HARTEVELT's JENEVER i HET GESTOLEN LUCHTBALLONNETJE of DE GESCHIEDENIS VAN TWEE DEUGNIETEN if De verloren Injectienaald. 71ste Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 19 December 1930 Derde Blad No. 21706 PARLEMENTAIR OVERZICHT Prov. Staten v. Zuid-Holland FEUILLETON. TWEEDE KAMER. DEFENSIE. (De Kamer ging nadat beslaten was ook a.s. Maandag des middags en des avonds te vergaderen voort met de behandeling der Begrooting van Defensie. En: daairover hebben, alvorens de Minister aan thet woord zou komen, nog eenige leden het woord gevoerd. De heer Brantigam heeft uitdrukkelijk aan den Minister gevraagd, of het onlangs door hem ontwikkelde plan inzake de vloot - reserve als een voorloopig of als een defi nitief plan moet worden beschouwd. Ook in formeerde hij, waar de nieuwe kruiser zal worden gebouwd. De heer Van Dijk heeft 'hierna nogmaals betoogd, dat er verschillende gevallen zijn, waarin Nederland eventueel zijn neutraliteit zal moeten verdedigen, en heeft krachtig ge protesteerd tegen de opvatting van mr. Meur- chant, die desnoods onwettige middelen ver dedigt om tegen een mobilisatie te protes teeren. Vervolgens heeft de lieer Oud het -betoog van mr. Marchant ondersteund, dat in de huidige internationale omstandigheden aan neutralitePts-verdediging niet meer kan wor den gedacht. Hij critiseert het denkbeeld van den heer Til anus inzake geestelijke keu ring. En: eindelijk heeft ook de heer Wijnkoop nog eens zijn communistisch standpunt uiteenge zet, en op heftigen toon het standpunt van andere sprekers gecriliseerd met de bekende argumenten. En tenslotte sprak de lieer Heemskerk, die oOk zijnerzijds de houding der sociaal democraten inzake dienstweigering en revo lutionair verzet criliseerde. Dit is de groote vraag: welke houding moet de Regeering aannemen, indien er dienstweigering op groote schaal plaats heeft? Ook verzette de spr. zich tegen de houding der vrijzinnig- democraten, die. als de vijand in aantocht is, eerst de Slaten-Generaal willen bijeenroepen om te spreken over eventueele mobilisatie. De Minister heeft in een uitvoerige rede de sprekers beantwoord: Echter: wij zuillen er hier sflechts de voornaamste punten uit vermelden. Willen wij aldus de Mini-ster van de wereld vragen dal neutraliteit zal worden geëerbiedigd, dan moeten we toonen. dat we zelf voor de handhaving dier neutraliteit iels over hébben. Dan moeten we een weer macht onderhouden. En die weermacht kan voldoende zijn. Ook tegen lucht-aanvallen kunnen we ons beschermen- daarvoor zijn juist onlangs voorschriften uitgevaardigd en de Minister verzekerde, dat hij ai het moge lijke zal doen, om de gemeentebesturen tot uitvoering van die maatregelen te brengen. Wat de ..fascistische" of „nationalistische" militie betreft: daaromtrent wordt een nauw keurig onderzoek ingesteld, doch de Minister verklaarde niet te zullen dulden, d-at aan iets dergelijks officieren of onder-officieren van het leger hulp verleenen, en doen zij het toch, dan zal hij daartegen maatregelen nemen. De Minister heeft voorts uitdrukkelijk ver zekerd. dat hij de verzorging van het leger volstrekt net zal doen lijden ondeT de kos ten der vloot: hij denkt er niet «aan. het eene onderdeel v-an de weermacht achter te stel len bij liet andere. Daarbij wordt ook «aan de belangen van het personeel gedacht- de Mi nister gaf een overzicht van hetgeen hij voor die belangen heeft gedaan. Inzake den houw v.an een derden kruiser, d.w.z. ten aanzien van de vraag hoe en waar hij gebouwd zal worden, is nog niets beslist. Aan het slot van zijn rede heeft de Mi nister, die, wel eenigszins tot onze ver bazing over het gevaarlijke denkbeeld van den lieer Trianus niets heeft gezegd liet vertrouwen uitgesproken, dat ook de «ar beiders. als zij door een buitenlandsche macht worden aangevallen, zich zullen ver dedigen. Volkomen terecht heeft de Minister thans ook mijnerzijds geen onlwapenings- debaf gevoerd, al gaf hij nu en dan den ..de mocraten" een f-Iinkc pil te slikken. De Kamer heeft daarna de beide ingediende moties, die van den heer Ter Laan inzake het petitionnement-recht voor militairen, en die van den heer Van Zadel hof! inzake den particulieren wapenaan- maa.k, verworpen, resp. met 48/19 en 42/27 stemmen. Bij de verdere behandeling der beg rooting heeft zich nog een debatje ontwikkeld over de bescherming der burger-bevolking tegen Iucbt-aanvallen Daarbij werd de vraag be- Oiandeld, of ook anderen dan de gemeente besturen hier een taak hebben. De Minister stelde zich op het stand-punt, dat de afweer- taak voornamelijk bij de gemeentebesturen berust. Zijn lowering, dat er gasmaskers be staan. die afdoende tegen ieder gas bescher men. werd door mr. Marchant bij inter ruptie krachtig ontkend. Hoe dit alles nu zij de Minister wei gerde van het gaswapen afstand te doen. Want: ook in Genêve is wèl de bacteriologische oorlog uitgesloten, maar niet de gasoorlog. Inderdaad. Doch het ware te hopen. dat ook bet gas algemeen een definitief in de ban werd gedaan. AVONDVERGADERING. Zuiderzee. In de avondvergadering kwam allereerst <i begroeiing van liet Zuiderzee-fonds aan d-' orde. De heer Krijger heeft er daaihij op ge wezen. dat aan de drooglegging der Zuiderzee de financieel e basis is ontvallen. Wij weten niet meer waar wij «aan toe zijn. Daarom wenschte spr. te weten, wat de Re geering wil. Wat zijn haar voornemens voor dr naaste toekomst9 De heer van der Waerden sprak de hoop uit. dat het groote werk van Lelv met kracht en energie en zelfvertrouwen zal worden voortgezet. Ook de heer Dnymaer ▼sn Twist informeerde naar 's ministers plannen inzake de verdere inpoldering en vroeg, om bii het aanvoeren van materiaal toch vooral Hollandsche schepen te ge bruiken. Ook de heer van Dis ^prak in die geest Een r.adicale speech hield de heer Eraat: hij wilde 'iet heele werk stop zetten, on.-dal hel veel !e duur geworden is Men kan het dan in hetero tijden voortzetten, maar voorloopig moet het eindigen. In de zen cri9is-liid mag dit werk niet worden voortgezet. Er mag geen gulden meer aar. worden besteed. De grond is niet meer <e betalen. Laat men liever den landbouw helpen Ook de lieer Biereroa informeerde na.ir ''Ministers plannen. Moet het groote werk tof eiken prijs worden voortgezet? Op een bate behoeft niet meer te worden gerekend. Dil is de groote tegenvaller: de onkosten zullen veel honger en de inkomsten veel lager zijn dan waarop gerekend werd Spr. wcnscht voort (e gaan met hel werk. maar hol Nederlandsche volk zal zich goed moeten realiseercn. dat op deze droogleg ging een gToot verlies zal worden geleden Niet stopzetten! adviseerde de heer Smeenk. Voortgaan met het werk Want: juisf nu moet ondernemingsgeest worden getoond. Een slopzetting zou zeer onecono misch zijn. Ongeveer in gelijken geest sprak de heer Bongaerts, die op hef groote voordeel der werkgelegenheid wee9. dat de Zuiderzee werken bieden. De heer FI. Vos wilde even eens doorgaan. Minister Reymer begon met een woord van hulde aan de directie der Zuiderzee werken. Hij constateerde dat slechts een lid heeft gepleit voor onmiddellijke stop zetting der Zuiderzee-werken. Dit zou be- teekenen een groot verlies. Men zou aan zienlijke schadevergoedingen aan firma's moeten geven en hef reeds bereikte zou waardeloos worden In 1932 zal gekozen moeten worden tus-chen óf verdere inpol dering van de NooTd-Oostelijke polders óf verdere inpoldering van de Zui delijke polders. De ongunstige economi sche toestand van het oogenblik mag niet beslissen. Het is een werk van hangen duur en de tijdelijke crisis mag daarover niet beslissen. Juist in dezen tijd moet de werk verruiming krachtig worden bevorderd. 107. „Neen, ik wou dit keer niet vluchten, cipier, Geloof me gerust meneertje. Ik vind het hier prettig en het is hier goed. Ik blijf hier graag nog een keertje. Maar 'k liet een gulden vallen in dien ton En 'n gulden kan ik niet missen. Nu wou ik probeeren om. brave cipier. Of 'k hem uit het water kon grissen." 108. „Stapt u maar in dame en maar gauw, Ik heb nog voldoende benzine". Zei de chauffeur heel beleefd en net, En loopen doet goed mijn machine. En zegt U maar waarheen gaat de reis?" „Ik weet niet waar Pim is gebleven", Zei de moeder, en snikte het uit. „Hij is in de lucht aan het zweven." De Minister meent dus, dat de werken on-onderbroken moeten worden voortgezet, zij het dan ook met voorzichtigheid. Daar om moet aan de droogmaking der Noord- Oostelijken polder de kleinste de voorrang worden gegeven. Eersf later kun nen de kosten hiervan worden becijferd en dan zal, in overleg met het parlement, tijdig een beslissing daaromtrent worden genomen Na eenig verder debat is de Zuiderzee- begrooling aangenomen. Daarna is met het Wegenfonds begonnen. HAGENAAR. RECLAME. Engfelsche Ziekte kan voorkomen worden zonder levertraan. Engelschc ziekte kan niet alleen oorzaak zijn van blijvende misvorming of verdik king der ledematen; ze is ook de oorzaak, dat kinderen belemmerd worden in hun groei. Geen eetlust .laat loopen. laat tan den krijgen, voortdurende rusteloosheid, zijn alle verschijnselen, die wijzen op Engelsche ziekte. De oorzaak is een gemis aan Vitamine-D in het lichaam, waardoor de belangrijke bouwstoffen, kalk en phos phor niet voldoende kunnen worden opge nomen. Levertraan bevat Vitamine-D, maar is inderdaad afschuwelijk om in te nemen. Er is nu een nieuw zeer werkzaam middel in den vorm van Philips-van Houten's chocolade-labletjes, die onder den naam „Dohyfral" in den handel worden ge bracht. Weerzinwekkende levertraan of smakelijke chocolade; inderdaad een stap vooruit, die moeders en baby's zullen weten te waar- deeren. Het is de Philips-Fabrieken in Eind hoven als eerste gelukt Vitamine-D in zuiveren yorm te isoleeren, terwijl v. Houten in Weesp er in geslaagd is, het moeilijke probleem om deze vitamine in chocolade te verwerken, succesvol heeft opgelost Daarom weet men dan ook nauwkeurig, dat ieder „Dohvfral"-tablet 0,04 m.G. Vita mine-D bevat. Philips-van Houten's ,,Dohyfral"-tabletten werden op hun geneeskrachtige werking legen Engelsche ziekte onderzocht in de Kinderklinieken van het Academisch Zie kenhuis te Leiden en te Utrecht, zoowel als in de Kinder-afdeeling van het Ziekenhuis te Heerlen, cn door de daar werkzame Professoren en Doktoren als zeer werkzaam bevonden tegen Engelsche ziekte. Prijs f. 2.75 per buisje. Verkrijgbaar hij Apothe kers cn Drogisten. 5732 De provinciale begrooting aan de orde. (Vervolg van gisteren.) Aan de orde was de provinciale begroo- ling 1931, De heer VAN ECK (S.-D.) besprak de werkloosheid. Drie jaren geleden is een be langrijk rapport over de werkloosheid ver schenen. waarin weid gewaarschuwd tegen ar beid ssc h u wh eidDe werkloosheid werd toen door den parlementairen overzich- schrijver van het „Handelsblad" vergeleken bij een goederen- of kapitaalreserve; zij zou, hoe onaangenaam ook voor de betrok ken slachtoffers, eigenlijk een goede arbeids reserve zijn Intusschen is de werkloosheid, dip spr kenschetst als een verschijnsel van de kapitalistische productiemethoden, sinds dien in sterke mate toegenomen. Meer dan ooit is de noodzak el ikheid aan den dag getreden om de werkloosheid te bestrijden en de werkverruiming te bevorderen. Spr. kwam wederom met zijn in vorige jaren enkele malen verworpen voorstel om f 200.000 uit te trekken voor productieve werken, in deze provincie te ondernemen. Voorts zou spr. een N.V. willen zien ge sticht, in navolging van de provincie Noord- Hollland. tot ontginning en bearbeiding van ongeculliveerde gronden. Spreker diende twee moties in: lo. tot het uittrekken van f. 200.000 voor steun aan gemeentebesturen voor werkverruiming en 2o. tot stichting eener N.V. met gemeen ten tot ontginning van gronden. De heer dr. HOFFMAN (R -TO consta teerde dat de economische moeilijkheden in den tegenwoordigen tijd zulk een karakter hebben verkregen dat men den wee niet meer kan vinden. De algemeene zedelijke begrippen moeten beter worden gewaar deerd; zedelijkheid en naastenliefde moeten worden aangemoedigd. Spr. ging terug tot de middeleeuwen. De VOORZITTER wees den spreker erop, dat de provinciale begrooting aan de orde is Dr. HOFFMAN betoogde verder dat de nood in land- en tuinbouw moet worden gelenigd; waar de betrokken organisaties daarvoor credieten hebben gevraagd, zullen de Staten hebbrn te steunen De heer JANSEN MANESCHIJN (A.-R.) erkende dat de werkloosheid zoo groot is als wij in geen jaren hebben gekend, doch hoe wil men als provincie steun verleenen cn de werkloosheid opheffen? Na eenige beschouwingen over de pro vinciale financiën zegt spr., wat het pro vinciale wegenplan betreft, dat 40 millioen omvat, te gelooven dat dit binnen den ter mijn van vijftien jaren zal zijn voltooid. De heer WERKER (V. D.) hield finan- cieele beschouwingen om aan te toonen. dat voor pessimisme geen aanleiding behoeft Ie bestaan. Ten aanzien van de tertiaire wogen, waarover uit sprekers fractie een andere nadere beschouwingen zal houden, is spr. van meening. dat een belangrijk deel van de werkverruiming door den aanleg en de verbetering van die wegen kan wonden in genomen. De land- en tuinbouw kan worden ge steund door de bevordering van den aan leg van aan- en afvoerwegen en door sa menwerking met veilingverenigingen. De heer TROUW (Lib.l bepleitte verbete ring van wegen op Flakkee. Het beste ware, dat het Rijk de kosten op zich nam. De heer DE KOK (R.-K.) bepleitte eenige belangen van tuinbouwers alsmede samen werking van gemeenten, waardoor het an nexatiegevaar op den achtergrond geraakt. De heer BEEKENKAMP. (Lib.) heeft hy giënische bezwaren tegen het doen storten van allerlei vuil. waaronder vafval uit zie kenhuizen. slachtafval enz. uit Rotterdam en andere steden in de plassen van de pro vincie, of op het land. De vergadering werd verdaagd tot heden ochtend. RECLAME. In Literilesschen f. 3.20 In Va Literflesschcn f. 1.65 Exclusief glas. ALOM VERKRIJGBAAR! Van ALICE CAMPBELL. Geautoriseerde vertaling uit het Engelsah door J E. DE B. K. 63) „Morfine." herhaalde zij. ,.ja, dat zal het geweest zijn en dan heb ik twee cn een halve dag niet gegeten, dat maakt hel nog erger," „Twee en een halve dag!" Ontsteld zag hij haar aan, brandend van verhangen haar te ondervragen, maar hij durfde niet. „Dr. Bousquet heeft gezegd, dat je wat eten moest als je w.akker werd. Wat zal ik voor je op warmen?" Ze knikte en lag stil toe te kijken toen hij de bouillon warmde op het spirituskomfoor. Daarna schoof hij een tweede kussen onder haar hoofd en voerde haar lepels- gewijze de bouillon, uit vrees dat ze misse lijk zou worden. Toen het op was sloot ze de oogen en had haar gezichtje wat meer tint. Het bleef doodstil en toen hij dacht dat weer sliep zeide ze zacht; „Dat was heerlijk en ik had er behoefte aan. Je wordt zoo zwak als je zoo lang zonder voedsel bent." Nu kon hij het niet langer uithouden en voorzichtig vroeg hij: „Lieveling, waarom ben je zoo lang zonder voedsel geweest, wat bedoel je?" Ze keek hem vragend aan. Toen, met de hand langs haar voorhoofd strijkend, zeide ze: „Ja natuurlijk, dat weet je niet. Hoe zou je het kunnen weten?" Hij hoopte dat ze zou voortgaam, maar op haar elleboog steunend, zeide ze zacht: „Ver tel me eens. wat heb je met hem gedaan?" „Met den dokter bedoel je? Niets. Hij is in zijn kamer en slaapt denk ik. Het is zoo drie uur." Haar 3dem ging gejaagd. Haar pupillen zetten zich uit. „Bedoel je, dat hij niet ge arresteerd is na wat ik je vertelde? Dan was hij daar bij de deur. ik wist het wel." Hij vatte geruststellend haar handen ..Neen, je moet niet hang zijn. Begrijp je niet, dat men iemand niet zonder reden ge vangen kan nemen?" Ze zag hem doorborend aan. „Maar ik ver telde het je. Hij is een moordenaar, hij ver moordde je vader en hij zou jou ook ver moord hebben als ik het niet ontdekt had en juist op tijd hier was gekomen. Wat zijn de mensehen toch dom en ik dacht dat ik het zoo duidelijk verteld had. Waarom heb je hem niet gearresteerd en haar ook niet? Ik begrijp het niet. Waarom niet? Die vraag op den man af eischte een ant woord. Verlegen draaide hij het hoofd af. „O." barstte ze opeens uit, de waarheid begrijpende. „Nu weet ik het, je dacht dat ik wartaal sprak. Dat deed de dokter je ge looven, hij weef er zich altijd uit te redden. Maar hij heeft nooit gedroomd dat ik zou kunnen ontsnappen." ..Esther, wat bedoel je?" In plaats van te antwoorden nam ze zijn rechterhand en beschouwde deze met koorts achtige belangstelling. „Weet je zeker dat hij de wond niet heeft aangeraakt? Heeft hij er niets op geleed? „Neen. niets." Uitgeput zonk ze achter over „God zij gedankt, ik begon te denken dat ik je per slot toch niet had kunnen redden" en ze lachte zenuwachtig. „O Roger, jaren en jaren zal ik droomen van dien verschrik- kelijken tijd, toen ik naar je toe wou gaan Ik dacht te bezwijken onderweg." „Esther." zeide hij. zijn best doende kalm te spreken, „waar was je die twee dagen en twee nachten en wat bedoel je met dien ver- schrikkelijken tijd en naar mij toe 'e komen?" Op haar gezicht kwam een pijnlijke trek, alsof de herinnering ondraaglijk was. Hij drukte haar hand om haar te sparen en ook omdat hij bewust was haar kwaad te doeD. ,,'t Doet er niet toe, vertel het nu maar niet. Ze lag even stil en zeide toen langzaam: ,,Neen, ik wil het je vertellen, het zal mo geen kwaad doen. Zie je. ik ben gevangen gehouden, bewusteloos op het laboratorium van den dokter, je weet wel op de bo venste verdieping in de Route de Grasse." „Gevangen gehouden?" Hij kon er niets aan doen. dat hij zijn vol slagen ongeloof toonde toen hij deze zonder linge mededeeling vernam. „Ik merk. dat je me niet gelooft," zeide ze, even flauw glimlachend „Ik weet dat het onwaarschijnlijk klinkt, maar het is waar. Zijn bedoeling was dat ik er niet levend vandaan zou komen en hij wilde zich van mij ontdoen zonder dat er een spoor van mij achterbleef." Op eens wist hij, dat zij de waarheid sprak. „Esther, weet je wat je zegt?" Kil afgrijzen maakte zich van hem mees ter. Het scheen ongelooflijk, dat dit teere, jonge meisje door zoo'n hel wa9 gegaan. Als verwezen hoorde hij de schorre stem vertel len al wat er gebeurd was. het gesprek dat zij afgeluisterd had, haar vlucht uit het huis, alles. Roger nam de magere handjes in de zijne en kuste ze eerfriedig. Hij realiseerde alles wat ze geleden had. hij dacht aan dat malle verhaal van het kamermeisje, die haar met Holliday in de auto had gezien. En hij had gedacht aan een flirtation. „O, Esther, mijn dierbaar moedig kind, te denken dat je had kunnen sterven en dat ik er niets van ge weten zou hebben. Weet je wat ik dacht? Ik heb twee dagen door Cannes gedwaald en alle pensions en hotels afgeloopen om je te zoeken." „Dat weet ik," zeide ze. haar oogen be dwelmd door tranen „Ik kan het nog niet vatten Esther, het overrompelt me." Hij legde zijn hand op het laken en zacht streelde ze zijn haar. Het was een oogenblik van ongekende zaligheid en de gedachte aan de afschuwelijke mis daad, zoo kort geleden in hun midden ge pleegd. werd even op den achtergrond ge drongen. Kort daarna viel Esther weer in slaap en kon hij het probleem van die twee moor denaars, die vrij en kalm onder datzelfde dak vertoefden, nader beschouwen. Wat moest er gedaan worden? Zouden ze trach ten te ontvluchten of er zich brutaal door heen trachten te slaan? Het zou een lang en moeilijk geding worden. Sartorius zou zich handig verdedigen en zijn reputatie was in zijn voordeel. En de Fransche jury zou natuurlijk in gepakt worden door Thérèse's bekoorlijk heid en haar aandoenlijk 9meeken. De dok ter zou alles doen om Esther in een 9lecht daglicht te plaatsen en haar geestvermogens gekrenkt verklaren. Hij kookte van woede. De kille infame mo<trd op zijn vader was nog niets vergeleken bij de wreede. licht zinnige poging om Esther van het leven te berooven. Hij moest zich met geweld be dwingen om niet naar de kamer van den dokter te gaan en zich te wreken op den bedrijver van dit laffe, schuwe vergrijp. De groote kalmte van den man. eer9t voor een bewijs van onschuld aangezien, stempelde hem nu tot een ongevoelig monster. Sarto rius was geen menschelijk wezen. De klok sloeg vier, even daarna begon nen zijn gedachten zich te verdoezelen en .hij sluimerde in. zijn hoofd rustend op Esther's bed. Hij werd wakker door een hand aan zijn schouder en een stem aan zijn oor „Mr. Roger, mr. Roger!" Hij lichtte het hoofd op. het t?leeke licht van den dageraad verlichtte de kamer. Stijf rees hij overeind: „Ja Chalmers, wat is er?" „Mijnheer, lady Clifford is niet in haar kamer en niet in huis. Ze is weg. mijnheer." HOOFDSTUK XXXVII. „Weg? Wat bedoel je, hoe kan ze weg komen?" „Dat welen we niet mijnheer, ze...." „Wie zijn die wij?" vroeg Roger op strengen toon. „Ik bedoel Aline mijnheer, zij ontdekte het. Ik hen den heelen nacht op geweest en heb geen oog dicht geh«ad en niemand kon langs me gaan zonder dat ik hd merkte" Roger gluurde naar Esther, maar ze sliep nog. met donkere kringen om de oogen. „Laten we op den gang gaan, we moeten miss Rowe niet storen. Vertel me nu alles." „Het is net zooals ik u zeg, mijnheer. Lady Clifford schijnt aan Aline te hebben opgedragen haar om zes uur een kopje thee te brej^gen. Ik weel niet waarom ze dit zoo vroeg wen9ehte, misschien om weg te wil len gaan voor er iemand op was. Toen Aline nu kort te voren de thee bracht was do kamer leeg, het bed was niet beslapen." (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1930 | | pagina 9