Daar we hier weder rustdag hielden moesten wij des anderen daags onze nede rige komplimenten gaan maken aan ver schillende Fransche generaals, welke zich alhier verzameld hadden. Wij kruisten dus de stad regts en links door, om voor hunne excellentien een' krommen rug te maken. En daar al deze vermoei jen issen mij voor kwamen wel tegen eenen marseh te kunnen opwegen, zoo begrepen wij, mijnen eerste Lieut. Herkenrath en ik, nu wel eens rust dag te mogen houden: en wij besloten dus, ons, als groote heeren, in eene koets naar Altona te laten voeren werwaart9 wij de overige menigte te voet zagen heentrekken. Hier namen wij onzen intrek in een voor naam logement buiten de stad en lieten al daar een middagmaal gereed maken. Wij hadden geene reden om ons over onze kok te beklagen (want het eten was lekker) maar minder om ons over de rekening van den kastelein te verheugen, doch wat zou den wij daartegen doen? Wij bragten dus deezen dag zeer aangenaam door, en zouden nog wel lust gehad hebben om er den avond en een gedeelte van den nacht aan te knoopen: dan 't denkbeeld, dat wij des anderen daags weer vroegtijdig op weg moesten, en dat ons 'n lange en moeijlijke logt te doen stond, en wij dus onze krach ten zooveel mogelijk moesten sparen, weer hield ons daarvan. En inderdaad, ik heb ondervonden, dat er een gezond en sterk lichaamsgestel toe behoort om de menig vuldige en zware vermoeijenissen. van zulk een krijgstogt onafscheidelijk door te staan. Wij begaven ons dus vroegtijdig naar het stadje Bergerdorf, en den volgenden dag naar Mollin. Hier zag ik de plaats waar de vermaarde Tijl Uijlenspiegcï, klugtiger ge dachtenis, begraven ligt. Er slaat een een voudige grafnaald op, en bij dezelve een grooten boom, in welken duizenden van spijkers geslagen zijn: want elk. die deze grafplaats bezoekt, slaat er, ter gedachtenis, eenen spijker in. Ook vertoonde men ons een paar speren, eenen spiegel, en eenen bril, welke niet van de klijnste soort wa ren. Of dit zinnebeelden van zijnen satirie- ken geest waren, weet ik niet. Vervolgens ir. elkander op deze waereld weder ontmoeten zullen. Van Gustrow trokken wij op Feterow. Hier kreeg ik mijn intrek ten huize van een zeer fatsoenlijk man, welke een groot lief hebber was van veel en goede wijn te drin ken. Hij scheen het plan te hebben, om mij eens op den toets te zetten; doch ik toonde hem, dat ik voor geen klein geruchtje ver vaard was, en, als het er op aan kwam, mijnen man wel durfde te staan; zoodat mijne goede hospes met mij zijn oogmerk niet konde bereiken. Vervolgens kwamen wij, over Stevenha gen, te Neubzandenbufg. Buiten deze stad stroomt een beekje, hetwelk zeer vischrijk is, en waarin men onder anderen vele kreeften vindt, die zeer lekker smaken. Terwijl wij hier rustdag hielden, liet ik mij een paar zakken aan beide zijden van za del maken, ten einde daar in deze en gene benoodigdheden te kunnen mede voeren; dit verschafte mij onderweg veel gemak en genoegen. Van hier ging het over Woldeck en Tase- walk. Dit plaatsje herinnerde ik mij nog zeer goed; daar wij in het jaar 1807, toen wij door de Zweden van Straalsund terug gedreven werden, hierheen retireerden: al hoewel het ons veertien dagen daarna ge lukte, hen weder terug te drijven tot aan de rivier de Peene, welke Pruisisch en Zweedsch Pommeren van elkander scheidt; waarop vervolgens een stilstand van wape nen volgde. Van hier kwamen wij te Plauwen, en ver volgens in de stad en vesting Stèttin, ge legen aan de rivier de Oder. Ik zag aldaar het marmeren standbeeld van Frederik den Grooten. staande op een verheven voet stuk, door een ijzeren hek omringd. Hier werden onze geweren gekalibriseerd, ten einde in de munitie te kunnen voorzien; dewijl wij nog geweren hadden van zes tien kogels in een pond, en nog geen Fransch model ontvangen hadden: schoon wij met den naam van Franschen bestem peld werden, en men ons niet zelden deed gevoelen, dat er geene Hollanders meer bestonden, en dat zelfs de naam van Hol- rechterkant (dat is in Engeland de kant waar het verkeer den voetganger tegemoet komt, in Nederland zou het de linkerkant zijn) van den weg te loopen". „Waarschuw uw kinderen tegen de gevaren van den weg en leer hun hoe ze te vermijden". „Leer de signalen van motorbestuurders kennen; dit kan u leeren wat zij voornemens zrjn te doen". Een voetgangersraad, die nieuw is voor Engeland, is dat hij zelf ook met een hand gebaar zal aangeven wat hij voornemens is op een gegeven oogenblik in het verkeer te doen. Zoo kan een autobestuurder waar namen, wanneer en waar een voetganger den weg over wil steken. Bijzondere adviezen aan automobilisten ^jn de volgende: „Er is geen voorrang op kruispunten maar het is wys aan het verkeer op den hoofdweg voorrang te ge ven". De regel vertelt dat er geen wettelijk vastgestelde bepa'ing is, cia prioriteit geeft aan verkeer langs hoofdwegen, waar andere wegen den hoofdweg kruisen. Zulk een wet telijk voorschrift zou niet raadzaam zgn, aangezien er zoo machtig veel kruispunten zgn, waar men in twijfel verkeert over de vraag welke weg als hoofdweg mag worden beschouwd. Een andere regel voor auto bestuurders is: „Laat uw hoornsignaal klin- ken. wanneer ge een gevaarlijk verkeers- punt nadert; maar neem niet als vanzelf sprekend aan dat het signaal is gehoord". I „Overigens moeten geluidsignalen slechts spaarzaam worden gebruikt en met alle consideratie voor de gevoelens V3n anderen. Zo mogen nimmer worden gebruikt om on geduld of verstoordheid uit de drukken". „Eerbiedig de rechten van voetgangers. Wees in het bijzonder hoffelijk en omzieh- tig jegens kinderen, ouden van dagen en j gebrekkigen". Geef voetgangers, wielrijders I of dieren ruim baan bij passeeren of achter- I halen en tracht er voor te zorgen, wanneer de weg nat of modderig is, hen niet te bespatten". Uit deze ademhaling blijkt voldoende het eenvoudig karakter van de Code, die slechts nadruk legt op hetgeen elk verstandig en welopgevoed mensch op den weg natuur- ljjkerwrze behoort te doen De praclische waarde van de Code ligt in het feit dat ze geldt voor alle gebruikers van den weg. Het beginsel dat „do weg vrjj is" wordt er nadrukkelijk in gehand haafd. Die vrijheid van den weg stelt m dezen tijd hooge verplichtingen aan alle menscben. die den weg gebruiken. Een weg die vrij is voor allen, beteekent een weg, die in het gebruik beperking oplegt aan iedereen, omdat elke weggebruiker moet waken voor de veiligheid en het gerief van do anderen. Het idèe van den minister is, dat het publiek de inachtneming van de regels van de Code als een eersten maatschappeliiken plicht zal beschouwen. Dat bet noodig is zulke stelregels, met nadruk en officieel aan de bevolking voor te leggen, bewijst wel, dat er aan de inner lijke beschaving der gemeenschap nog heel wat schort. De tijd zal ongetwijfeld komen wanneer de weggebruikers hun les hebben geleerd en wanneer deze rechtstreeksche inprenting van moreelo grondstellingen ge heel overbodig zal schijnen. Maar de tra gische uitkomsten varra^e/hte en onbezonnen vtrkeersman'er-n, verschaffen zeker genoeg reel tvaardiging a°n den minister voor Tran sport om op te tre<ïen als prediker van verkeerszeden. kwamen wij in hel Mecklenburg-Schwerin- sche vlek Gadebusch; en des anderendaags te Schwerin. Hier was ik bij eenen juslitie- commissaris gelogeerd, welke, benevens zijne vrouw, ongemeen vriendelijk en voor komende was. Ik zoude hier dus genoege- lijke ©ogenblikken hebben kunnen door brengen, daar wij hier weder rustdag hiel den doch eene kleine onpasselijkheid be roofde mij van dit genot. Deze stad leverde overigens voor mij niets nieuws op. daar ik er reeds in 1807 geweest was Ik herinnerde mij nog. foen aldaar een regiment Spaan- sche kavallerie gezien te hebben, welke allen op schoone Andalusische hengsten reden. Den volgenden dag marcheerden wij op Sternberg, en van daar op Guslrow. Hier vond ik weder eenen vriend welken ik in 1807 had leeren kennen. Het wederzien, na zoo eene lange scheiding, verschafte ons beiden zeer gemoegelijke oogenblikken. Wij zeiden elkander hier voor de tweede en denkelijk voor de laatste maal. vaarwel want het is niet zeer waarschijnlijk dat wij IE *OHirtG^3E*ïG£H tmF> land uit de lijst der volkeren was uitge schrapt. Wat ik, in wiens aderen echtHol- landsch bloed stroomt, bierbij gevoelde, en hoe vurig ik wenschle eenmaal in de ge legenheid le mogen zijn om de eer onzer natie, die door overmoedige veroveraars zoo deerlijk vertrapt werd. te wreken, kan elk waar Hollander ligtelijk beseffen. En in derdaad. welke natie verdiende minder zulk eene grievende vernedering te onder gaan, dan de onze, wier naam in de ge schiedenis met zoo veel luster praalt. Doch wat was voor den onbesc haam den trots der Franschen heilig? daar zelf? de Mi nister van buitenlandsche zaken, de Her tog van Cadore, opendlijk durfde beweren, dat Holland slechts een aanspoelsel was van het slik der Fransche rivieren! Dank. Gode zij dankl deze smaad is uitgewiseht. en de Hollanders hebben den Franschen bij Waterloo getoond, dat er nog een Hol land bestond Doch laat ons deze onaan gename herinneringen daarlaten, en weder tot ons verhaal terug keeren. (Wordt vervolgd). LQPDENSCHE BRIEVEN. Van nnz-n Londenschen Corret pendent. Londen, Dec. 1930. Goede manieren in bei verkeer. Het Britsche ministerie voor Transport heeft zoo juist een ontwerp-handboek van weg-etiquette uitgegeven. Het karakter van dit boekje is moreel. De voorschriften en aanwijzingen er in zgn als officieele ge boden. die den weggebruiker op het hart worden gedrukt. Schending der geboden kan niet leiden tot strafvervolging. Ze vormen een soort aanhangel van de nieuwe ver keerswet. Het aanhangsel schijnt te willen zeggen dat die wet niemand zal deeren. in dien men slechts zfjn regels in praktijk brengt. De wet zal inderdaad geen slacht, offers maken en hetgeen veel belang rijker is het verkeer zal geen slacht offers maken, indien deze nieuwe Code van den Weg strikt in acht wordt genomen. Zedenprediken in de opvoedingen der jeugd is uit den tijd; het effect er van wordt I eerder nadeelig dan voordeolig geacht. Ei genaardig is dat zedeprediken voor volwas- i senen in deze ministrieele Codezijn intree j doet in de samenleving. Minister Morrisson. gaat opvoeding in ouden stijl beproeven voor de gebruikers van den weg. voetgan gers incluis. Dit etiquette-boek voor de ver keersstraat is geen starre wet, die dit en dat verbiedt. Neen, het is eeu beroep op redelijkheid en gezond verstand, op hoffe lijkheid en omzichtigheid. Wat voor de gansche wereld geldt dat is de verzuchting dat de aarde een paradjjs zou zijn. indien alle menschen wel deden en wijs waren, geldt ook in hooge mate voor de bijzondere verkeerswereld. Eenige ademhalingen nit het nieuwe boek kunnen het even gemoedelijk als vaderlijk overredend karakter er van onthullen. „Wees steeds voorzichtig en hoffelijk jegens anderen. Als verantwoordelijk lid der ge meenschap hebt ge den plicht, tegenover dis gemeenschap, anderen niet te hinderen en met in gevaar te brengen bij hun wettig gebruik van den openbaren weg". „Goede manieren en consideratie voor anderen zijn even yenschelrjk en worden evenzeer ge waardeerd op den weg als elders". Houd rekening met de moeilijkheden van anderen en doe uw best ze niet te vergrooten". „Wees op uw hoede voor de vergissingen van anderen". Er zgr speciale wjjie lessen voor de voetgangers. B.v.: „Loop altijd op het voet pad wanneer er een is". Waar er geen is, wordt In het algemeen aangeraden aan den JAAROVERZICHT DER EFFECTENMARKT. Algemeece factoren, die tot de wereld- j depressie hebben bijgedragen Wan- j verbonding tnsschen productie-capaciteit en consumptie-vermogen Mislukking van kunstmatige stennpogingen De omvang i der koersverliezen in bet afgelccpen iaar De petitie der Nederlendrche industrie en de invloed, dien de depressie tot dusverre heeft uitgeoefend. Het is een troosteloos beeld, dat de fond- senmarkt aan bet eind van het jaar biedt. De koersen, die reeds, op een kleine en kortstondige opleving in den aanvang des jaars na, voortdurend een dalende richting hadden gevolgd, zijn nog met tientallen per centen verder leruggeloopen. zoodat de no teeringen in het algemeen sluiten op of nabij het laagsle punt. dat in den loop van dit jaar werd bereikt. Het ten einde spoedende jaar is ook wel een der meest zorgvolle perioden geweest, die het economisch leven in de geheele we reld ooit heeft doorgemaakt. Een reeks van [actoren van den meest uiteenloopenden aard hebben bijgedragen tot de ontwrichting in de verhouding van productie en verbruik, die zulk een funesten invloed op den alge- meenen toestand heeft uitgeoefend. Naast de feitelijke uitschakeling van het groote Rus- sische afzetgebied uil het wereldverkeer. waaraan men zich geleidelijk was beginnen aan te passen, is de door de Sovjelregeering j in den laatsten lijd gevolgde „dumping" po litiek gekomen, die een nieuwen druk op vele markten heeft uitgeoefend. Hierbij komt de vermindering van het op nemingsvermogen in het Verre Oosten, zoo wel wegens de politieke onrust als tenge volge van de voortdurende daling van den zilverprijs, die vooral do koopkracht van de bevolking in Britsch-Indië en China in sterke mate heeft verminderd De revolutio naire woelingen in vele Zuid-Amerikaan- sche staten en de hiermede verband hou dende vermindering van het handelsverkeer hebben den alzet in de desbetreflende lan den doen dalen en aan het crediet dezer landen enorme schade toegebracht, zich uilend in een scherpe koersdaling van de slaatsobligahën van de meeste Zuid-Am-s- rikaansche stalen. Ook de politieke toestand in sommige Eurojieesche landen, met name in Duitschland, vertoont nog steeds niet die stabiliteit, die een eerste voorwaarde is voor een rustige ontwikkeling der handels betrekkingen. Van geheel anderen aard is de belemme ring. die in toenemende mate aan de inter nationalen goederenruil in den weg worden gesteld door de verhooging der (olmuren in lal van landen. Juist onder den invloed van j den ongunstigen toestand, waarin vele lak ken van industrie in verschillende landen zich als uitvloeisel van de wereldcrisis be vinden, wordt de aandrang tot verhooging of invoering van beschermende invoerrechten voortdurend sterker, en worden ook do re geeringen in toenemende mate geneigd, aan dezen drang toe le geven. Vermelden wij nog als belangrijke factor voor de ontwikkeling van de wereldhuishou ding de nog steeds onopgeloste quaestie der oorlogsschulden en de schatting, die Europo jaar in jaar uit aan de Ver. Staten heeft te betalen, uit hoofde van de tijdens en na den oorlog aangegane schulden en noemen wij tenslotte nog de opeenhooping van den wereldgoudvoorraad in enkele landen Frankrijk en Amerika, dan hebben wij in het kort de verschillende invloeden, waar aan de tegenwoordige werelddepressie kan worden toegeschreven, de revue laten pas. seeren. De uitwerking van deze depressie doet zich in hoe langer hoe wijder kring gevoe len en brengt geleidelijk ook het vertrou wen van degenen die tot nu toe op den spoe- digen terugkeer van betere dagen hadden ge hoopt, aan het wankelen. En juist het thans bestaande gebrek aan vertrouwen draagt tot verscherping van den toestand bij en ver traagt het intreden van betere verhoudingen. Toch zal men goed doen, niet te vergeten, dat juist in tijden van economisch© depres sie de kiem wordt gelegd voor een herstel, doordien het economisch leven zich gelei delijk aan de veranderde omstandigheden gaat aanpassen. Dit proces van aanpassing, dat ongetwij feld in de richting zad gaan van een verla ging der verkoopprijzen, teneinde den affcjt zooveel mogelijk to stimuleelen, zal echfêr geruiraen tijd in beslag moeten nemen, en wellicht nog ernstige moeilijkheden van so cialen aard met zich brengen. Het streven naar loonsverlaging, dat reeds thans in ver schillende takken van bedrijf valt waar te nemen, zal ongetwijfeld worden gekruist door den tegenstand, welken arbeiders en andere loontrckkenden zullen bieden aan de pogin gen tot verlaging van hun inkomsten, zij het ook dat het proces, wanneer het eenmaal doorgewerkt zal hebben, niet tot een ver mindering van het levenspeil behoeft te lei den, omdat ook de kosten van levensonder houd op den duur zoudeTi worden verlaagd. Voor dit moeilijke vraagstuk zal in den loop van het nieuwe jaar een oplossing moeten worden gevonden. Tevergeefs heeft men ook in het afgeloo- pon jaar weder getracht, aan de wanverhou ding, die tusschen de productie-capaciteit en het opnemingsvermogen op verschillende marktgebieden bestaat, een einde te maken door kunstmatige maatregelen, waarmede eok thans nog voortgang wordt gemaakt. Dat deze pogingen succes zullen hebben, mag nauwelijks worden verwacht, zoolang het geheele complex van oorzaken, die tot de ontwrichting van het economisch leven over de geheele wereld het hunne hebben bijge dragen, nog blijft bestaan. Noch de valori satie-politiek vaD het Koffie-instiluut van Sao Paulo en da Britsche restrictie van de rubber productie in de voorafgaande jaren, noch ook de politiek van het machtige inter nationale koperkartel, noch de steunverle ning van de Amerikaansche Federal Farm- boar aan de katoen- en graanplantere zijn in staat gebleken, een aanhoudende verbe tering van de marktpositie der verschillende producten teweeg te brengen, resp. de prijsdaling tegen te houden. Welken omvang de prijsdaling in het afge- loopen jaar heeft aangenomen, blijkt uit het hieronder volgende staatje; tevens is te zien, dat de prijzen van de meeste artikelen thans aanmerkelijk lager zijn dan het ge middelde voo#1913: Koffie ($cls per lb.) 9 (Gem. 1913); 9 1/4 (2 Jan. 1930); 7 1/8 (23 Dec. 1930). Suiker ($cts. per lb.) 3.12 (Gem. 1913); 1.97 (2 Jan 1930); 1.20 (23 Dec. 1930). Rubber (pence per lb.) 37 1/2 (Gem. 1913) 7 3/4 (2 Jan. 1930); 4 5/16 (23 Dec. 1930). Katoen ($cts. per ib.) 12.60 (Gem. 1913) 17.46 (2 Jan. 1930)9.80 (23 Dec. 1930). Tarwe f$cts. per bushel) 68.5 (Gem. 1913); 1.37 (2 Jan. 1930); 85 (23 Dec. 1930). Koper ($cts. per lb.) 15 (Gem. 1913); 18 (2 Jan. 1930); 10.80 (23 Dec. 1930). Zooals hieruit blijkt, hebben vooral ook onze koloniale producten sterk van do prijs daling te lijden gehad. Zoowel rubber al9 suiker hebben thans een niveau bereikt, waarop een loonende productie niet meer mogelijk is en deze toestand weerspiegelt zich op duidelijke wijze in het koersverloop der aandeelen van onze Nederlandsch-In- dische cultuurondernemingen op de Am- stcrdamsche beurs. Het koersverlies in de andere afdeelingen der beurs was echter niet minder groot, vaak zelfs in verhouding nog aanmerkelijk grooter In (otaal is de waarde van hel effectenbezit in ons land in den loop van dit jaar gedaald met een bedrag, dat in een door de Amslerdamsche Bank gemaakte be rekening reed9 voor de eerste 11 maanden geraamd was op omstreeks drie milliard gulden. Als gevolg van de verdere koers daling in November zijn hier naar raming nog ettelijke honderden millioen guldens bijeengekomen. Voor enkele der leidende fondsen van de verschillende afdeelingen hebben wij de waarde berekend van het aandeelenkapitaal, zooals dit op grond van de tegenwoordige koersen door de beurs ge waardeerd wordt in vergelijking met de waarde volgens de hoogste koersen die in het begin van dit jaar tijdens het kortston dige herstel waren bereikt. Het resultaat, weergevende de waardedaling van het to tale uilstaande aandeelenkapilaal der des betreffende ondernemingen, hebben wij neergelegd in het hieronder volgende staatje: Ned Handel Mij f. 80 mill. f. 35 m 200 000 Aku f. 124 mill, f 116 mill. Margarine Unie 1. 193 mill. f. 401 mil!. Philips f. &5". mill. f. 232 mill. Kon. Petroleum f. 504 mill. 706 mill. Amslerd. Rubber f. 18'/i mill. t. 21 mill. Holland A.-Lijn f. 25 mill. f. 8 mill. Ned. Scheepv.-Unie 70'/i miil, f 54 mill. Deli Maalsch f. 25 mill. 41 mill. Handels-ver. „A'dam" I. 40 mill. f. 103 min Nu willen wij er uitdrukkelijk op wijzen, dat uil de bovenstaande cijfers geenszinB RECLAME. Met ^te dogehjksche middel ter opvvekkinq en verfri«ssching. PEPEHMÜMT 6220 zou mogen worden afgeleid, dat de desbe treffende ondernemingen inderdaad zooveel minder „waard" zouden zijn geworden, als de cijfers van het koersverlies aangeven. Immers deze cijfers vertegenwoordigen slechts de vermindering in de waarde, die door de beurs aan de desbetreffende aan deden wordt toegekend. De beurs kan zeer goed nog te hoog zijn geweest in haar waar, deering van de aandeelen in den aanvang van dit jaar, terwijl zij thans wellicht een te kleine waarde aan de aandeelen toekent, onder den invloed van de algemeene ver trouwenscrisis. De toestand is op het oogen blik feitelijk zoo. dat zelf9 de leiders van een bepaalde onderneming de toekomstig- ontwikkeling dezer onderneming niet met eenige mate van zekerheid zouden kunnen voorspellen, omdat het onmogelijk vooruil is te zien, hoe lang de huidige depressie nog zal aanhouden en welke haar verdere uil werking op do desbetreffende tak van b> drijf zal zijn. Wat natuurlijk wel is na le gaan, is de hechtheid der financieele bas:-, waarop de onderneming berust, haar ver mogen, om de huidige depressie het hoofd le bieden en haar capaciteit, om zich geleide lijk aan do nieuwe verhoudingen aan Ie passen. Gelukkig bezit ons land talrijke groole en kleinere ondernemingen op elk gebied, die in dit opzicht aan de gestelde eischen voldoen, mede dank zi) de reoks van gunstige jaren, die wij achter ons hebben en het feit, dat de toen behaalde winsten voor een belangrijk deel tot versterking van de financieele positie der desbetreffend ondernemingen zijn aangewend, terwnl meestal volstaan werd met de uitkeering van matige dividenden. De dividendvooruitzichten voor het loo- pende jaar zijn natuurlijk, wat de in- dustrieele ondernemingen aangaat, niet al le gunstig, al zal nog veei afhangen van den ioestand, zooals deze zich in het voorjaar, bij het samenstellen der jaarverslagen zal hebben ontwikkeld. De resultaten over het afgeloopen jaar zouden op zich zelf in ver schillende gevallen nog wel een9 kunnen meevallen. In de eerste helft van dit jaar schijnen zij meestal nog niet in zoo sterk- mate van de economische depressie te heb ben geleden. Eer9t in het derde kwartaal begon deze zich duidelijker merkbaar le maken, en het laatste kwartaal moet. naar uit bij verschillende bedrijfstakken inge wonnen inlichtingen is gebleken, eerst in derdaad een scherpe terugslag zijn inge treden. De textielindustrie heeft haar afzet zien teruggaan door de vermindering der koop kracht van do inlandsche bevolking in Ned. Indie als gevolg van de prijsdaling op de produclenmarkt, terwijl bovendien de scherpe daling der katoenprijzen de afne mers tot voorzichtigheid maant en ze slechls mondjesmaat doet koopen. Do ma chine-industrie lijdt eveneens onder den slechten toestand der Indische cultures, als gevolg waarvan de bestellingen der cultiiur- ondernemingen aanzienlijk zijn verminderd Ook voor de scheepsbouwindustrie brengt de ongunstige ontwikkeling in den Oost een vermindering van bestellingen mede. door dien de Indische scheepvaartmaatschap pijen de uitbreiding van haar vloot in een minder snel tempo voortzetten dan aanvan kelijk in de bedoeling lag. In de kunstzijde-industrie staan tegen over een niet onbevredigenden afzet voort durend lagere prijzen, als gevolg van de scherpe concurrentie op de wereldmarkt, die in hel laatste jaar eerder nog heviger dan minder is geworden. De Nederlandsche pa pierindustrie ondervindt eveneens de invloed van de daling der papierprijzen op de we reldmarkt. De radio-industrie heett haar af zet weliswaar, legen veler verwachting in. niet aanmerkelijk zien leruggaaD, maar er moesten aanzienlijke concessies ten aanzien der prijzen worden gedaan, waardoor de winstmarge stellig kleiner is geworden. Ook op do gloeilampenindualrie moei de inkrim ping der bedrijvigheid in fabrieken enz wel haar invloed doen gevoelen. Het onderstaande koersstaatje geelt een beeld van de koersontwikkeling van in dustrieel? aandeelen in het afgeloopen jaar Wij hebben hieraan toegevoegd de laagste koersen, die in de vorige depressie-periode, die van 1921-1922, weiden bereikt. Zooals uil een vergelijking blijkt, is het tegenwoor dige koersniveau in de meeste gevallen nog vrij veel hooger dan de destijds bereikte laagsle noteeringen. h I 1 1 r i i 1 5,3 5 5 i Z i l z Van Berkei's Pat. 25 166 45 193 41 Calvé Delft 61 151 75 167 79 Fijenoord 70 113 108 126 Holl. Draad en Kabel 49 1 25 81 139 81 Holl. Kunstzijde 29 100 62 107 62 Aku 115 45 135 4G Gew. Beton „Kondor" 95 278 278 350 311 Unilever 327 170 378 173 Philips GloeiJ. 158 473 173 527 176 Ned. Kabelfabriek 106 390 355 444 365 Papierfabr. v. Gelder 55 194 114 216 11) Werkspoor 61 108 90 120 97 Ned. Ford 263 184 288 209 Ktlchenmeister Acc. 12G 66 149 82 Aandeelen Koninklijke Petroleum My„ die zich van c.a. 400 begin Januan tot 421 pCt hadden hersteld, zijn per saldo sterk terug- geloopen en wel tot 285 pCL, onder den invloed van de berichten betreffende een verscherping van den concurrentiestrijd op de wereldmarkt. Het koersverloop in de overige afdeelingen der fondsenmarkl stellen wij ons voor le behandelen in het tweede deel van ons jaaroverzicht, dat de volgende week zal verschijnen. SU 3-3

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1930 | | pagina 11