Ve/JtcM C\mmOiac/mA
De 165e Algemeene Vergadering van
„Bloembollencultuur"
HET GESTOLEN LUCHTBALLONNETJE of DE GESCHIEDENIS VAN TWEE DEUGNIETEN
De verloren Injectienaald.
71sle Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Maandag 15 December 1930
Derde Blad
No. 21702
Herdenkingswoorden - Groote bloei ondanks crisistijd
FEUILLETON.
De plannen voor de toekomst
Bovengenoemde vergadering werd heden
morgen gehouden in het Krelagehuis te
Haarlem.
1. Opening der vergadering.
De voorzitter, de heer Ernst H. Kreiage.
opende de vergadering en hield de volgende
rede:
oordal wij onze werkzaamheden begin
nen past het ons de overledenen te herden
ken. wier verlies wij sinds de vonge alge
meene vergadering te betreuren hebben
Willem Sc'hoebuys. die op bijna 90-jariigen
leeftijd te Uithoorn overleed, roept herinne
ringen wakker aan het verre verleden der
vereeniging. Hij was de laatst overgeblevene
.van hen, die reeds in 1860 lid waren der
Algemeene Vereeniging voor Bloembollencul
tuur en was in zijn omgeving steeds als een
kundig man van het vak geëerd Zijn belang
stelling voor de vereeniging bleek o.a. uit zijn
deelneming aan een door de in 1910 nog in
leven zijnde oprichters aangeboden eere-
prijs voor de tentoonstelling bi] het gouden
jubileum der vereeniging.
Theodoor van Waveren ontviel ons op 20
Juni Ofschoon hij van 1915'16, dus slechts
korten tijd, lid van het hoofdbestuur der
vereeniging was, zal hij in de herinnering
in de eerste plaats blijven voortleven als een
der oprichters van den Bond van Bloembol
lenhandelaren. die mede dank zij zijn orga-
mseerend talent zich heeft kunnen ontwik
kelen lot het krachtige lichaam, dat wij
tiran? kennen. In 1910 verplichtte Van Wa
veren onze vereeniging aan zich door het
voorzitterschap op zich te nemen van de
commissie voor de jubilieum-tentoonstelling
waarmede zij in da-t jaar haa-r vijftigjarig
bestaan herdacht. En hij had reeds dezelfde
laak voor onze te nloons lel ling van 1925
aanvaard, toen 'hij wegens onvoorziene an
dere bezigheden zich daaraan weder moest
onttrekken. Als leider van een bedrijf, dat
hij tot een der grootste in de bloembollen
streek heeft gemaakt, heeft hij het zijne
bijgedragen tod; handhaving en uitbreiding
van den goeden naam van ons vak in den
vreemde Persoonlijk herdenk ik de eensge
zinde vriendschappelijke samenwerking, die
ik in het tijdvak 19901920 bij zoovele
samen beraamde plannen van algemeen
vakbelang met hem mocht hebben, met
groote dankbaarheid.
Hein Ruysenaars, overleden op 11
November, 'herdenken wij ails een waren
vriend van en krachtig werker in onze
vereeniging. Gedurende twee vijfjarige pe
rioden (1919'23 en 1925—'29) was hij lid
van het hoofdbestuur, in een tijd waarin
tal van moeilijke vraagstukken, o.a. d-ie van
het eigen gebouw lot oplossing moesten
worden gebracht. Hij gaf zich daaraan ge
heel, en was steeds bereid tijd en moeite
beschikbaar te stellen voor de voorbereiding
van lal Van onderwerpen, die door het
hoofdbestuur behandeld moesten worden.
Maar behalve in het hoofdbestuur stelde hij
zich in dienst van het algemeen belang m
de commissie van beoordeeling der bloemen-
keuringen. in het Scheidsgerecht, in zijn af-
deeling Heemstede en in verscheidene spe
ciale commissies. Verheugden wij ons. na
de ernstige operatie, die hij ondergaan had,
in zijn 'herstel en zagen wij hem zelfs zijn
taak in het Scheidsgerecht weer aanvaar
den. niet lang helaas heeft deze beterschap
mogen aanhouden, en na korten tijd hebben
wij hem voor goed uit ons midden zien
schelden.
Een ander oud-lid van hef hoofdbestuur
verloren wij in C. H. Damen, die daarin
van 19081912 als vertegenwoordiger van
het Westland zitting had. Hij overleed op
29 Augustus.
Van de overige overledenen noem ik nog
G. van der Mey, die ofschoon hij geen lei
dende bestuursfunctie bekleed heeft, toch te
vermelden is als een zeer gezien beoor-
deelaar op lal van tentoonstellingen en een
bijzonderen roep van vakkennis genoot Hij
had zich sedert eenige jaren teruggetrokken
uit zijn zaken, die met eere door zijn zonen
worden voortgezet.
In gelijken zin zou ik kunnen spreken
over P Nelis. de stichter van de vennoot
schap. die onder de beproefde leiding van
zijn zoon een zoo goede reputatie geniet. Op
hoogen leeftijd overleed hij den 9 Aug.
De afdeeling Sassenheim betreurt in A.
Ie Clercq een harer ijverigste bestuursleden,
van wien nog veel mocht worden ver
wacht.
fn dezelfde plaats overleed Willem War-
naar Jr. in den bloei zijner jaren. Ofschoon
nog slechts kort lid van het Narcissen-co
mité der commissie voor de Bloemenkeu-
ringen, had hij zich daar reeds onderschei
den als een uitnemend kenner van de tal
rijke nieuwe aanwinsten die aan het oor
deel van dat comité worden onderworpen.
Bij dit tragisch sterfgeval is de algemeene
sympathie uitgegaan naar den zwaar ge
troffen vader, aan wien het vak zooveel te
danken heeft
Ofschoon niet tot hel vak behoorende,
moge hier nog herdacht worden ons op 26
Augustus overleden medelid J. C. Peere
boom. In de dagen toen het nog niet gebrui
kelijk was, dat onze algemeene vergaderin
gen door de pers werden bijgewoond, werd
Peereboom lid der vereeniging om daardoor
in de gelegenheid te zijn. zijn blad van ver
slagen dier vergaderingen, voor zoover zij
niet geheim waren, te voorzien. In later
jaren heeft Peereboom menigmaal over het
vak en de vereeniging geschreven en met
genoegen zal men zich de vaak geestige be
schouwingen hecinneren, die hij daaraan in
Haarlem's Dagblad heeft gewijd
Dat zij allen rusten in vrede 1
Tegenover deze vele en zware verliezen
staat de zich nog steeds voortzettende aan
was van nieuwe leden en nieuwe afdeelin-
gen. Sedert onze vorige vergadering zijn
geconstitueerd de afdeelingen Musselkanaal
en Omstreken en de Goorn, zoodat de ver
eeniging thans 57 afdeelingen met 5900 le
den telt. terwijl de vestiging van afdeelin
gen Ie Zwijndrecht en in Oostelijk Gronin
gen weldra een voldongen feit zal zijn.
Ik roep uit uw aller naam deze afdeelin
gen een hartelijk welkom in ons midden
toe. Hartelijk, ofschoon de ongebreidelde
uitbreiding der bloembollenteelt, waarvan
ook de oprichting dezer afdeelingen een uit
vloeisel is, een zorgwekkend verschijnsel is.
Hartelijk, omdat het een algemeen vakbe
lang zoowel als een individueel belang voor
de aangeslotenen is. dal allen, die bollen
teelen of verhandelen, lid zijn van deze
vereeniging, die hun onpartijdige en be
trouwbare voorlichting kan geven en hunne
handelstransactie brengt onder het Scheids
gerecht voor den Bloembollenhandel.
Gelijk te midden van de dorre woestijn
hier en daar een enkele oase verfrissching
en lafenis brengt, zoo handhaaft zich nog
het bloembollcnbedrijf gezond en flink in
dezen tijd van wereldcrisis en algemeene
inzinking.
99. De opening was voor hem breed genoeg
Daar doorheen kon hij best kruipen.
En was hij maar eenmaal uit de cel,
Dan zou hij weg kunnen sluipen.
Hij klauterde tegen het venster op
Met zuchten en met kreunen.
„Dat valt niet erg mee", zei de man.
Maar de brits kan mij weer steunen.
100. Uit de zee kwam plotseling een stormwind op.
Juist toen Pim begon te zakken.
Hij beukte de wateren van de Maa9,
Nam nu ook vriend Pim te pakken.
Hij joeg hem voort over weide en veld,
Over torens, straten en daken.
De menschen hoorden Pim gillen, schreeuwen
En angstige kreten slaken.
Zeker, de vette jaren zijn voorbij en de
omstandigheden zijn ook voor dit vak moei
lijk. Maar terwijl de crisis al op 't eind van
1929 begon, heeft hij zich gedurende 1930
nog niet doen gevoelen in verminderde
koopkracht van het buitenland. De lagere
prijzen van sommige artikelen hebben stel
lig het hare bijgedragen om die verminde
ring tegen te houden.
De cijfers tot en met October leeren dat
de uitvoer in 1930 over dat tijdvak heeft
bedragen 43 millioen kilo tegen bijna 32
millioen kilo in 1929 en 40 millioen kilo in
1928 in het overeenkomstig tijdvak. Wat
het gewicht betreft is dus het cijfer van
1928 weer bereikt en zelfs overtroffen.
Naar de waarde is de vergelijking minder
zuiver, omdat voor de genoemde jaren niet
dezelfde eenheidsprijs geldt.
Ook de onderlinge handel in het bollen-
district verliep normaal, en ofschoon men
nog eenigszins voor naweeën van den min
of meer speculatieven handel in nieuwig
heden bevreesd was, leverden de onderlinge
verrekeningen op 1 November geen moeilijk
heden van beteekenis op.
Dit zijn alle teekenen van een naar om
standigheden gezonden toestand, waarop
het een voorrecht is, juist in dezen tijd te
mogen wijzen.
•V»
•Het beeld zou echter verre van gelijkend
zijn, indien niet gewaagd werd van de
zorgen der toekomst. Het aantal landen,
dat strenger toezicht noodzakelijk acht op
den invoer van bloembollen, neemt gesta
dig toe. Het afgeloopen jaar heeft voor den
export zelf veel moeilijkheden, opgeleverd
tengevolge van de abnormale hoeveelheden
regen voor en tijdens het verzend seizoen,
waardoor het. in verband met den korten
tijd waarin de verzendingen steeds moeten
plaats hebben, niet steeds mogelijk gebleken
schijnt te zijn, de bollen voldoende droog te
verzenden, waardoor rottings- en schim
melverschijnselen niet konden worden voor
komen. Dit heeft in Duitschland in 't bij
zonder aanleiding gegeven tot bezwaren,
in verband met de nieuwe verordening
waarbij de invoer o.a. ook van bloembol
len waarop schimmels voorkomen ver
boden is.
RECLAME.
5447
Het abnormale weer kan hier zeker als
verzachtende omstandigheid gelden. Maar
men kan niet verlangen, dat daarmede in
het buitenland steeds rekening zal worden
gehouden. Integendeel, het is van het groot
ste belang, men kan het zelfs een levens
kwestie noemen, dal alles in het werk
wordt gesteld om te zorgen dat voortaan de
bollen alleen dan verzonden worden, wan
neer ze inderdaad voldoende droog zijn. Het
is niet alleen de exporteur die hiervoor te
zorgen heeft, maar ook de kweeker, van
wien verwacht wordt dat hii ziin bollen
goed droog aan de exporteurs zal afleveren.
De nieuwe kweekers, die het zelfs niet noo-
dig achten om van schuren gebruik te
maken, zenden hun bollen vaak zoo van
hot land naar de veiling. Op die wijze kan
men geen goede bollen voor export afleve
ren, en het is zeer noodig, dat de nieuwe
kweekers lperen beseffen, dat tot de juiste
eischen, die aan bollen gesteld worden, ook
een goede schuurbehandeling behoort. Het
ware Ie wenschen dat de veilingen bereid
waren hare medewerking te verleenen om
het veilen van bollen, die ziek of minder
waardig zijn, tegen te gaan. De exporteurs
zullen ernstig hebben na te gaan. of zij door
onderling een later tijdstip van verzending
vast te stellen, of door andere maatregelen,
aan de bezwaren kunnen tegemoet komen.
Afgezien hiervan, zal bovendien de
grootst mogelijke zorg besleed behooren te
worden aan de kwaliteit en den gezond
heidstoestand der te verzenden bollen. Het
is een algemeen vakbelang, dat ieder hier
toe medewerkt door te zorgen, dat zijn
kraam in onberispelijken toestand verkeert
en dat de te exporleeren bollen geen aan
leiding kunnen geven tot eenige gegronde
klacht. Alleen zóó zal het mogelijk zijn het
afzetgebied te behouden, dat tot zulk een
belangrijke hoogte door gestagen arbeid en
rustelooze toewijding is opgebouwd.
Inmiddels wordt de propaganda voor den,
afzet van onze producten voor rekening van
het door het Centraal Bloembollen Comité
beheerde 2 cent per Roe-fonds met kracht
voortgezet en het zal in verband met de
grootere productie der volgende jaren zeker
noodzakelijk zijn. in deze richting nog veel
meer te doen. Mochten de bedragen die uit
het fonds hiervoor beschikbaar gesteld kun-
_nen worden (rond f. 25000.per jaar) niet
toereikend blijken, dan ligt het zeker op den
weg der Regeering om door een subsidie dit
bedrag te verhoogen, daar deze steun geheel
in overeenstemming zou zijn met de door
den Minister van Binnenlandsche Zaken en
Landbouw ter zake geuite denkbeelden.
Ook op eigen terrein zal onze vereeniging
het volgend jaar in deze richting werken.
In ons gebouw, dat zich daartoe zoo uit
nemend leent, zullen achtereenvolgens een
aantal speciale tentoonstellingen gehouden
worden, die ongetwijfeld het hare zullen
bijdragen tot het beter bekend maken van
tal van minder bekende of nieuwe soorten,
terwijl ook buitenlandsche vaklieden zeker
zich persoonlijk daarvan op de hoogte zullen
komen stellen.
Na de Kersttentoonstelling, volgt in Fe
bruari de grootste manifestatie van ver
vroegde bolgewassen, die ooit gehouden is
en dus een hoogst belangrijke gebeurtenis
belooft te worden. Onze leden, vooral uit
de nieuwe en verderaf gelegen afdeelingen,
zullen niet opzettelijk aangespoord behoeven
te worden om deze tentoonstellng te bezoeken.
In April volgen onze sedert het vorig
jaar gebruikelijke internationale Narcissen-
tentoonstellingen, die min of meer zullen'
samenvallen met de buitengewoon belangrijke
opnaamstelling der Mendeltulpen in onzen
proeftuin. Dit belang zal u duidelijk zr'.n,
als gij verneemt, dat niet minder dan 1500
regels zijn uitgeplant van ongeveer 1000
verschillende soorten, alleen van Mendel
tulpen.
Het is nog te vroeg om van de later in
het jaar te wachten gebeurtenissen in ons
gebouw melding te maken, maar reeds het
geen n werd medegedeeld zal voldoende
zijn om aan te toonen, dat het nuttig ge
bruik van ons gebouw en in 't bijzonder
van de groote beurszaal snel toeneemt.
Kunnen deze tentoonstellingen en opnaam
stelling zeer veel bijdragen tot betere soor
tenkennis, ook op ander gebied gordt onze
vereeniging zich aan om nuttig werkzaam
te zijn voor hare leden. Ter bevordering
van de zuiverheid en den gezondheidstoestand
der Tulpenpartüen wordt heden een voorstel
aan uwe goedkeuring onderworpen ora een
keuringsdienst mogelijk te maken van Tulpen,
naast de reeds bestaande diensten van de
vereenigingen „De Narcis" en „De Hya
cinth". De nieuwe dienst zal plaatselijk wor
den ingericht waar daaraan behoefte be
staat, en de deelneming zal geheel vrijwillig
zijn. Daar er geen kosten voor de vereeni
ging mede verbonden zullen zijn, zullen ook
zij, die van dezen dienst geen hooggespannen
verwachtingen mochten koesteren, geen be
zwaar kunnen hebben om degenen, die prijs
stellen op keuring van hunne partijen, de
gelegenheid daartoe te openen.
(Zie vervolg le blad).
Van ALICE CAMPBELL
Geautoriseerde vertaling uil het Engels -h
door J. E. DE B K.
59)
„Dan draagt die man daar er de verant
woording van. Een kwartier geleden heeft
hij haar de laatste injectie gegeven."
Het werpen van dezen bom had een niet
te beschrijven uitwerking. Er heerschte een
drukkend zwijgen en miss Clifford en de
kleine dokter staarden Roger aan met een
mengeling van verwarring en ongeloovige
belangstelling.
„Roger mijn beste, weet je wel wat je
zegt?" fluisterde de oude dame, pijnlijk ge-
tioffen, op vermanenden toon.
Verdrietig, dat hij zich zoo had uitgela
ten, wendde Roger zich op de lippen bijtend
om. Het was klaarblijkkelijk nog niet bet
cogenblik om onomwonden te sprekèn En
hij zag de beide doktoren een blik wisselen
van wederzijdsch begrijpen, waarin veront
waardiging lag voor hem.
,,'t Doet er niet toe hoe ze die injecties
kreeg", zeide hij haastig tegen dr. Bousquet
„het gaat er om dat ze gered wordt. Ik had
dil niet moeten zeggen."
De dokter zweeg, hij had tegenover Roger,
iets onvriendelijks en verwijtends.
„Wel mr. Clifford lmt is het beste dat de
jonge vrouw word mlgekleed en naar bed
gebracht. Dan kan ik zien of ik nog meer
sporen van injecties vinden kan en tot een
conclusie komen over een paar punten, die
nog twijfelachtig zijn. Is dit mogelijk?/'
„Zeker, ik zal dadelijk een kamer voor
haar in orde loten maken."
Hij schelde en vroeg toen op den man af:
„Zegt u mij nu eens, dokter, gelooft u dat
zij in levensgevaar is?"
„Het is heel moeilijk iets te zeggen voor
het verdoovend middel heeft uitgewerkt. Ze
schijnt aan ernstige zenuwuitputting ten
prooi te zijn en de invloed van de morfine
is daarbij een noodlottige complicatie. Zij
schijnt eenigen tijd geen voedsel te hebben
gebruikt, haar levenskracht is bijzonder
laag, maar aan het hart vind ik geen afwij
kingen."
„Miss Rowe's kamer is klaar, mijnheer,"
zeide de oude knecht, „ik had het maar la
ten doen, omdat ik begreep dal ze naar bed
zou moeten gaan. Ik zal een handje helpen
om haar te dragen, mijnheer."
Het overbrengen van Esther naar haar
oude kamer ging heel gemakkelijk. Roger
bleef in de hall. dicht bij het boudoir en
sprak nog even met dr. Bousquet over Es
ther voor hij weer de wacht over Sartorius
ging houden.
„Ik meen u te moeten zeggen dokter, dat
zij voor ze bewusteloos weid een zeer
schokkende mededeeling deed. We weten
niet of wat ze zeide waarheid bevatte, maar
ik mag wel zeggen, dat er zeer veel van af
hangt dat zij haar bewustzijn herkrijgt. Ik
veronderstel, dat u niet kunt zeggen
Over dr. Bousquet's gezicht gleed een
vriendelijk, verachtelijk lachje: „Mijnheer,
morfinisten zijn befaamd voor hun leugen
achtigheid. Ze verzinnen allerlei buitenge
wone verhalen en uiten ongelooflijke be
schuldigingen met volle overtuiging. Ik weet
natuurlijk niet? van dit jonge meisje af
maar.Hij liet de zin onvoltooid en gaf
op diplomatieke wijze het zegel van onbe
trouwbaarheid aan alles wat Esther zou mo
gen getuigen. Volgens zijn eigen verklaring
wist de man niets, hij was geheel onbevan
gen. Hij gaf alleen uiting aan een medisch
gezichtspunt.
Door nieuwen twijfel gekweld ging Roger
weer naar het boudoir en de vrees bekroop
hem dat hij dwaas had gehandeld. De eigen
machtige wijze waarop hij zijn stiefmoeder
en Sartorius had behandeld zou hem in
groote moeilijkheden kunnen brengen. Hij
had niet de macht hen in hun bewegingen
tn belemmeren en het feit dat hij Sartonu9
bepaald bedreigd had kon als een strafbaar
feit worden beschouwd. En toch was hij
overtuigd, dat als hij het weer moest doen,
hij evenzoo zou handelen. Hij wist zeker,
dat, schuldig of onschuldig Thérèse en de
dokter zijn argwaan hadden opgewekt.
Toen hij de kamer weer wilde binnen
gaan kwam Aline met booze oogen hem vra
gen op ironischen toon of ze mevrouw wat
eten mocht brengen."
„Natuurlijk, breng mevrouw wat ze noo
dig heeft."
Ze vertrok, terwijl haar geheele persoon
lijkheid vijandelijkheid uitstraalde.
Het vervelend vindend in dezelfde kamer
te zijn met die phlegmatieke gedaante bij
het vuur. ging Roger door een van de open
slaande ramen naar het smalle balkon. De
motregen verkoelde zijn warm gezicht, de
lucht was zuiver en vochtig en de bladeren
van de boomen glommen van den regen.
Rechts van hem viel het licht uit Thérè9e's
raam met een breeden streep op den grond.
De gordijnen waren open en hij zag haar
silhouette. Wat deed ze? Wat ging er om in
haar brein? Hij had nooit iets van haar be
grepen. Kon ze schuldig zijn aan die kille,
berekenende misdaad, waarvan Esther haar
betichtte? Hij kon het zich niet indenken,
dat zoo'n aeihensch, teer wezen zoo'n wan
daad zou kunnen verbergen. Het was ge
makkelijker te begrijpen, dat Esther, wan
neer haar verstand onbeneveld was, zich
door verschijnselen had laten misleiden.
Maar wat voor verschijnselen? Hoe kwam ze
er aan? Hij zou Chalmers vragen wat hij
wist. Eslhèr moest den ouden man iets ver
teld hebben, dat diepen indruk op hem moest
hebben gemaakt, dat is zeker.
Hij vond Chalmers in de hall op zijn weg
naar beneden. Roger wendde zich tot hem
en vroeg voorzichtig fluisterend: „Laat me
eens precies hooren Chalmers wat zuster
Rowe tot je zeide toen ze binnenkwam. Wat
voor indruk maakte op je?"
„U hebt zelf gezien hoe ze er uitzag,"
mijnheer," zeide de oude man op bedaarden
toon, die toch een indruk gaf van opgewon
denheid, wat Roger niet ontging. Ik hield
haar bijna voor een geest. Ze kon haast niet
9taan, ik steunde haar met mijn hand, wat
ze dreigde om te vallen. Waar komt u
van daan miss? zeide ik. Verwilderd keek ze
me aan en zeide half stikkend: „Chalmers,
waar is mr. Roger? Is de dokter al bezig hem
te verbinden?"
„Vroeg ze dat zoo dadelijk?" vroeg Roger
nadenkend.
„Ja, mijnheer, ik dacht ze dat haar hoofd
kwijt was. Ik zeide, dat u hier waart met
miss Clifford en den dokter. Ze werd wit als
een doek en holde met moei to de trappen op
en ik hoorde haar zeggen: hij wil hem dood
maken. hij wil hem klem bezorgen en
iedereen zal denken dat het door oen onge
luk komt."
„Klem?"
„Roger's gezicht drukte de grootste verba
zing uit terwijl hij het woord fluisterend
herhaalde.
„Ja mijnheer, ik was net zoo verbaasd als
u en ik dacht dat ze wartaal sprak, maar
toen ze daarna zeide.
Een heftige ruk aan de schel, gevolgd door
karde slagen met den koperen klopper deed
hem zijn zin afbreken. Het geluid deed beide
mannen ontstellen en zei wisselden ver
baasd een bezorgden blik. Wie kon op dat
oogenblik zoo'n haast hebben om binnen te
komen?
„Pardon mijnheer, het is beter dat ik ga
zien wat het is."
„Ja, ja, Chalmers, je kunt me naderhand
wel verder vertellen."
Peinzend over de wonderlijke mededee
ling, zoo juist gedaan, ging Roger weer naar
de zitkamer. Het leek hem niet mogelijk, dat
Sartorius even te voren zou getracht hebben
hem met bacillen van tetanus te infectee-
ren. Wie zou zoo iets doen? De risico. Maar
bestond de risico wel? Had de doiler hem
niet telkens gewaarschuwd, dat hij gevaar
liep van infectie? Waarom had hij zijn kaak
en gelaatspieren zoo bevoeld, dat hij den in
druk maa'kle alsof hij een begin van teta-
nussymplomen verwachtte en was dit mis
schien omdat ooggetuigen dit konden ver
klaren, zoodat alles heel gewoon leek? En
dan dat stukje wit gaas, dat hij in het vuur
had laten vallen? Misschien was het van
geen belang, maar toch.... Hij bekeek zijn
duim en rilde. Misschien was hij op het
kantje af aan een vreeselijken dood ont
snapt. Do man, wien zijn argwaan gold. zat
doodstil in zijn notitieboekje te bladeren en
door zijn kalmte stempelde hij den jongen
man tot sen opgewonden standje.
Roger dobberde tusschen twee meeningen.
Het kon niet waar zijn, hij was een ezel,
maar dan was Esther's gedrag al heel zon
derling. De beide dokters hadden te kennen
gegeven, dat zij morfiniste was. Esther! Het
was ondenkbaar
Wat was dal voor lawaai in de hall? Hij
hoorde Frans< h spreken en verschillende
voetstappen de trap opgaan. Chalmers deed
de deur open en riep: „De politie, mijnheer!"
Roger vloog overeind.
.(Wordt vervolgd)-