Staking geadviseerd in de Typografie. 71,ta Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 18 October 1930 Tweede Blad No. 21653 DE BEGRAFENIS VAN WIJLEN Mr. S. VAN HOUTEN, oud-minister van Binnen- landsche Zaken heeft gisteren op „Oud Eik en Duinen" te den Haag plaats gehad. Vele autoriteiten woonden de plechtigheid bjj. De stoet op de begraafplaats. HET BOOTJE was het eenige verkeersmiddel in dé omstreken van Dyan in Frankrijk, toen dezer dagen de Ouche tengevolge van den hoogen waterstand buiten haar oevers trad. IN DEN AFGELOOPEN NA/CHT is een par ticuliere auto, afkomstig uit Alkmaar, op den Oudezijds Achterburgwal te Amsterdam te water gereden. Een der inzittenden is verdronken. Het bergingswerk door de brandweer. WAAR DE LAMPIONS VERVAARDIGD WORDEN. De Japansdhe schilders zijn bekend om hun karakteristiek"'werfc. Duizenuen lampions, sierlijk beschilderd met emblemen en letterteekens, worden jaarlijks geëxporteerd. De lampionochilders aan den arbeid. Nagenoeg alle dagblad- en handelsdrukkerijen in ons land zijn hierbij betrokken. Een uiteenzetting van het standpunt der werkgevers. De Federatie der drie werkgevers-orga nisaties in de Typografie heeft een schrij ven ontvangen, onderteekend door de se cretarissen van den Algemeenen Neder- landschen Typografenbond, den Nederland- schen R.-K. Grafischen Bond, den Neder- landschen Ghristelijken Grafischen Bond, en den Nederlandschen Litho-, photo- en chemi-grafischen Bond. dat als volgt luidt: „Aangezien de onderhandelingen over de voortzetting der tot 25 October 1930 gelden de collectieve arbeidsovereenkomst in de typografie en het rasterdiepdrukbedrijf niet tot resultaten hebben geleid, alle bespre kingen zijn afgebroken en wij een cöntract- looze periode ongewenscht achten, zullen wij onze leden adviseeren het werk na 25 October a s. te staken en niet weder aan den arbeid te gaan. alvorens met de drie patroonsbonden, tesamen vormende de Fe deratie van Werkgevers-organisaties in het Boekdrukkersbedrijf, overeenstemming over een nieuwe collectieve arbeidsovereenkomst» zal zijn verkregen." De werkgevers zullen aan bun werkne mers mededeelen. dat deze bij opvolging van het advies van hun bestuur onrecht matig handelen, n.l. in strijd met de ver plichting. die zij krachtens de wet gehouden ziin tegenover hun patroons na te komen en dat de gevolgen van een dergelijke hou ding voor hun verantwoording zijn. Van werkgeverszijde ontvingen wij de volgende uiteenzetting: Het moment om te spreken. In het Boekdrukkersbedrijf hebben zich in den laatsten tijd zoo ernstige feiten voorgedaan, dat de Federatie der Drukkers- patroonsbondpn hef moment gekomen acht. om het Nederland<=che publiek nader in te lichten Het is voor de geheele maatschappij van belang, met aandacht kennis te nemen van de sterk ontbindende factoren, welke bezig zijn op dit oogenblik te vernietigen een stuk sociaal werk, hetwelk jaren van op bouw heeft gevraagd Het Nederlandsche publiek weel, dat de werknemers in het Boekdrukkersbedrijf ver- keeren in een gunstige positie. Zij verdienen een behoorlijk loon. Een handzetter ont vangt in klasse I f. 35.04 per week. de steeds grootere groep der machinezetters f. 39.33 courant-rotatied rukkers eveneens f. 39.36 per week. ,Doch niet alleen het loon is voor den typograaf gunstig. Zijn geheele positie wordt beschermd door een C. A„ O. Nergens heeft b.v. een arbeider zoo'n goede rechtspositie als in de Typo grafie. De patroon is niet vrij om zijn werk nemer te ontslaan, b.v. wegens onbekwaam, heid. doch moet dit ontslag ter beoordeeling voorleggen aan de Rechtspraakcommissie. Het minimumloon tr Leiden bedraagt voor de handzetter f. 31.20 voor de ma chinezetters f 35.52 en voor de rotatiedruk- kers eveneens f. 35.52 Die positie nu wordt thans door de werk nemers zelf in de waagschaal gesteld. En als straks ook het publiek de gevolgen van een conflict in het boek- en courantenbe- drijf gaat voelen, moet het weten, aan welke zijde voor het recht gestreden wordt Daamm deze uiteenzetting. Zooals steeds, werden ook thans, tegen het afloopen der huidigp Collectieve Ar beidsovereenkomst, welke van BI Maart 1928 tof 25 October 1930 geldig is en on geveer 13000 arbeiders omvat, de onder handelingen over een nieuw contract ge opend Werkgevers en werknemers dienden hun wenschen in. Het standpunt der patroons. Waf he' standpunt der patroons bii deze onderhandelingen geweest0 Kort ge- forrriulonTYJ di- In d^zen tiid van algpmeene malaise i= verbefering der arbeidsvoor waarden niet mogelijk. Als wij ons thans wenden tot het Ne derlandsche publiek, behoeft dit standpunt eigen-lijk geen verdediging. De meeste lezers van dit blad voelen zelf aan den lijve de gevolgen der achteruitgaande conjunctuur. Zij zullen van den drukker vragen, hoe h tot de dwaasheid komt-om in dezen tijd een loonsverhooging toe te staan. Voor het pu bliek behoeven wij eigenlijk ons standpunt niet te argumenteeren. Toch zouden wij U vriendelijk willen verzoeken eerst na te gaan, welke klem mende gronden wij tegenover de werkne mers hebben aangevoerd. Gij zult het dan onbegrijpelijk vinden, dat de werknemers niet langer met loonsverhooging kunnen wachten, geen dag en geen nacht. Gij zult nog meer verbaasd staan, als Ge verneemt .dat de patroonsdelegatie der Onderhande lingscommissie. om tot èlken prijs blijvende samenwerking mogelijk te maken, eigenlijk tegen haar eigen overtuiging in, een loonsverhooging van drie cents per uur heeft aangeboden en dat dit aanbod door de werknemers eenvoudig is geweigerdI Hieronder volgen, enkele argumenten, van patroonszijde geuit: De indexcijfers van kosten voor levensonderhond. De eerste vraag, die wij met de werk- 'nemers hebben besproken, was: Zijn uw arbeidsvoorwaarden in de laatste jaren vooruit of achteruit gegaan? We hebben hier een onderscheid te maken tusschen het nominale loon ('het aantal gul dens loon) en het reëele loon (de waarde van het loon in verband met de kosten van het levensonderhoud). Wat de kosten van het levensonderhoud betreft, hebben wij een objectieven maat staf in de Haagsche en Amsterdamsdhe in dexcijfers, wier onpartijdigheid door nie mand wordt betwist. Wat zien wij n-u: In 1920 bedroeg het loon handizelter Isle klasse f. 38,25. Volgens de Haagsche cijfers b.v. was het indexcijfer toen 107,1. In Juni 1930 is dit cijfer 76.6 Zich baseerend op de waarde van den gulden volgens deze indexcijfers is f. 38.25 in 1920 gelijk aan f. 27,35 in 1930 Waar het lste klasse loon in 1930 f. 35,04 bedraagt, is er dus een verhooging van het reëele loon met meer dan f. 7.50 of wel meer dan 25 pCt. Wil men een speciale oeriode beschou wen. dan moet men nemen die van hel huidige collectief contract. Het peil van de kosten van levensonderhoud der eerste drie maanden vindt men in de cijfeTS van Juni 1928. Toen was het AimstcrdamsChe cijfer: 170,4. Thans 162,1, d.i. een vermin dering van 4,9 percent; stijging van het reëele loon 5,1 percent is 37» cen't per uur. Haagsche cijfers: Juni 1028 81,9. Thans 76,6 d.i. een vermindering van 6,5 percent. Stijging van het reëele loon bijna 7 percent Cf bijna f. 2.40 per week. Conclusie: Ondanks nominale daling een ruime stijging van het reëele loon. Onbillijk heeft men het van patroons- zijde gevonden, dat de indexcijfers in de jaren omstreeks 1920, toen ze in de richting van loonsverhooging wezen, al-s argument Vhn werknemerszijde werden ge bruikt, terwijl ze thans, nu ze ten gunste van den patroon uitvallen, van de andere zijde worden genegeerd. De uitbreiding van het onge organiseerde bedrijf. De verplichting der loonen en getalsver houding der C. A. O. zijn belangrijk zwaar der dan de arbeidsvoorwaarden, welke de patroon op de vrije markt behoeft toe te staan. Alleen reeds de z,g. „jongensexploitatie" (d.i. een overmatig aantal jonge, goedkoope krachten), die door de C. A. O verboden is, geeft den ongeorganiseerden drukker een groot voordeel in loonsbesparing, al moet de kwaliteit van het werk er onder lijden. Daarbij komt, dat de C. A. O. niet enkel regelen geeft omtrent loonen en getalsver houding. Ze is 142 pagina's dik en ver zwaart op elke bladzijde de lasten van den patroon, niet het minst door den patroon het recht te ontzeggen, om zijn werknemer met een opzegtermijn van 14 dagen te ontslaan (rechtspositie van den werknemer) De treurige arbeidstoestanden, welke in het ongeorganiseerde bedrijf heerschen en welke herhaaldelijk, ook in de werknemeröbladen, met cijfers en voorbeelden worden gesigna leerd, vormen een directe, oneerlijke con currentie voor den georganiseerden patroon, die deze weliswaar tracht goed te maken door levering van kwaliteitswerk en het geven van meer „service", maar die door de concurrentie der loonsvoorwaarden ern stig wordt bemoeilijkt. Hef landelijk karakter der C.A.O. Voor zoover ons bekend, is in geen C.A.O. het landelijk karakter zóó sterk, al9 in die van het Boekdrukkersbedrijf. Van de kleinste plaats, tot de grootste stad toe, tracht deze C. A. 0. alle drukkerijen in geheel Nederland te vereenigen. De verzoe ning van deze instelling: Stad en Platteland, is dafl ook voortdurend het voorwerp van groote spanning. Die spanning is neergelegd in de klasse-indeeling van art. 15 der G.A.O. Ook bij de huidige indeeling is niettemin het platteland gaan afbrokkelen. Met cijfers is aangetoond, dat het aantal ongeorganiseerde drukkerijen juist op het platteland het grootst is. Het onbegrijpelijke is nu, dat thans de werknemers kwamen met een voorstel, om het -aantal klassen in te krimpen, d.i. in Amsterdam 3 cents, in de plaatsen buiten Amsterdam 5 cents loonsverhooging. Gevolg zou kunnen zijn, dat het platteland zich van de bedrijfsorganisatie zal afscheiden en het landelijk karakter der C.A.O.thans reeds met de grootste moeite nauwelijks te hand haven, zal verloren gaan. Reeds nu blijkt telkens, dat juist in de kleinste plaatsen de C.A.O. het slechtst wordt nageleefd. Een klasse-inkrimping kan wel op papier worden aanbevolen, maar ont beert elke mogelijkheid van doorvoering. De werknemers schaden met dezen wensch zichzelf. Op het platteland komt zoodoende een papieren C.A.O. of geen G.A.O., d.i. uit sluitend ongeorganiseerd bedrijf. De wereldcrisis. Als een der gewichtigste argumenten heeft de patroonsdelegatie aangevoerd, dat deze tijd, nu de wereld geschokt wordt door een algemeen economischen crisis, niet geschikt is om een loonsverhooging of andere ver zwarende arbeidsvoorwaarden toe te staan. De positie der arbeidersklasse staat in deze crisisdagen in het algemeen in het teeken van verweer tegen loonsverlaging. Zou men dan in de Typografie durven komen met een eisch tot loonsverhooging en de oogen sluiten voor wat in het laatste halfjaar is geschied? Algemeen wordt de groote beteekenis van den huidigen crisis erkend. In jaren klonk de troonrede niet zoo somber als in 1930. Macdonald, Snowden, maar ook Albarda (Paaschcongres), Van den Tempel (Tweede Kamer), vele artikelen in Het Volk, het Vlootmanifest, natuurlijk ook de ambtelijke berichten (Centraal Bureau voor de Sta tistiek), alle wijzen op den ernst van de huidige malaise. Geen crisis in hei Drnkkersbedrijf Hoe moet de georganiseerde drukker tegen zijn cliëntèle (de industrie) een loonsverhoo ging rechtvaardigen, als die industrie zelf in bitteren nood verkeert? Nu is de opmerking gemaakt, dat de crisis zich nog niet in het grafisch bedrijf doet voelen. Slechts ten deele is dit waar. Ook hier is de .nalafee begonnen en openbaart zij zich o.m. in de verminderde opbrengst der advertentiën. Maar inderdaad is die cri* sis bij ons nog niet volledig doorgewerkt.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1930 | | pagina 5