
vooral in het Noorden. Overal ziet ge daar
eindelooze moerassen, begroeid met wit
achtig mos. waarin de voeten wegzakken.
Onder het mos is water. In het Zuiden is
de toestand iets beter, maar in geheel Ja
koetië, zoowel in het Noorden als in het
Zuiden, bevindt zich vlak onder de opper
vlakte het z.g. „eeuwige ijs", ijs, dat sinds
de ijsperiode niet smelt. Bij Nizjinc-Kolymsk
bevindt het eeuwige ijs zich op een diepte
van 912 centimeter onder de oppervlakte,
bij Sredenekolymsk op een diepte van pl.m.
18 centimeter, bij Jakoetsk op een diepte
van een el, in het Zuiden op een diepte van
een meter of iels dieper. In bet allergun
stigste geval is dus de aardlaag slechts 1
meter dik en daaronder ligt ijs, dat nooit
smelt.
De boomen hebben zich aan deze omstan
digheid aangepast, hun wortels gaan niet
diep in den grond, maar spreiden zich vlak
onder de oppervlakte. Daardoor siaan die
boomen minder stevig en elke storm waait
heele bosschen om, die later naar de IJszee
worden weggedreven.
In dat onherbergzame land woonden de
Jakoelen, een volk van jagers en visschers,
armzalige vertegenwoordigers van het men-
scheiijke ras. Aan landbouw dachten zij
niet. zij wisten niet eens wat dat woord
beleekende De Russische overheid deed
reeds in de XVnide eeuw pogingen in Ja
koetië landbouw le verspreiden. Zij deed dat
met behulp van misdadigers, dwangarbei
ders. Iedereen weet, dat gedwongen arbeid
een betrekkelijk geringe waarde beeft. En
loch heetl de Russische overheid heel wat
op dit gebied bereikt. In de zestiger jaren
van de XIXdo eeuw kreeg Jakoetië de eerste
kolonisten, die geen tuchthuisboeven, maar
echte boeren waren. Het waren leden van de
secie der „skoptsen" (een secle, die in eiken
staat zou verboden worden, omdat de grond
gedachte van deze secte deze menschen
caslreeren iedereen, die zich bij hen aan
sluit tegen de wetten van elk beschaafd
land indruischt), dio daarheen werden ver
bannen om hen te isoleeren. Zij werden daar
vrijgelaten en in de gelegenheid gesteld den
grond te bewerken.
Hun leer gebiedt hun zich alleen van den
grond te voeden, d.w.z. alleen landbouw en
tuinbouw le beoefenen. En deze onwetende
Russische boeren, leden van een kerkge
nootschap met barbaarsche opvattingen,
hebben in eenige decennia in het onher
bergzame Jakoetië welgestelde, bloeiende
landbouwkolonies gesticht, waarop elk be
schaafd volk zeer irotsch zou kunnen zijn
Zij begonnen in het Zuiden van Jakoetië
(het woord „Zuiden" moet hier natuurlijk
niemand op een dwaalspoor brengen-, in dat
„Zuiden" ligt op een diepte van 1 meter
het eeuwige ijs, duurt de winter met zijn
vreeselijke vorsten 7 maanden), in het
Olekminsehe district. Toen de kolonies daar
een succes werden, begonnen zij landbouw
kolonies in het gebied van de stad Jakoetsk
te stichten, dus onder veel ongunstiger om
standigheden (het eeuwige ijs ligt daar op
een diepte van slechts een el!) Ook hier was
het succes zeer groot Het voorbeeld van de
Russische boeren werkte aanstekelijk op de
inboorlingen en ook de Jakoeten begonnen
landbouw te beoefenen. Vóór den oorlog
waien ot reeds in het district Jakoetsk veel
Jakoetisohe landbouwkolonies. De Russische
boeren trokken intusschen steeds verder
naar het Noorden en trachtten landbouw
kolonies te stichten ten Noorden van het
poolcirkel! De pogingen, om daar graan te
verbouwen, waren op een mislukking ui-tge-
loopen, maar de kolonisten gaven zich niet
gewonnen en zetten hun proefnemingen
door
De Russische boeren hebben na lang zoe
ken graansoorten (tarwe, koren, rogge en
haver) gekweekt, die zich geheel aan de on
gunstige kiimaioiogische omstandigheden
van de streek hebben aangepast. Het zijn
graansoorten, die bestand zijn tegen de
sterke temperatuurschommelingen (en die
schommelingen zijn in Jakoetië zeer groot)
en snel rijp worden. De laatste omstandig
heid is van bijzonder veel belang, omdat
de zomer daar zeer kort is. De oogst was
in den regel bevredigend. Men denke z-iclh
slechts den toestand in: een veld met gol
vend graan en een meter (vaak- een eli)
daaronder het eeuwige ijs! De Russische
boeren stelden zich met de verkregen resul
taten niet tevreden. Zij beslaten ook tuin
bouwers te worden.
Zij hebben daarbij hel volgende middel
bedacht. Zij groeven een kuil tot aan het
„eeuwige ijse". In dien kuil wierpen zij een
laag paardemest van pl.m. 35—10 centi
meter en daarboven wierpen zij aarde. Op
deze bedden kweekten zij augurken en an
dere gewassen. Zelfs watermeloenen wisten
zij op die bedden le kweeken (onder normale
omstandigheden groeien watermeloenen al
leen in Zuid-Rusland) I En dat alles in de
omstreken van Jakoetsk. Ook aardappelen
verbouwden zij op hun grond. Vóór den
oorlog verbaasde de welstand van de dorpen
der „skopten" in de districten Olekma en
Jakoetsk ieder vreemdeling. En men bedenke
dat zij dien welstand zonder eenigen eteun
van de overheid hebben geschapen, dat zij
al blij waren, wanneer de overheid hen met
rust liet en zich met hun arbeid zoo min
mogelijk bemoeide.
De kolonisatie der skoptsen is één voor
beeld uit zeer vele. De geschiedenis van het
Russische volk is zeer rijk aan dergelijke
voorbeelden, die den Russischen boer in een
geheel ander licht stellen dan de Westerlin
gen in hun hoovaardig'heid het doen. De
Russische slaat is het werk van deze boeren,
die telkens verder trokken, bosschen rooiden,
woeste gronden beploegden, een laaien strijd
tegen de wilde nomaden voerden, den drang
van de barbaren naar het Westen tegen
hielden en daarna die barbaren zelfs steeds
verder terugdrongen. Lang voordat de En-
gelschen den zeeweg naar de Dwina (Ar
changel) hebben gevonden, kenden de Rus
sische visschers dien weg. In hun lichte
bootjes voeren zij over de IJszee, drongen
tot zeer ver in het Noorden door, ontdekten
eilanden, die Europeanen eeuwen later op
nieuw „ontdekten". De Russische kolonist
stak de zee over en nam bezit van Alaska.
De Russische nederzettingen strek-ten zich'
in Amerika ten slotte uit tot aan tegen
woordige Cali'fornië, waar de Russische
grenspalen naast die van Spanje stonden.
De Russische overheid steunde die koio-
nislen niet Zij plukte alleen maar de vruch
ten van den arbeid der kolonisten, nam de
gekoloniseerde gebieden in bezit. En wan
neer die overheid zelfstandig begon op le
treden, dan leidde dat alleen tot mislukkin
gen en verlies van grondgebied. Zoo verloor
Rusland, door de schuld van de slecht#
regeerders, zijn Amerikaansche bezittingen.
De nieuwe despoten van Rusland, de
Georgiër Stalin en zijn bende, zijn in dit
opzicht nog erger dan de oude autocraten.
Phanatici. die overtuigd zijn, dat ailles zich
volgens één schema moet ontwikkelen, ver
woesten zij 'het werk, dat de Russische boe
ren in den loop van eeuwen hebben ver
richt. De landbouwikolonies in Jakotië gaan
nu ten gronde, omdat de tegenwoordige heer-
schere overal „collectieven" en „graan-
fabrieken" willen oprichten. Dezelfde ge
volgen zijn ook in andere deelen van het
land waar te nemen. Maar de Russische boer
is (aai en gaat niet ten gronde. De heer
schappij van de bolsjewiki zal niet eeuwig
duren en dan zal de Russische boer zijn
werk hervatten en de expansie van het Rus
sische volk zal hervat wordenDe Russische
boer behoort lot het ras der statenslichters
en kolonisators.
Dr. BORIS RAPTSOHINSKY.
RECLAME.
TE DIK OP 25-JARIGE(N
LEEFTIJD.
Een Rotterdamsch meisje dankt aan
Krnschen haar gewichtsvermindering
Honderden klagen dagelijks over corpulen
tie, duizenden anderen klagen nooit, maar
dragen zwijgend de lasten van deze kwaal.
En toch bestaat er een middel, dat aan al
deze ellende een einde maakt. Lees slechts
dezen brief:
„Als meisje van 25 jaar was ik voor mijn
leeftijd veel te dik. Ik had in de courant vele
Uwer adverlenlies gelezen en besloot ook'
eens Kruschen Salts te probecren Na eenigen
tijd kon ik werkelijk constateeren, dat ik:
een heel stuk afgevallen was. Ik zal Kru
schen Salts dan ook aan al mijn kennissen
aanbevelen" Mej. A. B. le Rotterdam.
Kruschen Salts, een volmaakte combinatie
der zes minerale zouten, die Uw lichaam
iederen dag noodig heeft om naar behooren
fe kunnen funcüonneeren, zuivert het bloed
van schadelijke stoffen en helpt de nieren
en ingewanden de afvalproducten le verwij
deren. De zes zoulen, die Kruschen bevat,
worden door het bloed opgenomen, en geven
iedere zenuw, klier en inwendig orgaan
nieuw leven en nieuwe kracht. Neem
iederen morgen een halven theelepel Kru
schen Salts op een glas warm water of in
Uw eersten kop thee voor het ontbijt en lang
zaam maar zeker verdwijnt die ieelijke cor
pulentie. U voelt zich wonderlijk gezond,
vol werklust en energie. Het leven is U niet
langer een lasL 9336
Koop nog heden een flesch en begin morgen
ochtend met de „dagelijksche dosis".
Kruschen Salts is verkrijgbaar bij alle palho-
thekers en drogisten A f. 0.90 en f. 1.60 jȕ
flacon.