HARTEVELT's
JENEVER i
HET GESTOLEN LUCHTBALLONNETJE of DE GESCHIEDENIS VAN TWEE DEUGNIETEN
if
De verloren Injectienaald.
71ste Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 19 December 1930
Derde Blad No. 21706
PARLEMENTAIR OVERZICHT
Prov. Staten v. Zuid-Holland
FEUILLETON.
TWEEDE KAMER.
DEFENSIE.
(De Kamer ging nadat beslaten was ook
a.s. Maandag des middags en des avonds te
vergaderen voort met de behandeling der
Begrooting van Defensie.
En:
daairover hebben, alvorens de Minister aan
thet woord zou komen, nog eenige leden het
woord gevoerd.
De heer Brantigam heeft uitdrukkelijk aan
den Minister gevraagd, of het onlangs door
hem ontwikkelde plan inzake de vloot -
reserve als een voorloopig of als een defi
nitief plan moet worden beschouwd. Ook in
formeerde hij, waar de nieuwe kruiser zal
worden gebouwd.
De heer Van Dijk heeft 'hierna nogmaals
betoogd, dat er verschillende gevallen zijn,
waarin Nederland eventueel zijn neutraliteit
zal moeten verdedigen, en heeft krachtig ge
protesteerd tegen de opvatting van mr. Meur-
chant, die desnoods onwettige middelen ver
dedigt om tegen een mobilisatie te protes
teeren.
Vervolgens heeft de lieer Oud het -betoog
van mr. Marchant ondersteund, dat in de
huidige internationale omstandigheden aan
neutralitePts-verdediging niet meer kan wor
den gedacht. Hij critiseert het denkbeeld
van den heer Til anus inzake geestelijke keu
ring.
En:
eindelijk heeft ook de heer Wijnkoop nog
eens zijn communistisch standpunt uiteenge
zet, en op heftigen toon het standpunt van
andere sprekers gecriliseerd met de bekende
argumenten.
En tenslotte sprak de lieer Heemskerk,
die oOk zijnerzijds de houding der sociaal
democraten inzake dienstweigering en revo
lutionair verzet criliseerde. Dit is de groote
vraag: welke houding moet de Regeering
aannemen, indien er dienstweigering op
groote schaal plaats heeft? Ook verzette de
spr. zich tegen de houding der vrijzinnig-
democraten, die. als de vijand in aantocht is,
eerst de Slaten-Generaal willen bijeenroepen
om te spreken over eventueele mobilisatie.
De Minister heeft in een uitvoerige rede
de sprekers beantwoord:
Echter:
wij zuillen er hier sflechts de voornaamste
punten uit vermelden.
Willen wij aldus de Mini-ster van de
wereld vragen dal neutraliteit zal worden
geëerbiedigd, dan moeten we toonen. dat we
zelf voor de handhaving dier neutraliteit iels
over hébben. Dan moeten we een weer
macht onderhouden. En die weermacht kan
voldoende zijn. Ook tegen lucht-aanvallen
kunnen we ons beschermen- daarvoor zijn
juist onlangs voorschriften uitgevaardigd en
de Minister verzekerde, dat hij ai het moge
lijke zal doen, om de gemeentebesturen tot
uitvoering van die maatregelen te brengen.
Wat de ..fascistische" of „nationalistische"
militie betreft: daaromtrent wordt een nauw
keurig onderzoek ingesteld, doch de Minister
verklaarde niet te zullen dulden, d-at aan
iets dergelijks officieren of onder-officieren
van het leger hulp verleenen, en doen zij
het toch, dan zal hij daartegen maatregelen
nemen.
De Minister heeft voorts uitdrukkelijk ver
zekerd. dat hij de verzorging van het leger
volstrekt net zal doen lijden ondeT de kos
ten der vloot: hij denkt er niet «aan. het eene
onderdeel v-an de weermacht achter te stel
len bij liet andere. Daarbij wordt ook «aan de
belangen van het personeel gedacht- de Mi
nister gaf een overzicht van hetgeen hij voor
die belangen heeft gedaan. Inzake den houw
v.an een derden kruiser, d.w.z. ten aanzien
van de vraag hoe en waar hij gebouwd zal
worden, is nog niets beslist.
Aan het slot van zijn rede heeft de Mi
nister, die, wel eenigszins tot onze ver
bazing over het gevaarlijke denkbeeld
van den lieer Trianus niets heeft gezegd
liet vertrouwen uitgesproken, dat ook de «ar
beiders. als zij door een buitenlandsche
macht worden aangevallen, zich zullen ver
dedigen. Volkomen terecht heeft de Minister
thans ook mijnerzijds geen onlwapenings-
debaf gevoerd, al gaf hij nu en dan den ..de
mocraten" een f-Iinkc pil te slikken.
De Kamer heeft daarna de beide
ingediende moties, die van den heer Ter
Laan inzake het petitionnement-recht voor
militairen, en die van den heer Van Zadel
hof! inzake den particulieren wapenaan-
maa.k, verworpen, resp. met 48/19 en 42/27
stemmen.
Bij de verdere behandeling der beg rooting
heeft zich nog een debatje ontwikkeld over
de bescherming der burger-bevolking tegen
Iucbt-aanvallen Daarbij werd de vraag be-
Oiandeld, of ook anderen dan de gemeente
besturen hier een taak hebben. De Minister
stelde zich op het stand-punt, dat de afweer-
taak voornamelijk bij de gemeentebesturen
berust. Zijn lowering, dat er gasmaskers be
staan. die afdoende tegen ieder gas bescher
men. werd door mr. Marchant bij inter
ruptie krachtig ontkend.
Hoe dit alles nu zij de Minister wei
gerde van het gaswapen afstand te doen.
Want:
ook in Genêve is wèl de bacteriologische
oorlog uitgesloten, maar niet de gasoorlog.
Inderdaad. Doch het ware te hopen.
dat ook bet gas algemeen een definitief in
de ban werd gedaan.
AVONDVERGADERING.
Zuiderzee.
In de avondvergadering kwam allereerst
<i begroeiing van liet Zuiderzee-fonds aan
d-' orde.
De heer Krijger heeft er daaihij op ge
wezen. dat aan de drooglegging der
Zuiderzee de financieel e basis is ontvallen.
Wij weten niet meer waar wij «aan toe zijn.
Daarom wenschte spr. te weten, wat de Re
geering wil. Wat zijn haar voornemens voor
dr naaste toekomst9
De heer van der Waerden sprak de hoop
uit. dat het groote werk van Lelv met
kracht en energie en zelfvertrouwen zal
worden voortgezet. Ook de heer Dnymaer
▼sn Twist informeerde naar 's ministers
plannen inzake de verdere inpoldering en
vroeg, om bii het aanvoeren van materiaal
toch vooral Hollandsche schepen te ge
bruiken. Ook de heer van Dis ^prak in die
geest Een r.adicale speech hield de heer
Eraat: hij wilde 'iet heele werk stop zetten,
on.-dal hel veel !e duur geworden is Men
kan het dan in hetero tijden voortzetten,
maar voorloopig moet het eindigen. In de
zen cri9is-liid mag dit werk niet worden
voortgezet. Er mag geen gulden meer aar.
worden besteed. De grond is niet meer <e
betalen. Laat men liever den landbouw
helpen
Ook de lieer Biereroa informeerde na.ir
''Ministers plannen. Moet het groote werk
tof eiken prijs worden voortgezet? Op een
bate behoeft niet meer te worden gerekend.
Dil is de groote tegenvaller: de onkosten
zullen veel honger en de inkomsten veel
lager zijn dan waarop gerekend werd Spr.
wcnscht voort (e gaan met hel werk. maar
hol Nederlandsche volk zal zich goed
moeten realiseercn. dat op deze droogleg
ging een gToot verlies zal worden geleden
Niet stopzetten! adviseerde de heer
Smeenk. Voortgaan met het werk
Want:
juisf nu moet ondernemingsgeest worden
getoond. Een slopzetting zou zeer onecono
misch zijn.
Ongeveer in gelijken geest sprak de heer
Bongaerts, die op hef groote voordeel der
werkgelegenheid wee9. dat de Zuiderzee
werken bieden. De heer FI. Vos wilde even
eens doorgaan.
Minister Reymer begon met een woord
van hulde aan de directie der Zuiderzee
werken. Hij constateerde dat slechts een
lid heeft gepleit voor onmiddellijke stop
zetting der Zuiderzee-werken. Dit zou be-
teekenen een groot verlies. Men zou aan
zienlijke schadevergoedingen aan firma's
moeten geven en hef reeds bereikte zou
waardeloos worden In 1932 zal gekozen
moeten worden tus-chen óf verdere inpol
dering van de NooTd-Oostelijke polders
óf verdere inpoldering van de Zui
delijke polders. De ongunstige economi
sche toestand van het oogenblik mag niet
beslissen. Het is een werk van hangen duur
en de tijdelijke crisis mag daarover niet
beslissen. Juist in dezen tijd moet de werk
verruiming krachtig worden bevorderd.
107. „Neen, ik wou dit keer niet vluchten, cipier,
Geloof me gerust meneertje.
Ik vind het hier prettig en het is hier goed.
Ik blijf hier graag nog een keertje.
Maar 'k liet een gulden vallen in dien ton
En 'n gulden kan ik niet missen.
Nu wou ik probeeren om. brave cipier.
Of 'k hem uit het water kon grissen."
108. „Stapt u maar in dame en maar gauw,
Ik heb nog voldoende benzine".
Zei de chauffeur heel beleefd en net,
En loopen doet goed mijn machine.
En zegt U maar waarheen gaat de reis?"
„Ik weet niet waar Pim is gebleven",
Zei de moeder, en snikte het uit.
„Hij is in de lucht aan het zweven."
De Minister meent dus, dat de werken
on-onderbroken moeten worden voortgezet,
zij het dan ook met voorzichtigheid. Daar
om moet aan de droogmaking der Noord-
Oostelijken polder de kleinste de
voorrang worden gegeven. Eersf later kun
nen de kosten hiervan worden becijferd en
dan zal, in overleg met het parlement, tijdig
een beslissing daaromtrent worden genomen
Na eenig verder debat is de Zuiderzee-
begrooling aangenomen.
Daarna is met het Wegenfonds begonnen.
HAGENAAR.
RECLAME.
Engfelsche Ziekte kan voorkomen
worden zonder levertraan.
Engelschc ziekte kan niet alleen oorzaak
zijn van blijvende misvorming of verdik
king der ledematen; ze is ook de oorzaak,
dat kinderen belemmerd worden in hun
groei. Geen eetlust .laat loopen. laat tan
den krijgen, voortdurende rusteloosheid,
zijn alle verschijnselen, die wijzen op
Engelsche ziekte. De oorzaak is een gemis
aan Vitamine-D in het lichaam, waardoor
de belangrijke bouwstoffen, kalk en phos
phor niet voldoende kunnen worden opge
nomen. Levertraan bevat Vitamine-D, maar
is inderdaad afschuwelijk om in te nemen.
Er is nu een nieuw zeer werkzaam middel
in den vorm van Philips-van Houten's
chocolade-labletjes, die onder den naam
„Dohyfral" in den handel worden ge
bracht.
Weerzinwekkende levertraan of smakelijke
chocolade; inderdaad een stap vooruit, die
moeders en baby's zullen weten te waar-
deeren. Het is de Philips-Fabrieken in Eind
hoven als eerste gelukt Vitamine-D in
zuiveren yorm te isoleeren, terwijl v. Houten
in Weesp er in geslaagd is, het moeilijke
probleem om deze vitamine in chocolade
te verwerken, succesvol heeft opgelost
Daarom weet men dan ook nauwkeurig,
dat ieder „Dohvfral"-tablet 0,04 m.G. Vita
mine-D bevat.
Philips-van Houten's ,,Dohyfral"-tabletten
werden op hun geneeskrachtige werking
legen Engelsche ziekte onderzocht in de
Kinderklinieken van het Academisch Zie
kenhuis te Leiden en te Utrecht, zoowel als
in de Kinder-afdeeling van het Ziekenhuis
te Heerlen, cn door de daar werkzame
Professoren en Doktoren als zeer werkzaam
bevonden tegen Engelsche ziekte. Prijs
f. 2.75 per buisje. Verkrijgbaar hij Apothe
kers cn Drogisten. 5732
De provinciale begrooting aan de orde.
(Vervolg van gisteren.)
Aan de orde was de provinciale begroo-
ling 1931,
De heer VAN ECK (S.-D.) besprak de
werkloosheid. Drie jaren geleden is een be
langrijk rapport over de werkloosheid ver
schenen. waarin weid gewaarschuwd tegen
ar beid ssc h u wh eidDe werkloosheid werd
toen door den parlementairen overzich-
schrijver van het „Handelsblad" vergeleken
bij een goederen- of kapitaalreserve; zij
zou, hoe onaangenaam ook voor de betrok
ken slachtoffers, eigenlijk een goede arbeids
reserve zijn Intusschen is de werkloosheid,
dip spr kenschetst als een verschijnsel van
de kapitalistische productiemethoden, sinds
dien in sterke mate toegenomen. Meer dan
ooit is de noodzak el ikheid aan den dag
getreden om de werkloosheid te bestrijden
en de werkverruiming te bevorderen.
Spr. kwam wederom met zijn in vorige
jaren enkele malen verworpen voorstel om
f 200.000 uit te trekken voor productieve
werken, in deze provincie te ondernemen.
Voorts zou spr. een N.V. willen zien ge
sticht, in navolging van de provincie Noord-
Hollland. tot ontginning en bearbeiding van
ongeculliveerde gronden.
Spreker diende twee moties in: lo. tot
het uittrekken van f. 200.000 voor steun
aan gemeentebesturen voor werkverruiming
en 2o. tot stichting eener N.V. met gemeen
ten tot ontginning van gronden.
De heer dr. HOFFMAN (R -TO consta
teerde dat de economische moeilijkheden in
den tegenwoordigen tijd zulk een karakter
hebben verkregen dat men den wee niet
meer kan vinden. De algemeene zedelijke
begrippen moeten beter worden gewaar
deerd; zedelijkheid en naastenliefde moeten
worden aangemoedigd. Spr. ging terug tot
de middeleeuwen.
De VOORZITTER wees den spreker erop,
dat de provinciale begrooting aan de orde is
Dr. HOFFMAN betoogde verder dat de
nood in land- en tuinbouw moet worden
gelenigd; waar de betrokken organisaties
daarvoor credieten hebben gevraagd, zullen
de Staten hebbrn te steunen
De heer JANSEN MANESCHIJN (A.-R.)
erkende dat de werkloosheid zoo groot is als
wij in geen jaren hebben gekend, doch hoe
wil men als provincie steun verleenen cn
de werkloosheid opheffen?
Na eenige beschouwingen over de pro
vinciale financiën zegt spr., wat het pro
vinciale wegenplan betreft, dat 40 millioen
omvat, te gelooven dat dit binnen den ter
mijn van vijftien jaren zal zijn voltooid.
De heer WERKER (V. D.) hield finan-
cieele beschouwingen om aan te toonen.
dat voor pessimisme geen aanleiding behoeft
Ie bestaan.
Ten aanzien van de tertiaire wogen,
waarover uit sprekers fractie een andere
nadere beschouwingen zal houden, is spr.
van meening. dat een belangrijk deel van
de werkverruiming door den aanleg en de
verbetering van die wegen kan wonden in
genomen.
De land- en tuinbouw kan worden ge
steund door de bevordering van den aan
leg van aan- en afvoerwegen en door sa
menwerking met veilingverenigingen.
De heer TROUW (Lib.l bepleitte verbete
ring van wegen op Flakkee. Het beste ware,
dat het Rijk de kosten op zich nam.
De heer DE KOK (R.-K.) bepleitte eenige
belangen van tuinbouwers alsmede samen
werking van gemeenten, waardoor het an
nexatiegevaar op den achtergrond geraakt.
De heer BEEKENKAMP. (Lib.) heeft hy
giënische bezwaren tegen het doen storten
van allerlei vuil. waaronder vafval uit zie
kenhuizen. slachtafval enz. uit Rotterdam
en andere steden in de plassen van de pro
vincie, of op het land.
De vergadering werd verdaagd tot heden
ochtend.
RECLAME.
In Literilesschen f. 3.20
In Va Literflesschcn f. 1.65
Exclusief glas.
ALOM VERKRIJGBAAR!
Van ALICE CAMPBELL.
Geautoriseerde vertaling uit het Engelsah
door J E. DE B. K.
63)
„Morfine." herhaalde zij. ,.ja, dat zal het
geweest zijn en dan heb ik twee cn een
halve dag niet gegeten, dat maakt hel nog
erger,"
„Twee en een halve dag!" Ontsteld zag hij
haar aan, brandend van verhangen haar te
ondervragen, maar hij durfde niet. „Dr.
Bousquet heeft gezegd, dat je wat eten moest
als je w.akker werd. Wat zal ik voor je op
warmen?"
Ze knikte en lag stil toe te kijken toen hij
de bouillon warmde op het spirituskomfoor.
Daarna schoof hij een tweede kussen
onder haar hoofd en voerde haar lepels-
gewijze de bouillon, uit vrees dat ze misse
lijk zou worden. Toen het op was sloot ze de
oogen en had haar gezichtje wat meer tint.
Het bleef doodstil en toen hij dacht dat
weer sliep zeide ze zacht; „Dat was heerlijk
en ik had er behoefte aan. Je wordt zoo
zwak als je zoo lang zonder voedsel bent."
Nu kon hij het niet langer uithouden en
voorzichtig vroeg hij: „Lieveling, waarom
ben je zoo lang zonder voedsel geweest, wat
bedoel je?"
Ze keek hem vragend aan. Toen, met de
hand langs haar voorhoofd strijkend, zeide
ze: „Ja natuurlijk, dat weet je niet. Hoe zou
je het kunnen weten?"
Hij hoopte dat ze zou voortgaam, maar op
haar elleboog steunend, zeide ze zacht: „Ver
tel me eens. wat heb je met hem gedaan?"
„Met den dokter bedoel je? Niets. Hij is
in zijn kamer en slaapt denk ik. Het is zoo
drie uur."
Haar 3dem ging gejaagd. Haar pupillen
zetten zich uit. „Bedoel je, dat hij niet ge
arresteerd is na wat ik je vertelde? Dan was
hij daar bij de deur. ik wist het wel."
Hij vatte geruststellend haar handen
..Neen, je moet niet hang zijn. Begrijp je
niet, dat men iemand niet zonder reden ge
vangen kan nemen?"
Ze zag hem doorborend aan. „Maar ik ver
telde het je. Hij is een moordenaar, hij ver
moordde je vader en hij zou jou ook ver
moord hebben als ik het niet ontdekt had en
juist op tijd hier was gekomen. Wat zijn de
mensehen toch dom en ik dacht dat ik het
zoo duidelijk verteld had. Waarom heb je
hem niet gearresteerd en haar ook niet? Ik
begrijp het niet. Waarom niet?
Die vraag op den man af eischte een ant
woord. Verlegen draaide hij het hoofd af.
„O." barstte ze opeens uit, de waarheid
begrijpende. „Nu weet ik het, je dacht dat ik
wartaal sprak. Dat deed de dokter je ge
looven, hij weef er zich altijd uit te redden.
Maar hij heeft nooit gedroomd dat ik zou
kunnen ontsnappen."
..Esther, wat bedoel je?"
In plaats van te antwoorden nam ze zijn
rechterhand en beschouwde deze met koorts
achtige belangstelling. „Weet je zeker dat
hij de wond niet heeft aangeraakt? Heeft hij
er niets op geleed?
„Neen. niets." Uitgeput zonk ze achter
over
„God zij gedankt, ik begon te denken dat
ik je per slot toch niet had kunnen redden"
en ze lachte zenuwachtig. „O Roger, jaren
en jaren zal ik droomen van dien verschrik-
kelijken tijd, toen ik naar je toe wou gaan
Ik dacht te bezwijken onderweg."
„Esther." zeide hij. zijn best doende kalm
te spreken, „waar was je die twee dagen en
twee nachten en wat bedoel je met dien ver-
schrikkelijken tijd en naar mij toe 'e
komen?"
Op haar gezicht kwam een pijnlijke trek,
alsof de herinnering ondraaglijk was. Hij
drukte haar hand om haar te sparen en ook
omdat hij bewust was haar kwaad te doeD.
,,'t Doet er niet toe, vertel het nu maar niet.
Ze lag even stil en zeide toen langzaam:
,,Neen, ik wil het je vertellen, het zal mo
geen kwaad doen. Zie je. ik ben gevangen
gehouden, bewusteloos op het laboratorium
van den dokter, je weet wel op de bo
venste verdieping in de Route de Grasse."
„Gevangen gehouden?"
Hij kon er niets aan doen. dat hij zijn vol
slagen ongeloof toonde toen hij deze zonder
linge mededeeling vernam.
„Ik merk. dat je me niet gelooft," zeide ze,
even flauw glimlachend „Ik weet dat het
onwaarschijnlijk klinkt, maar het is waar.
Zijn bedoeling was dat ik er niet levend
vandaan zou komen en hij wilde zich van
mij ontdoen zonder dat er een spoor van mij
achterbleef."
Op eens wist hij, dat zij de waarheid
sprak.
„Esther, weet je wat je zegt?"
Kil afgrijzen maakte zich van hem mees
ter. Het scheen ongelooflijk, dat dit teere,
jonge meisje door zoo'n hel wa9 gegaan. Als
verwezen hoorde hij de schorre stem vertel
len al wat er gebeurd was. het gesprek dat
zij afgeluisterd had, haar vlucht uit het huis,
alles.
Roger nam de magere handjes in de zijne
en kuste ze eerfriedig. Hij realiseerde alles
wat ze geleden had. hij dacht aan dat malle
verhaal van het kamermeisje, die haar met
Holliday in de auto had gezien. En hij had
gedacht aan een flirtation. „O, Esther, mijn
dierbaar moedig kind, te denken dat je had
kunnen sterven en dat ik er niets van ge
weten zou hebben. Weet je wat ik dacht? Ik
heb twee dagen door Cannes gedwaald en
alle pensions en hotels afgeloopen om je te
zoeken."
„Dat weet ik," zeide ze. haar oogen be
dwelmd door tranen
„Ik kan het nog niet vatten Esther, het
overrompelt me." Hij legde zijn hand op het
laken en zacht streelde ze zijn haar. Het
was een oogenblik van ongekende zaligheid
en de gedachte aan de afschuwelijke mis
daad, zoo kort geleden in hun midden ge
pleegd. werd even op den achtergrond ge
drongen.
Kort daarna viel Esther weer in slaap en
kon hij het probleem van die twee moor
denaars, die vrij en kalm onder datzelfde
dak vertoefden, nader beschouwen. Wat
moest er gedaan worden? Zouden ze trach
ten te ontvluchten of er zich brutaal door
heen trachten te slaan? Het zou een lang en
moeilijk geding worden. Sartorius zou zich
handig verdedigen en zijn reputatie was in
zijn voordeel.
En de Fransche jury zou natuurlijk in
gepakt worden door Thérèse's bekoorlijk
heid en haar aandoenlijk 9meeken. De dok
ter zou alles doen om Esther in een 9lecht
daglicht te plaatsen en haar geestvermogens
gekrenkt verklaren. Hij kookte van woede.
De kille infame mo<trd op zijn vader was
nog niets vergeleken bij de wreede. licht
zinnige poging om Esther van het leven te
berooven. Hij moest zich met geweld be
dwingen om niet naar de kamer van den
dokter te gaan en zich te wreken op den
bedrijver van dit laffe, schuwe vergrijp. De
groote kalmte van den man. eer9t voor een
bewijs van onschuld aangezien, stempelde
hem nu tot een ongevoelig monster. Sarto
rius was geen menschelijk wezen.
De klok sloeg vier, even daarna begon
nen zijn gedachten zich te verdoezelen en
.hij sluimerde in. zijn hoofd rustend op
Esther's bed. Hij werd wakker door een hand
aan zijn schouder en een stem aan zijn
oor „Mr. Roger, mr. Roger!"
Hij lichtte het hoofd op. het t?leeke licht
van den dageraad verlichtte de kamer. Stijf
rees hij overeind: „Ja Chalmers, wat is er?"
„Mijnheer, lady Clifford is niet in haar
kamer en niet in huis. Ze is weg. mijnheer."
HOOFDSTUK XXXVII.
„Weg? Wat bedoel je, hoe kan ze weg
komen?"
„Dat welen we niet mijnheer, ze...."
„Wie zijn die wij?" vroeg Roger op
strengen toon.
„Ik bedoel Aline mijnheer, zij ontdekte
het. Ik hen den heelen nacht op geweest
en heb geen oog dicht geh«ad en niemand
kon langs me gaan zonder dat ik hd merkte"
Roger gluurde naar Esther, maar ze sliep
nog. met donkere kringen om de oogen.
„Laten we op den gang gaan, we moeten
miss Rowe niet storen. Vertel me nu alles."
„Het is net zooals ik u zeg, mijnheer.
Lady Clifford schijnt aan Aline te hebben
opgedragen haar om zes uur een kopje thee
te brej^gen. Ik weel niet waarom ze dit zoo
vroeg wen9ehte, misschien om weg te wil
len gaan voor er iemand op was. Toen Aline
nu kort te voren de thee bracht was do
kamer leeg, het bed was niet beslapen."
(Wordt vervolgd).