HET GESTOLEN LUCHTBALLONNETJE of DE GESCHIEDENIS VAN TWEE DEUGNIETEN
De verloren Injectienaald.
71sle Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 3 December 1930
Derde Blad
No. 21692
UIT DE RAADZAAL
PARLEMENTAIR OVERZICHT
KERK- EN SCHOOLNIEUWS.
LAND- EN TUINBOUW.
FEUILLETON.
OM DE KERSTGAVE.
Evenmin als vorig maal zouden wij aan
het „overzichten" zijn gegaan, zoo de agenda
niet een verlengstuk had gekregen, dat,
in zekeren zin, tot een incident heeft geleid.
(De agenda op zich zelf geeft immers geen
enkele reden om daarop terug te komen).
Dat incident kwam bij het door B. en W.
spoedeischend aan de orde gesteld voorstel
betreffende een Kerstgave voor de steun-
trekkenden. O.i. als gevolg van een samen
loop van omstandigheden, waaraan beide
partijen onschuldig staan. Men oordeele:
B. en W. komen, zij het spoedeischend, met
het voorstel de gebruikelijke Kerstgave sinds
1925 te geven. Van deze zijde is dus alles
in orde. De S.D.A.P., in afwachting van
dit voorstel, had daarop een amendement
(verhooging en uitbreiding!) doch kon dit
amendement toch moeilijk indienen, voor het
voorstel van B. en W. er was. Van
die zijde is dus ook alles in orde. Doch
men was in „tijdnood" en ziedaar de moeilijk
heid. De heer Wilbrink deed deswege nog
een politieken aanval op de S.D.A.P., doch
erkende na het verweer van den heer van
Stralen, ruiterlijk, zich vergist te hebben.
Waar men derhalve aan beide zijden vrij
uit gaat, is er o.i. alle reden om het in
dezen niet tot eenige botsing te doen komen
en dat behoeft ook geenszins. De gewone
uïtkeering is reeds veilig gesteld; over het
amendement v. Stralen is praeadvies toege
zegd en reeds uit het gesprokene mag
worden afgeleid, dat dit praeadvies in ieder
geval niet geheel afwijzend zal luiden.
Welnu dan. waarom de kwestie op de spits
te drijven? Het gaat om iets, waarvoor alle
part\jen, zoo de mogelijkheid er is, onge
twijfeld zullen voelen
Intusschen is. gelet op hetgeen over de
volgende raadszitting werd opgemerkt, zoo
ongeveer af te leiden, dat de Stadhuiskwestie
dit iaar niet meer aan de orde zal komen.
En 1931 ze 1 wfl beginnen met de begroeting.
Geduld is wel een schoone zaak.
TWEEDE KAMER.
Onderwijs.
De Kamer heeft de behandeling van de
Ondcrwijs-begrooling voorlgezet.
En:
daarbij heeft Minister Terpstra allereerst
du opmerkingen beanlwoord, die over het
nijverheids-onderwijs waren gemaakt.
Hij erkende de groote bcteekenis van het
vak-onderwijs en wees er op, dat daaraan
in de industrie reeds vrij veel wordt ge
daan. In lal van bedrijven is door het par
ticulier initiatief reeds veel goeds op dit ge
bied gedaan. Plannen tot uitbreiding van
het landbouw-huishoudonderwijs. zijn in
voorbereiding. De minister hoopte, dat de
wijziging der Xijverheids-ondprwijswet
met 1 Januari a s. in werking zal kunnen
(reden. De opleiding van mannelijke leer
krachten bij dit onderwijs zal door subsi
dies aan de cursussen worden gesteund
Verder debat werd over het Nijverheids
onderwijs niet gevoerd.
Bij de algemeene beschouwingen over do
afdeeling ..Lager Onderwijs'' was er. als
vanouds, weer veel belangstelling, en wer
den door tal van sprekers opmerkingen ge
maakt
De heer van Zadelhoff bepleitte o.a. een
spoediger procedure voor leerplichtwet-
overtredingen; de heer de Boer zou het
Friesch opgenomen willen zien onder de
facultatieve vakken op de lagere school- de
heer Ter I-aan betoogde dat de Ministef
hel voornaamste nalaat (uitbreiding van
den leerplicht en kleinere klassen) en sfeld'»
den Minister daarvoor in gebreke; voorts
bepleitte hij finale afschaffing van alle
schoolgelden en verbetering van de onder
wijzers-opleiding; de heer Linpbeek ver
weet aan de rechterzijde, dat deze. door
haar toespitsing van de bijzondore-school-
politiek, de godsdienstige en dc nationale
gedachte van de openbare school heeft
verwijderd, mej. Westerman klaagde over
te veel scholen, te groote versnippering en
wees er op dat vele onderwijzers de open
bare school benadeelen door aantasting van
het gezag van het hoofd der school; ds. Ker
sten sprak over het oude ideaal: één school
voor heel de nafie, maar loen Gods Woord
van dc openbare school werd weggenomen,
moest men wel komen tot de oprichting van
christelijke bijzondere scholen.
Zoo kwamen allerlei onderwerpen even
vluchtig ter sprake, zonder dat het debat
bepaald belangrijk was.
De heer van de Bilt heeft er nog voor
gepleit om de gelegenheid te geven het
dubbele zevende leerplichljaar doen te
brengen in een tuinbouwschool en de heer
Zijlstra besprak verschillende- punten, waar
bij hij wees op de noodzakelijkheid, om
het volkslied op de openbare school te
handhaven. Prof. Visscher wees opnieuw
op het toenemend aantal kleinere scholen,
op de ver doorgedreven splitsing, de zieke
lijke verdeeldheid, die materieel en zede
lijk nadeel brengt, en waartegen dient Ie
worden opgetreden. De heer Tilanas ver
klaarde het daarmee wel eens te zijn. maar
men zal een praclische oplossing dienen te
vinden om zulke splitsingen te voorkomen.
Mej. Grcencweg kwam op voor een betere
verlofregeling voor zieke onderwijzers, en
verdedigde het optreden van openbare
onderwijzers in den Haag. die niet gewei
gerd hebben liet volkslied, maar andere
overdreven nationale liederen te laten zin
gen. Daarentegen bestreed de heer Oud die
houding; het optreden van die Haagse he
onderwijzers heeft aan de openbare school
groote schade berokkent. Juist deze onder
wijzers brengen de politiek in de school.
In zijn antwoord heeft Minister Terpstra,
wat de schoolspl'ilsing betreft, z.ich nogal op
de vlakte gehouden.
Want;
hij volstond min of meer met het resul
taat mede te deelen van een -kleine enqucle,
die hij onder de inspecteurs van het onder
wijs had gehouden. Van de 58 inspecteurs
hadden er 38 geantwoord, dat zij geen ge
vallen van onnoodige splitsing wisten, ter
wijl de 20 overigen slechts enkele voorbeel
den wisten te noemen. De conclusie van
den Minister was dat indien er al ge
vallen waren deze toch op het totale aan
tal heel weinig beteekenden. Wij kunnen
ons echter niet onttrekken aan den indruk,
dat deze conclusie te optimistisch is.
Meer begrijpelijk was, dat de Minister
niet veel zeide over de houding van de
socialistische onderwijzers, hierboven om
schreven.
Immers:
het is volkomen juist, wat hij zeide, dat
deze zaak meer de gemeentebesturen aan
gaat.
Inzake de leerlingen-schaal wil de Mi
nister ec-rst het rapport der Staatscommissie
Rutgers afwachten. Dal Zijne Excellentie
van afschaffing der schoolgelden niet wilde
weten, spreekt van-zelf.
Bij de afdeeling „Monumentenzorg'' heeft
dc heer Beumer er op aangedrongen, dat
met dc beschrijving onzer monumenten
meer spoed zal worden gemaakt en be
pleitte de heer Schaper een snellere restau
ratie Ren sympathiek werk deed hier mevr.
Van ItallieVan Embden, loen zij een plei
dooi hield voor de belangen onzer kunste
naars en liet tooneel in 's Ministers aan
dacht aanbeval. Maar zoo antwoordde de
Minister op het oogenblik kan aan too-
neel-subsidie niet worden gedacht. Wèl
deelde hij inede, voornemens te zijn een
commissie van advies in te stellen voor op
drachten aan Nederlandsche kunstenaars te
verleenen. Een lijding, die ongetwijfeld in
broeden kring met sympathie zal worden
begroet.
Ten slotte.
De heer Schaper heeft een aanval gedaan
op Frederik Hendrik, d.w.z op diens stand
beeld, dat voor hefr Huis ten Bosch staat.
De afgevaardigde is van oordeel, dat daar
door liet gebouwd wordt ontsierd, en dus wii
hij Frederik Hendrik wegstoppen achter
een boschje.
De Minister heeft zoo-waar geantwoord,
dat hij het geval zal beizien. Zal het dus
inderdaad komen tot het wegstoppen van
den Stedendwinger?
79. „Daar, daar is zij?" riep Looze Wimpie,
..Vliegt net over de boerderij.
Kijk goed uit hoor. 'tis ?en marrnevliegluig
En 'n matrozenmuts hangt op zij.
Boer en dochter waren nu vol aandacht,
Vergeten was de luchtballon,
Men tuurde, staarde naar den hemel.
Men wilde zien zooveel men kon.
80. Over een hooge poort werd gevlogen,
Een eerepoort naar het Pim leek,
Een witte poort tussc'hen vele bloemen,
In een mooie bloemrijke streek.
„Waar zou dat wel wezen," dacht Pim verder,
„Zeker een groote mooie stad.
Waarvan meester onlang9 nog vertelde,
Xaar wien hij niet geluisterd had.
AVONDVERGADERING.
BINNENLANDSCHE ZAKEN.
's Avonds was Minister Ruys de Beeren-
brouck onze gast.
En;
hij werd met bijzondere hartelijkheid
ontvangen.
Want toen hij binnenkwam, en de afdee
ling .Binnenlandsch Bestuur" moest wor
den behandeld, ©tonden er niet minder dan
11 sprekers en spreeksters gereed, om ten
aanval te trekken. De dames Van Itallie
Van Embden en Katz en de heeren Hiem-
stra, Van den Bergh, Van den Heuvel, Van
Voorst tot Voorst, Rutgers van Rozenburg,
Van der Heide, Van Hellenberg Hubar, Duy-
maer van Twist, Lingbeek, Van Zadelhoff,
Ood en Van Dijk stonden in orde van parade
en het Het zich aanzien, dat er nog andere
schutters bij zouden komen.
Natuurlijk heeft dit bataljon sprekers een
groot aantal onderwerpen behandeld.
De aandacht daarbij trok hel krachtige
spcechjo van mevr. Van Itallie ten gunste
van officieele toelating der lijkverbranding.
Zij noemde het een onwaardige toestand,
dat lijkverbranding oogluikend wordt toe
gelaten. Zij moet in de wet worden erkend.
„Wij genieten," zoo riep.zij uit „vrij
veel vrijheid gedurenctè ons leven, en waar
om mag die nu nog niet even voortduren
tol na onzen dood?"
Onmiddellijk hierna moeten wij het
speechje van den katholieken heer Van
Voorst tot Voorst noeteen tegen den katho
lieken Burgemeester van Nijmegen. Hier is,
bij de jubileum-viering dezer stad, de Ko
ningin opzettelijk genegeerd, omdat de so
cialistische wethouder het wenschte. Indien
er zoo had deze socialist gedreigd
over de Koningin wordt gesproken, zal er
een tegen-betooging komen ten gunste van
dc republiek. Voor dit dreigement, geuit in
de vergadering van B. en W., is de burge
meester bezweken, en dus werd de Ko-
nipgindoodgezwegen. Hierover nu zoo
zei de heer Van Voorstis 90 pGt. der be
volking diep verontwaardigd. Letterlijk Het
de afgevaardigde zich als volgt uit:
„Ik vraag mij af, of deze burgemeester
nog wel past in Nijmegen. De kans bestaat,
dat hij bij ordeverstoringen dadelijk capitu
leert en het hazenpad kiest. Ik voel mij
met dezen burgemeester niet gerust."
Ook andere burgemeesters kwamen ten
tooneele. zooals die van Peize, die naar
de heer Van der Heide meedeelde bij
zang-uilvoeringen bepaalt dat de „onge-
huwden vroeger naar huis moeten dan de
gehuwden, of dat de zangvereeniging alleen
zittend mag zingen.
Waarlijk
deze staatsman van Peize is met recht
een burger-vader. Zelfs een burger-groot
vader.
Toen er 5 sprekers waren afgewerkt, bleek
dat er weer 5 waren bijgekomen, ook;
Floris Vos, Braat, Schaper, Zandt, De Boer,
en in de zaal zalen er nog meer gereed.
Toen ons overzicht moest worden verzon
den, stond nog een heel rijtje op hun beurt
te wachten.
't Was echt gezellig.
HAGENAAR.
PREDIKBEURTEN.
VOOR DONDERDAG 4 DECEMBER.
LEIDEN.
Gevef. Gem. (N. Rijn 76)Nam. 8 uur,
ds. W. C. Lamain
ALPHEN AAN DEN RIJN.
Chr. Geref. Kerk (v. Reedestr.): Nam.
7 uur, ds. Zwier.
BODEGRAVEN.
Geref. Gem.Nam. 7 uur, ds. B. van
Neerbos, van Terneuzen.
KATW'JK AAN DEN RIJN.
Ned.-Herv. Kerk: Nam. 7 uur, ds. Bruyö.
Chr. Geref. Kerk: Nam. 7 uur, ds. CVoes,
van Gouda.
ZEVENHOVEN.
Geref. Kerk: Nam. 7 uur, de heer E.
Kloosterman, van Schiedam.
ZWAMMERDAM.
Rehoboth (Tempel); Nam. 7 uur, ds. Van
Woerden.
NED. HERV. KERK.
Beroepen: Te Purmerland, ds. H. H,
Schipper te Willemsoord; te Gorssel, ds. J„
H. C. Kamsteeg te 's Heer Hendrikskinderen.
Aangenomen: Naar Assen (vac.-P. Kruyt)'
D. v. d. Most v. Spijk te Geesteren.
Bedankt: Voor Terwolde, P. v. d. Wal tte
Xeedo (G.); te Nieuw Beerla, H. Bax, te
Akersloot; voor Hollandscheveld Zuid-Oost,
W. Reus te WestkapelTe.
GEREF. KERK.
Beroepen: Te Rotterdam (vac.- G. Els-
hove) J. L. v. d. Wolf te Bussum.
Bedankt: Voor Wolfhezen, S. WouteiO
te DTonrijp.
EVANG. LUTH. GEM.
Bedankt: Voor Nijmegen, G. J. Duyven
dak, te Bussum.
HET VERVOER VAN LAND- EN
TUINBOUWPRODUCTEN
DOOR DE SPOORWEGEN
Het Tweede Kamerlid Kampschöer heeft
den minister van waterstaat de volgende
vragen gesteld:
Is het den minister bekend, en, zoo ja, is
de minister bereid, mede te deelen, hoeveel
gelden door de Nederlandsche Spoorwegen
over hot jaar 1929 zijn ontvangen ter zake
van het vervoer van Nederlandsche land- en
tu i n bo u w p roduc te n
rndien di't bedrag niet met juistheid is aan
te geven, is dan bij benadering te zeggen
hoe groot dit bedrag is?
Is het juist, dat het vervoer van buiten-
landsche land- en tuinbouwproducten van
en naar onze zeehavens geschiedt volgens
lagere tarieven dan die voor het vervoer van
Nederlandsche land- en tuinbouwproduct
ten
RECLAME.
2981
Van ALICE CAMPBELL.
Geautoriseerde vertaling uil het Engelsrh
door J E. DE B K.
49")
Esther dacht dat haar hart ophield met
kloppen. Tetanus! Ze werd wee van angst,
maar bedwong zich doodstil te blijven liggen
en als in een droom hoorde ze de stem van
den jongen man: „Tetanus, wel goede
hemel, dat 19 de klem".
„Ja, de anti toxine is ontdekt, ik heb haar
ontdekt. Maar dat weet het publiek niet, het
is van zeer recenten datum."
Esther hoorde een diepen, sidderenden
zucht.
„Maar hoe wil je dat doen, is hel niet ge
vaarlijk?" stamelde Holliday.
,,'t Is heel eenvoudig, een buitenkansje,
waardoor ik aan tetanus kon denken. AI
een week heeft Clifford rondgeloopen met
een open wond aan zijn duim. De
helft van den lijd is er geen verband
om, hoewel ik hem voor infectie gewaar
schuwd heb. Vanmorgen vroeg zijn lante mij
of ik er eens naar wilde zien en de duim
goed verbinden wilde en dat zal ik van
avond doen."
Er kwam een geluid alsof Holliday onpas
selijk werd. Een stoel knarste over den
vloei, een getik als legen glas.
„Ga daar zitten en houd je goed. Ik wist
niet, dat je zoo gevoelig waart."
Vreemde, benauwde geluiden volgden.
„Ik weel hel niet. ik heb den kerel nooit
uit kunnen staan, maar dit.... en buiten
dien is het allemachtig gewaagd."
„Waarom? Denk eens kalm na. Wie kan
uitmaken hoe hij de infectie kreeg. Dat is
immers nooit te bewijzen. Iedereen weet,
dat het zijn eigen schuld is en dat ik hem
gewaarschuwd heb iNeen, neen. je zult hst
zien. En wat je eigen gevoel aangaat, die
kinderachtigheden moetje met je zelf uitma
ken, dat gaat mij niet aan."
Korte stilte volgde, waarin Esther op haar
harde rustplaats met gebalde vuisten de tan
den vast op elkaar klemde. Zou ze flauw
vallen? Ze voelde dat ze luisteren moest, ze
mocht zeen woord verliezen. Als in een
bodzen droom ging de koude, phlegmatieke
stem door .Ik beschouw zonder vooroordeel
de dingen zooals ze zijn; er moet een be
sluit genomen worden. Ben ik het offer van
een menschenleven waard? Onpartijdig ge
sproken, weet ik niet of jij het waard bent,
mijn goede vriend, maar ik ben het wzl
waard.
„En we moeten ook niet vergelen, dat,
aI3 de jonge man uit den weg is, wjj
tweeën pr veel beter hij zullen varen. Lady
Clifford erft Iwee of driemaal zooveel. Ik
ben dan goed af en kan de rest van mijn
leven aan wetenschappelijke onderzoekingen
wijden
De klok sloeg beneden één slag. 't Was
dezelfde klok. die zoo luid tikte de eerst?
maal dat Esther dit huis betrad Ze zag de
witte wijzerplaat met de bronzen wijzers
voor zich.
„Half zeven, ik moet weg om Clifford to
pakken te krijgen. De domkop heeft met
hooge temperatuur twee dagen rondgezwor
ven oin dat meisje te zoeken. Hij zou van
daar naar de politie gaan. Een reden te meer
om geen tijd te verliezen. Het is wel niet
waarschijnlijk dat ze hier zullen komen,
maar je kunt nooit weten."
In haar verlammenden angst deed T Esther
toch goed te hooren dat Roger zoo ongerust
was over haar verdwijnen. Dus haar niet
telefoneeren had hem gespeten. Ze wist nu
ook hoe lang ze hier was geweest. Als die
twee nu maar heengingen, dan kon zij ont
vluchten. Hoe gevaarlijk ook, zij zou het
wagen. Eenmaal uit huis zou ze Roger tele
foneeren. Dat zou voldoende zijn Als ze nu
maar gingen. Waarom draalden ze zoo?
De vloer kraakte weer onder de zware stap
pen, ze kreeg een beetje hoop, maar hoorde
den dokter zeggen: „Ik zal haar nog een
spuitje geven voor mijn vertrek, dan is ze
weer veilig voor een lijd. Waar is het
spuitje?"
„Hier op tafel."
Stille. Toen de stem van Sarlorius. „Hm,
je hebt haar niet alles gegeven, er is nog
waf in."
Dus daardoor was ze tot bewustzijn ge
komen. Ironie van het noodlot, Holliday had
bewerkt dat ze niet onbewust voor goed was
ingeslapen, maar die foltering van 't laatst?
uur doorstaan had. In een paar seconden
zou ze weer buiten kennis zijn en de laatste
kans om Roger te redden zou verkeken
wezen. Zou ze worstelen en zoo sterven,
of was het beter zich bewusteloos te houden
en stil toe laten dat de naald haar een nieu
we bezwijming toevoerde?
„Geef me die kom eens aan." Water uit
de kraan plaste in de kom. Ze had kunnen
lachen om dien man, die nu het er niets
toe deed, toch niet van zijn gewoonte af
week. 't Was al9 zag ze hem de naald rei
nigen en het glas neerzetten op het kleine
tafeltje. Hij was in aantocht, do prik, die
haar wakker zijn zou vernietigen, die haar
zóu verhinderen, den man dien ze liefhad
van een gruwzamen dood te redden, 't Was
alles voorbij. Ze voelde hoe de adem van
den dokter haar haar bewegen deed.
HOOFDSTUK XXIX.
Wat voor geluid wa9 dal? Werd er ge
scheld of was het geruisch in haar ooren?
Neen, het wa9 dc voordeurbel en niet de
telefoon. De dokier slaakte een uitroep van
ergernis. „Ik zal eens moeten gaan zien,
dat kan ik niet laten."
Een zachte tik van de naald, die op tafel
werd gelegd en beide mannen verlieten de
kamer De deur werd op slot gedraaid Ze
hoorde de zware schreden van den dokter
naar beneden gaan. Holliday bleef boven.
Was dit een verademing of 'n valsche hoop?
Ze opende even de oogen en bewoog haar
beenen. Wat maakte het voor verschil of
ze nu wisten dat ze wakker was. Op de ta
fel zag ze het volle spuitje liggen naast
een glas water. Als onder betoovering
staarde zo er naar. Toen kreeg ze een idée.
Een dolle ingeving was het. Honderd legen
een dat het mislukle, maar zoo vlak bij
den ondergang kon men alles wagen. Er
was niets te verliezen. Bliksemsnel panic
ze het spuitje, spoot de inhoud achter het
bed en vulde het weer uit het glas waler.
Ze legde het weer op dezelfde plaats en
keek goed of ze ook een drup gemorst nau.
Toen ging ze weer liggen, precies zooals
ze gelegen had Ze had geen hoop. dat ze
de scherpe Pythons obgen zou misleiden,
de man zou dadelijk de geringste verande
ring in haar houding bespeuren.
Als hij haar verdacht zich bewogen te
hebben, zou hij dadelijk het spuitje bekij
ken en de verandering in tint ontdekken,
Haar eenige hoop was gevestigd op de sche
mering in de alkoof. Nog een paar minuten
en ze zou het ergste weten. Stil lag ze te
tellen. Ze had driemaal zestig geteld, toen
de voordeur dicht werd gemaakt en ze de
voetstappen weer naar boven hoorde komen,
De sleutel knarste in het slot, de vloerplan
ken kraakten, ze hoorde Sarlorius zeggen;
„Nu zie je eens, dat je op die dingen voor
bereid moet zijn. Veronderstel nu eens, dat
er niemand hier was geweest, dan zouden
die ezels naar den agent terug zijn gegaan
of de een of andere kerel van het bureau
zou meegegaan zijn om ze het huis te wij
zen. Je moet maar aan het woningbureau
telefoneeren, dat ik afzie van onderver
huren."
Nu stond hij bij haar. Zou hij iets ver
keerds opmerken?
„Ze gaat bijkomen, ik dacht wel dat die
dosis niet sterk genoeg was." Ze hoorde hem
het spuitje oppakken. Wat gebeurde er? On
derzocht hij of het wel goed was? Een ste
kende pijn in haar bovenarm stelde haar
gerust. Ze was er op voorbereid dat het meer
smart zou veroorzaken dan een gewone in
jectie. Zij doorstond de pijn zonder beven,
haar adem inhoudende tot ze den dokter
weg hoorde gaan.
Op eens barstte Holliday weer los met een
9tem die zijn bevigen angst verried.
„Kijk eens. Sartorius. die apotheker, hij
weet het, als hij naar de politie gaat."
De dokter liet ren ongeloovig gegrom
hooren.
(Wordt vervolgd),