HET GESTOLEN LUCHTBALLONNETJE of DE GESCHIEDENIS VAN TWEE DEUGNIETEN Het Raadsel en de Prinses 71,le Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Maandag 19 Januari 1931 Derde Blad No. 21729 BINNENLAND. WETENSCHAPPEN. FEUILLETON. T T G BARON VAN VOORST TOT VOORST. De oud-voorzitter van de Eerste Kamer overleden. ^er J. J. G. baron van A:oorst tot Dorst, oud-voorzitter van de Eerste Kamer, ^■Zaterdagavond omstreeks negen uur te Arnhem zacht ontslapen. J J. G. Baron van Voorst tot Voorst was sind= 1914 voorzitter der Eerste Kamer en bekleedde deze functie tot aan het einde van het vorige zittingsjaar, toen hij te kennen «af zijn plaats aan een jongere te willen afstaan. Hij was toen bijna 84 jaar oud. Dank zij een goede gezondheid en onafge broken werkkracht kon hij tot op dien hoo- gen ieeflijd zich aan zijn belangrijke taak wijden. Een schitterende militaire loopbaan Was voorts zijn deel. I 'Jan Joseph Godfried baron van Voorst lot Voorst werd op 16 September 1846 fe Uden «boren. 'Hu stamt uit een oud Geldersch katholiek «slacht en behoort tot den oudsten tak van het geslacht Van Voorst tot Voorst, dat tot in de derde eeuw opklimt. ■Tin 1863 trad hij in militairen dienst, kwam hu het inslructiebataljon in Kampen en in 1S70 volgde zijn benoeming tot 2de luitenant Hij doorliep alle rangen en werd in 1904 K'ioncl-commandant van het regiment gre nadiers en jagers. In 1907 volgde zijn benoe ming tot adjudant i. b. d. van H. M. de Koningin. In 1908 nam Baron van Voorst lot Voorst zitting in de Eerste Kamer en onafgebroken bloot hij lid van den Senaat. Hij verliet daarmee zijn militaire loopbaan, werd non- acliefdoch zag zich weldra bevorderd tot koraal-majoor en in 1914 tot luitenant- go n fraai. Baron van Voorst lot Voorst was Baljuw van de Souvereine Orde van Malta. Tal van ridderorden zijn hem in den loop der jaren verleend: o.a. was hij drager van het Com mandeurskruis van den Nederlandschen Leeuw Ter gelegenheid van zijn tachtigsten verjaardag in September 1926 viel hem de Jonge onderscheiding Ie beurt bevorderd Ie torden lot Groolkruis in dezelfde orde. Hij loze gelegenheid bleek wederom duidelijk n welk hoog aanzien baron van Voorst lot loorst stond In April 1926 vierden de heer en mevrouw Van Voorst tot Voorst hun gou- Hen huwelijksfeest. De heer L, J. M. Teber, lid der Tweede Kamer, komt als eerste in aanmerking om Be plaats van wijlen baron Van Voorst tot «oorst in de Eerste Kamer te bezetten, dien de heer Feber bedankt voor dezen fel, dan zal volgens de lijst der R.-K. taatspartij de heer F. L. D Nivard, wet- "uder van Rotterdam, daartoe worden aan- ezocht. EEN DAM IN HET HELLEGAT Betere verbinding met de Znid-Hollandsche eilanden. Naar wjj vernemen overweegt de Regee ring om spoedig over te gaan tot aanbe steding van den aanleg van een eerste ge deelte van een dam in het Hellegat. Het is de bedoeling in dit jaar het ge deelte op den ondiepen vooroever tusschen het Oost-Hellegat en den NoiAM Brabantschen wal te maken en om aan de oostzijde van dien dam een geul te haggeren. In 1932 kan dan het nu te maken gedeelte van den dam aan den oever van liet eiland Goede reede en Overflakkee worden aangesloten, waardoor de vaarweg langs de oostzijde van den dam zal worden geleid. Aan den dam zal een kruinsbreedte van 15 M. worden gegeven bij een hoogte van meer dan 1 M. boven de hoogst bekenden stormvloed, teneinde dat werk ook dienst baar te kunnen maken aan de verbetering van de verbinding tusschen den vasten wal en de Zuid-Hollandsche eilanden, ONDERZOEK EN KEURING VAN DIENSTPLICHTIGEN* Behoudens onvoorziene omstandigheden za' in Juni a s. het jaarlijksch onderzoek ge schieden van de gewone dienstplichtigen der landmacht van de lichtingen 1919 en 1922. Plaats en tijd van het onderzoek zullen nader bekend worden gemaakt. Aan een onderzoek, als bedoeld in art. 22 der Dienstplichtwet, zullen worden onder worpen: a. personen, die ingeschreven zijn voor de lichting 1932, met uilzondering van hen die vóór den dag, waarop zij voor den keuringsraad zouden moeten verschijnen, van den dienstplicht zijn vrijgesteld wegens broederdienst; b. diegenen van de personen, ingeschreven voor de lichting 1931, die in 1930 tijdelijk ongeschikt zijn verklaard en niet inmiddels bij nadere uitspraak geschikt ot voorgoed ongeschikt verklaard of van den dienst uitgesloten zijn De zittingen der keuringsraden zulien op of kort na 23 Maart a s. aanvangen. NEDERLANDSCHE BOND VAN R.K. RADIO-VEREENIGINGEN. In Utrecht werd Zaterdag een algemeene vergadering gehouden van den Nederl. Bond van Radiovereenigingen „St. Willibrordns". Er waren vertegenwoordigd 17 plaatselijke vereenigingen, benevens den Limburgschen Bond, welke samen ruim 40.000 georgani seerde luisteraars vertegenwoordigen. Voorzitter was het Tweede Kamerlid de heer G. W. Kampscboër, als voorzitter van de „Willibrordus". Deze vergadering was bijeengeroepen tot behandeling van de nieuwe concept-statuten voor de plaatselijke katholieke Radiover eenigingen, de diocesane bonden van katho lieke radiovereenigingen en de landelijke federatie van Diocesane Bonden. Deze statuten waren het uitvloeisel van een indertijd sam ngest He studie-commisrie van drie vertegenwoordigers van de K.K.O.- stichting en van St. Willibrordus. Op deze drievoudige statuten waren door de leden tal van amendementen ingediend, welke be oogden een nog grondiger herziening van de verhouding van de stichting K.R.O. en de georganiseerde luisteraars. Na langdurige discussie werden de sta tuten na eenige wijziging goedgekeurd, en na aanneming van deze nieuwe statuten ver mei vanzelf de Nederiandsche Bond van R.K. Radiovereenigingen en verklaarde het huidig bestuur van St. Willibrordus zich nog bereid om de hangende kwesties en regelingen verder af te doen. De verhouding tusschen K.R.O.-stichting en georganiseerde luisteraars wordt door deze nieuwe statuten definitief vastgesteld, op een wijze welke de goedkeuring had van het bestuur der stichting K.R.O. en van de georganiseerde luisteraars. De nieuwe organisatie beoogt thans dat de plaatselijke R.K. vereenigingen zich aanslui ten bjj een diocesanen bond en dat deze ss9-jri v' 'fj? 153 Daar lag de koopman tegen de keien, En onder hem een jongen lag. Hij was op zijn neus terecht gekomen Hij sterretjes voor d'oogen zag. De andere jongens namen de beenen, Schreeuwden nu van moord en brand. En nu was de diet alweer ontkomen, Wat had die koopman weer 't land. 154. Ze zochten naar Pim's arme moeder, Die heelemaal verdwenen was. De heeren keken in greppels, gaten. Vonden het wel wat al le kras. „Waar zou die vrouw zijn gebleven?" Een der heeren verwonderd vroeg: „Ik zag haar niet toen de machine, Mij pardoes uit de auto sloeg. diocesane bonden weer onderling contact krijgen in een landelijke federatie. Daarbij krijgen de luisteraars thans het recht om bondsgewijze door 5 leden ver tegenwoordigd te worden in de stichting van de K.R.O., waardoor de belangen en de wenschen van de luisteraars direct kunnen overgebracht worden aan de stich ting K.R.O. en waardoor tevens de mede zeggenschap van de luisteraars in de K.R.O. stichting erkend en bevestigd wordt. De heer G. W. Kampschoër, die op bet eind van de vergadering gehuldigd werd voor het beleid in de K.R.O.-stichting en in St. Willibrordus steeds getoond, verklaarde we gens cumulatie van luncties niet langer het vice-voorzitterschap van de K.R.O. le kun nen waarnemen. Bovendien verklaarde hij, dat hij nog zijn volle medewerking zou ver- leenen voor de oprichting van Diocesane Bonden maar dat. hij zich, daarna met zijTr bestuursleden van Willibrordus uit de or ganisaties van luisteraars zou terugtrekken. ..Mm." VERSPREIDE BERICHTEN. Te 's-Gravenhagc is 68 jaar oud, over leden de heer D. de Grooth. oud-gezagvoer der bij de Kon. Paketvaart Mij. Hel 7e retourvliegtuig is gisteren te Saloniki, het 9e postvliegtuig te Bandoeng geland. UIT NED. OOST-INDIE. VERKIEZINGEN VOOR DEN VOLKSRAAD. BATAVIA, 17 Jan. (Aneta). Bij de verkiezin gen voor den Volksraad zijn tot leden ge kozen in de groep Nederlanders, de candi- daten van het Indo-Europeesch Verbond F. H. de Hoog, mr. P. A. Blaauw, F. H. Zeydel, N. Beets, C. S. Barre en ir. E. J. L. Fuhri. De candidalen van de Vaderlandsche Club mr. R. A A. Truin, mr. P. M. C J Hamer, dr. W K. II. Feuilletan de Bruyn, H. J. van Holst Pellekaan en S. I. Kahn. De candidaat m de Indische Katholieke Partij MO. N. O. D. de Tioideville de candidaat in de P E. B., A. J. N Engelenberg, do candi daat in de vereeniging van ambtenaren bij het Binnenlandsch Bestuur dr. E. J. Burg graaf en de candidaat van de Christelijk Staatkundige Partij mr. J. C C. van Hels- dingen. PROV. Z.-HOLL. ARCHEOLOG. COMMISSIE. Te 's-Crav.enhage is een bijeenkoinsl ge houden ter hejdenking van het 25-jarig be staan der Prov. Zuid-Hollandsche Archeolo gische Commissie. De voorzitter, dr. E. J. Haslinghuis, ging de geschiedenis der commissie na als wach ter voor de oudheidkundige belangen en als adviesgevend lichaam van de Provinciale Staten. Voorts beschouwde de heer Hasling huis de vraag, welke laak in de toekomst voor-commissies als deze is weggelegd. De commissaris der Koningin, jhr. mr. dr. van Karnebeek, sprak eenige woorden om de Provinciale Commissie geluk le wen schen met Diet feest, dat zij heden viert. Vervolgens sprak het lid van Gedep. Sla- ten. mr. Crena de Jongh, gelukwenschen uit, herinnerend aan de adviezen, die de com missie pleegt te geven, aan de Provinciale Staten. Mr. v Beresleyn bracht de gelukwenschen van den Nederl. Oudheidkundigen Bond over Hierop werd den aanwezigen een boek werk uitgereikt, waarin staan afgebeeld ver schillende van de monumenten, waarvoor de commissie subsidies heeft gegeven of waarover haar advies is gevraagd: de ker ken van Abbenbroek, Geervliet.Katwijk-Bin- nen, Woubrugge, de Rosalia-kerk te Rotter dam, verder de vuurbaak te Katwijk a. Zee, de Waltoren te Delft, de koorbanken in de Groole Kerk te Dordrecht, de Graftombe- van Putten te Geervliet en die Van Arkel in, GorincTnem, gebrandschilderde vensters in de kerk te Maasland enz. Aan het eind der vergadering hield archi- lecl J. Verheul Dz. uit Rotterdam een voor dracht over oude inrij- en tolhekken in Zuid-Holland. o HULDIGING DER LEDEN VAN DE „WILLEBRORD SNELLIUS"- EXPEDITIE. De besturen der Mij. ter bevordering van het Natuurkundig Onderzoek der Ned. Ko loniën en van het Kon. Ned. Aardrijks- kundig Genootschap hebben in een gecom- bineerde vergadering in een der zalen van „Artis" le Amsterdam de leden der Wille- brord Snellius-oxpedilie gehuldigd, die pas uit Indië zijn teruggekeerd. Van de aanwezigen noemen wij prins Hendrik, eerevoorzitter van het Kon. Ned Aardrijksk. Genootschap. De heer mr. D Fock wees erop. dat onze rndische archipel zich voor een oceanogra- iisch onderzoek bijzonder goed leent De oorlog heeft het uitrusten van een Neder iandsche expeditie opgeschort; nadat ver schillende andere landen hierin waren voor. gegaan, is ten slotte een Nederiandsche ex peditie uitgerust, f. 50.000 werd hiervoor op de begrooting uitgetrokken, een schip van de Indische marine werd beschikbaar gesteld. Al met al kwam een bedrag van f. 104.000 bijeen, dat door giften, o.m ook van ko ningin en koningin-moeder, werd uitgebreid tot het bedrag, dat voor de expeditie noodig was. De heer Van Riel werd tot leider be noemd; luit. Pinke werd commandant van hel schip. Het schip, dat in Febr. 1929 klaar was voor het doel, kreeg den naam „Willebrord Snellius". Op 20 Mei kwam het te Tandjong Priok aan. In Juli d.a.v. is de eigenlijke expeditie begonnen, die op 15 November j.l. is geëindigd. Zij kan een groot succes wor den genoemd. Er zijn 382 volledige waar nemingen geschied. Op acht stations werd slroomondcrzoek gedaan op diepte tot 10.000 M. Bodemmonsters van meer dan (wee meier lengle werden opgehaald. Door een en ander is de kennis der oceanen zeer vergroot De beide vereenigingen voelen daarom de behoefte, de eerste te zijn, die den heer Van Riet en de zijnen geluk wenschen met het welslagen van de expeditie. De door hen verzamelde gegevens vormen een belangrijke basis voor verder wetenschappelijk onder zoek. Wij verheugen ons over de mede werking, die de regeering in deze heeft ge- verleend, waarbij koningin en koningin moeder voorop gingen, en over de daad. dis de Nederiandsche natie hier heeft verricht. Spr. deelde mede, dat de heeren van Riet en Pinke zijn benoemd tot ridder in de orde van Oranje-Nassau. Vervolgens hebben gesproken prof. Klei weg de Zwaan en Kolonel Luymer (namens don minister van Defensie!. Luitenant van Riel sprak een woond van dank. RECLAME. 7662 Oorspronkelijke Detective-roman door R. J Brandenburg. I ..We moeten de politie waarschuwen", zei [■ex. En terwijl hij dit zei, schoot het bloed ■cm in het gelaat „Laten we wachten lot het licht wordt," merkte Helen op. „In de duisternis en bij diï ''Ondenweer kan de politie toch ook niet veel J uitrichten." „Het zou kunnen zijn dat hij verdwaald is |cn morgenvroeg weer op komt dagen", j trachtte ik gerust te stellen." I -Rat is onmogelijk", meende Lex „liij jceit het strand maar terug le loopen. het Kan met missen." j "Dan gaat vader nu naar bed en wij blij- t-n °p om te wachten of Fred misschien nog \!S besliste Helen zakelijk. I Iam/' i V°w Protesteerde, maar eindigde loch met den raad van zijn dochter op te j *oigen. I jj. °°k naar huis gaan?" vroeg ..Ik blijf hier." leefs0™^11 We dien nacht door- ïever' (e laan i»we Helen te bewegen wat schan te tie!?' .!'ond er °P ons gezel- P le houden- Af en toe stond een van ons op om de gordijnen opzijde le schuiven om te zien of het al licht werd. Nog steeds druilde de regen tegen de ruiten Een plot selinge windvlaag huilde van tijd tot tijd om het huis. We voelden ons slaperig en Rauw worden. Om drie uur ging Helen koffie zetten en daar knapten we van op. Er weid weinig gesproken. Lex stelde voor een kaartje te leggen, maar dit was niet ernstig gemeend. We voelden dat er iels bijzonders gebeurd moest zijn, dat een verklaring vormde voor het wegblijven van Fred. Maar wat? Op die vraag konden we geen van drieën antwoord geven en dat maakte ons onrustig. Het was een verademing toen om vijf uur een flauwe schemering den aanvang van den dag aankondigde. Lex had de gordijnen open geschoven en door de ruilen schemerde een spookachtig, grijs licht. Ik zag dat Helen huiverde en vroeg Lex de overgordijnen weer le sluiten. Het was buiten toch nog niet licht genoeg om de lampen te kunnen dooven. Lex deed het en ging daarna naar de telefoon. Hij vergat echter de deur van het kamertje te sluiten. Lex schelde het politie bureau op en de dienstdoende agent beloofde onmiddellijk den inspecteur le zullen waar schuwen. Toen verscheen boven aan de trap het verschrikte gelaat van het dienstmeisje. Helen vroeg haar een ontbijt in de eetkamer gereed (e zetten Even later kwam ook mr. Warlow de trap af en informeerde handen wrijvend naar den stand van zaken. Toen hij hoorde, dat de politie was opgebeld, werd hij kalmer. Stilzitten maakte hem nerveus, maar als er gehandeld werd werkte dat kal meerend op hem. Hij knikte goedkeurend, keek even naar buiten, trok een vies gezicht en stelde daarna voor maar le gaap, ontbij ten. Als dan de inspecteur arriveerde, zou den we gereed zijn hem te ontvangen. We volgden zijn advies en zaten aan; alleen de oude heer en ik gebruikten een stevig ontbijt. Het viel me op. dat Helen en Lex maar weinig alen, doch zooveel meer thee dronken. Mr. Warlow deed moeite de conversatie gaande te houden en wist ons zelfs te doen glimlachen met een anecdote uit zijn onuitputtelijken voorraad. Over Fred spraken we niet, maar hij was geen oogenblik uit onze gedachten. Ik geloof zelfs dat Helen haar vader zijn praten kwalijk nam, alsof het haar stoorde. En even schoof zij onrustig op haar stoel heen en weer, toen mr. Warlow nog een sneedje geroos- lerd brood op zijn bord legde. En dit was nog met geheel verorberd, toen ze opstond om de gordijnen open te trekken en de lam pen uit te draaien. De tafel zag er toen in eens veel minder gezellig uit en de oude heer stond na het laatste hapje op en ijsbeerde met zijn han den in de zakken sleutelrammelend heen en weer. Het dienstmeisje ruimde af en op Helen's verzoek begaven we ons naar de rookkamer. HOOFDSTUK II. Inspecteur Black. Niet lang daarna kondigde het geronk van een motorfiets de komst van den inspecteur aan. Het meisje liet hem bij ons in de rook kamer Hij was een kleine, vierkant ge bouwde man, met een prettig, vriendelijk gelaat en kortgeknipt haar. Niets was er in zijn optreden, dat herinnerde aan het hin derlijk arrogante van sommige politieman nen, .Veeleer had hij iels vaji een dokter, die meevoelt met zijn paliënlen en verheugd is met zijn wetenschap verlichting van smart te kunnen brengen. „Black is mijn naam", zeidc hij binnen tredend Mr. Warlow stelde ons voor c-n we namen plaats. „Ik heb het verhaal van den agent White- house misschien niet goed begrepen", be gon de heer Black, glimlachend, „maar ik meen dat u zich ongerust maakt over het wegblijven van mr. Johnson." „Juist", antwoordde mr. Warlow, ,,ik zal u een overzicht geven, van de situatie". En hij deed een omstandig verhaal, met fijne trekjes opgesierd. an hetgeen den lezer reeds bekend is Onder het spreken scheen hij zijn ongerustheid, waarvan hij den vori- gen avond duidelijk blijk gegeven had, ge heel (e vergeten. Zooals velen hoorde hij zichzelf gaarne spreken en genietend van zijn betoog, dacht hij er niet meer aan dat een van zijn eigen gasten bij dit „geval" be trokken was. Helen vergat dat echter geen oogenblik en meermalen was zij op het punt den langen draad die haar vader spon, at te breken, maar zij hield zich in De heer Black liet mr. Warlow kalm uit spreken. telkens sloeg hij zijn oogen even op en zag ons om de beurt scherp onder zoekend aan. Het was alsof hij wilde na gaan hoe wij reageerden op het verhaal. Ik kreeg den indruk, dat hem niet veel ontging. „Ik geloof, dat u zich niet le spoedig onge rust moet maken", zei hij ten slotte, zich tot Helen wendend. „Het komt in de practijk nog al eens voor, dat een vermiste zich na eenige dagen weer komt melden en dan een heel plausibele verklaring van zijn wegblij ven geeft." „Ik hoop het", mompelde Helen zacht, „Mijnheer is advocaat in Londen en dus een collega van u", aldus wendde Black zich tot mij. „Weet u ook of hij vijanden had personen die zich benadeeld konden ach ten door een of andere actie van hem, of dio hem konden verwijten dat hij hun belangen onvoldoende, ik bedoel op minder gelukkige wijze had behartigd?" „Onze practijk is nog weinig uitgebreid", antwoordde ik, „we staan nog niet lang bij de balie ingeschreven." „Juist daarom", glimlachte Black, „mis schien had de heer Johnson nog weinig er varing." „Er is mij niets van bekend, dat hij vijanden had", zei ik een weinig stijfjes. „Des te beier, des le beter", meende Black, en zich tot Lex wendend, die bij de gestelde vragen een glimlach niet had kunnen on derdrukken „U bent de broer van den ver miste?" Lex boog. „Heeft de vermiste nog verdere familie?" „Neen. vader en moeder zijn overleden, er waren geen kinderen behalve wij beiden cn we hebben eigenlijk heelemaal geen familie, behalve een paar oude achternich ten, die ik nog nooit heb ontmoet." „Uw broer was niet verloofd?" „Voor zoover mij bekend niet." Ik zag dat Helen een kleur kreeg, wat den inspecteur niet ontging. „Het lijkt me het beste, dat we nu de wandeling van gisteravond nog eens samen, maken", zei Black, zijn vragen stakend, „als de heeren Johnson en u, mijnheer. „Donald", hielp ik hem. (Wordt vervolgd.} j

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1931 | | pagina 9