Daar we hier weder rustdag hielden
moesten wij des anderen daags onze nede
rige komplimenten gaan maken aan ver
schillende Fransche generaals, welke zich
alhier verzameld hadden. Wij kruisten dus
de stad regts en links door, om voor hunne
excellentien een' krommen rug te maken.
En daar al deze vermoei jen issen mij voor
kwamen wel tegen eenen marseh te kunnen
opwegen, zoo begrepen wij, mijnen eerste
Lieut. Herkenrath en ik, nu wel eens rust
dag te mogen houden: en wij besloten dus,
ons, als groote heeren, in eene koets naar
Altona te laten voeren werwaart9 wij de
overige menigte te voet zagen heentrekken.
Hier namen wij onzen intrek in een voor
naam logement buiten de stad en lieten al
daar een middagmaal gereed maken. Wij
hadden geene reden om ons over onze kok
te beklagen (want het eten was lekker)
maar minder om ons over de rekening van
den kastelein te verheugen, doch wat zou
den wij daartegen doen? Wij bragten dus
deezen dag zeer aangenaam door, en zouden
nog wel lust gehad hebben om er den
avond en een gedeelte van den nacht aan
te knoopen: dan 't denkbeeld, dat wij des
anderen daags weer vroegtijdig op weg
moesten, en dat ons 'n lange en moeijlijke
logt te doen stond, en wij dus onze krach
ten zooveel mogelijk moesten sparen, weer
hield ons daarvan. En inderdaad, ik heb
ondervonden, dat er een gezond en sterk
lichaamsgestel toe behoort om de menig
vuldige en zware vermoeijenissen. van zulk
een krijgstogt onafscheidelijk door te staan.
Wij begaven ons dus vroegtijdig naar het
stadje Bergerdorf, en den volgenden dag
naar Mollin. Hier zag ik de plaats waar de
vermaarde Tijl Uijlenspiegcï, klugtiger ge
dachtenis, begraven ligt. Er slaat een een
voudige grafnaald op, en bij dezelve een
grooten boom, in welken duizenden van
spijkers geslagen zijn: want elk. die deze
grafplaats bezoekt, slaat er, ter gedachtenis,
eenen spijker in. Ook vertoonde men ons
een paar speren, eenen spiegel, en eenen
bril, welke niet van de klijnste soort wa
ren. Of dit zinnebeelden van zijnen satirie-
ken geest waren, weet ik niet. Vervolgens
ir.
elkander op deze waereld weder ontmoeten
zullen.
Van Gustrow trokken wij op Feterow.
Hier kreeg ik mijn intrek ten huize van een
zeer fatsoenlijk man, welke een groot lief
hebber was van veel en goede wijn te drin
ken. Hij scheen het plan te hebben, om mij
eens op den toets te zetten; doch ik toonde
hem, dat ik voor geen klein geruchtje ver
vaard was, en, als het er op aan kwam,
mijnen man wel durfde te staan; zoodat
mijne goede hospes met mij zijn oogmerk
niet konde bereiken.
Vervolgens kwamen wij, over Stevenha
gen, te Neubzandenbufg. Buiten deze stad
stroomt een beekje, hetwelk zeer vischrijk
is, en waarin men onder anderen vele
kreeften vindt, die zeer lekker smaken.
Terwijl wij hier rustdag hielden, liet ik mij
een paar zakken aan beide zijden van za
del maken, ten einde daar in deze en gene
benoodigdheden te kunnen mede voeren;
dit verschafte mij onderweg veel gemak en
genoegen.
Van hier ging het over Woldeck en Tase-
walk. Dit plaatsje herinnerde ik mij nog
zeer goed; daar wij in het jaar 1807, toen
wij door de Zweden van Straalsund terug
gedreven werden, hierheen retireerden: al
hoewel het ons veertien dagen daarna ge
lukte, hen weder terug te drijven tot aan
de rivier de Peene, welke Pruisisch en
Zweedsch Pommeren van elkander scheidt;
waarop vervolgens een stilstand van wape
nen volgde.
Van hier kwamen wij te Plauwen, en ver
volgens in de stad en vesting Stèttin, ge
legen aan de rivier de Oder. Ik zag aldaar
het marmeren standbeeld van Frederik den
Grooten. staande op een verheven voet
stuk, door een ijzeren hek omringd. Hier
werden onze geweren gekalibriseerd, ten
einde in de munitie te kunnen voorzien;
dewijl wij nog geweren hadden van zes
tien kogels in een pond, en nog geen
Fransch model ontvangen hadden: schoon
wij met den naam van Franschen bestem
peld werden, en men ons niet zelden deed
gevoelen, dat er geene Hollanders meer
bestonden, en dat zelfs de naam van Hol-
rechterkant (dat is in Engeland de kant
waar het verkeer den voetganger tegemoet
komt, in Nederland zou het de linkerkant
zijn) van den weg te loopen". „Waarschuw
uw kinderen tegen de gevaren van den
weg en leer hun hoe ze te vermijden". „Leer
de signalen van motorbestuurders kennen;
dit kan u leeren wat zij voornemens zrjn
te doen".
Een voetgangersraad, die nieuw is voor
Engeland, is dat hij zelf ook met een hand
gebaar zal aangeven wat hij voornemens is
op een gegeven oogenblik in het verkeer
te doen. Zoo kan een autobestuurder waar
namen, wanneer en waar een voetganger
den weg over wil steken.
Bijzondere adviezen aan automobilisten
^jn de volgende: „Er is geen voorrang
op kruispunten maar het is wys aan het
verkeer op den hoofdweg voorrang te ge
ven". De regel vertelt dat er geen wettelijk
vastgestelde bepa'ing is, cia prioriteit geeft
aan verkeer langs hoofdwegen, waar andere
wegen den hoofdweg kruisen. Zulk een wet
telijk voorschrift zou niet raadzaam zgn,
aangezien er zoo machtig veel kruispunten
zgn, waar men in twijfel verkeert over de
vraag welke weg als hoofdweg mag worden
beschouwd. Een andere regel voor auto
bestuurders is: „Laat uw hoornsignaal klin-
ken. wanneer ge een gevaarlijk verkeers-
punt nadert; maar neem niet als vanzelf
sprekend aan dat het signaal is gehoord".
I „Overigens moeten geluidsignalen slechts
spaarzaam worden gebruikt en met alle
consideratie voor de gevoelens V3n anderen.
Zo mogen nimmer worden gebruikt om on
geduld of verstoordheid uit de drukken".
„Eerbiedig de rechten van voetgangers.
Wees in het bijzonder hoffelijk en omzieh-
tig jegens kinderen, ouden van dagen en
j gebrekkigen". Geef voetgangers, wielrijders
I of dieren ruim baan bij passeeren of achter-
I halen en tracht er voor te zorgen, wanneer
de weg nat of modderig is, hen niet te
bespatten".
Uit deze ademhaling blijkt voldoende het
eenvoudig karakter van de Code, die slechts
nadruk legt op hetgeen elk verstandig en
welopgevoed mensch op den weg natuur-
ljjkerwrze behoort te doen
De praclische waarde van de Code ligt
in het feit dat ze geldt voor alle gebruikers
van den weg. Het beginsel dat „do weg
vrjj is" wordt er nadrukkelijk in gehand
haafd. Die vrijheid van den weg stelt m
dezen tijd hooge verplichtingen aan alle
menscben. die den weg gebruiken. Een weg
die vrij is voor allen, beteekent een weg,
die in het gebruik beperking oplegt aan
iedereen, omdat elke weggebruiker moet
waken voor de veiligheid en het gerief
van do anderen.
Het idèe van den minister is, dat het
publiek de inachtneming van de regels van
de Code als een eersten maatschappeliiken
plicht zal beschouwen.
Dat bet noodig is zulke stelregels, met
nadruk en officieel aan de bevolking voor
te leggen, bewijst wel, dat er aan de inner
lijke beschaving der gemeenschap nog heel
wat schort. De tijd zal ongetwijfeld komen
wanneer de weggebruikers hun les hebben
geleerd en wanneer deze rechtstreeksche
inprenting van moreelo grondstellingen ge
heel overbodig zal schijnen. Maar de tra
gische uitkomsten varra^e/hte en onbezonnen
vtrkeersman'er-n, verschaffen zeker genoeg
reel tvaardiging a°n den minister voor Tran
sport om op te tre<ïen als prediker van
verkeerszeden.
kwamen wij in hel Mecklenburg-Schwerin-
sche vlek Gadebusch; en des anderendaags
te Schwerin. Hier was ik bij eenen juslitie-
commissaris gelogeerd, welke, benevens
zijne vrouw, ongemeen vriendelijk en voor
komende was. Ik zoude hier dus genoege-
lijke ©ogenblikken hebben kunnen door
brengen, daar wij hier weder rustdag hiel
den doch eene kleine onpasselijkheid be
roofde mij van dit genot. Deze stad leverde
overigens voor mij niets nieuws op. daar ik
er reeds in 1807 geweest was Ik herinnerde
mij nog. foen aldaar een regiment Spaan-
sche kavallerie gezien te hebben, welke
allen op schoone Andalusische hengsten
reden. Den volgenden dag marcheerden wij
op Sternberg, en van daar op Guslrow. Hier
vond ik weder eenen vriend welken ik in
1807 had leeren kennen. Het wederzien, na
zoo eene lange scheiding, verschafte ons
beiden zeer gemoegelijke oogenblikken. Wij
zeiden elkander hier voor de tweede en
denkelijk voor de laatste maal. vaarwel
want het is niet zeer waarschijnlijk dat wij
IE *OHirtG^3E*ïG£H
tmF>
land uit de lijst der volkeren was uitge
schrapt. Wat ik, in wiens aderen echtHol-
landsch bloed stroomt, bierbij gevoelde, en
hoe vurig ik wenschle eenmaal in de ge
legenheid le mogen zijn om de eer onzer
natie, die door overmoedige veroveraars
zoo deerlijk vertrapt werd. te wreken, kan
elk waar Hollander ligtelijk beseffen. En
in derdaad. welke natie verdiende minder
zulk eene grievende vernedering te onder
gaan, dan de onze, wier naam in de ge
schiedenis met zoo veel luster praalt. Doch
wat was voor den onbesc haam den trots
der Franschen heilig? daar zelf? de Mi
nister van buitenlandsche zaken, de Her
tog van Cadore, opendlijk durfde beweren,
dat Holland slechts een aanspoelsel was
van het slik der Fransche rivieren! Dank.
Gode zij dankl deze smaad is uitgewiseht.
en de Hollanders hebben den Franschen
bij Waterloo getoond, dat er nog een Hol
land bestond Doch laat ons deze onaan
gename herinneringen daarlaten, en weder
tot ons verhaal terug keeren.
(Wordt vervolgd).
LQPDENSCHE BRIEVEN.
Van nnz-n Londenschen Corret pendent.
Londen, Dec. 1930.
Goede manieren in bei verkeer.
Het Britsche ministerie voor Transport
heeft zoo juist een ontwerp-handboek van
weg-etiquette uitgegeven. Het karakter van
dit boekje is moreel. De voorschriften en
aanwijzingen er in zgn als officieele ge
boden. die den weggebruiker op het hart
worden gedrukt. Schending der geboden kan
niet leiden tot strafvervolging. Ze vormen
een soort aanhangel van de nieuwe ver
keerswet. Het aanhangsel schijnt te willen
zeggen dat die wet niemand zal deeren. in
dien men slechts zfjn regels in praktijk
brengt. De wet zal inderdaad geen slacht,
offers maken en hetgeen veel belang
rijker is het verkeer zal geen slacht
offers maken, indien deze nieuwe Code van
den Weg strikt in acht wordt genomen.
Zedenprediken in de opvoedingen der
jeugd is uit den tijd; het effect er van wordt I
eerder nadeelig dan voordeolig geacht. Ei
genaardig is dat zedeprediken voor volwas- i
senen in deze ministrieele Codezijn intree j
doet in de samenleving. Minister Morrisson.
gaat opvoeding in ouden stijl beproeven
voor de gebruikers van den weg. voetgan
gers incluis. Dit etiquette-boek voor de ver
keersstraat is geen starre wet, die dit en
dat verbiedt. Neen, het is eeu beroep op
redelijkheid en gezond verstand, op hoffe
lijkheid en omzichtigheid.
Wat voor de gansche wereld geldt
dat is de verzuchting dat de aarde een
paradjjs zou zijn. indien alle menschen wel
deden en wijs waren, geldt ook in hooge
mate voor de bijzondere verkeerswereld.
Eenige ademhalingen nit het nieuwe boek
kunnen het even gemoedelijk als vaderlijk
overredend karakter er van onthullen.
„Wees steeds voorzichtig en hoffelijk jegens
anderen. Als verantwoordelijk lid der ge
meenschap hebt ge den plicht, tegenover
dis gemeenschap, anderen niet te hinderen
en met in gevaar te brengen bij hun wettig
gebruik van den openbaren weg". „Goede
manieren en consideratie voor anderen zijn
even yenschelrjk en worden evenzeer ge
waardeerd op den weg als elders". Houd
rekening met de moeilijkheden van anderen
en doe uw best ze niet te vergrooten".
„Wees op uw hoede voor de vergissingen
van anderen".
Er zgr speciale wjjie lessen voor de
voetgangers. B.v.: „Loop altijd op het voet
pad wanneer er een is". Waar er geen is,
wordt In het algemeen aangeraden aan den
JAAROVERZICHT DER
EFFECTENMARKT.
Algemeece factoren, die tot de wereld-
j depressie hebben bijgedragen Wan-
j verbonding tnsschen productie-capaciteit en
consumptie-vermogen Mislukking van
kunstmatige stennpogingen De omvang
i der koersverliezen in bet afgelccpen iaar
De petitie der Nederlendrche industrie en
de invloed, dien de depressie tot dusverre
heeft uitgeoefend.
Het is een troosteloos beeld, dat de fond-
senmarkt aan bet eind van het jaar biedt.
De koersen, die reeds, op een kleine en
kortstondige opleving in den aanvang des
jaars na, voortdurend een dalende richting
hadden gevolgd, zijn nog met tientallen per
centen verder leruggeloopen. zoodat de no
teeringen in het algemeen sluiten op of nabij
het laagsle punt. dat in den loop van dit
jaar werd bereikt.
Het ten einde spoedende jaar is ook wel
een der meest zorgvolle perioden geweest,
die het economisch leven in de geheele we
reld ooit heeft doorgemaakt. Een reeks van
[actoren van den meest uiteenloopenden
aard hebben bijgedragen tot de ontwrichting
in de verhouding van productie en verbruik,
die zulk een funesten invloed op den alge-
meenen toestand heeft uitgeoefend. Naast de
feitelijke uitschakeling van het groote Rus-
sische afzetgebied uil het wereldverkeer.
waaraan men zich geleidelijk was beginnen
aan te passen, is de door de Sovjelregeering
j in den laatsten lijd gevolgde „dumping" po
litiek gekomen, die een nieuwen druk op
vele markten heeft uitgeoefend.
Hierbij komt de vermindering van het op
nemingsvermogen in het Verre Oosten, zoo
wel wegens de politieke onrust als tenge
volge van de voortdurende daling van den
zilverprijs, die vooral do koopkracht van de
bevolking in Britsch-Indië en China in
sterke mate heeft verminderd De revolutio
naire woelingen in vele Zuid-Amerikaan-
sche staten en de hiermede verband hou
dende vermindering van het handelsverkeer
hebben den alzet in de desbetreflende lan
den doen dalen en aan het crediet dezer
landen enorme schade toegebracht, zich
uilend in een scherpe koersdaling van de
slaatsobligahën van de meeste Zuid-Am-s-
rikaansche stalen. Ook de politieke toestand
in sommige Eurojieesche landen, met name
in Duitschland, vertoont nog steeds niet die
stabiliteit, die een eerste voorwaarde is
voor een rustige ontwikkeling der handels
betrekkingen.
Van geheel anderen aard is de belemme
ring. die in toenemende mate aan de inter
nationalen goederenruil in den weg worden
gesteld door de verhooging der (olmuren in
lal van landen. Juist onder den invloed van j
den ongunstigen toestand, waarin vele lak
ken van industrie in verschillende landen
zich als uitvloeisel van de wereldcrisis be
vinden, wordt de aandrang tot verhooging of
invoering van beschermende invoerrechten
voortdurend sterker, en worden ook do re
geeringen in toenemende mate geneigd, aan
dezen drang toe le geven.
Vermelden wij nog als belangrijke factor
voor de ontwikkeling van de wereldhuishou
ding de nog steeds onopgeloste quaestie der
oorlogsschulden en de schatting, die Europo
jaar in jaar uit aan de Ver. Staten heeft te
betalen, uit hoofde van de tijdens en na
den oorlog aangegane schulden en noemen
wij tenslotte nog de opeenhooping van den
wereldgoudvoorraad in enkele landen
Frankrijk en Amerika, dan hebben wij
in het kort de verschillende invloeden, waar
aan de tegenwoordige werelddepressie kan
worden toegeschreven, de revue laten pas.
seeren.
De uitwerking van deze depressie doet
zich in hoe langer hoe wijder kring gevoe
len en brengt geleidelijk ook het vertrou
wen van degenen die tot nu toe op den spoe-
digen terugkeer van betere dagen hadden ge
hoopt, aan het wankelen. En juist het thans
bestaande gebrek aan vertrouwen draagt
tot verscherping van den toestand bij en ver
traagt het intreden van betere verhoudingen.
Toch zal men goed doen, niet te vergeten,
dat juist in tijden van economisch© depres
sie de kiem wordt gelegd voor een herstel,
doordien het economisch leven zich gelei
delijk aan de veranderde omstandigheden
gaat aanpassen.
Dit proces van aanpassing, dat ongetwij
feld in de richting zad gaan van een verla
ging der verkoopprijzen, teneinde den affcjt
zooveel mogelijk to stimuleelen, zal echfêr
geruiraen tijd in beslag moeten nemen, en
wellicht nog ernstige moeilijkheden van so
cialen aard met zich brengen. Het streven
naar loonsverlaging, dat reeds thans in ver
schillende takken van bedrijf valt waar te
nemen, zal ongetwijfeld worden gekruist door
den tegenstand, welken arbeiders en andere
loontrckkenden zullen bieden aan de pogin
gen tot verlaging van hun inkomsten, zij het
ook dat het proces, wanneer het eenmaal
doorgewerkt zal hebben, niet tot een ver
mindering van het levenspeil behoeft te lei
den, omdat ook de kosten van levensonder
houd op den duur zoudeTi worden verlaagd.
Voor dit moeilijke vraagstuk zal in den loop
van het nieuwe jaar een oplossing moeten
worden gevonden.
Tevergeefs heeft men ook in het afgeloo-
pon jaar weder getracht, aan de wanverhou
ding, die tusschen de productie-capaciteit en
het opnemingsvermogen op verschillende
marktgebieden bestaat, een einde te maken
door kunstmatige maatregelen, waarmede
eok thans nog voortgang wordt gemaakt. Dat
deze pogingen succes zullen hebben, mag
nauwelijks worden verwacht, zoolang het
geheele complex van oorzaken, die tot de
ontwrichting van het economisch leven over
de geheele wereld het hunne hebben bijge
dragen, nog blijft bestaan. Noch de valori
satie-politiek vaD het Koffie-instiluut van
Sao Paulo en da Britsche restrictie van de
rubber productie in de voorafgaande jaren,
noch ook de politiek van het machtige inter
nationale koperkartel, noch de steunverle
ning van de Amerikaansche Federal Farm-
boar aan de katoen- en graanplantere zijn
in staat gebleken, een aanhoudende verbe
tering van de marktpositie der verschillende
producten teweeg te brengen, resp. de
prijsdaling tegen te houden.
Welken omvang de prijsdaling in het afge-
loopen jaar heeft aangenomen, blijkt uit het
hieronder volgende staatje; tevens is te
zien, dat de prijzen van de meeste artikelen
thans aanmerkelijk lager zijn dan het ge
middelde voo#1913:
Koffie ($cls per lb.) 9 (Gem. 1913); 9 1/4
(2 Jan. 1930); 7 1/8 (23 Dec. 1930).
Suiker ($cts. per lb.) 3.12 (Gem. 1913);
1.97 (2 Jan 1930); 1.20 (23 Dec. 1930).
Rubber (pence per lb.) 37 1/2 (Gem. 1913)
7 3/4 (2 Jan. 1930); 4 5/16 (23 Dec. 1930).
Katoen ($cts. per ib.) 12.60 (Gem. 1913)
17.46 (2 Jan. 1930)9.80 (23 Dec. 1930).
Tarwe f$cts. per bushel) 68.5 (Gem. 1913);
1.37 (2 Jan. 1930); 85 (23 Dec. 1930).
Koper ($cts. per lb.) 15 (Gem. 1913); 18
(2 Jan. 1930); 10.80 (23 Dec. 1930).
Zooals hieruit blijkt, hebben vooral ook
onze koloniale producten sterk van do prijs
daling te lijden gehad. Zoowel rubber al9
suiker hebben thans een niveau bereikt,
waarop een loonende productie niet meer
mogelijk is en deze toestand weerspiegelt
zich op duidelijke wijze in het koersverloop
der aandeelen van onze Nederlandsch-In-
dische cultuurondernemingen op de Am-
stcrdamsche beurs.
Het koersverlies in de andere afdeelingen
der beurs was echter niet minder groot,
vaak zelfs in verhouding nog aanmerkelijk
grooter In (otaal is de waarde van hel
effectenbezit in ons land in den loop van
dit jaar gedaald met een bedrag, dat in een
door de Amslerdamsche Bank gemaakte be
rekening reed9 voor de eerste 11 maanden
geraamd was op omstreeks drie milliard
gulden. Als gevolg van de verdere koers
daling in November zijn hier naar raming
nog ettelijke honderden millioen guldens
bijeengekomen. Voor enkele der leidende
fondsen van de verschillende afdeelingen
hebben wij de waarde berekend van het
aandeelenkapitaal, zooals dit op grond van
de tegenwoordige koersen door de beurs ge
waardeerd wordt in vergelijking met de
waarde volgens de hoogste koersen die in
het begin van dit jaar tijdens het kortston
dige herstel waren bereikt. Het resultaat,
weergevende de waardedaling van het to
tale uilstaande aandeelenkapilaal der des
betreffende ondernemingen, hebben wij
neergelegd in het hieronder volgende staatje:
Ned Handel Mij f. 80 mill. f. 35 m 200 000
Aku f. 124 mill, f 116 mill.
Margarine Unie 1. 193 mill. f. 401 mil!.
Philips f. &5". mill. f. 232 mill.
Kon. Petroleum f. 504 mill. 706 mill.
Amslerd. Rubber f. 18'/i mill. t. 21 mill.
Holland A.-Lijn f. 25 mill. f. 8 mill.
Ned. Scheepv.-Unie 70'/i miil, f 54 mill.
Deli Maalsch f. 25 mill. 41 mill.
Handels-ver. „A'dam" I. 40 mill. f. 103 min
Nu willen wij er uitdrukkelijk op wijzen,
dat uil de bovenstaande cijfers geenszinB
RECLAME.
Met ^te
dogehjksche
middel ter
opvvekkinq en
verfri«ssching.
PEPEHMÜMT
6220
zou mogen worden afgeleid, dat de desbe
treffende ondernemingen inderdaad zooveel
minder „waard" zouden zijn geworden, als
de cijfers van het koersverlies aangeven.
Immers deze cijfers vertegenwoordigen
slechts de vermindering in de waarde, die
door de beurs aan de desbetreffende aan
deden wordt toegekend. De beurs kan zeer
goed nog te hoog zijn geweest in haar waar,
deering van de aandeelen in den aanvang
van dit jaar, terwijl zij thans wellicht een
te kleine waarde aan de aandeelen toekent,
onder den invloed van de algemeene ver
trouwenscrisis. De toestand is op het oogen
blik feitelijk zoo. dat zelf9 de leiders van
een bepaalde onderneming de toekomstig-
ontwikkeling dezer onderneming niet met
eenige mate van zekerheid zouden kunnen
voorspellen, omdat het onmogelijk vooruil
is te zien, hoe lang de huidige depressie nog
zal aanhouden en welke haar verdere uil
werking op do desbetreffende tak van b>
drijf zal zijn. Wat natuurlijk wel is na le
gaan, is de hechtheid der financieele bas:-,
waarop de onderneming berust, haar ver
mogen, om de huidige depressie het hoofd le
bieden en haar capaciteit, om zich geleide
lijk aan do nieuwe verhoudingen aan Ie
passen. Gelukkig bezit ons land talrijke
groole en kleinere ondernemingen op elk
gebied, die in dit opzicht aan de gestelde
eischen voldoen, mede dank zi) de reoks van
gunstige jaren, die wij achter ons hebben
en het feit, dat de toen behaalde winsten
voor een belangrijk deel tot versterking van
de financieele positie der desbetreffend
ondernemingen zijn aangewend, terwnl
meestal volstaan werd met de uitkeering
van matige dividenden.
De dividendvooruitzichten voor het loo-
pende jaar zijn natuurlijk, wat de in-
dustrieele ondernemingen aangaat, niet al
le gunstig, al zal nog veei afhangen van den
ioestand, zooals deze zich in het voorjaar,
bij het samenstellen der jaarverslagen zal
hebben ontwikkeld. De resultaten over het
afgeloopen jaar zouden op zich zelf in ver
schillende gevallen nog wel een9 kunnen
meevallen. In de eerste helft van dit jaar
schijnen zij meestal nog niet in zoo sterk-
mate van de economische depressie te heb
ben geleden. Eer9t in het derde kwartaal
begon deze zich duidelijker merkbaar le
maken, en het laatste kwartaal moet. naar
uit bij verschillende bedrijfstakken inge
wonnen inlichtingen is gebleken, eerst in
derdaad een scherpe terugslag zijn inge
treden.
De textielindustrie heeft haar afzet zien
teruggaan door de vermindering der koop
kracht van do inlandsche bevolking in
Ned. Indie als gevolg van de prijsdaling op
de produclenmarkt, terwijl bovendien de
scherpe daling der katoenprijzen de afne
mers tot voorzichtigheid maant en ze
slechls mondjesmaat doet koopen. Do ma
chine-industrie lijdt eveneens onder den
slechten toestand der Indische cultures, als
gevolg waarvan de bestellingen der cultiiur-
ondernemingen aanzienlijk zijn verminderd
Ook voor de scheepsbouwindustrie brengt
de ongunstige ontwikkeling in den Oost een
vermindering van bestellingen mede. door
dien de Indische scheepvaartmaatschap
pijen de uitbreiding van haar vloot in een
minder snel tempo voortzetten dan aanvan
kelijk in de bedoeling lag.
In de kunstzijde-industrie staan tegen
over een niet onbevredigenden afzet voort
durend lagere prijzen, als gevolg van de
scherpe concurrentie op de wereldmarkt,
die in hel laatste jaar eerder nog heviger dan
minder is geworden. De Nederlandsche pa
pierindustrie ondervindt eveneens de invloed
van de daling der papierprijzen op de we
reldmarkt. De radio-industrie heett haar af
zet weliswaar, legen veler verwachting in.
niet aanmerkelijk zien leruggaaD, maar er
moesten aanzienlijke concessies ten aanzien
der prijzen worden gedaan, waardoor de
winstmarge stellig kleiner is geworden. Ook
op do gloeilampenindualrie moei de inkrim
ping der bedrijvigheid in fabrieken enz wel
haar invloed doen gevoelen.
Het onderstaande koersstaatje geelt een
beeld van de koersontwikkeling van in
dustrieel? aandeelen in het afgeloopen jaar
Wij hebben hieraan toegevoegd de laagste
koersen, die in de vorige depressie-periode,
die van 1921-1922, weiden bereikt. Zooals
uil een vergelijking blijkt, is het tegenwoor
dige koersniveau in de meeste gevallen nog
vrij veel hooger dan de destijds bereikte
laagsle noteeringen.
h I 1
1 r i i 1
5,3 5 5
i Z i l z
Van Berkei's Pat. 25 166 45 193 41
Calvé Delft 61 151 75 167 79
Fijenoord 70 113 108 126
Holl. Draad en Kabel 49 1 25 81 139 81
Holl. Kunstzijde 29 100 62 107 62
Aku 115 45 135 4G
Gew. Beton „Kondor" 95 278 278 350 311
Unilever 327 170 378 173
Philips GloeiJ. 158 473 173 527 176
Ned. Kabelfabriek 106 390 355 444 365
Papierfabr. v. Gelder 55 194 114 216 11)
Werkspoor 61 108 90 120 97
Ned. Ford 263 184 288 209
Ktlchenmeister Acc. 12G 66 149 82
Aandeelen Koninklijke Petroleum My„ die
zich van c.a. 400 begin Januan tot 421 pCt
hadden hersteld, zijn per saldo sterk terug-
geloopen en wel tot 285 pCL, onder den
invloed van de berichten betreffende een
verscherping van den concurrentiestrijd op
de wereldmarkt.
Het koersverloop in de overige afdeelingen
der fondsenmarkl stellen wij ons voor le
behandelen in het tweede deel van ons
jaaroverzicht, dat de volgende week zal
verschijnen.
SU 3-3