Xtoikad&i Jjowge fëe&cAitffyei Instandhouding van plassen en watergebieden. 718le Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 19 November 1930 Derde Blad No. 21680 PARLEMENTAIR OVERZICHT Rekest aan Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland. Rooker. Uw kee^ RECHTZAKEN. FEUILLETON. De verloren Injectienaald. TWEEDE KAMER. ALGEMEEN DEBAT. Replieken op de aigemeene beschouwing der Staatsbegrooting. En: die kunnen we over het algemeen laten zwemmen. Het eigenlijke politieke debit had weinig om 't lijf. Er was echter één punt, dat de Kamer zeer bezig hield en waaromtrent een eenigszins gespannen verwachting bestond. De salaris sen van hel Rijkspersoneel. Zouden de Katholieken berusten in de af wijzende houding der Regeering? Ir. J. W. Albarda. Achtereenvolgens voerden verschillende leden het woord, waarbij de heer Albarda natuurlijk nogmaals sprak over de houding der sociaal-democraten bij een eventueele mobilisatie. Hij wees er op, dat hij met zijn bekende verklaring niets nieuws had ge zegd: het was alles oud nieuws. Waarom maakt men er dan nu plotseling zoo'n drukte over? Ten eerste omdat het oorlogsgevaar verscherpt is en vervolgens omdat de peti tionnement-actie zulk een indruk heeft ge maakt, dat men behoefte had aan een tegen actie. Maar zoo riep spr. de aanval op ons zal niet slagen. Wij zullen er ver sterkt uit te voorschijn treden. De partij zal haar houding bepalen op het moment zelf. Zij verwerpt de gewapende land:?verdediging, als onpractisch en ondoelmatig. Nationale defensie is nationale zelfmoord. Wij kunnen ons niet. voldoende verdedigen tegenover de machtige landen van tegenwoordig. De S. D. A. P. is bereid mede te werken tot behoud onzer nationale onafhankelijk heid, maar niet door middel van gewapende landsverdediging, aangezien zij deze het zekerste middel acht om die onafhankelijk heid te verliezen. Op medewerking der S. D. A. P., cok hij een mobilisatie daartoe, kan dns niet worden gerekend. Wil men ons nu zoo riep spr. builen de volksgemeenschap stellen? Wil men een partij met 80.000 leden, 804-000 kiezers en 24 volksvertegenwoordigers gaan bestrijden met dwangmaatregelen? Probeert het eens; gj.i zult het verliezen! Zoo sprak de sociaal-democratische leider, onder toejuiching der zijnen. Direct daarop heeft de heer Knottenbelt, de liberale leider, betoogd, dat nu in het nationale belang maatregelen tegen een der gelijke houding der sociaal-democraten nood zakelijk zijn. En de heer de Visser betoogde dat de dwangmaatregelen, waarlegen de socialisten hier bij voorbaat strijden, in Duitschland door de socialisten tegen de communisten worden genomen. Met belangstelling zag men tegemoet wat de heer Nolens zou zeggen. Hij constateerde dal er op de groepen der rechterzijde geen verantwoordelijkheid voor dit kabinet be staat. Een parlementair kabinet heeft een zeker recht op steun bij bepaalde groepen, met een extra-parlementair kabinet is dit niet het geval; het kabinet is trouwens zon der overleg met de rechtsche groepen tot stand gekomen. Gaat een fractie in deze omstandigheden samen met een andere, dan mag men daarin geen aanwijzing voor een nieuwe parlij-groepeering zien. De afgevaardigde heeft verder nog vrij uitvoerig gesproken over de economische voornemens der Regeering. Wat de salaris-kwestie betreft, verklaarde dr. Nolens, dat hij slechts ten doel ha.d: rust te bereiken onder de ambtenaren. Daartoe is ook noodig een goed georganiseerd overleg. De vraag is, of dit geheel goed functioneert. Zoo niet, dan zou er verbete ring moeten komen. De onderwijzers koeste ren de grief, dat zij van dat overleg zijn uitgesloten. Spr. hoopte dat voor hen spoedig een bevredigende regeling zou worden ge vonden Nogmaals bepleitte hij de instelling van een periodiek onderzoek naar de salaris regelingen. Het punt echter waar hel thans op aankomt is: de mogelijkheid van een vermindering der pensioen-bijdrage. De Mi nister van Financiën heeft dit afgewezen o.a. met een beroep op de malaise. Spr. trok hieruit de conclusie, dat de Regeering na afloop van de crisis tot den maatregel zal overgaan, m a. w. dat zij tot den maatregel zal besluiten zoodra de omstandigheden gunstiger zijn. Wat de motie-Van den Tempel betreft: de heer Nolens is over het algemeen geen voor stander van moties en bovendien heeft een algemeene salaris-herziening niets te maken met de vermindering der pensioen-bijdragen. Deze valt buiten het bezoldigings-besluit. Hij zal daarom tegen de motie stemmen. Hiermee was vermoedelijk de vrede inzake het salaris-vraagstuk geteekend. Ook de heer Heemskerk verklaarde zich tegen de motie-van den Tempel. Een alge meene salaris-herziening is thans niet moge lijk. Voorts bestreed hij de heeren Albarda en Marchant op het stuk der landsverdedi ging, en maakte daarbij de opmerking, dat voorstanders van eenzijdige ontwapening in een internationaal gezelschap nauwelijks au serieux worden genomen. Hij is nader in polemiek gelreden met den heer Albarda. De Regeering behoeft niet te zeggen wat zij zal doen, indien er eens revolutionair verzet kwam. Dan mag zij. met een beroep op art. 95 der Grondwet, elke inlichting weigeren. Zou zoo vroeg mr. Heemskerk de S. D. A. P. ook landsverdediging weigeren, als zij zelf aan het bewind was? In den loop der replieken heeft de heer' Lingbeek een motie voorgesteld, waarin de Regeering wordt uilgenoodigd het salaris der onderwijzers-kloosterlingen in overeenstem ming te brengen met het rapport der Paci- ficatie-commissie-Bos (d.w.z. niet-toekenning van eenige periodieke verhoogingen). Verschillende sprekers hebben daarna nog gerepliceerd. AVONDVERGADERING. BUITENLANDSCHE ZAKEN. Verschillende sprekers hebben in de avondbijeenkomst het woord gevoerd over de begrooting van Buitenlandsche Zaken. De verscheidenheid van onderwerpen en de over het algemeen fragmentarische be handeling rechtvaardigen dat we slechts een greep doen. Zoo bepleitte de heer Lovink herziening van de Handelsconventie met het oog op de crisis in den akkerbouw; besprak de heer Joekes tal van punten met betrekking tot den Volkenbond, waarbij hij hulde bracht aan den heer Colijn, zich verklaarde tegen een onderhandelings-tarief, het Briand-plan toejuichte en de aandrang van den heer Schaepman steunde inzake meer samenwer king lusschen het Departement en de Pers; zag de heer Lingbeek kans. weer een min- der-vriendelijk speechje te houden over den Paus als staatshoofd: verzette de heer Knottenbelt zich evenzeer als anderen tegen een onderhandelingstarief en besprak hij enkele punten met betrekking tot de Bel- gisch-Nederlandsche onderhandelingen; hield de heer Benmer een speechje' over de nationaliteit der gehuwde vtouw, daarbij den bestaanden toestand verdedigend; critiseerde de heer Van Rappard enkele punten uit de Duitsche handelspolitiek en bestreed de heer Van Dijk ook bij deze be grooting de idee der eenzijdige ontwapening. Laat in den avond te laat voor dit over zicht, in verband met de verzending kwam de Minister van Buitenlandsche Zaken ter verdediging van zijn begrooting aan het woord. Wij komen op zijn rede nog terug. De vereeniging „De Kaag" verzoekt maatregelen te nemen. Aan Gedeputeerde Staten der Provincie Zuid-Holland is door den heer J. C. van Hoohvcrff, voorzitter, en L. Doedes, secre taris van de Kon. ZeilRoei- en Motor- sportvereeniging „De Kaag" het volgende rekest gezonden. Het zij aan het bestuur van*de Konink lijke Zeil-, Roei- en Motorsportvereeniging ,.De Kaag" vergund, de aandacht van Uw College te vragen voor het Passengebied en de andere waterwegen in Zuid-Holland, die niet alleen van beteekenis zijn voor scheep vaart, afwatering en waterberging doch tevens hunne stijgende beteekenis hebben, bezien vanuit het oogpunt van recreatie en natuurschoon. De Provincie Zuid Holland is arm aan bosch, heidevelden en dergelijke gebieden, die andere provinciën zoo aantrekkelijk ma ken. maar rijk aan water, dat mits er zorg voor wordt gedragen een zeer ge lijkwaardige, zoo niet belangrijker functie in ons maatschappelijk leven vervullen kan. als de bosschen en heidevelden elders, voor welker instandhouding groote bedragen ver zameld worden De belangstelling voor de watergebieden is in alle klassen van de bevolking steeds stijgend, niet alleen voor de takken van watersport, welke onze Vereeniging behar tigt. als zeilen, roeien en motorbootvaren, doch ook voor do hengelsport en de zooge naamde natuursport, waaronder men de studie van fauna en flora uit liefde voor do natuur kan verstaan. Allen bewijzen te over. hoe in onze Provincie, waarvan de bevolkingsdichtheid en toename in en nabij de stedelijke gebieden lot de hoogste der wereld behooren. een steeds toenemend deel der bevolking nieuwe levenskracht put. door verpoozing te zoeken op het water. Het spreekt vanzelf, dat naarmate dc trek naar het water uit een oogpunt van recreatie en natuurschoon toeneemt, in die zelfde male een ander deel van de bevol king. hetwelk verzorgende beroepen uit oefent. zijn omzet ziet toenemen. Tot voor kort heeft deze belangstelling voor het Plassengebied en andore water wegen zich rustig kunnen ontwikkelen, tot dal in de laatste jaren, in stijgende mate. veranderingen plaats vinden of voorgeno men worden. Welke zoowel h^f gebruik als hrf uiterlijk aanzien 9terk schaden. Zoo is op de Kngerplassen reeds zooveel srnpd e.d. ge<or|. dnf bijvoorbeeld het wes telijk deel van het Norremeer en een belang rijk deel van de Evmerspoel een te geringe diepgang heeft verkregen. Nog steeds is een belangrijke ondiepte op den overgang van Zweiland en Evmerspoel, nadat aldaar een zandschuit haar lading overboord heeft ge worpen Slechts zij. die bekend zijn met den plaatselijken toestand slagen erin. om aan de overzijde van de Boterbrug de bocht in de Ziil zonder vast te loonon te pass°cren. Van de Warmonder Leede is slechts een smalle geul op die.pte. zoodat door de drukke scheepvaart, bij uithalen of wel voor op- kruisende jachten, vaslloopen regelmatig voorkomt. Het voornemen van het gemeente bestuur van Leiden, om Spijkerboor cn Kever als sturlplaals voor baggerspecie te gebruiken, kon slechts na veel moeite door medewerking van de gemeentebesturen van Warmond en Alkcmade onder goedkeuring van Uw College worden geweerd. Steeds weer nieuwe walkanten worden op de Kagcrplassen bedorven door de stor ting van vuil, dal thans weliswaar niet direct in hot water terecht komt. maar de omgeving door stank verpest en de fraaie ocverlijn in een vuilnisbelt verandert. Nog steeds hangt boven hel zuidelijk deel van de Brasemermeer, het meest schilder achtige en door watersport-beoefenaars mee^l geliefdste gedeelte nog wel. als een zwaard van Damocles het voornemen van hel Gemeentebestuur van Haarlem, om al daar zijn stadsvuil tc bergen. (Wij merkten dezer dagen reeds op dal dit plan de eerste tien jaar wel niet zal doorgaan Red. L D.) Varende van de Kaag naar de Westeinder- plas. verpest sedert eenige jaren de vuilnis belt langs de ringvaart hel genot door on- dragelijken stank, vliegenplaag en onooge- lijk aanzien. Ieder jaar brengt weer van andere zijde bedreiging. Een gevoel van onrust heeft zich mees ter gemaakt van allen, die naar buiten gaan om Ic genieten, van de vrije natuur in het onovertrefbare Zuid-Hollandsche water- en polderlandschap Wal jarenlang door zijn ongereptheid van landelijk schoon vreugde gaf, wordt thans door onnadenkendheid en zorgeloosheid vernieligd voor doeleinden die even goed zoo niet beter, op andere wijze behartigd zouden kunnen worden. Het kwam ons daarom voor, dat de tijd is aangebroken, maatregelen te beramen en te treffen, welke volle recht laten weder varen aan de groote beteekenis van het watergebied uit een oogpunt van recreatie cn natuurschoon. Maatregelen, waardoor de schadelijke verontreiniging van het water wordt ge weerd; waardoor de storting, zoowel in het water als op de oevers, van vuil, afval, e.d. voorkomen wordt, waardoor ondiepten wor den verwijderd. Nu aan hel voornemen de Reeuwijksche en Sluipwijksche plassen droog te leggen, geen gevolg zal worden gegeven, kan met vertrouwen worden aangenomen, dat naar mate de nieuwe verkeerswegen de bereik baarheid van deze plassen vanuit de groote bevolkingscentra zal vergrooten, de beteeke nis van dit plassengebied uit een oogpunt van recreatie en natuurschoon steeds zal toenemen. Het gevaar beslaat daarbij, dat aan de ongereptheid van deze plassen af breuk zal worden gedaan door ondoordachte wijzigingen. De Bergsche plassen zijn een voorbeeld, hoe door de bebouwing langs de oevers, een dergelijk gebied grondig bedor ven wordt Thans is nog lijd aanwezig, voor het treffen van de noodige maatregelen, door een plaatselijk streekplan en goede bouwverordening. Anderzijds kan dit ge bied beter tot zijn recht komen door verbe tering van de verbinding van de Breevaart met de plassen en die van de plassen onder ling. zoomede door opheffing van plaatse lijke ondiepten. Ook elders bestaat de kans, dat de uit breiding van de bebouwing door haar on stelselmatigheid onnoodig de oevers in hun landschappelijke ongereptheid aantast Men denke bijvoorbeeld slechts aan de fraaie gedeelten van Rijn en Vliet. Ons Bestuur nam de vrijheid het boven staande onder Uwe aandacht te brengen in de hoop. dat Uw College zal willen beslui ten tot het beramen en treffen van (D noo dige maatregelen, ten gunste van het be houd van een zoo belangrijk onderdeel onzer Provincie, als het Plassengebied «••■n andere waterwegen met hunne oevers uit maken. Met temeer vertrouwen wenden wij ons tol Uw College, daar wij overtuigd zijn. dat', aldus handelende. Uw College slechts de lijn zou doortrekken, welker aanvang le bespeuren valt uit de vaststelling en hand having van de provinciale verordening tot wpring van hinderlijke reclame, de verzor ging van dc kunstwerken der waterwegen en de ins'ciing der Commissie van advi's voor de uitbreidingsplannen. RECLAME. r In ortf in dooien A k -15 en 6S J Pas op 1 Neem Wybert. Terbe- schermir»g der slijmvliezen en Ier zuivering van den adem. Zoo rookt U veilig en aangenaam 3507 DE MAN, DIE MET PEPER GOOIDE. Op 20 Januari j.l. heeft zich een incident voorgedaan in de algemeene vergadering van aandeelhouders der N.V. Frank Rija» dijk's Industrieelc Ondernemingen, welke onder voorzitterschap van den heer B. Wil ton in het Notarishuis te Rotterdam, we<rd gehouden. Het was bekend, dat in deze ver gadering moeilijkheden zouden rijzen in verband met de financieele verhouding tus- schen deze maatschappij en de N.V. Simons Metaalhandei. Maar deze moeilijkheden gaven reeds voor de vergadering aanleiding tot een hevige ruzie tusschen den heer Si mons Jr., oud 42'jaar, directeur der maat schappij cn den heer Siegfried Sirpons oud 25 jaar, een neef van Simon Simons Jr., en adjunct-directeur. Bij deze twist heeft de neef den oom met peper in het gezicht geworpen. Siegried Simons heeft gisteren voor de Rotterdamsche Rechtbank terecht gestaan. Een viertal getuigen charge werd gehoord waaronder twee ter vergadering aanwezige verslaggevers. Vervolgens werden 15 getui- A décharge gehoord. Het O. M.. mr. S. N. Hoekstra, heeft be toogd, dat het hier een ernstige mishande ling betrof, waarvoor eigenlijk gevangenis straf diende te worden opgelegd, doch dat hij in verband met de zeer gespannen fami lieverhoudingen, die achter dit geval schui len. een boete van f. 2000 subs, één maand hechtenis eischte. Mr. Drost heeft noodweer bepleit en ge poogd aan te toonen dat hier geen opzefe tot mishandeling in het spel is geweest. Uitspraak over 14 dagen. RECLAME. 2981 Van ALICE CAMPBELL. Geautoriseerde vertaling uit het Engelsch door J. E. DE B K. 37) „Neen, natuurlijk niet" ..Dat begrijp je wel is het niet Esther? Ik bedoe! een jonge vrouw, gehuwd met een ouden man ik geloof dat ze van le voren niet gerealiseerd heeft hoe dat wezen zou." Even liet hij het hoofd op de handen rus ten. Hij scheen inwendigen strijd te voeren. „Ze zeide tegen mij; Ik verwacht geen sympathie van je Roger, maar je bent een man van de wereld en je moogt me niet altijd zoo verkeerd beoordeelen. Jij hebt al zes jaar lang een verkeerd idee van mij." Hij hield op alsof hij spijt had van zijn laatste woorden. Esther zweeg en hij ver volgde: „Ik wist niets te zeggen en voelde me niets op miin gemak 't Gekke is Esther, dat ik evenmin als vroeger van haar houd, maar ze deed me gevoelen hoe unfair ik ge handeld had. Ik voel, dat ik het aan haar verschuldigd ben te trachten vriendelijker te zijn Kun je dat begrijpen?" „Natuurlijk kan ik dat Waarom zou je het niet zoo voelen? Ze is de vrouw van je vader." ..Ja, ze is de vrouw van mijn vader. Het eind was, dat ze haar handen op mijn schouders "legde en vroeg o! we vrienden zouden zijn. Wat kon ik zeggen. En toen legde ze haar wang tegen de mijne en en ik sloeg mijn arm om haar heen; dat scheen ze te verwachten en ik wist niet anders te doen. En toen kwam jij binnen en ik zal je oogen nooit vergeten." Esther lachte opgelucht, hij lachte mede en allebei waren ze innig vroolijk. De heele zaak was nu zoo anders. Roger's mededee- ling had alle bitterheid weggenomen. Ze be greep nu waarom hij zoo schuldig had geke ken. Het was een strijd geweest tusschen verstand en vooroordeel, en zijn gevoel van recht had overwonnen. „Stil, we moeten geen leven maken! Goede nacht, ik ga naar bed." Chalmers kwam met afgemeten stappen in de hall om de deur te sluiten en van deze onderbreking maakte Esther gebruik om naar boven te snellen „Goede nacht!" riep ze hem over haar schouder met zachte slem toe. Met glinsterende oogen zag Roger haar na, toen bracht hij weer de hand aan zijn voor hoofd. „Chalmers, wil je me een glas whisky soda brengen misschien dat het goed is voor die lamme hoofdpijn. Den volgenden morgen was de hoofdpijn niet over maar ze was minder hevig. Aan het ontbijt merkte zijn tante dat hij niet9 geen eetlust had; hij proefde maar even van zijn grapefruit en van zijn koffie nam hij een klein slokje Ze vroeg naar de oorzaak, ze vond dat hij niet zijn gewone kleur had ,,'t Is niets Dido, maar ik voel me be roerd ..Hoofdpijn?" Een beetje, maar het zal wel overgaan." Hij vond hel naar. dat er een angstige uit drukking in haar oogen kwam. „Lieve tante, maakt u over mij niet be zorgd, iemand kan toch wel eens hoofdpijn hebben, zonder „Dat weet ik wel Roger, maar lieve jon gen, eerst je vader en toen Thérèse.Zou je niet eens met den dokter spreken?" „Ik zie dien dokter al veel te veel naar mijn zin, ik loop hem overal tegen het lijf. Hij is een neerdrukkend, log monster." „Roger, wees niet kinderachtig, dat ligt aan zijn manieren." ,,'t Zijn verduiveld vevelende manieren en ik zal mij zelf wel van mijn hoofdpijn af helpen als u het goed vindt. Hebt u aspi rine?" „Ik heb iets dat beter is dan aspirine, een Fransch middei, ik zal het voor je halen." Even daarna, toen hij zijn koffie op had gedronken vond hij zijn tante in de hall bezig een flesch open te maken. ,,'t Is de glazen stop, die niet draaien wil Wat heb je nu aan een flesch die niet open kan „Geef ze mij. ik zal haar onder de heete kraan houden." ,J)at heb ik gedaan, het helpt niet. „Dan zal ik het probeeren met een bran dende lucifer." Hij hield de fle9ch boven de vlam. „Daar gaat hij." Hij draaide aan de stop. de flesch knapte, een gilletje van miss Clifford en een scherpe lucht vulde de kamer en de in houd van de flesch lag op het karpet. De hals was er afgebroken en Roger had een diepe snede in zijn duim. waaruit het bloed rijkelijk vloeide. „Hoe akelig, het spijt mij zoo. Wat nu ge daan?" De oude dame keek versuft en Roger keek naar het bloed in zijn handpalm. „Haalt u mijn zakdoek eens uit mijn zak." „Neem de mijne, blijf stil staan, ik zal zuster Rowe roepen. Die ellendige flesch, het is mijn schuld." In haar agitatie kwam ze zonder te kloppen in de ziekenkamer en riep: „Zuster Rowe, kunt u dadelijk komen, mijn neef heeft een groot ongeluk gehad." „Een groot ongeluk?" „Ja, helpt u even?" Esther stond over het bed gebogen aan den legenovergestelder. kant van den dokter, die den patiënt juist een inspuiting had ge geven. Ze staarde verschrikt naar miss Clif ford, terwijl zij de naald, die de dokter haar juist gegeven had, in de hand hield „Zeker ik kom dadelijk." Ze haastte zich de kamer uit achter de oude dame aan. het aan den dokter over latende den patiënt toe te dokken. „Zuster Er was een knorrige toon in zijn slem. „Ik kom dadelijk terug, dokier. O, wat heeft hij met zijn hand gedaan?" Ze stond al naast Roger, die met de door weekte zakdoek zijn hand stond af te vegen. „Lieve zuster, het is maar een snee; hebt u een lapje om er om heen te doen?" „Laat mij eens zien?" Ze bekeek de diepe snede en riep tegen de zieke ,,'t Is maar een snede, sir Charles, het is niet erg." Daarop haalde ze haar verbandkistje en miss Clifford maakte de tafel leeg." „Wat bent u een heerlijke hulp, zuster Rowe. Moet het gehecht worden?" „Neen, maar wel verbonden, 't Is op zoo'n lastige plaats en de rechterhand nog wel." „Adieu tennis, golf, voor de rest van mijn verblijf hier." zeide Roger spijtig. „Wat een tegenvaller. „Netjes en handig ging Esther te werk en spoedig zat de hand in een keurig ver band, dat naar jodium rook. Ze voelde dat Roger geen oog van haar afwendde. „Kan ik ook helpen?" Deze vraag op gemaaklen toon gedaan, kwam van den dokter, die in de deurope ning stond en het drietal met doffen, onder zoekenden blik aanzag. „Neen, dank u dokter, ik ben net klaar. Hebt u me niet noodig?" Ze dacht dat hij iets had willen zeggen. „Neen. op het moment niet." Langzaam kwam hij de kamer binnen, terwijl zijn oogen onderzoekend rondgingen over tafel, schoorsteenmantel en Louis XV latafel. Toen ging hij weg, gepréoccupeerd. „Wat een zonderlinge man", zeide miss Clifford met een glimlach. „Nu zou het toch dood natuurlijk zijn geweest als hij ge vraagd had hoe Roger zich zoo kon sniiden Maar Esther, wetende hoe die onbedui dende kleinigheden den dokter niets kona°n 9chelen. vond het niet zoo vreemd Naar de zitkamer teruggaande zag ze den dokter bij hel water staan, zoekend in zijn zwart leeren tasch. Dadelijk kreeg ze het gevoel dat er iets niet in orde was. Zijn trekken waren strak gespannen. Was hij verstoord over iets? Ze kon maar niet be danken waar over. Hij zeide niets, maar volgde haar in de badkamer toen ze er de kom. die ze voor Roger's hand gebruikt had, terug bracht. „Zuster Rowe", zeide hij heel gewoon, maar zijn stem had een vreemden klank. „Ja dokter." In zijn hand had hij het étui met het in jectiespuitje. „Wat hebt u gedaan met de naald, die ik zooeven gebruikte?" Even fronste ze 't voorhoofd. Do naald?" cn verbluft staarde ze hem aan CWordt vervolgd^

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1930 | | pagina 9