INDISCHE VOORDRACHTEN
AAN DE LEIDSCHE UNIVERSITEIT
71sïé Jaargang
DONDERDAG 6 NOVEMBER 1930
No. 21669
Officieele Kennisgevingen.
STADSNIEUWS.
De Biologie der zeeën van Nederlandsch-Indië.
Het voornaamste nieuws
van heUen.
LEID
DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN.
PRIJS DER ADVERTENTIEN
30 Cts. per regel toot advertentiên uil Leiden en plaatsen waar
agentschappen van ons Blad gevestigd zijn. Voor alle andere
advertentiên 35 Cts. per regel. Kleine Advertentiên uitsluitend
bij vooruitbetaling Woensdags en Zaterdags 50 Cts. bij een
maximum aantal woorden van 30.
Incasso volgens postrecht Voor eventueels opzending van brieven
10 Cts. porto te betalen Bewijsnummer 6 Cts.
Bureau Noordeindsplein Telefoonnummers voor
Directie en Administratie 2500 Redactie 1507.
Postcheque- en Girodienst No. 57055 - Postbus No. 54.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden 2.35, per week
Buiten Leiden, waar agenten gevestigd zijn, per week
Franco per post f. 2.35 portokosten.
ƒ0.1»
„0.18
Dit nummer bestaat uit VIER Bladen
EERSTE BLAD.
HOUDEN VAN VARKENS.
Burgemeester en Wethouders van Leiden
brengen ter openbare kennis, dat op Woens
dag 12 November a.s. des namiddags te
3 uur, in het gemeentehuis (Rapenburg 12)
gelegenheid zal worden gegeven om be
zwaren in te brengen tegen het houden
van varkens op een terrein aan den Zoe-
terwoudsche weg, nabij de lak- en vernis-
stokerij van de firma Herfst en Helder,
kadastraal bekend Gemeente Leiden, Sectie
O. No. 170. waartoe vergunning is aange
vraagd door H. J. P. van der Hart. te Leiden.
De betrekkelijke stukken liggen in het
Gemeentehuis ter inzage.
A. VAN DE SANDE BAKHUYZEN,
Burgemeester.
VAN STRTJEN. Secretaris.
Leiden, 6 November 1930. 2555
HINDERWET.
Burgemeester en Wethouders van Leiden»
brengen ter algemeene kennis, dat door
ben de beslissing op het verzoek van de
Coöperatieve Groenten-, Fruit, en Bloemen-
veilingsvereeniging „Leiden en Omstreken",
om vergunning tot het oprichten van een
ondergrondsche bewaarplaats voor bezine
met bovengrondsche aftapinrichting op het
perceel kadastraal bekend Gemeente Leiden.
Sectie O. 201. gelegen nabij den Zoeterwoud-
sche weg is verdaagd.
A. VAN DE SANDE BAKHUYZEN,
Burgemeester.
VAN STRIJEN, Secretaris.
Leiden, 6 November 1930. 2554;
DE STADHUIS-BOUW.
Geen biieenroeping van het Stadhuis-comité
Zooals men weet, had de Vereeniging
Oud-Leiden B. en W. verzocht het bestaan
de Stadhuis-comité uit de burgerij te doen
bijeenkomen om te bespreken het plan
Dudok voor den bouw van het nieuwe
Stadhuis. Van B. en W. werd daarop ge
antwoord, dat men zich rechtstreeks te
wenden had tot den voorzitter van dit
comité. Dit is daarop gedaan, doch thans
is bericht ontvangen, dat voor een bijeen
komst voor gevraagd doel van dit comité
geen reden wordt gezien.
GEMEENTEBEGROOTING 1Q31.
De kapilaaldienst geeft een eindcijfer
van f. 7.326,961 aan inkomsten en
f. 7.032.012 aan uitgaven.
De batige sloten bedragen f. 314.412, de
nadeelige f. 19.463.
TUBILEUM L. C. VEERMAN.
25 jaar directeur van „Krebustlipo".
De wekelijksche iepetitie der Mandoline
club „Krebustlipo", onderscheidde zich gis
teravond door haar bijzonderen aard Haar
directeur de heer L. C Veerman die 25 jaren
deze functie vervulde zou n.L in den intie-
men kring van leden gehuldigd worden.
Te halfnegen werd de jubilaris met zijn
echtgenoole binnengeleid; terwijl de leden
zich van hun zetels verhieven werden aan
mevr. Veerman bloemen aangeboden.
De voorzitter de heer J W. Hartin? sprak
hierna den jubileerende directeur toe met
een hartelijke speech, welke van veel waar
deering getuigde.
Spreker, welke persoonlijk den heer Veer
man heeft zien komen en al die jaren prettig
met hem heeft samen-gewerkt, herdacht de
geschiedenis der Club onder leiding van
haar directeur, gedurende deze 25 jaar.
Menige bijzonderheid werd hierbij uit den
schat der herinneringen opgediept en met
voldoening kon spreker verklaren dat men.
over deze keuze van directeur nooit spijt
heeft behoeven te hebben.
Reeds vele lauweren werden geoogst op ver-
schiflende concoursen, terwijl de vereeni-
ging thans in de eere-afdeeling mag uitko
men „Een en ander, zoo besloot spreker, is
aan uwe leiding en vooral aan uw toewij
ding te danken geweest. Wij danken u hier
voor en bieden u als stoffelijk blijk van
waardeering dezen fraaien rooktafel aan."
Nadat de heer Veerman had bedankt voor»
de hulde en allen hem de hand hadden ge
drukt. werden ververschingen rondgediend
en onder muziek en dans bleef men nog
ecnigen lijd gezellig hijeen.
Te 10 uur werden de heer en mevrouw
Veerman weer per auto naar hun woning
te Oegstgeest terug gebracht, uitgeleid door
een dankbare vriendenschaar,
ZAKENJUBILEUM.
Vandaag is het veertig jaar geleden, dat
de bekende firma A. van den Ouweelen,
Hooigracht 106 werd opgericht. Vanzelfspre
kend is dit jubileum niet onopgemerkt voorbij
gegaan. In tegenwoordigheid van vele zaken
vrienden, kennissen en de familie werd de
oprichter hedenmorgen toegesproken door
zjjn "öudsten zoon, den heer H. van den
Ouweelen, die zijn vader gelukwenschte met
het feit, dat hij de zaak, welke op zulk
een bescheiden wijze werd opgezet, in de
afgeloopen jaren tot deze hoogte heeft weten
op te voeren.
Met zijn beste wenschen voor den verderen
groei en bloei bood hij ter herinnering aan
dezen dag een gouden horloge aan. Namens
het personeel bood J. Bergman met eenige
harteljjke woorden van gelukwensch een
een fraai uitgevoerde reclame lichtbak aan,
daarbij dankende voor de goede verstand
houding, welke er steeds tusschen patroon
enpersoneel heeft bestaan.
Vervolgens werd nog het woord gevoerd
door ^den heer T. van Egmond, die een
overzicht gaf van den groei der zaak en
door vertegenwoordigers van firma's, waar
mede de heer v. d. O. zakelijke relaties
onderhoudt.
Zeer velen lieten hun gelukwenschen ver
gezeld gaan van een bloemstuk.
SERENADE.
Gisteravond omstreeks halfnegen rukte de
Harmoniekapel T. en D. uit onder leiding
van den heer J. Noordanus Sr. om een sere
nade te brengen aan het echtpaar IJzerman,
wonende in de Leege Werfstraat, dat dezer
dagen zijn 40-jarige echtvereeniging her
dacht.
Vanaf het repetitie-lokaal aan de Hooi
gracht werd gemarcheerd langs Groenesteeg,
Heerengracht, Haarlemmerstraat naar de
Leege Werfstraat, alwaar een pittige marsch
werd gespeeld.
Hierop kwam het bruidspaar met de kin
deren en kleinkinderen naar buiten, om
van de muziek te genieten. Na deze marsch
werd volgens oud gebruik het „Lang zullen
zij leven" gespeeld, waarna het bestuur en
de directeur naar. binnen traden, waar de
heer Cornet als voorzitter met waardeerende
woorden het bruidspaar toesprak. Ook de
heer J. Noordanus Sr. als directeur sprak
het bruidspaar toe.
Zeer onder den indruk bedankte de brui
degom, ook namens zijn bruid, kinderen en
kleinkinderen, voor de groote eer aan hun
bewezen.
Daarna stelde het gezelschap zich weer
op, om na een marsch op de bazuinen af le
marcheeren langs denzelfden weg naar het
repetitie-lokaal aan de Hooigracht.
GEZINSPOLITIEK
DOOR DE GEMEENTE.
Vanwege den Ned. R.-K. Bond voor
Groote Gezinnen is aan den raad dezer
gemeente en aan alle raadsleden persoon
lijk onder bovengenoemden titel een bro
chure toegezonden. De bedoeling van deze
brochure blijkt duidelijk uit den aanhef van
den voorzitter van voornoemden bond,
luidende als volgt
Onder gezinspolitiek verstaan we een
politiek, die er rechtstreeks op aanstuurt
om in een beter ingerichte Maatschappij
het gezin krachtig te beschermen en we
der tot volle waardeering te brengen.
De sedert vele jaren aangebrachte her
vormingen op sociaal gebied zijn alle te
veel gericht op het individu; ze dienen
echter op het gezin, dat toch de grondslag
vormt voor de Maatschappij, te worden
ingesteld. We moeten met onze speciale
politiek een anderen kant uit, ze dient zich
meer en meer te richten op maatregelen
ten gunste van het gezin.
Verschillende aangelegenheden worden
in dit licht uitvoerig behandeld, zooals de
personeele belasting, een rijksschoolgeld-
regeling, de huisvesting en woningpolitiek,
de huurbijslag, de volksgezondheid, de
openbare zedelijkheid, de armenzorg (vat
de hand van onzen stadgenoot mr. Tepe),
kinderbijslag, de gezinspolitiek en de be
drijven en de volksontwikkeling.
CONCERTEN
LEIDSCHË VOLKSHUIS.
Zondag 9 November a.s. zal in hetLeid-
sche Volkshuis het eerste concert van een
serie van 4 avonden worden gegeven, die
te zamen een geheel vormen. De eerste
avond is gewijd aan de componisten Bach,
Corelli, Scarlatti, de tweede avond aan
Haydn, Mozart, Beethoven, de derde en
vierde resp. aan Schubert, Schumann,
Chopin en Debussy, Ravel, Cranados.
De heer Swierstra zal op ieder concert
een korte toelichting geven.
Beschikbaar worden gesteld seriekaarten
(zie advertentie), terwijl men ook ieder
concert afzonderlijk kan bezoeken.
Muziekliefhebbers, laat deze gelegen
heid niet voorbijgaan.
Als derde van de reeks hield dr. H.
Bosch ma gisteren een voordracht over
enkele bijzonderheden van het leven der
zeeën van den Indischen Archipel, waarbij
lichtbeeldert werden vertoond van een aan
tal der besproken planten en dieren. Het
onderstaande geeft een kort overzicht van
het behandelde onderwerp.
Nederlandsch Indië is een gebied met zeer
ongelijksoortige zeeën. In het Westen, tus
schen de drie groote Soenda eilanden, ligt de
ondiepe Java zee; in het Zuidoosten bevindt
zich een dergelijk gedeelte, de Arafoera zee,
tusschen Timor, Nieuw Guinea en het vaste
land van Australië. Ten Noorden, Oosten en
Zuiden van Celebes vindt men een aantal
diepe bekkens, die van de oceanen en van
elkaar door betrekkelijk ondiepe drempels
zijn gescheiden. Tenslotte komen aan de
randen van den Archipel enkele zeer diepe
gedeelten voor (ten Zuiden van Java en ten
Noorden van de Molukken). Het is begrijpe
lijk. dat die verschillende gebieden althans
ten deele bevolkt zijn met organismen vam
verschillenden aard. Wat men tegenwoordig
weet van de biologie der zeeën van Neder
landsch Indië, is, vooral wat belreft het
leven in de diepe gedeelten, bekend gewor
den door voor dat doel uitgeruste expedities.
Behalve uit de gegevens van enkele buiten-
landsche, die slechts een klein deel van
den Archipel exploreerden, is de tegen
woordige kennis van de organismen der zee
in het gebied grootendeels bekend geworden
door de resultaten van de Siboga expeditie,
die werkzaam was in het Oostelijke gedeelte
van den archipel in 1899 en 1900. Tegen
woordig is (sinds anderhalf jaar) de Snel-
lius expeditie bezig met het onderzoek van
de zeeën van het Oostelijke gedeelte van
Nederlandsch Indië; het werk van deze
expeditie bestaat in de eerste plaats uit
onderzoekingen over de physische en che
mische eigenschappen en de beweging van
het zeewater, terwijl tevens het bodemrelief
van de bekkens nauwkeurig wordt onder
zocht. Onderzoek op biologisch gebied is
hierbij een punt van ondergeschikten aard,
maar behalve de gegevens.- die verkregen
zullen worden uit het verzamelde materiaal
van planten en dieren, zullen ook de uit
komsten op oceanographisch gebied van
belang zijn voor onze kennis van de biologie
der zeeën, daar zij de omstandigheden lee-
ren kennen, waaronder de organismen leven
Van de factoren, die van belang zijn voor
de organismen der zee, nemen vooral vier
een belangrijke plaats in; het licht, de tem
peratuur, het voedsel en de aard van den
bodem der zee. Licht is in de eerste plaats
noodig voor plantenleven: voor de assimi
latie is zonlicht noodig. Beneden 200 M.
diepte (de onderste grens van het doordrin
gen van .zonlicht in het zeewater) komen
dan ook geen planten voor. Wel leven er
beneden die grens verschillende soorten van
dieren. Vele organismen kunnen sledhts
leven tusschen bepaalde temperatuurgren-
zen, die weinig van elkaar verschillen, zij
zijn dus, wat hun woongebied betreft, aan
gewezen op dikwijls zeer beperkte gedeelten
van de zee. De afhankelijkheid van het
voedsel uit zich onder anderen daarin, dat
planfeneters onder de dieren slechts kunnen
voorkomen in de bovenste lagen tusschen
0 en 200 M.; de voedselbron van de dieren
uit de diepe gedeelten bestaat uit de resten
van organismen, die uit de hoogere lagen
naar beneden zinken. Op den bodem der zee
vindt men geheel andereorganismen dan
in de lagen daar boven: vele visschen, inkt-
visschen en kwallen, zijn geheel onafhan
kelijk van den liodem, terwijl andere dieren,
die vastgehecht zijn aan den bodem of in
holten in den bodem leven of op den grond
kruipen of loopen, geheel aangewezen zijn
op een dergelijke levenswijze.
De organismen, die geheel onafhankelijk
zijn van den bodem, kan men verdeelen in
twee biologische groepen: hel plankton en
het nekton. De planten en dieren van het
plankton drijven op of zweven in het water,
zij kunnen zich zoo weinig zelfstandig be
wegen, dat zij zelfs door zwakke zeestroo-
men worden meegesleurd. De dieren, die
tot het nekton behooren, zijn daarentegen
goede zwemmers.
Planktonorganismen zijn nu zoo gebouwd,
dat zij gemakkelijk kunnen blijven zweven.
Dit kan tot stand komen door een laag
soortelijk gewicht, zooals bij kwallen, die
een zeer waterrijk weefsel hebben, of door
het afscheiden van gassen in holten, zoo
als bij vele Sip'honophoren. Bij andere plan
ten en dieren van het plankton word de
weerstand vermeerderd door oppervlakte-
vergrooting: verbreeding van het lichaam
of ontwikkeling van borstel9 of andere uit
steeksels, die het zweefvermogen bevor
deren.
In verband met de verschillen in tempe
ratuur en in licht-intensitert vindt men ver
schillen in den aard van het plankton in
ondiep water en in de diepere gedeelten;
ook in de diepe gedeelten zelf zijn verschil
lende niveaus te onderscheiden, ieder ge
kenmerkt door zijn eigenaardige soorten
van planktonorganismen. Dat deze versprei
ding in vele gevallen samenhangt met de
temperatuurgrenzen van de organismen,
blijkt uit het feit, dat vele van deze in de
min of meer afgesloten bekkens van den
Indischen Archipel tot grooter diepten voor
komen dan in de open oceanen: in deze
bekkens daalt de temperatuur naar de diepte
toe minder snel dan in de oceanen.
Bij bodemdieren doet zich de invloed van
de temperatuur niet zoo sterk gevoelen als
dat bij glanklonorganismen vaak het geval
is. Nederlandsch Indië is een van de rijkste
gebieden van bodemdieren uit de diepzee,
zooals gebleken is bij de bewerking van veie
groepen van het door de Siboga expeditie
verzamelde materiaal. Het eigenaardige
hierbij is, dat vele onderzoekers er op heb
ben gewezen, dat in den Indischen Archipel
deze diepzecdieren op veel geringere diepte
voorkomen dan dit in andere deelen van de
wereld het geval i9. De geschiktheid van den
bodem als woonplaats is hier dus een voor
namere factor dan de temperatuur.
De dieren van den zeebodem in het on
diepe gedeelte, ook die van het strand, zijn
in de eerste plaats afhankelijk van den aard
van den bodem. Op rotsachtigen ondergrond
leven geheel andere organismen dan op een
zandbodem, terwijl in en op slijkachtige ge
deelten weer andere soorten van dieren en
planten voorkomen. Een eigen associatie
vormen die organismen, die de koraaleilan
den samen stellen. Hiertoe behooren in de
eerste plaats de rifkoralen zelf, die een kalk-
skelet vormen, waardoor het rif steeds ver
der omhoog groeit. Maar ook sommige plan
ten (kalkalgen) en andere organismen hel
pen' mee om het rif te vormen. Het doode
materiaal van de riffen (afgebroken stukken
koraal en zand. dat uit door de golven stuk
geslagen kor#albTokken ontstaat) vormt vaak
zoogenaamde puinwallen. die weer een woon
plaats bieden aan verschillende soorten van
dieren.
Wanneer zich op of naast deze puinwal
len planten ontwikkelen (bijvoorbeeld Rhi-
zophoren), dan vormt zich op den duur tus
schen de wortels van deze planten een slib-
achtige ondergrond, die weer geschikt is
als woongebied voor geheel andere soorten
van organismen.
NEDERL. GENOOTSCHAP TOT
ZEDELITKE VERBETERING
DER GEVANGENEN.
Jaarverslag der Leidsche afdeeling.
Het ledental verminderde met 8 en be
droeg op 31 Dec. 1929 140.
Aan contributies, giften, subsidies van
Regeering en Hoofdbestuur werd ontvan
gen f. 1893.88.
De uitgaven bedroegen f. 1596.481/». Het
nadeelig saldo van f. 1000.851/* over 1928
is derhalve over 1929 f. 703.40.
Aan Rechtbanken, Politierechters en
andere Rechterlijke autoriteiten werden 56
rapporten uitgebracht, over aard en vroeger
leven van beklaagden.
In 53 gevallen gingen de Rechtbanken,
enz. met de conclusie van onze rapporten
accoord.
In 3 gevallen werd een beslissing gegeven,
die alleen om formeele redenen van onze
conclusie afweek.
In 1929 werden 9 mannelijke en 4 vrou
welijke voorwaardelijk veroordeelden aan
onze afdeeling toegewezen, d. w. z. aan de
afdeeling werd het toezicht op de naleving
der bijzondere voorwaarden opgedragen.
Op 31 December 1929 stonden er nog 24
mannelijke en 4 vrouwelijke voorw. veroor
deelden onder onze leiding.
27 definitief ontslagen gevangenen kwa
men voor hulpverleening in aanmerking.
Aan 16 moest materieele steun verleend
worden, terwijl 26 maal werk werd gevon
den, waarvan 4 maal buiten Leiden.
Van de voorw. veroordeelden werd één
geholpen met materieelen steun, terwijl
voor 3 werk werd gevonden.
De voorw. invrijheidgestelden baarden de
meeste zorg. Niet alleen ontbrak hun bij hun
terugkeer in de maatschappij alles, maar
ook verkeerden meestal hun gezinnen in
grooten nood. Gezorgd i9 er steeds, dat nim
mer moedeloosheid den invrijheidgestelde
kon aangrijpen, wanneer hij in zijn gezin
terugkeerde. Dat dit alles groote uilgaven uit
onze afdeelingskas eischte. behoeft niet ver
meld; wij durfden uit te geven, vertrouwend
dat degenen, die ons werk kennen en waar-
deeren financieel zullen helpen, wanneer
dit noodig is.
Meer dan andere jaren mochten wij werk
gevers bereid vinden het eens met onze
reclasseeringspatienten te probeeren en ge
lukkig konden wij constateeren, dat vele der
pogingen om van' een gedeclasseerde weer
een man in de maatschappij le maken, zijn
geslaagd.
BINNENLAND.
De vliegboot DO X te Schelling wc nd«
gearriveerd. (3e Blad.).
Voorstellen tot wijziging van het collec
tief contract in de Bouwbedrijven (Binnen
land, 2e Blad.).
Vcorloopig nog geen beroepscommissie
inzake radio-censunr. (Binnenland, 2e BI
Onze vee-uitvoer naar België. (Land- en
Tuinbouw, 3e Blad.).
BUITENLAND.
De voorbereidende ontwapeningsconfe
rentie to Geneve bijeen. (Buitenland en
Tel., le Blad).
Verdeeldheid onder de Engelsche liberalen
(Buitenland, le Blad.).
De verkiezingen in Amerika. (Buitenland
en Tel., le Blad.).
Ernstige mijnramp in Amerika; pl.m. 160
slachtoffers. (Buitenlandsch Gem engd, 2e
Blad en Tel., le Blad.).
NED. VROUWENBOND TOT
VERHOOGING VAN HET
ZEDELIJK BEWUSTZIJN.
Lezing zuster J. G. v. d. Eist.
Vanwege bovengenoemde vereeniging is
gisteren in de groote Nutszaal een theemid
dag gehouden, waar zuster J. G. v. d. Eist
uit Amsterdam een voordracht heeft ge
houden over het werk der vereeniging.
Na een kort inleidend woord van de
presidente, mevr. S. A. G. van Nesv. d.
Pol, ving zuster v. d. Eist dadelijk met haar
voordracht aan. Spr. begon met te zeggen,
dat men nog wel over zijn geestelijk, maar
niet gemakkelijk over zijn zedelijk leven
spreken kan. Daarom wilde zij ter typee
ring van het werk van den Ned. Vrouwen
bond vertellen een verhaal van een vis-
scher, die op het meer aan het visschen
was en daar een arend zag opstijgen in
zijn majestueuze kracht, totdat deze mach
tige vogel plotseling naar beneden viel en
dood in het water terecht kwam. De vis-
scher vroeg zich af wat de oorzaak was
van dezen dood. Hij roeide naar den vogel
toe en vond een heele kleine adder onder
de vleugelen. In den vroolijken zonnigen
dag was de arend opgestegen van een rots,
met den dood reeds onder zijn vlerken.
Zoo is het ook met vele jonge menschen,
jonge meisjes, die vroolijk en met zon in
het hart naar de stad komen en zonder
dat ze het zich realiseeren tot den val
komen. Ze gaan uit met vrienden naar
amusementen. Dat is het leven, denken ze.
Maar dan komt de verleiding en begint de
ellende.
Wat kan er aan dit alles gedaan wor
den? De handen moeten ineengeslagen
worden door de verschillende organisaties
waartoe ook de Nederlandsche Vrouwen
bond behoort. Er zijn tehuizen gesticht; ook
hier in Leiden. Deze tehuizen moeten tot
eiken prijs worden behouden. Dikwijls
heeft men veel geldgebrek. Maar laat men
daar niet al te veel op zien. Spr. vertelt
van de huizen voor meisjes en vrouwen in
Amsterdam, waaruit blijkt hoe de leiding
van God in alle dingen merkbaar is. „Tri-
fosa" is thans een waardig tehuis, dat goed
is ingericht. Het andere tehuis is van zeer
specialen aard. Tijdens de Olympische
spelen opgericht, is dit een tehuis voor
meisjes, die met de politie in aanraking
komen, die door de politie naar het bureau
zijn gebracht. Spr. vertelt van de ervarin
gen in dit tehuis, wonderlijk, mooie erva
ringen, droevige ervaringen. Het werk van
de Vereeniging is weer naar boven te bren
gen in de afgedwaalden, wat zij vroeger
hebben geleerd.
Behalve de tehuizen is het Jeugdhulp-
werk van groote beteekenis door de prae-
ventieve werking ervan. Het gaat hierbij,
zooals bij al het werk onder de vrouwelijke
jeugd, om de meisjes te doen inzien dat zij
een blinkende kroon op het hoofd hebben,
die zij moeten behouden. Dit is moeilijk en
hoe dat bereikt moet worden, daar kan
.spr. niet op antwoorden.
Er is noodig gebed. Er zijn ook noodig
vrouwen, die dit werk willen aanvatten
in gehoorzaamheid. En dan is er ook noo
dig: liefde. Hierdoor moeten de handen in
eengeslagen worden om vast te grijpen wat
dreigt verloren te gaan en terug te brengen
wat afgedwaald is.
Na deze lezing werd de thee rondge
diend en was er gelegenheid van vragen
te stellen, waarvan evenwel niemand ge
bruik maakte.
De presidente dankte daarna de spreek
ster voor haar leerzame voordracht, waar
mee de middag besloten werd.