Jftl
Ras/an d -difKw'
I
HISTORISCHE FIGUREN
^Winterhanden
Kloosterbalsem
UIT OE RIJNSTREEK?^
VI IT.
Niet verre van dit dorp stond eene zeer
groote schuur, in welke men de gekwetsten
gebragt had, alwaar dezelve zoo veel mo
gelijk verbonden werden. Dan vele gaven
onder deze bewerking den geest: die wer
den onverwijld buiten de schuur gebragt.
Toen wij des anderen daags onzen terug-
togt aannamen, zag ik het verschrikkelijkste
tooneel voor mijne oogen! deze schuur
word door de vlammen aangetast. Ik heb
redenen om te gelooven dat zulks met voor
bedagtheid geschied is. Akelig was het te
zien, hoe zij, dio nog de magt haddon om
te kruipen, al kermende de vlammen
trachteden te ontvlugten. Nog gilt mij
het geluid in de ooren van de ongelukkigen,
die zich niet redden konden en door de
vlammen verteerd werden. Er was geene
mogelijkheid lot redding van hun, die niet
van hunne plaats konden gaan. Slechts
eenige hebben wij mede genomen op onze
wagens: maar ach! hoe bitter leden zij aan
hunne nog versche wonden en gaven al
kermende den geest Daar wij meester van
het slagveld gebleven waren, braglen wij
de nagt door in de hutten, welke de Russen
aldaar hadden gemaakt. Dan liet was ge
noegzaam eveneens, ol wij in deze hutten
dan in de openlucht lagen; want zij be
stonden uit eenige rechtop staande stut
ting en een afhangend dak van stroo, zoo
dat zij van voren en ter zijde open waren.
Hoe diep men ook onder het stroo kroop,
men kon zich niet verwarmen. Mijne voe
ten waren zoo koud, dat ik dacht dat zij
bevrozen waren. Jk begal mij dus naar het
rvjn P/v\RO
j gelegen vuur, om mij wat tc ver
warmen. Dan naderhand bevond ik, dat
mijn groole teenen werkelijk bevrozen wa
ren geweest, waaraan ik in het vervolg de
hevigste smarten heb ondervonden. Daar
ik nu hier mijne laarzen (dezelve wegens
de hevige koude, zonder het te merken, al
te digt bij het vuur gehouden hebbende)
had verbrand, en -geene schoenen bezat,
moest ik mijne voelen met lappen en scha
penvachten omwikkelen. Gelukkig dat mijn
paard behouden gebleven was, hetwelk, hoe
ook vermagerd, ook mij nog getrouwelijk
droeg; want zonder dit goede dier zoude ik
reeds lang bezweken zijn. Het was door de
uitgestane armoede geheel uitgeleerd, cn
door den onophoudelijk opliggenden zadel
deerlijk gedrukt; zoodat het, toen ik gevan
gen werd aan de Berezina, bijna het eene
been niet meer voor het andere konde
zetten.
Bij het aanbreken van den dag, den 16en
November, kwamen wij weder in het ge
weer, en toen het geheel dag geworden
was, werd er een bevel van den Keizer be
kend gemaakt, dat alle vakante officiers
plaatsen moesten
vervuld worden.
Alzoo werd de
oudste eerste lui
tenant lot kapitein
de oudste tweede
luitenant tot eer
sten luitenant, en
de oudste sergeant-
major tot tweeden
luitenant bevor
derd. Dil scheen
mij toe als een
middel om het
reeds moedeloos
volk. weder eenigs-
zins kragl bij te
zetten. Hierdoor
werden zij. die dat
gelukkig lol trof.
met nieuwen moed
bezield, cfai alle gevaren te trotseeren
schoon de moesten van hun er niet lang
genot van zullen gehad hebben. Hiervan
zag ik althans een voorbeeld.
De eerste luitenant-adjudant van hot
44ste regiment, had hij die gelegenheid den
rang van kapitein gekregen. Toen wij nu
dien dag in gesloten kolonnen op den vijand
aanrukten en genoegzaam genaderd zijnde,
om den aanval te beginnen, deptoyeerden,
en hij de guides met juistheid wilde rigten,
trof hem een vijandelijke kanonskogel,
welke zijn hoofd vermorselde Hij was een
jongmensch, zoo het mij voorkwam van on
geveer N ier cn twintig jaren. Weinige mi
nuten dus had hij genot van die bevorde
ring, waardoor hij zich zoo gelukkig ge
voelde als een vorst. Wie weet welke plan
nen hij niet reeds voor de toekomst vormde
en zich in het verschiet welligt reeds met
den maarschalksstaf in de hand zagl cn nu
vernietigde de dood op eenmaal, al deze
hersenschimmen. O mensch! zoo is uw be
slaan. Wat verheft gij u op rang, titels,
rijkdom, enz. Het moge wat korter of langer
duren, eenmaal verdwijnt al deze heerlijk
heid als een schaduw; vorst en bedelaar,
maarschalk en soldaat, keeren nu eenmaal
tot hetzelfde stof terlig! En hoe men in
zulke omstandigheden een voorgevoel kan
hebben van zijnen aan
zag ik ook hier uit het voorbeeld van den
eersten luitenant der voltigeurs Ondorp van
ons regiment. Daar de vijand ons manmoe
dig afwachtte, en wij niet onkundig waren,
dat er dezen dag slag zoude geleverd wor
den, was iedereen natuurlijk op de toekomst
bedacht en velen schenen voor zich het
ergste te vreezen. Onder dezen was ook
Ondorp, welke voordat de slag aanving, tot
mij zeide „Als het ongeluk wil, dat ik
sneuvele, doe dan uw bést om mijne'bloed
verwanten hiervan te Verwittigen; en zoo
gij den dood hier mogt vinden, zal ik even
zoo omtrent u handelen." Zijn voorgevoel
werd ook maar al te zeer bewaarheid, want
een vijandelijke kogel doorboorde zijn hoofd.
Ik werd hier dadelijk van verwittigd,
spoedde mij naar de plaats waar hij geval
len was, en vond hem reeds levenloos daar
neder liggen. Ik achtte mij geregtigd om
zijnen mantel (Ondorp zijn paard en man
telzak werden op het slagveld aan de meest
biedende verkocht, evenwel heb ik redenen
om te gelooven dat hier nimmer iets van te
regt gekomen is) die hem toch van geen
nut meer konde zijn, lot mij te nemen; en
deze kwam mij in het vervolg zeer goed te
pas, om mij tegen de koude te beschutten.
ITet reeds bevrozen bloed kleefde nog aan
denzelven, en het duurde niet lang, of het
lijk was ten eenenmalc van kleeding be
roofd; want ieder was er op uit om iets,
wat lot dekking kon strekken, le bekomen.
Doch moest men hier schielijk bij zijn, ter
wijl het ligchaam nog slap was; want bin
nen weinige minuten waren zij zoo stijf
bevrozen, dat er geene mogelijkheid zoude
geweest zijn, om de klederen er af te krij
gen zonder ze in stukken le snijden
FREDERIK DE GROOTE.
II.
Een man moei alleen maat cp z.ch
rekenen
zelf
Toen Frederik's grootvader, de eerste
koning van Pruisen, een zoon gekregen had
(Frederik's vadert dankte hij God die, in
zijn goedheid, hem een erfgenaam „voor
zoovele en zoo groote landen, zoo groote en
zoo prachtige landen" had gegeven Of
Frederik's vader (Frederik Willem D even
dankbaar cn even. ootmoedig is geweest
naderenden dood. I hew.,°P zjin, eC?, Zoon ,eeboFen
„„„„kooia ,i„„ 7er<l. valt to betwijfelen. Maar als zeker
kan wel aangenomen wórden,, dat hij on-
i middellijk het plan had van dien zoon een
I soldaat te maken, hem van meet af aan een
j volstrekte gehoorzaamheid in te prenten on
zijn kind te regeeren met ijzeren hand. De
dril-sergant werd de dril-opvoeder en zijn
methode heeft de jeugd van den groolen
Frederik in een zoo somber licht gezet, dat
zij in vele opzichten ondragelijk werd cn
tot verzet prikkelde De vader is vóór alles
soldaat. Hij heeft tot vriend den eigenaar-
digen vorst Leopold van Anhalt. die hem
als het ware aanvult. Leopold is de weten-
schappelijke, Frederik Willem de praelische
I soldaat Maar beiden zijn soldaat in merg
en been Leopold is daarenboven een man.
die zich voor niets geneert, noch om bemïn-
nel ijk noch om lomp te zijn ITij zingt zijn
1 psalmen op de.wijze van den Dessauer mili-
j tairen marsch Het lied van Luther: Een
vasten burg is onze God noemt hij Gods
I „dragonder-marsch". Hij is een kracht-
j mensch, die doet .wat hem goeddunkt en
nalaat, wal hij onaangenaam vindt. Hij
i trouwt met een apothekersdochter cn hij
I dwingt den keizer om haar tot wettige prin-
I ses te verklaren. Zijn vriendschap sterkt
Frederik Willem I. wiens krachtige rugge
steun hij is.
Frederik Willem I heeft dezelfde min-
achting voor eeremonie en etiquette als de
I Dessauer, dezelfde hardhandige opvocdings-
i methode als hij Onmiddellijk na den dood
van zijn vader (Frederik 1' Iaat hij zich de
lijst voorleggen van den hofstaat. Met één
handbeweging haalt hij een streep door de
talrijke namen, verklaart, dat hij al dien
hocus-pocus afschaft, maar allen op hun
Op eenmaal kwam er bevel om alle on- f*1 I,unodt M do. z!!n
lodige wagens te verbranden, uitgezon- vador; Do °PPO*amerheer «rukt aldus z.jn
„A A nn.mi.nlll/, mnnnmn. Annn .nnnjnn OClmS Uit.
noodi;
derd de ammunitie-wagens; deze werden
dus alle op eene hoop zamen gebragt en
aan de vlammen ten prooi gegeven De
paarden werden voor het geschut gespan
nen. Hierdoor leden de arme Vivandières
het meest; daar zij thans, van wagens en
paarden verstoken zijnde, genoodzaakt wa
ren tc voet te gaan.
gevr
..Mijne heeron, de koning, onze goede
meester is dood en de nieuwe koning zendt
ons allen naar den duivel!" i
Die twee maanden ceremonieel waren
het kinderlijk dankoffer aan den vader.
Het werd eclifer met den vader begraven.
De groote weelde van don eersten „koning" i
van Pruisen was wel groot genoeg, om er
wat van ar le nemen. Frederik Willem I i
deed het radioaal Alleen wie van het per- 1
sonoel soldaat wilde zijn behield hij De
rest kon inderdaad „naar don duivel"
loopen. Er werd dus sterk vereenvoudigd
en bezuinigd. De schulden van den vader
werden met de opbrengst van allerlei kost-
tang welken de" groote armëe in vollen te: baarheden betaald Daarna, toen schoon
Den 1 tden November dus ten einde ge
bragt hebbende bivouaequeerden wij in het
gezigt van den vijand, en zetleden des an
deren daags onzen togt voort, ten einde
den grooten weg van Moskou te bereiken
rugtogt was. Wij moesten dus de Russen,
zoo veel mogelijk, tegenhouden, opdat de
zelve den pas niet zouden afsnijden. Zoo
dra wij een bosch verlaten hadden, maak
ten wij halt en regtsom keert; en teneinde
de Russen te beletten, om ons te vervolgen,
plaatsten wij ons geschut zoo, dat het bijna
niet mogelijk was, om uit het bosch te ko
men; en dit was de eenigste weg. dien zij
passeren konden. Daar wij nu de groote
Straat genaderd waren, zagen wij de in
wanorde terug trekkende armée van Mos
kou. Men zag er in allerlei costumes, de
meesten zonder wapenen, maar met buit
beladen, waaronder zij somtijds gebukt
I
gingen. Zelfs waren er die slede cn paard
hadden, welke met kostbaarheden beladpn
waren; ook deze konden de rivier nietover
en moesten dus de gestolen buit weder vaar
wel zeggen; hoevele zullen er niet geweest
zijn die voor de toekomst reeds kasteelen
in de lucht gebouwt hebben, en die dit alles
nu wel voor een stuk brood hadden willen
geven. Iedereen zocht een goed heenkomen,
om don gemaakten buit in veiligheid te
brengen: doch slechts zeer weinigen ge
lukte dit: velen bezweken onder hunne
last; meer dan tachtig verdronken in een
meer. en de overigen werden door de Bere
zina gestuit, welke het hun niet gelukken
mogt weder over te trekken. Duizenden van
deze traineurs voegden zich hij ons; doch
schip gemaakt was, begon de burgelijke
huishouding van den koning, die niets f
over zijn kant liet gaan. alles controleerde, j
conferenties hield met kok en tuinman, en
aldus bij de grootste zuinigheid, die som» i
in gierigheid ontaardde, gelegenheid vond j
om thalcr bij thaler terzijde te leggen en I
daarvoor soldalen en kanonnen te koopen.
In deze omgeving in dezen gedachten-
kring groeide de zoon op. Dien zoon noemt
hij Frederik. „omdat die naam altijd voor-
deelig is geweest vdor het Huis" Doch de
zoon zelf zorgt er voor. dat de geschiedenis
aan dien naam de decoratie toevoegt van
„den Groote".
Er zal zeker kracht in die omgeving:
kracht van een wil, die haar lijnen trok,
kracht van eenvoud, soberheid, kracht van
arbeid Maar de eenzijdigheid van de op
voeding, die aan den jongen Frederik ge
geven werd, was te sterk om niet gevoeld
te worden door een jongen, aan wien do
natuur zeer groote gaven van hoofd had
verleend Dat de opvoeding van den toekom,
sligen koning van Pruisen in niets mocht
gelijken op die van den „dauphin", den
(roonisopvolgor, in Frankrijk, is begrijpelijk
cn toe te juichen, doch dat feitelijk al zijn
denken en doen gericht moest zijn op het
uitoefenen van het „vak van soldaat", was
bedenkelijk Hel zal niemand verwonderen
te vernemen, dat de jonge Frederik even
erg in zijn jeugd gekant was tegen het mili
tarisme. als zijn vader hel was tegen cere
monieën en éliquolte. van wien verteld
wordt, dat hij, (oen hij als kind buitenge
woon mooi was opgetakeld in een gala-hof-
costuum, zich in den schoorsteen verborg,
zoodal hij er als een schoorsteenveger uil
gehaald moest worden. Merkwaardig is
echter bij Frederik. dat hij met al zijn
jeugdig anlimiiitarisme later een der groot
ste vcldheeren van de wereld werd. zóó
groot, dat velen hem in slralogiSche kennis
en scherpte van inzicht boven Napoleon
stellen.
Maar er moesten ettelijke jaren vcrloopen.
veel bitterheid worden gemaakt, eer hel
zoover was. Eerst moest hij onder het juk
der vaderlijke opvoeding door En dat was
geen kleinigheid. De vader, despoot, liet
niets bij die opvoeding aan het toeval over.
*1 Het is onmogelijk te beschrijven, hoe
het gekerm der geblesseerden zich liet hoo-
ren. terwijl het in brand staande gebouw
kraakte en ieder oogenhlik dagt in te stor
ten. Ware dit vroeger geschied, onze na-
tuurgenoolen zouden ligter hunnen dood,
cn ellendig aanzijn verloren hebben.
hoe meer zij zich thans veilig waanden, I zoolang hij dit kon verhinderen. Van
hoe nader zij bij het tegendeel waren.
(Wordt vervolgd).
Steunt, bij gelijken prijs en
kwaliteit,
De Nederlandsche Industrie.
Hiermede dient gij Uw land Das Reglement, wie mein alte ster
r j. j ii r Sohn Fnedrich seine Studiën zu Wusler-
tn bestnidt gij de werkloosheid, hausen halten soil.
(ct uur, ik zou haast zeggen, van minuut
tot minuut, was voorgeschreven, wat zijn
zoon had te doen. Eenige mededeelingen uit
het reglement, waaraan Frederik onder
worpen was gaven daarop een vrij
volledige blik
In de week moest Frederik om zes uur
opstaan, zich niet meer omdraaien in zijn
bed, maar dadelijk op zijn knieën, zijn ge
bedje doen. zich vlug schoeien, gezicht en
handen wasschcn, zopder zeep le gebrui
ken; dan zich klecden, laten kammen maar
niet poeieren. Terwijl men hem kamt, moet
hij zijn thee of koffie gebruiken. Om half 7
komen zijn onderwijzer en de bedienden
binnen. Dan voorlezing van het groole ge
bed en een hoofstuk uit den bijbel, waarna
een gezang wordt gezongen. De lessen
volgen elkaar op van zeven uur tol kwar
tier voor elf. Daarna moet hij zich snel ge
zicht en liandeD wasschen. en nu, maar
aileen voor de handen, met zeep. Hij laat
zich dan poeieren, doet zijn costuum aan.
en gaat naar den koning, bij wien hij van
elf lot twee blijft. Vervolgens weer lessen
lo! vijf uur. Alsnu heeft de prins de be
schikking over zijn tijd, totdat hij naar bed
gaat. „mits hij niets doe, dat tegen de wil
Gods is."
Des Zondags: opslaan om zeven Zoodra
hij zijn pantoffels aan heeft, moet hij voor
zijn bed neerknielen cn hardop dit gebed
doen: „Heere God, Heilige Vader, ik dank
it uit het diepst van mijn hart, dat Gij mij.
als een uiting Uwer genade, dezen nacht
l heeft gegeven. Maar in den naam van
i Jezus, mijn Verlosser, dat ik gehoorzaam
ben aan Uw heiligen wil en dat ik noch
heden noch morgen, iets doe wat mij van U
I zou scheiden. Amen." Dan vlug zich was-
1 'ehen, zich poeieren, zich kleeden. Voor het
I gebed cn de aankleeding precies 'n kwartier.
Ontbijten in zeven minuten. Vervolgens ko
men de onderwijzer en de bedienden binnen.
Alle moeten neerknielen om. het groote ge
bed uit te spreken; nu lezing van den bijbel
en zingen van een gezang. Alles te zatnen
in drie en twintig minuten. Daarna zal de
onderwijzer het evangelie van den Zondig
lezen, het uitleggen en den prins den cate
chismus laten opzeggen. Hierop begeeft de
prins zich naar den koning, met wien hij
naar de kerk gaat en den maa'l' d gebruikl.
Over de rest van den dag kan hij vrijelijk
btfhikken. Om halflien moet hij zijn vader
goeden nacht zeggen; eindelijk gaat hij
raar zijn verl.-ikken terug, kleedt zich vlug
uit en wascht zich de handen De onder
wijzer leest hs; gel/ld -n zingt een gezang.
Om half elf moet de prins in lied zijn.
Zooals men ziet, is niets vergeten De
vader i9 een man van ord een tan, die
zuinig is mjt den tijd cn daarvan bij de op
voeding van den zoon hlqk geeft Hij is ook
godsdienstig (n meent net blijkbaar zerr
goed niet zijn zoon, zuuaic blijkt uit een uit
lating, dat hij het gevoelen van den zoon
lo'. den vader zou wenechen ie gelijken op
„broederlijke genegenheidEn curieus is,
dat hij de verhouding van zijn zoon tol hem
irnigcr wenschl dan die van zijn zoon tot
zijn moeder. .Gij zult hen: (den zoon) zijn
moeder doen vreezen maar mij nimmer." Een
cn ander zou aanleiding zijn te meenen. dat
zich gemakkelijk tusschen vader en zoon
een kameraadschappelijke verhouding had
kunnen vormen. Het werkprogram met af
zijn „vlug" 's (gcschwind) is niet overladen
en men voelt er in de zorg van den vader,
dat hel duivols-oorkussen der ledigheid niet
te dikwijls den jongen prins aanlokt, noch
dat hij zich le veel op zijn rang zal voor
slaan. Diezelfde vader zal er ook uitdrukke
lijk op wijzen, dat zijn zoon worde opge
voed in de vrecze Gods. Die vrees is voor
den vader „de eenige rem, welke in staat is,
vorsten binnen de perken te houden, aan
gezien hier op aarde cr voor vorsten noch
straffen noch belooningen beslaan." Dat zijn
wijze, verstandige, nobele gedachten, die
v.an den vader geen slecht denkbeeld geven.
Integendeel! Ook wat de vader zegt over de
militaire opvoeding van zijn zoon is nu en
dan breed van opvatting: hij -wil dat de
prins van kindsbeen af worde onderwezen
en opgevoed voor „liet vak van officier en
generaal", want van een kleinen jongen
dadelijk een generaal te maken sluit hem
tegen de borst Dat de vader in het voeren
van den degen „de eenige glorie" ziet, i9
voor dien tijd begrijpelijk. Doch de opvoeding
lot het vak, dat die glorie naderbij brengt,
wordt mot zooveel zorg on kritischen geest
omhuld, dat men geneigd zou zijn, den vader
als een uilnemcnd opvoeder te beschouwen.
Hij is legen alle aanstellerij; te veel latijn
doel schade aan den Duilsehen geest: een
regiment is een regiment en geen legioen:
een kapitein een kapitein, en geen centurio.
Zijn zoon moet goede manieren hebben, geen
pedanterie. Het „wij" schaft hij af: hij
spreekt van „ik". Zijn zoon is zijn zoon.
niet ZK. Hoogheid, evenmin als zijn vrouw
door hom ooit anders genoemd wordt dan
„mijn vrouw".
Welnu, niettegenstaande hel goode, dat er
in den vader en in de vaderlijke opvoeding
is en in weerwil van veel. dal een heldere,
scherpziende geest als die van den zoon
moest waardeeren. is' er zelden verbitterder
verhouding geweest tusschpn vader en zoon
dan tusschen Frederik Willem I en zijn zoon
Frederik. een verhouding, zóó diep-onge-
tukkig. dat»zij gedreigd heeft, het leven van
den zoon te vernietigen. De groote tegen
stelling, die tusschen beiden zich hoe lan
ger hoe meer verscherpte, deed den zoon
zelfs een poging doen om het hof (e ont
vluchten. waarna, toen die poging mislukt
was. er een vijandschap tusschen heiden
ontstond, die, helaas, van de zijde van den
zoon maar al te gerechtvaardigd was door
de brute wijze, waarop aan hem en zijn
helpers die poging werd gestraft.
A T. BOTHENIUS BROUWER
RECLAME.
II behoeft niet bang te zijn, ook *s win
ters Uw handen te laten zien. want
winterhanden zijn te voorkomen. Akkers
Kloosterbalsem verzacht, herstelt en
voorkomt erger. Neem. zoodra zich de
eerste verschijnselen voordoen. Akkers
,,Geen goud
zoo goed"
ALPHEN.
Zanguitvoering jengd-dameskoor
Clir. zangvereen. „Hosanna"
Het jeugd-dameskoor van de Chr I
verecniging „Hosanna"' directeur df? j|
J. M. Kouwenhoven gaf voor een VjT
gevulde Nutszaal haar jaarlijksehe,
om zeer goed geslaagd© uitvoering.'j
opening door den voorzitter don heer pL
hart, werd direct een aanvang gemaakt S
het alleszins goed verzorgde en uitvijl
programma, dat over hot algemeen ui;jT
kend werd vertolkt. In 't bijzonder J
lof toe aan' het duet van de dame» 3
Rijn en Van Beek, die het avondlied]. J
Hendrik D. v. Oort en „Weest gegroet'1}
C. v.' Ren nes zeer zuiver zongen. Ook J
alt-soliste mej. v. Gyzel oogstte veel U
val. Bovendien werden wij- verrast
een extra nummer „Hef; voorjaar"
voerd door een 7-tal dames, waarvaa X
aanhoudend applaus wel het beste btrl
was dat dit nummer bij de aanwerf 0
den smaak viel. Ook de „Oud Hollacdv
Nieuwe tijd", cantate van C. v. Jw
vond een- sublieme vertolking. Het by
dat het jeugd dameskoor van „Hos-n, I.
over velo goede zangeressen beschikt
het eind van den avond sprak ds. J
Bruin het slotwoord, waarbij hij bijzond* i
woordeD van dank richtte tot den dj,
teur en het koor.
Door B. en W. van de gemeente
terdam is aan de fa. Gesman Zo<
alhier opgedragen, bet afbouwen van
complex gebouwen voor de Rjjkss
richting op een terr^ftgpn Oud-MathL„
nabij de Barkasstraatr^ulks voor deï
van f. 308.870.
BOSKOOP.
De vingers gekwetst.
Do werkman D. Fianèn, werkzaam»
de werkverschaffing, had het ongeluk jf?
dens zijn. werkzaamheden, om met j
vingers bekneld te geraken tusschen I
kiepkar, met gevolg dat deze vingers;
stig werden gekwetst en hij zich oj
behandeling van een dokter moest ste' r
Meisjesvereeniging „Maria".
De meisjesvereeniging op Geref. en j
slag ..Maria" heeft m een der lokalen
de Chr. bew.school aan de Nieuwi
haar jaarvergadering gehouden. De be!
stelling voor deze bijeenkomst was biji
der goed.
Ds. Tj. Petersen opende op gebruiken
wijze, waarna overgegaan werd tot; j
jaarlijksehe periodieke werkzaamheden v~|
Na afloop daarvan werd overgegaan
een gezellig samenzijn, waarvoor een d
voorzien programma was vastgesteld, ia
bestond uit zang, muziek e
tableaux.
Het is eon recht gezellige avond
die menigeen nog lang in het geheugen J
blijven. Ds. Petersen sloot met ds{|
zegging.
Een viervoudig jubileum.
Mej. Vink-Bakhuijzeu, in de wandej
„Tante ma" alhier, herdacht heden het
waarop het 25 jaren geleden wae, dat zij
vier verschillende families te dezer p
als werkster in cLienst trad, <$us een
voudig jubileum.
Zooals begrijpelijk is deze gobeurte»
voor „Tante ma" niet onopgemerkt voortS
gegaan, en gewerd zij. naast talrijke fe-
taties, zeer fraaie geschenken.
Ju de vacature, van hoofd der C:
Ned.-Herv. school alhier, is benoemd j
heer F. v. d. Mast-, onderwijzer aan k
zelfde school.
KOUDEKERK.
Burgerlijke Stand.
GeborenJan Dirk, z. v. J. F. ^Viegmr
er A. van Eijk.
LEIDERDORP.
Loop der bevolking.
GevestigdJ. C. H. Gooi, Hoofdstr.
C. en E. Diederichs, v. d. Valk B*
manweg 35. C. Borst cn gezin, Hoogifc
descheweg 32. II. Hazcvoet, v. d Vb
Boumanweg 35. J. J. Pijnakker, Hooi1
straat 136. J. J. Vogelaar, Dr. v. Rhif u
straat 5. A. J. Schneider, Hoofdstr. K' I
M. van Leeuwen en gezin, Jaagpad 2|
F. Saadhoff. v. d. Valk Boumanweg I
J. Slingerland. Hoofdstraat 119. I
Vertrokken; J. G. van Wetten, n. Hh
zerswoude A 89. C. Bon en gezin, d.
den, v.d. Werfstr. 29. W. C. v. Es, n. H-
zerswoude. W. Stavleu, n. Rijswijk, Nl
Costalaan 25. A. G. Koerts, n. Mas-
tricht, Populierweg 20. A. Taal, n. Voff
schoten „Nieuw Voordorp". J. de Kltt
n. De Lier. M. v. Eek, n. De Lier.
M. E. Warnaar, n Rotterdam, Nieu*
Binnenweg 290c N. Fuchs, n. Leide?.
Dirkspoort 2. O. C. v. d. Akker, t
Zoeterwoude, H. Rijndijk F 86. M. t. A
Zwart, n. Leiden, Voorstraat.
NIEUWKOOP.
7470
Raadsagenda.
De raad dezer gemeente komt morgtf
des voormiddag? 9.30 uur, in spoedeischeJ-
de vergadering bijeen, ter behandeling^3
1. Beheersverordening voor het electro I
teitsbedrijf. 2. Regeling omtrent de vleest
keuring.