71sle Jaargang LE1DSCH DAGBLAD, Zaterdag 25 October 1930 Vijfde Blad No. 21659 RECHTZAKEN. FINANCIEEL OVERZICHT. VOETANGELS EN KLEMMEN OP BELASTINGTERREIN. KANTONGERECHT TE ALPHEN Ter strafzitting van het kantongerecht te Alphen stonden 41 zaken ter rolle Als kan tonrechter fungeerde mr. A. N. L. Otten. Niettegenstaande het betrekkelijk kleine aantal zaken werd de zitting van '9-mid dags om 2 tot 3 uur geschorst. Na de behan. deling van eenige kinderzaken had zich het eerst te verantwoorden de schipper H v N. die met zijn schip „Hoop en Vertrouwen'' in de maand Mei van dit jaar zonder een daar. voor vereischt wordend certificaat van de scheepvaartinspectie met zijn schip, dat uitsluitend is bestemd voor de binnenvaart vanaf Delftzeijl met een lading goederen 'n zeereis had ondernomen naar Denemarken. Tegen verdachte, die niet was verschenen, werd verstek verleend Als getuige deskun dige werd gehoord de heer A. L. Mellema, inspecteur voor de scheepvaart te Gronin gen. Deze verklaarde overeenkomstig het ten laste gelegde en deelde voorts mede. dat toen het schip van ziin buitenlandsche reis was teruggekeerd, hem is gebleken, dat het absoluut, niet zeewaardig was en hiervoor ook niet de minste maatregelen in acht waren genomen. Toen deskundige verdach te op ziin ovp.rtreding heeft gewezen, had deze te kennen gegeven, dat een boete ei minder op aan kwam. daar hij genoeg aan een dergeliike reis verdiende Ook momen teel is verdachte wederom in overtreding daar hi] wed^r een dergplijke reis heeft ondernomen. De ambtenaar van het O M. requisitoir nemende, eischte tegen vprdach- te wegens overtreding der scheepvaartwet een hechtenis van 3 dagen en wegens over treding der zeeongevallpnwpt een geldboete van f. 25.subs 10 dagen. De kantonrech ter onmiddellijk uitspraak doende veroor deelde verdachte, die blijkbaar een gevoeli- gp les voor zijn groot onverantwoordelijk- heidsgevoel mopst hphben, tot resp. f. 300. boete subs 30 d. en f. 25.subs 10 d. L v. V. te Boden graven werd wegens overtreding dér leerplichtwet na het hooren van het waarnemend hoofd mej E. J. v St. veroordeeld tot f, 8.subs 4 d. De eisch was f. 4.subs 1 d. Hierna kwamen aan de orde eenige zaken tegen een 4 tal sleepbootkapiteins van de zandexpl. Mij, te 's-Gravenhage terzake, dat zij verschillende keeren waren verbalisPerd door den brugwachter van de Alphensche- brug P. omdat zij niet hadden voldaan aan een bevel van dien brugwachter om met hun resp. 9leepbooten met daarachter slee- pende z.g. zandtreinen ter bevpiliging van de scheepvaart en genoemde brug gesplitst door genoemde brug te varen. De bedoeling van dit bevel was. dat zoodra de sleepboot met den zandtrein tot voor ongeveer 60 M. de brug wa* genaderd en de zandtrein be slaande uit 4 zandvletten. de sleepboot 2 vletten afkoppelde en dan deze 2 voor 2 door de brug* bracht Door geen der kapiteins was ooit aan dit bevel voldaan, omdat volgens hun meening juist de scheepvaart en de brug door splitsing nog meer in gevaar werd gebracht Daar alle verdachten voor dezelf de feiten terecht stonden, gelastte de kan tonrechter de voeging der zaken en werden deze gelijktijdig behandeld. De sleepboot kapitein D. ontkende ooit een dergelijk be vel van den brugwachter te hebben gehad; terwijl da^ andere verdachten J. H en F. bekenden, dat hun een en ander door den brugwachter was bevolen. De verbalisant, de brugwachter P R. P. die zijn verbalen bevestigde, verklaarde pertinent aan verdachten een dergelijk be vel te hebben gegeven en bovendien eerst nog met iedere verdachte hieromtrent te hebben gesproken. Tevens deelde verbali sant mede, dat de kapitein D. zich meer malen zeer onhebbelijk heeft gedragen en zeer beleedigend tegen hem was opgetreden Bovendien wees verbalisant ook op het ge vaar voor de brug en welke funeste gevol gen beschadiging van de kunstwerken der brug zou kunnen hebbpn, daar toch het pu bliek en het verkeer bij een eventueele ver breking der oeververbinding ernstig gedu peerd zouden worden. De deskundige, de heer P. B. Sips, bouw kundige van den waterstaat voor Zuid-Hol land. gaf allereerst een uitvoerige uiteenzet ting dezer kwestie en bovendien een over zicht van de verschillende besprekingen en onderhandelingen, welke sinds den tijd, dat deze zandtreinen nu al varen tusschen den waterstaat en de zandmaalschappïj zijn ge voerd. De deskundige deelde mede, dat hel niet de bedoeling was om de Mij. last of ongerief te veroorzaken, maar dat ten stotte het gegeven bevel tot splitsing noodzakelijk was geworden Bij een door hem ingesteld onderzoek na een aanvaring was maar al te zeer gebleken, dat de remmingswerken en hardsteenen steunen der brug waren ingedeukt. Het bevél heeft slecht9 enkele dagen ge duurd, daar toen de Maatschappij de sleep- treinen van z.g. roerschepen heeft voorzien, welke ook thans nog ingebruik zijn. Wat de vraag overigens betrof of het gegeven bevel tot splitsing practisch uitvoerbaar was. verklaarde de deskundige, dat dit zeer wel mogelijk was. Namens verdachten werd hierna een tweetal deskundigen A decharge gehoord. K. A. D uit Voorburg verklaarde, dat het gegeven bevel practisch niet uitvoerbaar was en juist meer gevaar voor zoowel de brr-r en als de scheepvaart zou opleveren. Ook de havenmeester Fr. V. uit dén Haag achtte splitsing van de zandtreinen niet in het belang voor de scheepvaart en den brug. De ervaring heeft geleerd, dat men beter niet kan splitsen. In den Haag waar dik wijls zandtreinen bestaandp uit som9 6 zand vletten passeeren. wordt nimmer een derge lijk bevel gegeven, juist omdat aldus des kundige. bij splitsing en afkoppeling bij wind en stVoom de vletten zoo-spoedig genegen zijn z.g. te gaan scheren en dan juist ge vaar opleveren voorde vaart Het bevel wa9 ook volgens dezen deskundige wel uit te voeren; maar alleen met de niet te voor komen noodige bezwaren voor de scheep vaart. De ambtenaar van het O.M. meende, dat hoewel men zich hier haast zou kunnen beroepen op overmacht, toch volgens de verklaringen van dpn deskundigen Sips en Visser, al was het dan ook misschien met eenige technische bezwaren, de verdachten het hevel wel na hadden kunnen ko men. Bovendien achtte de ambt. het gege ven bevel gedekt door de berekkelijke ver ordeningen ert eischte tegen de verdachten voor de verschillende overtredingen geld boeten van resp. f. 1.tot f. 8.9ubs 1 tot 4 dagen De kantonrechter onmiddellijk mondeling vonnis wijzendè moest verdach te D van rechtsvervolging ontslaan wegens een fout in de dagvaarding.Bovendien moest zijn Edelachbare hoewel hij het bevel blijkens de verklaringen van den heer Sip? wel uitvoerbaar achtte ook de anderever- dachten van verdere réchtvervolging ont slaan; omdat de ten laste gelegde feiten vol gens de betrekkelijke verordeningen niet strafbaar, zijn. de verordening geeft alleen aan en spreekt alleen van een bevel van splitsing indien de brug voor de scheep vaart geopend moei worden. In het onder havige geval behoeft de brug echter niet ge opend te worden, omdat de betrekkelijke zandtreinen onder de brug doorvaren De kantonrechter wees er echter overigens uit drukkelijk op. dat indien dp roode vlag of roode lantaarn uitstaat de sleepbootkapi teins de bevelen der brugwachter met het oog op de veiligheid voor de scheepvaart mopten nakomen, wat dus wil zeggen dat zij maar niet raak kunnen varen. Ook had zijn edelachtbare er van te voren al op ge wezen. dat de brugwachter indien hii door de betrokken kapiteins wordt beleedigd. volkomen gerechtigd is proces-verbaal op te maken. L. v. d. V. was in verzet gekomen tegen een vonnis van den kantonrechter van de vorige zitting waarbij hij wpgens overtre ding der veewet was veroordeeld tot f 100 - boete subs 20 d. De kantonrechter vroeg waarom verdachte bij de vorige zitting niet was verschenen en verstek had laten gaan. waarop door V. weinig werd geantwoord. Op een vraag échter of hij de boete te hoog vond, antwoordde hij „neen". Als deskun dige was in deze zaak gedagvaard de rijks- veearts K R Kuipers, die verklaarde, dat verdachte met een collega op een handwa gen een kalf had vervoerd van een met mobd en klauwzeer besmette hoeve van W. K. Deskundige was verdachte 's-morgens met zijn collega per auto voorbijgereden en toen hij 's-middags terugkwam wa9 nog geen aangifte gedaan, hetgeen hem vreemd voorkwam, waarop hij verdachte door den hulpkeurmeester D liet sommeeren het dier onverwijld naar de noodslachtplaats te bren gen, waaraan door verdachte dan ook is ge volg gegeven. Wegens een ernstige darm ziekte z.g. „vuur" heeft deskundige het beest afgekeurd. Als getuige decharge was voor verdachte verschenen zijn collega v. d, N„ die een zeer omstandig betoog hield en trachtte verdachte vrij te pleiten De amb tenaar daarentégen gaf getuige decharge een ernstige waarschuwing, nu hem bleek, dat hij ook feitelijk als verdachte had moe ten terecht staan en voor herhaling zeer. zeker hechtenis zal worden toegepast De ambtenaar O.M. vroeg dan ook bevestiging van het vonnis, terwijl het vonnis door den kantonrechter, eveneens vergezeld gaande van een ernstige waarschuwing, werd be krachtigd. N, B. v. H. een 19-jarig jongmensch van Koudekerk had het leeuwenaandeel in het aantal zaken waarvoor hij terecht moest staan. Deze bleek ongeveer voor bijna een tiental overtredingen terecht te moeten staan en bijkans door alle politieagenten uit deze omgeving te zijn verbaliseerd we gens het bij herhaling rijden zonder licht met een 2-wielig motorrijwiel, zonder behoorlijke achterverlichting en overtreding der max - snelheid, het op eerste verzoek van een ambtenaar in functie niet stoppen, dronken schap enz. Als zijn beroep stond in de eerste dagvaarding vermeld monteur; waarop hij aanmerking maakte en mededeelde, dat dit fout was. daar hij rijwielhersteller van be roep was. Voor de eerste ten laste gelegde feiten werd de verbalisant, de brugwachter v. O. van Koudekerk gehoord, die overeenkom stig het ten laste gelegde bevestigde. Ook de op de zitting aanwezige majoor der rijks- veldwacht deed nóg een boekje van H open. De ambtenaar O. M. en den kantonrechter namen verdachte flink onder handen en waarschuwden hem, dat indien hij op den ingeslagen weg voortgaat er niet veel van hem terecht zal komen en het bij volgende gevallen niet alleen bij geldboeten zal blij ven; maar zeker hechtenis zal worden toe gepast, hoewel H. reeds door de Haagsc/he rechtbank voorwaardelijk is veroordeeld tot 3 maanden gevangenisstraf wegens diefstal. De ambtenaar eischte ten slotte aan ver schillende geldboeten een bedrag 'van pl.m. f. 70 subs. pl.m. 25 dagen hechtenis, waar toe hij conform werd veroordeeld, terwijl bovendien nog één zaak werd aangehouden voor het hooren van den verbalisant, den agent van politie K. uit Boskoop. De auto mobielbestuurder v. R., die niet de noodige veiligheid van het verkeer in acht had ge nomen en in de Bruggestraat op of omstreeks Pasehen het rijwiel van H. B., had aange reden, werd na het hooren van den verbali sant den agent van politie L. v. B en ge tuige v. L. door den kantonrechter veroor deeld tot f. 8 suibs. 4 d. met toewijzing van de civiele verordening van getuige H. B., wegens toegebrachte 9chade aan diens rij wiel ad f 14 50. Hierna kwam nog in behandeling de zaak tegen den groentekoopman M. K. wegens overtreding der motor- en rijwielwet. Ver dachte was ten laste gelegd niet behoorlijk te hebben uitgehaald als bestuurder van een vrachtauto voor een hem achterop komende auto gaande in dezelfde richting, door eerst rechts en bij het willen passeeren plots naai links te hebben uilgehaald, tengevolge-waar door de thans ook als getuige verschenen apotheker J. R. uit Utrecht tegen een lan taarnpaal moest aanrijden of tegen -ver- dachte's auto. Het eerste was door getuige verkozen. Dit feit moest zijn gepleegd in de Hoorn. Verdachte beweerde geheel rechts van den weg te hebben gereden. Getuige J. R en nog een andere getuige de Gr. ver klaarde echter overeenkomstig het verbaal. Terwijl de geluige a decharge, zekere W. de L., verklaarde absoluut geen signalen van getuige J. R. te hebben gehoord en dat ver dachte geheel rechts van den weg had ge reden. De ambtenaar van het O. M. eischte een geldboete van f. 10 subs. 5 d. waarna de kantonrechter uitspraak doende, K. ver oordeelde tot f. 6 subs. 3 d. ïn de overige zaken werd verstek en aanhouding ver leend. Waar geen woonplaats is vermeld is deze Alphen a. d. Rijn. Door het kantongerecht te Alphen werden de navolgende verstekvonnissen gewezen: Wegens overtr. der algem. politieverordening der gemeenle Boskoop J. S. te Boskoop f. 3 subs. 1 dg. Terzake wegens overtr. der mo tor- en rijwielwet H. C. van R. te Arnhem f. 8 subs 4 dg., civ. vordering van f. 14.50 toegewezen van H. B., M. P. M„ te Hazers- woude f. 5 subs. 3 dg. Schepenwet H. van N. f. 300 subs. f. 30 dg. en f. 25 subs. 10 dg. Visscherijwetovertr. W. G. te Leiden f.5 subs. 2 d. Invaliditeitswet J J. v. d. G. te Hoogmade f.25 suba 10 dg. Bouwveror. van Alphen a. d. Rijn wed. D. V. f.5 subs. 2 dg. Overtr. der algem. pol -verord. der gemeente Alphen a. d. Rijn .T. de L. f.5 subs. 2 dg. H. R f.5 su'bs. 2 dg. en A. L. de B te Delft f. 10 subs. 5 dg. Waar geen woonplaats is vermeld wonen de veroordeelden te Alphen aan den Rijn, Verbetering van den Dnitschen wisselkoers wegens gunstiger beoordeeling van den poli- tieken toestand; Gunstige ontwikkeling van den bnitenlandschen handel van Duitsch- land De economische toestand van Frankrijk Uitbreiding dei beschermende rechten in Engeland? De invloed van de prijsdaling op den bnitenlandschen han del van Nederland De uitvoer van Radio artikelen in September gestegen Afwis selend koersverloop ter Beurze. Het succes, dat de Duitsche regeering in den Rijksdag heeft behaald, doordien, ten aanzien van de twaalf moties van wan trouwen, is .overgegaan tot de orde van den dag", heeft op, politiek gebied een belangrijke verademing teweeg gebracht Dë regeering is thans in de gelegenheid gesteld, om voort te werken aan den ar beid voor de reorganisatie der Duitsche staatsfinanciën, een feit, dat aan het aan zien van het Duitsche crediet in het bui tenland reeds op duidelijke wijze ten goede is gekomen. Niet alleen de op buitenland sche beurzen genoteerde Duitsche fondsen hebben zich van de scherpe, voorafgegane daling eenigszins .kunnen herstellen, ook aan de kapitaalvlucht uit Duit9rhland is een einde gekomen, en het buitenland, dat in de periode van politieken onrust gToote bedragen, die tijdelijk in Duitschland wa ren uitgezet, terug had getrokken, blijkt weder in toenemende mate bereid, tot verstrekking van nieuwe oredieten over te gaan. Een en ander heeft een gunstigen in vloed op den Duitschen wisselkoers uitge oefend. De Mark. die ten opzichte van den gulden b.v. tot beneden de 59 cent was gedaald, is krachtig gestegen. Zij heeft zich echter niet op het hoogste punt kun nen handhaven, een omstandigheid, die ondanks alles te denken geeft, omdat er uit kan worden afgeleid, dat het vertrou wen van het buitenland en Duitschland zelf in de verdere ontwikkeling van den politieken toestand toch nog niet geheel is hersteld, Feiteliik zou men kunnen zeg gen, dat de politieke factor van onzeker heid latent nog altijd aanwezig is. In den korten tijd, dat de Riiksdag bijeen is geweest, is reeds gebleken, hoe moeilijk de oppositie, vooral door haar wijze van optreden, het de regeering,kan maken. Dat in de sfeer, waarin tot dus verre vergaderd werd, het verrichten van opbouwenden wetgevenden arbeid welhaast onmogelijk is. litrt voor de hand. Af te wachten blijft, of bii heropening vnn den Riiksdag binnen enkele maanden de ge moederen in zooverre tot rust zullen ziin gekomen, dat men vrucht in het belang van een rustige ontwikkeling van het la) gewerkt kan worden. Tot zoo lang zal men goed doen, ten aanzien van de verdere gebeurtenissen in Duitschland nog eenige terughouding in acht te nemen. Op de Duitsche geldmarkt heeft de tot dusverre geruststellende ontwikkeling van den politieken toestand een gunstigen in vloed uitgeoefend. Terwijl aanvankelijk ge vreesd was, dat de Duitsche Rijksbank het niet bij de verhooging van haar disconto met één percent zou kunnen laten, doch tot andere maatregelen verdere discon to-verhooging of credietbeperking zou ■moeten overgaan, is thans deze vrees voor- loopig verdwenen. Het tegenwoordige dis conto van 5 pCt. is voor Duitsche verhou dingen op zich zelf niet zeer hoog, maar vergelijking met de in de meeste andere landen geldenden officieelen rentevoet maakt het een zeer slecht figuur. Het is dubbel zoo hoog als het disconto in New York, Parij9 en Zwitserland, terwijl de marge met Engeland en ons land volle twee percent bedraagt. Deze grootc marge mankt natuurlijk het uitzetten van buitenlandsch kapitaal in Duitschland, wanneer de politieke toe stand geen verdere reden tot ongerustheid moch tgeven weer zeer aantrekkelijk. Aan den anderen kant vormt het groote verschil tusschen het Duitsche en het bui tenlandsche renteniveau eeD handicap voor de Duitsche ondernemingen, die op de bui- tenlandsche markten met hun producten moeten concurreeren. Tot dusverre is weliswaar gebleken, dat de Duitsche industrie, ondank» de vela en toenemende moeilijkheden, waarmeue zij heeft te kampen, de concurrentie met het buitenland goed kan volhouden. Ter wijl de handelscijfers van verreweg de meeste landen een voortdurende verminde ring van den uitvoer aantooii».ti is de Duit sche export in de laatste vier maanden regelmatig gestegen Vooral de toeneming van den uitvrtpr van fabrikanten (van M. 669 milhoen in Juni tot M. 762 millioer in Septembef), in een periode, waarin de afzet op vele buitenlandsche markten be moeilijkt wordt door verhoogde invoerrech ten of door politieke onrust (China, Britsch-Indië, Zuid-Amerika), is als een gunstige factor te beschouwen bij de be oordeeling van den economisohen toestand van Duitschland Hieruit zou immers kunnen worden ge concludeerd, dat de rationaliseering en tr.oderniseering van vele bedrijven, die voor een groot deel met behulp van buitenland sche leeningen is doorgevoerd, begint, vruchten af te werpen, en wel in den vorm van een verlaging der productiekosten, waardoor het concurrentievermogen van het Duitsche bedrijfsleven overeenkomstig is toegenomen. Nu moet hierbij in aanmer king genomen, dat de vermindering van de binnenlandscbe koopkracht de in dustrie wel dwingt, eicb in meerdpre mate op den export too te leggen, waarbii men, teneinde het bedrijf te kunnen handhaven, vaak tevreden meet zijn met een geringe winstmarge of zelfs tegen verliesgevende prijzen orders accepteert. In vergelijking met het vorige jaar toont de waarde van den Duitschen buitenlandschen handel een vermindering aan, voornamelijk als gevolg van de inmiddels plaats gevonden prijsdaling voor de meeste goederen. Daar echter de invoer naar verhouding sterker gedaald is dan de uitvoer wijst de Duitsche handelsbalans voor de eerste negen maan den van dit jaar een uitvoeroverschot aan van ca. M. 1 milliard, legen een deficit van M. 140 millioen in de overeenkomstige periode van het vorige jaar. Vooral met het oog op de groote bedragen, die Duitschland aan het buitenland heeft te voldoen uit hoofde van rente en aflossing op de opge nomen leeningen, om van de oorlogsschat ting maar in het geheel niet te spreken, is deze ontwikkeling der handelsbalans, die Duitschland de beschikking over buiten landsche betalingsmiddelen geeft, als een gunstig verschijnsel aan te merken. t Wanneer men den buitenlandschen han del van Duitschland met die der meeste andere Europeesche landen vergelijkt, maakt Duitschland stellig een goed figuur. De Fransche handelsbalans geeft voor de eerste drie kwartalen van dit jaar wederom een invoeroverschot aan van meer dan Fr. 61/» milliard, waaruit wel blijkt, dat het voor de Fransche industrie hoe langer hoe moei lijker wordt, op de wereldmarkt te concur reeren. aangezien de loonen en andere pro ductiekosten, die zich na de valuta-depre ciatie nog steeds niet ten volle aan het wereldniveau hadden aangepast, dit niveau hoe langer hoe meer naderen. Ook de algemeene economische toestand in Frankrijk, die tot voor kort nog weinig onder de werelddepressie had geleden, be gint den invloed hiervan in toenemende mate te ondervinden. Werkloosheid in noe- menswaardigen omvang bestaat ook thans nog in Frankrijk niet, doch hierbij dient in het oog te worden gehouden, dat in de periode der hoogconjunctuur een groot aantal buitenlandsche arbeiders (Belgen, Polen en Italianen) in Frankrijk werk hebben gevon den, die thans geleidelijk worden ontslagen en naar hun moederland terugkeeren. Deze vermindering der werkgelegenheid komt niet in de werkloosheidscijfers tot uit drukking. In elk geval kent Frankrijk niet de groote zorgen, die de toenemende werk loosheid voor de regeering van, en niet in veel mindere mate voor die van Engeland, veroorzaakt. Reeds sinds eenigen tijd heeft het aantal werkloozen in Engeland de twee millioen overschreden en voor het winter seizoen houdt men met een verdere ver meerdering rekening. Voor het buitenland heelt de ongunstige toestand van hel Engelsche bedrijfsleven de bijzondere schaduwzijde, dat hierdoor het streven naar de invoering van protectionis tische rechten wordt vergroot. Men mag aan nemen, dat de eerstvolgende verkiezingen in Groot-Britannië in het teeken zullen staan van een uitbreiding der beschermende rech ten en van de wederkeerige voorkeursrech ten tusschen de verschillende deelen van het Britsche Rijk. Vooral laatstgenoemde, die zouden neerkomen op lagere rechten bij invoer in Engeland van producten der Engélsche overzeesche gebieden, de koloniën en dominions, zouden voor onzen Indischen productenhandel een nieuwe bron van zorg kunnen vormen. Op den buitenlandschen handel van ons land heeft de prijsverlaging voor verschil lende artikelen zich ook in vrij sterke mate doen gevoelen. In de eerste negen maanden van dit jaar is vóór den invoer, wat de hoe veelheid betreft, nog een vermeerdering te constateeren tot 23.904.023 ton tegen 22.798.298 ton in dezelfde periode van het vorige jaar. De waarde van dezen invoer is echter aanmerkelijk verminderd, nl. van f. 2.042 tot f 1.874 millioen. Oak de uitvoer is in omvang gestegen en wel van 12 039.020 lot 12.286.665 ton, terwijl de waarde is teruggegaan van f. 1.495 tot f. 1.384 millioen. Hierbij valt op te merken, dal de prijs- j daling voor tal van landbouwproducten dui- I delijk tot uiting komt in de sterke vermin dering der waarde van de uitgevoerde levens middelen, die in de eerste negen maanden slechts f 482 millioen heef! bedragen tegen f. 552 millioen v. j. Ook de waarde van den uitvoer van fabrikaten is aanzienlijk terug gegaan, en wel van f 654 tot f 573 millioen. Van dezen teruggang komt een deel op reke ning van de vermindering in den uitvoer van radio-artikelen toestellen, luidsprekers, enz Hieraan werd n.l. voor nog geen f.45 millioen geëxporieerd tegen f 31 millioen in de overeenkomstige periode van het vorige jaar. Het is mtusschen een gunstig verschijn sel, dat juist de laatste maanden weder een gestadige verbetering in den export van radio-artikelen Ie zien hebben gegeven, na dat vooral in de zorhennaanden een 9cheroe inzinking was ingetreden. De ontwikkeling van den export van radio-artikelen in de eerste negen maanden van dit jaar in ver gelijking met het vorige blijkt uit onder staande tabel: Uitvoer van radio-artikelen (in duizenden Gld.) 1930 1929 Jan. 6.160 5 474 Febr. 5.468 4.720 Maart 6.492 7.747 April 5.105 6 049 Mei 4.436 7.666 Juni 3.674 7.485 Juli 3 682 5 725 Aug. 4 336 7 123 Sept. 5599 6.935 Hoewel, naar uit dit staatje blijkt, de uit voer in dit jaar voortdurend lager was dan in het vorige, 19 de teruggang niet zoo ge weldig. dat hieruit zou kunnen worden ge concludeerd dal de economische depressie een fatalen in vloed op het Philipsbedrijf uit oefent, zooals ter beurze maar al te vaak wordt aangenomen. De publicatie der cij fers van den uitvoer in de afgeloopen maand heeft dan ook een gunstigen invloed op het koersverloop der aandeelen uitgeoefend, nadat de stemming voorbijgaand uiterst flauw was geweest en de koers een nieuw dieptepunt had bereikt. Van andere in- dustriëele waarden konden Margarine Unie zich eenigszins herstellen. Aku'9 daarente gen waren opnieuw aangeboden Aandeelen Koninklijke Petroleum zijn in koers op en neer gegaan, al naar gelang de stemming te New York: per 9aldo ligt de koers echter nog iets- beneden het slot van de vorige week. Daarentegen konden zoo wel rubber- ab suikeraandeelen zich eenigs zins herstellen, beide op de iets gunstigere stemming op de productenmarkten. Ook ta- baksaandeelen kwamen op een iets hooger peil. Het koersverloop komt in de onderstaande tabel tot uiting: Aku 61, 65, 57 1/2, 60. Margarine Unie 221. 231 1/2, 224, 227. Ned. Kabel fabriek 404 397, 410. Aniem Nat Bezit 265 1/2. 275 Koninklijke Petroleum 333. 341 1/2, 329 1/4. Alg Exploratie Mij. 119 1/4, 114 1/2. 115 1/2. Amsterdam Rubber 96 3/4, 103 1/2, 98 3/4, 103 1/2 Bandar Rubber 71. 77 1/2. Kendeng Lemboe 146, 169 3/4. Kon. Ned. Stoomboot Mij. 62 1/2, 69 3/4> 60 1/4. Ned. Scheepvaart Unie 137 1/2. 142. Handelgver Amsterdam 374, 390. Javasche Cultuur Mij. 285 1/2, 302. N. I. S. U. 176 1/2, 190. Suiker Cultuur Mij 151. 166. De li Batavia Mij. 285, 293. Deli Mij 275, 294. Senembah 313, 325. Erfgenamen wel en wee. We leven tegenwoordig in een merkwaar dige wereld, het best te typeeren door het zonderlinge beeld, dat de baisse, d. i. de drang naar ómlaag, hoogtij viert. Het is dan ook geen wonder, dat pessimis tisch aangelegde lieden jeremieeren, lamen- teeren en redeneeren. op dezelfde wijze, als destijds door de Génestet werd geteekend. Het moge waar zijn. dat dezulken het voor een deel bij het rechte eind hebben daar te genover staat, dat het eeuwige geklaag op den duur een slechten invloed heeft op de spijsv.erteering en was het niet Prud-homme, die zeide: la digestion c'est l'homme? Gelukkig bestaat er een universeel middel om den meest met zichzelf begane klaaglie deren-vertolker den mond te snoeren en dat is: een dikke erfenis. „Geld maakt niet gelukkig, doch het kan het leed veel verzachten", zegt men in de Betuwe, en dat zal wel de reden zijn waar om de positie van erfgenaam eener rijke tante, in het algemeen zoo benijdenswaard wordt beschouwd. Meestal wordt dan gedacht aan de lusten van het zoo juist verworven bezit, maar... er zijn ook diverse verplichtingen te ver vullen. Bepalen we ons thans tot die, betrekking hebbende op de inkomstenbelasting. Het is bijv heel goed mogelijk, en dit groeit tot zekerheid, indien de erfgenaam be noemd werd tot executeur-testamentair dat hij een aangiftebiljet ter invulling ont vangt van het inkomen van den erflater, in dien deze sedert den aanvang van het be lastingjaar is overleden. Moge deze verplichting op zichzelf niet zoo aangenaam zijn daar 9taat tegenover, dat de erfgenaam het dan in de hand heeft, de aangifte zoo juist mogelijk te doen, waar door moeilijkheden en navorderingsaansla gen over het laatste jaar worden voorko men. Intusschen kan het wel gebeuren, dat uit die aangifte blijkt, dal de erflater bij zijn leven wel eens wal te laag aangaf. De Inspecteur, die zulks constateert, zal dan een aanslag tol navordering kunnen vaststellen, doch alvorens daartoe overte gaan. is hij verplicht aan ieder der bekende erfgenampn den executeur-testamentair of den bewindvoerder der nalatenschap mede- deeling te doen van de geconstateerde feiten en van het bedrag dat vermoedelijk len on rechte niet in aanmerking is genomen, met uitnoodiging binnen pen termijn van ten minste één maand opheldering te geven. Zoolang n-el -»edert de aangifte voor het suc cessierecht twee maanden zijn verstreken,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1930 | | pagina 17