Jftl Ras/an d -difKw' I HISTORISCHE FIGUREN ^Winterhanden Kloosterbalsem UIT OE RIJNSTREEK?^ VI IT. Niet verre van dit dorp stond eene zeer groote schuur, in welke men de gekwetsten gebragt had, alwaar dezelve zoo veel mo gelijk verbonden werden. Dan vele gaven onder deze bewerking den geest: die wer den onverwijld buiten de schuur gebragt. Toen wij des anderen daags onzen terug- togt aannamen, zag ik het verschrikkelijkste tooneel voor mijne oogen! deze schuur word door de vlammen aangetast. Ik heb redenen om te gelooven dat zulks met voor bedagtheid geschied is. Akelig was het te zien, hoe zij, dio nog de magt haddon om te kruipen, al kermende de vlammen trachteden te ontvlugten. Nog gilt mij het geluid in de ooren van de ongelukkigen, die zich niet redden konden en door de vlammen verteerd werden. Er was geene mogelijkheid lot redding van hun, die niet van hunne plaats konden gaan. Slechts eenige hebben wij mede genomen op onze wagens: maar ach! hoe bitter leden zij aan hunne nog versche wonden en gaven al kermende den geest Daar wij meester van het slagveld gebleven waren, braglen wij de nagt door in de hutten, welke de Russen aldaar hadden gemaakt. Dan liet was ge noegzaam eveneens, ol wij in deze hutten dan in de openlucht lagen; want zij be stonden uit eenige rechtop staande stut ting en een afhangend dak van stroo, zoo dat zij van voren en ter zijde open waren. Hoe diep men ook onder het stroo kroop, men kon zich niet verwarmen. Mijne voe ten waren zoo koud, dat ik dacht dat zij bevrozen waren. Jk begal mij dus naar het rvjn P/v\RO j gelegen vuur, om mij wat tc ver warmen. Dan naderhand bevond ik, dat mijn groole teenen werkelijk bevrozen wa ren geweest, waaraan ik in het vervolg de hevigste smarten heb ondervonden. Daar ik nu hier mijne laarzen (dezelve wegens de hevige koude, zonder het te merken, al te digt bij het vuur gehouden hebbende) had verbrand, en -geene schoenen bezat, moest ik mijne voelen met lappen en scha penvachten omwikkelen. Gelukkig dat mijn paard behouden gebleven was, hetwelk, hoe ook vermagerd, ook mij nog getrouwelijk droeg; want zonder dit goede dier zoude ik reeds lang bezweken zijn. Het was door de uitgestane armoede geheel uitgeleerd, cn door den onophoudelijk opliggenden zadel deerlijk gedrukt; zoodat het, toen ik gevan gen werd aan de Berezina, bijna het eene been niet meer voor het andere konde zetten. Bij het aanbreken van den dag, den 16en November, kwamen wij weder in het ge weer, en toen het geheel dag geworden was, werd er een bevel van den Keizer be kend gemaakt, dat alle vakante officiers plaatsen moesten vervuld worden. Alzoo werd de oudste eerste lui tenant lot kapitein de oudste tweede luitenant tot eer sten luitenant, en de oudste sergeant- major tot tweeden luitenant bevor derd. Dil scheen mij toe als een middel om het reeds moedeloos volk. weder eenigs- zins kragl bij te zetten. Hierdoor werden zij. die dat gelukkig lol trof. met nieuwen moed bezield, cfai alle gevaren te trotseeren schoon de moesten van hun er niet lang genot van zullen gehad hebben. Hiervan zag ik althans een voorbeeld. De eerste luitenant-adjudant van hot 44ste regiment, had hij die gelegenheid den rang van kapitein gekregen. Toen wij nu dien dag in gesloten kolonnen op den vijand aanrukten en genoegzaam genaderd zijnde, om den aanval te beginnen, deptoyeerden, en hij de guides met juistheid wilde rigten, trof hem een vijandelijke kanonskogel, welke zijn hoofd vermorselde Hij was een jongmensch, zoo het mij voorkwam van on geveer N ier cn twintig jaren. Weinige mi nuten dus had hij genot van die bevorde ring, waardoor hij zich zoo gelukkig ge voelde als een vorst. Wie weet welke plan nen hij niet reeds voor de toekomst vormde en zich in het verschiet welligt reeds met den maarschalksstaf in de hand zagl cn nu vernietigde de dood op eenmaal, al deze hersenschimmen. O mensch! zoo is uw be slaan. Wat verheft gij u op rang, titels, rijkdom, enz. Het moge wat korter of langer duren, eenmaal verdwijnt al deze heerlijk heid als een schaduw; vorst en bedelaar, maarschalk en soldaat, keeren nu eenmaal tot hetzelfde stof terlig! En hoe men in zulke omstandigheden een voorgevoel kan hebben van zijnen aan zag ik ook hier uit het voorbeeld van den eersten luitenant der voltigeurs Ondorp van ons regiment. Daar de vijand ons manmoe dig afwachtte, en wij niet onkundig waren, dat er dezen dag slag zoude geleverd wor den, was iedereen natuurlijk op de toekomst bedacht en velen schenen voor zich het ergste te vreezen. Onder dezen was ook Ondorp, welke voordat de slag aanving, tot mij zeide „Als het ongeluk wil, dat ik sneuvele, doe dan uw bést om mijne'bloed verwanten hiervan te Verwittigen; en zoo gij den dood hier mogt vinden, zal ik even zoo omtrent u handelen." Zijn voorgevoel werd ook maar al te zeer bewaarheid, want een vijandelijke kogel doorboorde zijn hoofd. Ik werd hier dadelijk van verwittigd, spoedde mij naar de plaats waar hij geval len was, en vond hem reeds levenloos daar neder liggen. Ik achtte mij geregtigd om zijnen mantel (Ondorp zijn paard en man telzak werden op het slagveld aan de meest biedende verkocht, evenwel heb ik redenen om te gelooven dat hier nimmer iets van te regt gekomen is) die hem toch van geen nut meer konde zijn, lot mij te nemen; en deze kwam mij in het vervolg zeer goed te pas, om mij tegen de koude te beschutten. ITet reeds bevrozen bloed kleefde nog aan denzelven, en het duurde niet lang, of het lijk was ten eenenmalc van kleeding be roofd; want ieder was er op uit om iets, wat lot dekking kon strekken, le bekomen. Doch moest men hier schielijk bij zijn, ter wijl het ligchaam nog slap was; want bin nen weinige minuten waren zij zoo stijf bevrozen, dat er geene mogelijkheid zoude geweest zijn, om de klederen er af te krij gen zonder ze in stukken le snijden FREDERIK DE GROOTE. II. Een man moei alleen maat cp z.ch rekenen zelf Toen Frederik's grootvader, de eerste koning van Pruisen, een zoon gekregen had (Frederik's vadert dankte hij God die, in zijn goedheid, hem een erfgenaam „voor zoovele en zoo groote landen, zoo groote en zoo prachtige landen" had gegeven Of Frederik's vader (Frederik Willem D even dankbaar cn even. ootmoedig is geweest naderenden dood. I hew.,°P zjin, eC?, Zoon ,eeboFen „„„„kooia ,i„„ 7er<l. valt to betwijfelen. Maar als zeker kan wel aangenomen wórden,, dat hij on- i middellijk het plan had van dien zoon een I soldaat te maken, hem van meet af aan een j volstrekte gehoorzaamheid in te prenten on zijn kind te regeeren met ijzeren hand. De dril-sergant werd de dril-opvoeder en zijn methode heeft de jeugd van den groolen Frederik in een zoo somber licht gezet, dat zij in vele opzichten ondragelijk werd cn tot verzet prikkelde De vader is vóór alles soldaat. Hij heeft tot vriend den eigenaar- digen vorst Leopold van Anhalt. die hem als het ware aanvult. Leopold is de weten- schappelijke, Frederik Willem de praelische I soldaat Maar beiden zijn soldaat in merg en been Leopold is daarenboven een man. die zich voor niets geneert, noch om bemïn- nel ijk noch om lomp te zijn ITij zingt zijn 1 psalmen op de.wijze van den Dessauer mili- j tairen marsch Het lied van Luther: Een vasten burg is onze God noemt hij Gods I „dragonder-marsch". Hij is een kracht- j mensch, die doet .wat hem goeddunkt en nalaat, wal hij onaangenaam vindt. Hij i trouwt met een apothekersdochter cn hij I dwingt den keizer om haar tot wettige prin- I ses te verklaren. Zijn vriendschap sterkt Frederik Willem I. wiens krachtige rugge steun hij is. Frederik Willem I heeft dezelfde min- achting voor eeremonie en etiquette als de I Dessauer, dezelfde hardhandige opvocdings- i methode als hij Onmiddellijk na den dood van zijn vader (Frederik 1' Iaat hij zich de lijst voorleggen van den hofstaat. Met één handbeweging haalt hij een streep door de talrijke namen, verklaart, dat hij al dien hocus-pocus afschaft, maar allen op hun Op eenmaal kwam er bevel om alle on- f*1 I,unodt M do. z!!n lodige wagens te verbranden, uitgezon- vador; Do °PPO*amerheer «rukt aldus z.jn „A A nn.mi.nlll/, mnnnmn. Annn .nnnjnn OClmS Uit. noodi; derd de ammunitie-wagens; deze werden dus alle op eene hoop zamen gebragt en aan de vlammen ten prooi gegeven De paarden werden voor het geschut gespan nen. Hierdoor leden de arme Vivandières het meest; daar zij thans, van wagens en paarden verstoken zijnde, genoodzaakt wa ren tc voet te gaan. gevr ..Mijne heeron, de koning, onze goede meester is dood en de nieuwe koning zendt ons allen naar den duivel!" i Die twee maanden ceremonieel waren het kinderlijk dankoffer aan den vader. Het werd eclifer met den vader begraven. De groote weelde van don eersten „koning" i van Pruisen was wel groot genoeg, om er wat van ar le nemen. Frederik Willem I i deed het radioaal Alleen wie van het per- 1 sonoel soldaat wilde zijn behield hij De rest kon inderdaad „naar don duivel" loopen. Er werd dus sterk vereenvoudigd en bezuinigd. De schulden van den vader werden met de opbrengst van allerlei kost- tang welken de" groote armëe in vollen te: baarheden betaald Daarna, toen schoon Den 1 tden November dus ten einde ge bragt hebbende bivouaequeerden wij in het gezigt van den vijand, en zetleden des an deren daags onzen togt voort, ten einde den grooten weg van Moskou te bereiken rugtogt was. Wij moesten dus de Russen, zoo veel mogelijk, tegenhouden, opdat de zelve den pas niet zouden afsnijden. Zoo dra wij een bosch verlaten hadden, maak ten wij halt en regtsom keert; en teneinde de Russen te beletten, om ons te vervolgen, plaatsten wij ons geschut zoo, dat het bijna niet mogelijk was, om uit het bosch te ko men; en dit was de eenigste weg. dien zij passeren konden. Daar wij nu de groote Straat genaderd waren, zagen wij de in wanorde terug trekkende armée van Mos kou. Men zag er in allerlei costumes, de meesten zonder wapenen, maar met buit beladen, waaronder zij somtijds gebukt I gingen. Zelfs waren er die slede cn paard hadden, welke met kostbaarheden beladpn waren; ook deze konden de rivier nietover en moesten dus de gestolen buit weder vaar wel zeggen; hoevele zullen er niet geweest zijn die voor de toekomst reeds kasteelen in de lucht gebouwt hebben, en die dit alles nu wel voor een stuk brood hadden willen geven. Iedereen zocht een goed heenkomen, om don gemaakten buit in veiligheid te brengen: doch slechts zeer weinigen ge lukte dit: velen bezweken onder hunne last; meer dan tachtig verdronken in een meer. en de overigen werden door de Bere zina gestuit, welke het hun niet gelukken mogt weder over te trekken. Duizenden van deze traineurs voegden zich hij ons; doch schip gemaakt was, begon de burgelijke huishouding van den koning, die niets f over zijn kant liet gaan. alles controleerde, j conferenties hield met kok en tuinman, en aldus bij de grootste zuinigheid, die som» i in gierigheid ontaardde, gelegenheid vond j om thalcr bij thaler terzijde te leggen en I daarvoor soldalen en kanonnen te koopen. In deze omgeving in dezen gedachten- kring groeide de zoon op. Dien zoon noemt hij Frederik. „omdat die naam altijd voor- deelig is geweest vdor het Huis" Doch de zoon zelf zorgt er voor. dat de geschiedenis aan dien naam de decoratie toevoegt van „den Groote". Er zal zeker kracht in die omgeving: kracht van een wil, die haar lijnen trok, kracht van eenvoud, soberheid, kracht van arbeid Maar de eenzijdigheid van de op voeding, die aan den jongen Frederik ge geven werd, was te sterk om niet gevoeld te worden door een jongen, aan wien do natuur zeer groote gaven van hoofd had verleend Dat de opvoeding van den toekom, sligen koning van Pruisen in niets mocht gelijken op die van den „dauphin", den (roonisopvolgor, in Frankrijk, is begrijpelijk cn toe te juichen, doch dat feitelijk al zijn denken en doen gericht moest zijn op het uitoefenen van het „vak van soldaat", was bedenkelijk Hel zal niemand verwonderen te vernemen, dat de jonge Frederik even erg in zijn jeugd gekant was tegen het mili tarisme. als zijn vader hel was tegen cere monieën en éliquolte. van wien verteld wordt, dat hij, (oen hij als kind buitenge woon mooi was opgetakeld in een gala-hof- costuum, zich in den schoorsteen verborg, zoodal hij er als een schoorsteenveger uil gehaald moest worden. Merkwaardig is echter bij Frederik. dat hij met al zijn jeugdig anlimiiitarisme later een der groot ste vcldheeren van de wereld werd. zóó groot, dat velen hem in slralogiSche kennis en scherpte van inzicht boven Napoleon stellen. Maar er moesten ettelijke jaren vcrloopen. veel bitterheid worden gemaakt, eer hel zoover was. Eerst moest hij onder het juk der vaderlijke opvoeding door En dat was geen kleinigheid. De vader, despoot, liet niets bij die opvoeding aan het toeval over. *1 Het is onmogelijk te beschrijven, hoe het gekerm der geblesseerden zich liet hoo- ren. terwijl het in brand staande gebouw kraakte en ieder oogenhlik dagt in te stor ten. Ware dit vroeger geschied, onze na- tuurgenoolen zouden ligter hunnen dood, cn ellendig aanzijn verloren hebben. hoe meer zij zich thans veilig waanden, I zoolang hij dit kon verhinderen. Van hoe nader zij bij het tegendeel waren. (Wordt vervolgd). Steunt, bij gelijken prijs en kwaliteit, De Nederlandsche Industrie. Hiermede dient gij Uw land Das Reglement, wie mein alte ster r j. j ii r Sohn Fnedrich seine Studiën zu Wusler- tn bestnidt gij de werkloosheid, hausen halten soil. (ct uur, ik zou haast zeggen, van minuut tot minuut, was voorgeschreven, wat zijn zoon had te doen. Eenige mededeelingen uit het reglement, waaraan Frederik onder worpen was gaven daarop een vrij volledige blik In de week moest Frederik om zes uur opstaan, zich niet meer omdraaien in zijn bed, maar dadelijk op zijn knieën, zijn ge bedje doen. zich vlug schoeien, gezicht en handen wasschcn, zopder zeep le gebrui ken; dan zich klecden, laten kammen maar niet poeieren. Terwijl men hem kamt, moet hij zijn thee of koffie gebruiken. Om half 7 komen zijn onderwijzer en de bedienden binnen. Dan voorlezing van het groole ge bed en een hoofstuk uit den bijbel, waarna een gezang wordt gezongen. De lessen volgen elkaar op van zeven uur tol kwar tier voor elf. Daarna moet hij zich snel ge zicht en liandeD wasschen. en nu, maar aileen voor de handen, met zeep. Hij laat zich dan poeieren, doet zijn costuum aan. en gaat naar den koning, bij wien hij van elf lot twee blijft. Vervolgens weer lessen lo! vijf uur. Alsnu heeft de prins de be schikking over zijn tijd, totdat hij naar bed gaat. „mits hij niets doe, dat tegen de wil Gods is." Des Zondags: opslaan om zeven Zoodra hij zijn pantoffels aan heeft, moet hij voor zijn bed neerknielen cn hardop dit gebed doen: „Heere God, Heilige Vader, ik dank it uit het diepst van mijn hart, dat Gij mij. als een uiting Uwer genade, dezen nacht l heeft gegeven. Maar in den naam van i Jezus, mijn Verlosser, dat ik gehoorzaam ben aan Uw heiligen wil en dat ik noch heden noch morgen, iets doe wat mij van U I zou scheiden. Amen." Dan vlug zich was- 1 'ehen, zich poeieren, zich kleeden. Voor het I gebed cn de aankleeding precies 'n kwartier. Ontbijten in zeven minuten. Vervolgens ko men de onderwijzer en de bedienden binnen. Alle moeten neerknielen om. het groote ge bed uit te spreken; nu lezing van den bijbel en zingen van een gezang. Alles te zatnen in drie en twintig minuten. Daarna zal de onderwijzer het evangelie van den Zondig lezen, het uitleggen en den prins den cate chismus laten opzeggen. Hierop begeeft de prins zich naar den koning, met wien hij naar de kerk gaat en den maa'l' d gebruikl. Over de rest van den dag kan hij vrijelijk btfhikken. Om halflien moet hij zijn vader goeden nacht zeggen; eindelijk gaat hij raar zijn verl.-ikken terug, kleedt zich vlug uit en wascht zich de handen De onder wijzer leest hs; gel/ld -n zingt een gezang. Om half elf moet de prins in lied zijn. Zooals men ziet, is niets vergeten De vader i9 een man van ord een tan, die zuinig is mjt den tijd cn daarvan bij de op voeding van den zoon hlqk geeft Hij is ook godsdienstig (n meent net blijkbaar zerr goed niet zijn zoon, zuuaic blijkt uit een uit lating, dat hij het gevoelen van den zoon lo'. den vader zou wenechen ie gelijken op „broederlijke genegenheidEn curieus is, dat hij de verhouding van zijn zoon tol hem irnigcr wenschl dan die van zijn zoon tot zijn moeder. .Gij zult hen: (den zoon) zijn moeder doen vreezen maar mij nimmer." Een cn ander zou aanleiding zijn te meenen. dat zich gemakkelijk tusschen vader en zoon een kameraadschappelijke verhouding had kunnen vormen. Het werkprogram met af zijn „vlug" 's (gcschwind) is niet overladen en men voelt er in de zorg van den vader, dat hel duivols-oorkussen der ledigheid niet te dikwijls den jongen prins aanlokt, noch dat hij zich le veel op zijn rang zal voor slaan. Diezelfde vader zal er ook uitdrukke lijk op wijzen, dat zijn zoon worde opge voed in de vrecze Gods. Die vrees is voor den vader „de eenige rem, welke in staat is, vorsten binnen de perken te houden, aan gezien hier op aarde cr voor vorsten noch straffen noch belooningen beslaan." Dat zijn wijze, verstandige, nobele gedachten, die v.an den vader geen slecht denkbeeld geven. Integendeel! Ook wat de vader zegt over de militaire opvoeding van zijn zoon is nu en dan breed van opvatting: hij -wil dat de prins van kindsbeen af worde onderwezen en opgevoed voor „liet vak van officier en generaal", want van een kleinen jongen dadelijk een generaal te maken sluit hem tegen de borst Dat de vader in het voeren van den degen „de eenige glorie" ziet, i9 voor dien tijd begrijpelijk. Doch de opvoeding lot het vak, dat die glorie naderbij brengt, wordt mot zooveel zorg on kritischen geest omhuld, dat men geneigd zou zijn, den vader als een uilnemcnd opvoeder te beschouwen. Hij is legen alle aanstellerij; te veel latijn doel schade aan den Duilsehen geest: een regiment is een regiment en geen legioen: een kapitein een kapitein, en geen centurio. Zijn zoon moet goede manieren hebben, geen pedanterie. Het „wij" schaft hij af: hij spreekt van „ik". Zijn zoon is zijn zoon. niet ZK. Hoogheid, evenmin als zijn vrouw door hom ooit anders genoemd wordt dan „mijn vrouw". Welnu, niettegenstaande hel goode, dat er in den vader en in de vaderlijke opvoeding is en in weerwil van veel. dal een heldere, scherpziende geest als die van den zoon moest waardeeren. is' er zelden verbitterder verhouding geweest tusschpn vader en zoon dan tusschen Frederik Willem I en zijn zoon Frederik. een verhouding, zóó diep-onge- tukkig. dat»zij gedreigd heeft, het leven van den zoon te vernietigen. De groote tegen stelling, die tusschen beiden zich hoe lan ger hoe meer verscherpte, deed den zoon zelfs een poging doen om het hof (e ont vluchten. waarna, toen die poging mislukt was. er een vijandschap tusschen heiden ontstond, die, helaas, van de zijde van den zoon maar al te gerechtvaardigd was door de brute wijze, waarop aan hem en zijn helpers die poging werd gestraft. A T. BOTHENIUS BROUWER RECLAME. II behoeft niet bang te zijn, ook *s win ters Uw handen te laten zien. want winterhanden zijn te voorkomen. Akkers Kloosterbalsem verzacht, herstelt en voorkomt erger. Neem. zoodra zich de eerste verschijnselen voordoen. Akkers ,,Geen goud zoo goed" ALPHEN. Zanguitvoering jengd-dameskoor Clir. zangvereen. „Hosanna" Het jeugd-dameskoor van de Chr I verecniging „Hosanna"' directeur df? j| J. M. Kouwenhoven gaf voor een VjT gevulde Nutszaal haar jaarlijksehe, om zeer goed geslaagd© uitvoering.'j opening door den voorzitter don heer pL hart, werd direct een aanvang gemaakt S het alleszins goed verzorgde en uitvijl programma, dat over hot algemeen ui;jT kend werd vertolkt. In 't bijzonder J lof toe aan' het duet van de dame» 3 Rijn en Van Beek, die het avondlied]. J Hendrik D. v. Oort en „Weest gegroet'1} C. v.' Ren nes zeer zuiver zongen. Ook J alt-soliste mej. v. Gyzel oogstte veel U val. Bovendien werden wij- verrast een extra nummer „Hef; voorjaar" voerd door een 7-tal dames, waarvaa X aanhoudend applaus wel het beste btrl was dat dit nummer bij de aanwerf 0 den smaak viel. Ook de „Oud Hollacdv Nieuwe tijd", cantate van C. v. Jw vond een- sublieme vertolking. Het by dat het jeugd dameskoor van „Hos-n, I. over velo goede zangeressen beschikt het eind van den avond sprak ds. J Bruin het slotwoord, waarbij hij bijzond* i woordeD van dank richtte tot den dj, teur en het koor. Door B. en W. van de gemeente terdam is aan de fa. Gesman Zo< alhier opgedragen, bet afbouwen van complex gebouwen voor de Rjjkss richting op een terr^ftgpn Oud-MathL„ nabij de Barkasstraatr^ulks voor deï van f. 308.870. BOSKOOP. De vingers gekwetst. Do werkman D. Fianèn, werkzaam» de werkverschaffing, had het ongeluk jf? dens zijn. werkzaamheden, om met j vingers bekneld te geraken tusschen I kiepkar, met gevolg dat deze vingers; stig werden gekwetst en hij zich oj behandeling van een dokter moest ste' r Meisjesvereeniging „Maria". De meisjesvereeniging op Geref. en j slag ..Maria" heeft m een der lokalen de Chr. bew.school aan de Nieuwi haar jaarvergadering gehouden. De be! stelling voor deze bijeenkomst was biji der goed. Ds. Tj. Petersen opende op gebruiken wijze, waarna overgegaan werd tot; j jaarlijksehe periodieke werkzaamheden v~| Na afloop daarvan werd overgegaan een gezellig samenzijn, waarvoor een d voorzien programma was vastgesteld, ia bestond uit zang, muziek e tableaux. Het is eon recht gezellige avond die menigeen nog lang in het geheugen J blijven. Ds. Petersen sloot met ds{| zegging. Een viervoudig jubileum. Mej. Vink-Bakhuijzeu, in de wandej „Tante ma" alhier, herdacht heden het waarop het 25 jaren geleden wae, dat zij vier verschillende families te dezer p als werkster in cLienst trad, <$us een voudig jubileum. Zooals begrijpelijk is deze gobeurte» voor „Tante ma" niet onopgemerkt voortS gegaan, en gewerd zij. naast talrijke fe- taties, zeer fraaie geschenken. Ju de vacature, van hoofd der C: Ned.-Herv. school alhier, is benoemd j heer F. v. d. Mast-, onderwijzer aan k zelfde school. KOUDEKERK. Burgerlijke Stand. GeborenJan Dirk, z. v. J. F. ^Viegmr er A. van Eijk. LEIDERDORP. Loop der bevolking. GevestigdJ. C. H. Gooi, Hoofdstr. C. en E. Diederichs, v. d. Valk B* manweg 35. C. Borst cn gezin, Hoogifc descheweg 32. II. Hazcvoet, v. d Vb Boumanweg 35. J. J. Pijnakker, Hooi1 straat 136. J. J. Vogelaar, Dr. v. Rhif u straat 5. A. J. Schneider, Hoofdstr. K' I M. van Leeuwen en gezin, Jaagpad 2| F. Saadhoff. v. d. Valk Boumanweg I J. Slingerland. Hoofdstraat 119. I Vertrokken; J. G. van Wetten, n. Hh zerswoude A 89. C. Bon en gezin, d. den, v.d. Werfstr. 29. W. C. v. Es, n. H- zerswoude. W. Stavleu, n. Rijswijk, Nl Costalaan 25. A. G. Koerts, n. Mas- tricht, Populierweg 20. A. Taal, n. Voff schoten „Nieuw Voordorp". J. de Kltt n. De Lier. M. v. Eek, n. De Lier. M. E. Warnaar, n Rotterdam, Nieu* Binnenweg 290c N. Fuchs, n. Leide?. Dirkspoort 2. O. C. v. d. Akker, t Zoeterwoude, H. Rijndijk F 86. M. t. A Zwart, n. Leiden, Voorstraat. NIEUWKOOP. 7470 Raadsagenda. De raad dezer gemeente komt morgtf des voormiddag? 9.30 uur, in spoedeischeJ- de vergadering bijeen, ter behandeling^3 1. Beheersverordening voor het electro I teitsbedrijf. 2. Regeling omtrent de vleest keuring.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1931 | | pagina 10