HERZIENING VAN DE
LAGER ONDERWIJS-WET 1920
Bij Gevatte Koude Canaoiri'1'
Verslag van de Staatscommissie-Rutgers.
Geen wijziging in de grondslagen der wet.
Beperking der kosten.
Stelt de Staatscommissie dus niet een wij
ziging voor van de grondslagen van het
Bnancieele stelsel dor wet, binnen het kader
van het stelsel heeft zij overwogen of de kos
ten van de financieels gelijkstelling en de
kosten van hel lager onderwijs als geheel
kunnen worden beperkt.
Wat het vervolgonderwijs betreft doet do
commissie geen voorstellen tot wijziging.
Wat het buitengewoon onderwijs betreft
meent de commissie, dat de nakoming van
het voorschrift der Grondwet, dat fin ge
lijkstelling van het algemeen vormend bijz.
lager onderwijs eischt met het openbaar la
ger onderwijs niet langer mag worden uit
gesteld Zij heeft een algemeene wettelijke
regeling ontworpen voor het onderwijs aan
zwakzinnigen en zeer zwakzinnigen, als
mede voor 't oinderwijs aan schipperskinde
ren Door deze regeling zal ook het gemeen
telijke onderwijs aan deze categorieën van
leerlingen steeds op Rijkssubsidie aanspraak
hebben De verhooging van de Rijksuitga
ven uit de voorgestelde regeling voortvloeien
de, raamt de commissie op f. 1 000.000. welk
bedrag intusschen eerst na een reeks van
jaren zal worden bereikt. Ten aanzien van
de overige vormen van buitengewoon onder-
wi'is zal de door de commissie voorgeslelde
regeling den be9taandcn invloed vrijwel on
veranderd laten.
Wat het gewoon en het uitgebreid lager
onderwijs betreft, moet bij het bespreken
van dc kosten worden onderscheiden tus-
«vrhen de salarissen van de verplichte on
derwijzers die voor rekening van hel Rijk
zijn, en de kosten der gebouwen en oe ex
ploitatie Het bedrag der salarissen heefl de
commissie niet in baar onderzoek betrokken.
Het aantal onderwijzers, dat voor Rijks
rekening komt, is afhankelijk van den leer
tijd, waarin de commissie geen wijziging
voorstelt, en van de grootte der schoolklas
sen. Te dien aanzien is de commissie geko
men lót een ander stelsel, dan thans in art
28 der wet gevonden wordt voor de bereke-
ing van het aantal aan elke school te ver
binden onderwijzers, zulks ten einde split
sing van scholen niet in de hand te werken.
De commissie heefl voorts gemeend de cij
fers in dat stelsel aldus te moeten stellen,
dat een vermindering van de uitgaven daar
van hel gevolg is.
Volgens het ontworpen art. 28 wordt aan
elke school voor gewoon lager onderwijs het
hoofd bijgestaan door ten minste een on
derwijzer. zoodra het aantal leerlingen van
het voorafgaand kalenderjaar 46 bedraagt;
voor elk 45 lal leerlingen boven de 46 wmdl
een onderwijzer meer vereischt Voor de
scholen voor uitgebreid lager onderwijs zijn
deze aantallen 27 en 26 Voor de toepassing
hiervan wordt een school voor u l o met be-
nrdenbnuw gesplitst Het hoofd der school
wordt geacht aan boven- en benedenbouw
werkzaam te zijn Voor den benedenbouw is
een onderwijzer van bijstand mrer vcrei9cht
dan in het eerste lid (betreffende scholen
voor gewoon 1. o.) is aangegeven.
Hel voorstel der commissie zal, wordt bet
aanvaard, niet ineens zijn vollo werking
doen gevoelen. Het zal leiden lot een ver
mindering van bel aantal onderwijzers met
onjeveerl600. De commissie stelt een
overgangsbepaling voor. waardoor deze ver
mindering m drio jaar bereikt zal worden.
Het bedrag aan salarissen, dat dnarmpde
bespaard wordt zal, wanneer het gemiddeld
salaris voor het gewoon t.o. op f. 2000
wordt gesteld en voor het u.l.o. op f.3000,
aan het eind van die drio jaren rond
f. 3431000 bedragen waartegenover een
jaarlijks afnemend bedrag aan wachtgelden
staat Na tien jaar zal, door hel buiten
werking geraken van de overgangsbepaling
voor bestaando kleine scholen, hel aantal
onderwijzers opnieuw met ongeveer 933
verminderen (berekend naar den toestand oP
1 Januari 1928'. hetgeen een verdere bespa
ring van f 1866000 zal meebrengen. Bij die
besparing is geen rekening gehouden met
hetgeen hel Rijk aan het Pensioenfonds is
verschuldigd, na aftrek van de op de onder
wijzers verhaalde pensioenbijdragen
Keuring van onderwijzers vóór
hnn eerste aanstelling.
Een andere besparing zal hel gevolg zijn
van de door de commissie voorgeslelde ge
neeskundige keuring van onderwijzers vóór
hun eerste aanstelling, waardoor het ge
vaar, dat in hel onderwijzer9corps personen
worden opgenomen, van wie het te ver
wachten is. dat zij over korten lijd ais inva
liden het Pensioenfonds zullen bezwaren,
zóóveel mogelijk wordt beperkt
Wat de exploitatiekosten der openbare en
bijzondere school betreft wordt opgemerkt,
dat hot bedrag daarvan geheol afhangt van
de beslissing der gemeentebesturen, die deze
kosten hebben te dragen De commissie stelt
enkelo wijzigingen voor. waardoor voor
komen wordt, dat dezelfde soort van uil
gaven der bijzondere school hetzij als exploi
tatiekosten, hetzij als kapitaalsuitgave zal
kunnen worden vergoed Den termijn, ge
durende welken bijzondere scholen voor ge-
mcenterekeTiing een boventallige onder
wijzer in dienst kunnen houden nadat de
gemeente zelve opgehouden heeft bovental
lige onderwijzers tc hebben wil de comm.
van 2 op 1 jaar teruggebracht zien; waar
tegenover slaat, dat de schoolbesturen vol
gens de voorstellen der comm., tijdig zullen
weten, wanneer zij lot aanstelling van een
boventalligen onderwijzer voor gemeente-
rekening kunnen overgaan; evenals zij ook
tijdig het bedrag zullen kennen, dat zij voor
exploitatiekosten kunnen besteden.
Mr. V. H. Rutgers.
Verschenen is hel verslag van de staats
commissie. ingesteld bij K.B, van 2 Juli
1926, inzake herziening van do L.-O-wet
1920.
Voorzitter der commissie was de hoer
V H. Rutgers, oud-minister van Onderwijs,
Kunsten en Wetenschappen
Aan de commissie werd opgedragen te
overwegen, of in de L. O.-wet 1920 wijzigin
gen bchooren t* worden aangebracht, waar
door niet volkomen eerbiediging van het be
ginsel der financieele gelijkstelling tegen
over de openbare kassen van het openbaar
en bijzonder lager onderwijs en zonder
schade te doen aan de vitale belangen van
het onderwijs, aan dat beginsel een minder
kostbare toepassing wordt gegeven en tevens
of. en zoo ja, in hoeverre, kan worden tege
moet gekomen aan de klachten, die zoowel
door gemeente- als door schoolbesturen wor
den geuit ten aanzien van hnn inziens niet
noodzakelijke beperkingen van de vrijheid
van het onderwijs
De grondslagen moeten ongewijzigd
blijven.
De commissie heeft zich in de eerste
plaats de vraag gesteld ol de grondslagen
van de beslaande wet op het lager onder
wijs moeten bewaard blijven dan wel of op
den grondslag van art. 195 der Grondwet
een geheel ander dan het thans vig»erende
stelsel moet worden gekozen Na gezette
overweging is de commissie tot de slotsom
gekomen, dat de grondslagen van het be
staande stelsel moeten behouden blijven
In het bijzonder wat betreft de plaats dio
de grmeente in de L O -wet inneemt en wat
betreft de verdeeling van de kosten tussohen
haar cn het Rijk. stelt de commissie geen
verandering voor Alleen merkt de commis
sie. op, dat de verdeeling van de kosten van
liet openbaar onderwijs tussohen Rijk en ge
meenten ongeveer dezelfde zal moeten zijn
nis die van hel bijzonder onderwijs
Aaneaande de vraag of inderdaad een te
genstelling beslaat tussohen de verwachting,
dat de L. O -ivet 1920 een aanmerkelijke ver
lichting van lasten voor de gemeenten zou
medebrengen en de uitkomst, die deze wet
voor de gemecnte-financiën heeft opgele
verd, bepaalt de commissie er zich toe te
wijzen op een drietal punten, welke tot voor
zichtigheid moeten nopen alvorens het be
slaan van die tegenstelling wordt aangeno
men:
le. Een vergelijking heeft alteen zin. wan
neer kapitaalsuitgaven en exploitatiekosten
niet worden samengesteld hetgeen bij be
slaande statistieken wel geschiedt:
2e. bij de verwachtingen dal de lasten der
gemeonten verlicht zouden worden werden
onverplichte toekomstige uilgaven oer ge
meenten niet in de berekening betrokken;
3e de financieele resultaten der L. O wet
1920 zijn niet gelijk voor alle gemeenten
l)al in de eene gemeente de gemeente
lijke uitgaven voor het onderwijs door da
wet van 1920 zijn gestegen en in de andere
gedaald is niet een onredelijke achterstel
ling van de eerstbedoelde gemeenten; veet
eer was de vroegere toesland, toen sommige
gemeenten door de kosten van net lager on
derwijs zeer weinig bezwaard werden, om
dat dil in bijzondere scholen werd gegeven, 1
onredelijk te achten en heefl de financieele
gelijkstelling bepaaldelijk fen doel gehad
hioraan een einde te maken.
Eén voorstel der commissie brengt ecnigo
geringe verschuiving van lasten tusschen
Rijk en gemeente mede; het is de bepaling
in het eerste lid van art 56. dat het ge
meentebestuur aan het begin van hel jaar
aanwijst welke onderwijzers voor Rijks
vergoeding in aanmerking worden gebracht.
De bedoeling van deze wijziging is uitslui
tend, adminislratieven omslag le voorko-
men Hot resultaat zal intusschen ook een
gering financieel voordcel voor het Rijk zijn
Geen verschuiving van lasten is gelegen
in het vervallen van art 68 (mogelijkheid
van tijdelijke Rijkssubsidie aan gemeenten
indien deze door ondenvijs-uitgaven onbil
lijk zouden worden bezwaard in verhand
tol haar middolenl en van het achtste lid
van art 2f>5 (mogelijkheid van jaarlijksche
tegemoetkoming van Rijkswege aan ge
nieenten ingeval van onbillijke bezwaringV
Sedert jaren zijn deze bepalingen nauwe
lijks toegepast. Na de invoering van de wet
tot regeling van de financieele verhouding
is er voor behoud van deze artikelen geen
grond.
Ook wat de kosten betreft, die de sticht.
van een schoolgebouw meebrengt, heeft de
gemeente reeds thans ten opzichte van open
bare scholen de volledige beslissing en ten
opzichte van bijzondere scholen zoodanige
bevoegdheid, dat zij het in de hand heett
noodelooze kosten te voorkomen. Hier doet
zich echter de vraag voor of het aantal scho
len wat kan worden beperkt. De houding ten
opzichte van dit vraagstuk wordt in de
eerst*, plaats bepaald door het stelsel, dat
welbewust in de Grondwet is aanvaard. Het
voorkomen van sticht, van te kleine schoten
is met dat stelsel zeker niet in strijd. Deze
strekking bezit de bepaling van de L. 0.-
wet. welke voor bijzondere scholen een
minimum aantal leerlingen van 40, 60, 80
of 100, naar gelang van 'het inwonerslal
eischt. Do commissie is van oordeel, dat
verhooging van deze cijfers geen aanbe
veling verdient: zij zijn reeds hooger dan
door de Bevredigingscornmissie werd voor
gesteld. wellCe slechts een algemeen mini
mum van -40 leerlingen kende. Voor de open
bare school bestaat een dergelijk mirumuin-
cijfer niet. Ten opzichte van de kleine open
bare scholen handhaaft do commissie hel
stelsel, dat de betrokken autoriteiten voor
ieder geval afzonderlijk beoordeelen of do
gemeente zich de boeten van instandhou
ding van de school behoort le getroosten.
Wat de bijzondere school betreft moet. be
houdens het niet gesubsidieerd worden van
scholen beneden het strak9 genoemde mini
mum aantal leerlingen, het oordeel over de
noodzakelijkheid van een school, krachtens
de bepaling der Grondwet, overgelaten wor
den aan hen, die haar stichten
De commissie doet geen andere voorstel
len tot beperking van het aantal openbare
of bijzondere scholen dan de wijziging van
art. 28, welke beoogt splitsing van scholen
niet te bevorderen, alsmede de vervanging
van de „verklaring" van art. 73 (betreffende
het toekomstig aantal leerlingen van een
aangevraagde bijzondere school) door een
verhooging ertoe kan bijdragen, ongemoti-
len met minder dan 150 leerlingen, welke
verhooging eroe kan bijdragen, ongemoli-
l veerden schoolbouw le voorkomen.
Do commissie doet voorts het voorstel om
bijzondere scholen te verplichten genoegen
te nemen met het medegebruik van gym
nastieklokalen.
Wat de commissie denkt te besparen.
Van de tot nog toe vermelde voorstellen
der commissie, welke de strekking hebben
de onderwijs-uiligaven te beperken, koa het
te verwachten financieele resultaat niet
met volkomen zekerheid worden geraamd.
De voorgestelde wijziging van art. 28 brengt
echter een besparing van f3.454.000 na dri"
jaar, na tien jaar van f, 5.320.000, waar
tegenover staat een jaarlijks afnemende uit
gave voor wachtgelden Togenover de be
sparing slaat er voor een deel door de
Grondwet geèiscbte vermeerdering van
Rijksuitgave voor het buitengewoon onder
wijs, ivclke tot f, 1.000.000 zal kunnen stij
gen, Ook de kosten van de opleiding van
onderwijzers hebben een voorwerp van on
derzoek uitgemaakt. Een berekening, waar
bij ervan is uitgegaan, dat in de plaats van
de 30 Rijkskweekscholen en 73 gesubsi
dieerde kweekscholen, waarvoor op de be
grooting 1930 gelden zijn uitgetrokken, bij
uitvoering van de in de wet van 1920 op
genomen regeling zouden komen 88 kweek
scholen en 22 opleidingsscholen, leidde lot
dc slotsom, dat de kosten zouden stijgen van
f. 4 295 000 (raming voor 1930 builen de
leesrcJioIen en na aftrek van de opbrengst
der schoolgelden) lot ff 7.272.800 (na aftrek
van schoolgelden) Indien de in de wet op-
ge,nomen opleidingsschool zou wegvallen en
door kweekscholen vervangen worden, zou
den de uitgaven stijgen tot f. 7 959.000 Van
deze bcdTagen zou dan f. 2 006.400 resp
f 2.308.000 besleed worden aan toelage aan
onderwijzers tn opleiding. De commissie
komt lol de conclusie, dat de in de wet van
1920 neergelegde opleiding niet behoort le
worden ingevoerd, doch dat het thans, over
eenkomstig de overgangsliepalingen der wet
en daarop steunende Kon. besluiten be
staande stelsel, dat in de praktijk goede
resultaten heeft gegeven, als wettelijk stelsel
moet worden aanvaard. Vergeleken bij den
bestaanden toestand is in het daartoe strek-
kende voorstel een bezuiniging niet gelegen,
I doch een belangrijke slijgmg van kosten
in de naaste toekomst wordt daardoor ver-
I meden.
Indien als resultaat van hol onderzoek
der commissie belangrijker bezuiniging wa
verwacht, dan wijst zij erop, dal zoolang de
Grondwet openbare scholen vordert, die vol
ledig uit de openbare kassen worden bekos
tigd, terwijl naar denzelfden maatstaf ook
de bijzondere scholen uit die kassen moeien
worden bekostigd, ingrijpende ontlasting
van die kassen niet mogelijk is.
In dc opdracht der commissie werd be
halve op bezuiniging ook in het bijzonder
haar aandacht gevestigd op het wegnemen
van niet noodzakelijke beperkingen van do
vrijheid \an het onderwijs. Ook op dit punt
heeft de conamissio bij voortduring baar
aandacht gevestigd gehouden. Verschillende
wettelijke bepalingen, dae dc vrijheid van
openbare cn bijzondere scholen beperken,
sielt zij voor te verzachten of te schrappen.
Zoo wenscht zij aan de gemeentebesturen
de vrijheid te hergeven aan het hoofd dei-
school a-I of niet het onderwijs in een klasse
op te dragen. Zij wil. in overeenstemming
met het bij de Tweede Kamer aanhangige
wetsontwerp, bij de regeling van 't school
geld aan de gemeenten meer vrijheid van
beweging laten Zij acht het voldoende 20
uren per week onderwijs in de verplichte
vakken te eischen inplaals van 22 uur Zij
wil toegelaten zien. dat scholen voor uitge
breid lager onderwijs zhcfli niet beperken tot
•irie of meer leerjaren, volgende op het zesde
leerjaar eener lagere school, doch ook de
lagere leerjaren omvatten. Zij wil het on
derwijs in vreemde talen niet volstrekt uit
gesloten zien in het vijfde en zesde leerjaar
Aan het rapport zijn eenige nota s van
leden der commissie toegevoegd.
Het geheele rapport met zijn bijlagen is
een boekdeel van 290 pagina's.
IX.
Wij voerden vee mede. bestaande ijit
koeijen, schapen en varkens, waarbij ten
minste nog zestig sfuks hoornvee was, de
welke door eenen onderofficier en eenige
manschappen voortgedreven werden; toen
wij op het onverwachtste van dezen voor
raad beroofd werden. De koude was reeds
zoodanig gevorderd, dat de mees'.e riviertjes
welke wij passeerden, zoo sterk digt gevro
zen waren, dat de weg reeds over dezelve
gebaand was. Eenmaal toen ook onze kudde
eene rivier passeerde, alwaar eenige gaten
in het ijs gemaekt waren, fen einde hel vee
te drenken, drongen deze dieren zoo digt op
elkander om bij het water te komen, dat
de massa te zwaar zijnde, voor het nog
zwakke ijs, hetzelve begon te kraken. Er
wa9 geen tijd om redding le kunnen loc-
brengen en dus zagen wij ze voor onzo
oogen in de rivier zinken, alwaar zij met
den stroom onder het ijs verdwenen; zeer
weinigen slechts werden gered, nierdoor
geraakten wij in groot gebrek, zoodat wij tot
het eten van paardenvleesch gedwongen
werden.
Na nog eenige dagen dus voortgetrokken
te zijn, zoodat wij de Russen altijd voor ons
cn op zijde hadden; steeds manoeuvrerende,
om don vijand van de grote Straat af te
houden en hem te beletten om den terug-
marscli der arméc van Moskou te belemme
ren, bereikten wij eindelijk de groote Straat,
cn sloegen als naar gewoonle, ons bivouaeq
op tegenover de Russen, welke er genoeg
zaam fen gelijken tijde met ons aankwamen.
Echter vielen er geene vijandelijkheden
voor, want wij van onze zijde hadden er
noch lust, nocli moed, noch krachten toe;
cn de Russen lieten ons maar stil begaan,
wel wetende, dat wij toch eindelijk in dc
fuik zouden lopen. Ons volk, door gedurige
marschen afgemat, sliep in de sneeuw lig
gende zoo goed, alsof zij op een bed lagen;
want de koude waren zij reeds gewoon ge
worden. Dikwerf had ik hier gelegenheid
om mij te verwonderen, hoeveel een mensch
niet kan doorstaan, én aan welke onge
makken en ontberingen hij niet door lang
durigheid van tijd kan gewennen; echfer be
hoort hier een sterk en gezond lichaams
gestel toe Men ziet dus hieruit welk een
groote schat dit is en hoe onverantwoorde
lijk zij handelen die dit dierbaar geschenk
des Heeren moedwillig verwaarloozen.
Aldus gedurig lerug trekkende, of, beter
gezegd, door den vijand terug gedreven,
bereikten wij den 26slcn November het arm
zalige dorpje Tjerritski, hetwelk reeds al de
rampen des oorlogs bad doorgestaan, en van
bijna alle zijne bewoners verlaten was. Er
waren slechts weinige huizen overgebleven,
welke wij, door de felle koude genoodzaakt,
in brand staken om ons bij derzelver vlam
men nog eenigszins te verwarmen. En dit
was doorgaans het lot van zoodanig plaats
jes, waar de retirerende armée doortrok.
Ook- was de weg overal als bezaaid met
doode menschen en paarden, met stukken
van gebrokene rijtuigen, enz. Dit alles teza
men genomen, vormde een toneel van ver
woesting, waarvan men zich geen denk
beeld kan maken. Men spoedde zich, om,
zoo mogelijk, de rivier do Berezina te be-'
reiken, van welke wij nog vier of vijf uren
verwijderd waren Wij waren reeds sedert
eenige dagen op de groote straat, waar eene
onophoudelijke beweging plaats had. De eem
wilde voor den anderen de rivier over en elk
spande zijne krachten in om daarheen te
komen, doch velen zegen, uitgeput door vcr-
moeijenissen neder, of bezweken onder den
last van den medegesleepten buit, en von
den dus den dood Van tijd tot tijd maakten
wij achterwaarts front, om den vijand te
doen zien. dat wij nog leefden. Doch zij,
insgelijks afgemat 'en daarenboven zeker
van hunne zaak zijnde, lieten ons met vrede;
wij waren nog niet waar zij ons hebben
wilden Wij braken des anderen daags, den
27slen November, versteend van koude en
uitgehongerd, in den stikdonkeren nacht op,
om ware het mogelijk, over do rivier te ge
raken, en kwamen alzoo aan dc slad
Borisow, waar ons lol stond beslist te wor
den Verschrikkelijker tooneel, dan hier op
ons wachtte, heeft welligt nimmer een9
menschen oog aanschouwd. Brand, ver
woesting en dood waarden op de verschrik
kelijkste wijze door elkander, en schenen
zich vereenigd te hebben om al wat adem
had, te vernietigen. Verbeeld u eene slad in
lichte laaije vlam staande, en twee legers
met elkander binnen deszelfs omtrek hand
gemeen. Hier zag men een brandend huis
met een vreeselijk gekraak instorten, daar
hoorde men hel gekleder der musketlen en
het gedonder van het kanon en tusschen
beide het naar gekerm der gekwetsten En
dan midden'onder al deze akeligheden, geen
uitziet, geene hoop op uitkomst; voor, achter
en op zijde eenen verbitterden vijand!
Overal staarde ons de dood mei holle kaken
aan Nadat wij dus van des middags twaalf
ure, tot aan het vallen van den avond, met
den moed der wanhoop gevochten hadden,
gelukte het ons de stad te behouden, of lie
ver, de Russen lieten ons dezelve behou
den. om ons op eene andore ptaals des te
zekerder le troffen.
Daar wij de achterhoede der groote nrmeé
uitmaakten, moesten wij den vijaEjl
overtogt over de Berezina zoo lang j j
betwisten, Zoodra het dus donker"
was maakten wij ons in alle stille 1
de brug te bereiken, die ongeveer c
I hogerop lag. Hoezeer ik door vermoei^
1 pijn afgemat en mijne ingewand»»"
koude, en honger inéénkrompen, snij,:
echetr mede voort, leunende op eene;
doch ik konde niels anders op den
zeiten. dan mijne hielen; want miijeJ
nen waren bevrozen, en geheel bet;
daar zij slechts met lappen en s:
vachten omwonden waren. Elk oog
dreigde ik fe bezwijken; zoodat mijne
luitenants Caltiou en Fechters
eerste ook hier zijn graf vond) mij
de armen moesten nemen cn ondei
Op dezen weg hinderden ons de trains
een menigte, die niet meer weerbaarnj
geweldig. Hun getal beliep eenige I
den, waaronder vele vrouwen wars
drongen alle op ons aan; om, zoo sj
tegelijk met ons, de brug te passeert1
helaas! het was te laat. De vijand m
Teeds voorgekomen c-n had zich ailiz
posteerd, ons met eene batterij vai
veer zestien stukken opwachtende
maakten ons dus zoo snel mogelijk tt
aanval gereed en rukten in gesloten!
nen voorwaarts. Eene doodscbe
heerschte er onder het afgematte en
looze volk. Weldra ontmoeteden ij
Russen, en geraakten dadelijk n?
slaags. Daar wij in den stikdonkere» al
elkander niet konden zien, rigtedenirjl
vuur op de vlam der vijandelijke kat®
Dan wijl zij hunne positie bij dag gets
l hadden, wisten zij naauwkeurig den
langs welken wij komen moesten. Bijnp
van hunne schoten miste dus; en erir
zeer velen vaq ons door geveld, zooah
maar al te wel aan het geschreeuw «3
kerm der gewonden bemerkten. Zij die
een doodelijk schot getroffen werden,
nog de gelukkigsten, want die gewond
was zeker van eenen martelenden dwl
zullen sterven. Hulp foch was er
iedereen had genoeg met zich zeiven lefo
en hij, die in doezen barren wintermc!'
den grond viel, sliep weldra, door b L
overmand, den eeuwigen slaap in. b
maal trachteden wij de Russische bq
met storm fe overmeesteren, maar we?
genoodzaakt, met groot verlies, van
voornemen af te zien en trokken eind;
naar eenen berg terug, alwaar wij quan!
formeerden, om ons zoo lang mof
staande te houden; in den waan zijfl&:
wij nog versterking zoude bekomen ra
andere zijde der rivier. Ons regementet'
44sle stonden in één quarré en toch
de flanken nog geen dertig rotten t'
waaruit men kan nagaan hoe verschrik
lijk wij geleden hadden; en echter btf
wij hier nog eenige sohoten met schv
welke vele van mijne brave krijgskot-
den en landgenooten nederrelden NadaR
dus tot middernacht geslaan hadden,
geene hoop op uitkomst was, werd er
capitulatie voorgeslagen, welke ook v>-'
lot stand kwam; en waarbij wij ons mel«j
geheele korps krijgsgevangen gaven.
Divisie-generaal Parlonneaux was t«l
voor ons gevangen, als zijnde voorwal
ten einde de posten zoo ver mogelijk 1
onderzoeken cn werd door dc Kozak
verrascht.
Daar er nu in den stikdonkeren en aj
ligen nacht niets meer te verrichten ve
men ons met rust; doch wij werden, zo
dat wij het wisten, van alle zijden door
Russen bewaakt. Zooa's het quarré gesta
had, viel ieder op den grond neder, e»
kropen zoo digt mogelijk bij elkander
ons te verwarmen. Ik lag midden ia
quarré, bij de trommen em Sappeur?
de sneeuw, en toen ik wilde opslaan,
mijn mantel aan den grond vast gen"
zoodat ik veel moeite had om denze
zonder scheuren los te maken. Dc akelir
gedachten over mijn toekomstig lot
stormden onophoudelijk mijnen geest
dikwijls kwam de roekelooze wensen I
mij op. wanneer ik een bevrozen lijk I
„ach, ware ik reeds aan u gelijk!" I
daeh! ieder oogenblik, van vermoeienis, M I
honger en koude te zullen bezwijken. I
(Wordt vervW
RECLAME.
7799
IT v Influenza, Griep en gQI •tabletten
Koorts i Rhpumatiek Wettig beschermd tegen VervalschingO"
Hoofdpijn en Kiespijn php 75b» xpou. ow»"
2~>