EEN HOOGE LOSPRIJS. CORRESPONDENTIE. Naar het Engelsch van V. M. METHLEY. Beknopt bewerkt door G. E. de Lille Hogerwaard. Hoofdstuk XX. 23) Het scheelde niet veel, of de jongens be gonnen in hun verontwaardiging en teleur stelling te kibbelen, maar het was Achmet, die na zijn gewone kalmte weer geheel te ruggekregen te hebben, tusschenbeide kwam door verstandig op te merken: „We moeten nu niet meer lijd verspillen met praten. Zooals jullie zien kunt, zijn de uitgerukte planten nog frisch en groen, waaruit blijkt, dat dit alles hoogstens een uur geleden gebeurd is, want de zon zou ze op het heetste gedeelte van den dag natuur lijk heelemaal verschroeid hebben. De dief kan dus nog niet ver weg zijn. gebukt als hij gaan zal onder den last van den schat. Als we ons haasten, zullen we hem naar alle waarschijnlijkheid wel inhalen/' „Maar wc weten niet. welken kant hij is uitgegaan," bracht Dich hier tegen in. „Er zijn maar twee paden, welke voor een lastdier begaanbaar zijn." antwoordde de Moor. „Assaa en Temar zullen het ééne volgen en wij het andere, zoodat de schurk ons niet ontsnappen kan." Het heldere inzicht van den Moor en zijn groote kalmte boezemden den jongens ver trouwen in. Zij beklommen nu weer met nieuwen moed hun muildieren en reden zoo vlug al9 ze konden met Achmet langs het pad. dat zij uitgekozen hadden. Zoo trokken zij meer dan een uur langs den bergrand. Nergens was echter een le vende ziel te bespeuren. Het was gloeiend heet en de weg ruw en oneffen, zoodat zelfs de muildieren, die toch werkelijk wel vast op hur. pooten stonden, nu en dan struikel den. Dick had ondragelijke hoofdpijn van de warmte en Lex zooals een vroeger kin dermeisje dit uitdrukte pijn in zijn hu meur In landerige stemming reden zij voort, niet meer opgehouden en bemoedigd door het vooruitzicht op succes. En er is geen teleurstelling zoo bitter als die, welke ons treft juist wanneer wij op het punt zijn, onze hoop in vervulling te zien gaan. Tot plotseling en geheel onverwachts bij een bocht achter een vooruitstekend rots blok een eenzame figuur zichtbaar werd! Het was een man, die langzaam en moei lijk liep, terwijl hij een zwaar beladen muil dier aan den teugel voerde. Hij was van top tot teen gehuld in een bruin kemelsharen gewaad met kap en hij sleepte zich voort, alsof hij een oude of zeer bejaarde man was. Van tijd tot tijdreek hij schuw naar alle kanten, alsof hij vreesde achtervolgd te worden. Dick keek Achmet aan en zag, dat er een plotseling licht in de donkere oogen van den Moor schitterde. Zonder een woord te zeggen gaf hij zijn paard de sporen en de beide jongens volgden. Hun muildieren hadden echter juist een koppige bui en niets kon hen bewegen ge lijken tred te houden met Achmet's mooi, Arabisch paardje. Zij kwamen steeds meer achter en Achmet haalde den eenzamen reiziger lang vóór hen in. Zoo kwam het, dat Dick en Lex op een afstand zagen, wat er gebeurde. En dit was Werkelijk iets heel bijzonders! Zij hoorden', hoe Achract den vreemdeling aanriep en hem gebood stil te houden. Eerst scheen de man te aarzelen. Daarna Wendde hij zich echter met één hand op rijn lastdier om en keek hij zijn vervol gers achterdochtig aan. De jongens begre pen. dat hij iets zei, doch konden het niet ter staan. Achmet was nu vlak bij den reiziger. Dreigend hief hij zijn geweer op, terwijl hij bp strengen toon spraJc. Plotseling veranderde zijn geheele optre den echter als bij tooverslag. Hij slaakte een kreet en «prong van zijn paard. Dick en Les begrepen er niets van! Was het moge lijk, dat Achmet, de kalme, waardige Moor, geknield lag in het zand naast een vuil-uit- zienden reiziger, diens handen kuste en op gewonden tegen he insprak (Slot volgt) Het begin dezer Correspondentie is een brief aan allen te zamen. Dank! Hartelijk dank voor de ontelbare gelukwenschen van groot en klein, jeugd en ouders die ik nu reeds mocht ontvangen. Het zou mij on mogelijk zijn, om nu nadat ik alle versjes als prijsraadsels heb nagekeken, uitgezocht wie grooteren en wie kleineren zijn en onder die allen heb geloot, daarna uit gezocht wie mijne getrouwen zijn en on der hen apart de helft der boeken verloot, om nu daarna nog persoonlijk iedereen uit voerig toe te spreken, wie mij gelukwen schen zouden. Als ik het uitvoerig deed, dan zou ik de heel© kindercourant in be slag nemen. Kijkt toch eens, wat een lijsten van namen, wie lust er in heeft, moet ze maar eens tellen, lk zal doen wat ik kan en enkele apart© antwoorden geven. Maar hij dezen vast in het algemeen mijn oprech ten dank voor de vele gelukwenschen, waaronder zeer aardige, voor verzen, tee- keningen, handwerk (Jo de Wekker je mooie muiltjes hangen al op mijn kamer), vele goede wenschen van ouders bij de brieven der kinderen. Och, hoevelen wen schen mij nog 10 jaar als raadsel tante, ve len wenschen mij zelfs, dat ik mijn 25-jarig jubileum als raadseltante moge vieren, och kinderen lief, tegen dien tijd ben ik daar veel te oud voor. Ik wil wel bekennen, dat toen ik die brieven zag (en het is geen kleinigheid al die versjes en daarbij dan nog enkele brieven met geluk wenschen enz.) ik een benauwd gevoel kreeg hoe krijg ik dat ooit klaar in deze dagen. Want het is een reuzenwerk, en ik wou toch graag alles lezen en er voor be danken Er was enorm veel liefhebberij nu er zóóveel boeken waren en dat vind ik heel aardig en prettig, maar natuurlijk wilde ik mijne getrouwen een extra kans geven. Aan de 10 getrouwen zeg ik hierbij aan die 10 te zamen dat ik hun natuurlijk van gan- scher harte dien prijs gun. Er zijn er zeer velen bij die al jaren lang meedoen, zij verdienen het ten volle. Willen die 10 ge trouwen dit als een antwoord op hun brie ven beschouwen. De 5 grooteren en de 5 kleineren die ge lukkig hebben geloot, zijn haast allen goede bekenden van mij. Voor velen is dit wel licht de le prijs, misschien ook niet. Die 10 feliciteer ik ook met hun prijs, en ik hoop dat zij nog vele jaren willen mee doen. Aan deze 10 antwoord ik nu ook niet nog eens apart, is dat goed? Frans Schouten jij verdient een apart woordje voor je zeldzaam aardige toepasse lijke teekening, dat gekleurde telegram met gelukwenschen, jaarlallen, heilwenschen enz. enz. het is heusch heel goed geslaagd, ik zal het bewaren, je hebt er extra werk van gemaakt ditmaal. Karei West ook aan jou een apart woordje van dank voor de teekening en het aardige couvert met heilwenschen en jaartallen, het zag er zoo feestelijk uit. Leni Prins en Clazientje Spaargaren jul lie brieven zagen er zoo feestelijk uit met al die plaatjes en bloemen. Alle nieuwelingen die mij vragen of zij mogen meedoen, zijn mij welkom. Ik noem nu maar niet al die namen. Als men wer kelijk graag wil blijven meedoen, ook als er geen prijsraadsels zijn, dan maken wij wel nader kennis en dan schrijf ik jullie ook wel een apart woordje. Marietje en Nanny Knol het was heel goed zoo van je beiden. Leni Schilp zeker wel blij ter wille van Willie. Jo en Wim Gussekloo allebei maar moed houden, hoor. Jelly Vogelsang en Neeltje Meuldijk zeer dank voor gelukwenschen en ook zeker voor de goede wenschen voor mijn gezond heid. Arnoud Langeveld lig je nu thuis in een gipsbed? Als je zin hebt, stuur de raadsels dan maar trouw in. Eempien en Jopie Wassenaar, dank voor de briefjes Heerlijk, voor Jan, hé. Ane de Graaf, alweer een gedicht, heel aardig hoor. Adrie Bouw ik hoop dat je wenschen vervuld zullen worden. Stientje en Sophietje de Graaf ja zeker allebei mogen meedoen. Truus en Christiaan Razier, beiden wel kom, maar waarom noem je mij: Tante Joh. Martmus Offringa, natuurlijk was 't heel goed, die hoofdletters. Jouw brief kwam liet allereerste. Franciena en Marietje den Hoed, beiden vriendelijk dank voor de gelukwenschen en de verdere goede wenschen, die naar ik hoop vervuld zullen worden. Wrllem en Maarten Plug zijn mij beiden welkom als raadsel neefjes. Neeltje Haasnoot, je mag gerust een raadsel nichtje van mij worden Wat treurig, dat je moeder in het ziekenhuis ligt; is dat al lang? Dank voor je gelukwenschen. Hermien v. Wieringen, ja ik hoorde in lang niets van je. Ben je ziek geweest? Zou jo nog lang thuis moeten blijven? Jannie Verboon, ik miste je wel een paar weken-, ik wist niet dat je uit logeeren was en dat ze daar het ,,L. D." niet lezen. Waar woont die Tante? Aartje van Tol, je mag gerust voortaan meedoen en je broertje ook, en natuurlijk samen inzenden en wie lust heeft, er een enkel woordje bijschrijven. 'n Mooie wensdi van je, dal ik eenmaal ook mijn 25-jarig jubileum als raadseltante zal mogen vieren. Chris Burg en Corry van der Veen, zeker mochten jullie samen in één enveloppe doen, je had beiden keurig gewerkt hoor. Neeltje Vogelaar, je bent pas 10 jaar, dus al had je beide versjes opgeschreven, moest i'k je bij de kleineren schrijven. Maartje v. d. Marei, je hebt gelijk, ik had het ontzettend druk, zóóvele brieven en zóó vele gelukwenschen. Gerrit van Rheenen, nog wel gefeliciteerd met je verjaardag, dus 2 feestdagen na elkaar, waarop men je goed heeft bedacht, dat doel mij genoegen voor je. Willy de Neys, dank voor je aller geluk wenschen. Jij bent al vele vele jaren een trouw nichtje. Marietje Laterveer, hartelijk gefeliciteerd met je verjaardag, veel plezier dien dag. Tk hoop het ook, dat ik nog 10 jaar raadsel- tante kan blijven. Frans v. d. Nat de groeten terug aan de poes. Jantje van Laren, ga gerust maar geregeld meedoen. Tonia de Jaeger, zeg aan je vriendin dat het mag. Rcinier en Annie den Hertog, dank voor gelukwenschen der heele faimilie. Ik zal het raadsel spoedig plaatsen. Drietal Ouwersloot, zeker allen blij voor Johan. Saar Bekooy, zeg aan je nichtje, dal zij mee mag doen. Jacobus Laurier, je wenscht mij nog een 20- en 25-jarig jubileum; ik begrijp wat je er bij 9clireef, dat jij dan niet meer mee doet tegen dien tijd. Jo v. d. Meer, waarom kan je alleen mee doen als je ziek bent? Jan Evers, heel aardig, dat je ter eere van mijn jubileum weer eens hebt meegedaan en geschreven. De tweelingen Jannie en Corrie Florisson mogen altijd samen inzenden. Greta de Vries, zooals ik al schreef, 25 jaar raadsel tante, neen dan zal ik er te oud voor zijn. Adriana de Jong, woon je daar voor je gezondheid? Frieda Sladek, je hebt hel best klaar ge kregen ,het was heel goed. .Rienlje en Belsie Schreuder, je behoort beiden tot de grooteren. Verder nog brieven met vele gelukwen schen van o zooveel anderen, hartelijk dank er voor. Jo van Egmond, van harte beterschap 1 Nogmaals mijn bartel ijken dank voor de zeer vele gelukwenschen. Bericht voor de Raadsel jeugd. De Re dactie van het Leidsch Dag bi ad verzoekt mij mede te deelen, dat de kindercourant natuurlijk niet kan verschijnen op Donder dag lsten Kerstdag en ook niet op Donderdag Nieuwjaarsdag. Inplaals van die 2 verschijnt er een kindercourant op Dinsdag 30 Decem ber. De brieven moeten toch gewoon a.s.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1930 | | pagina 15