RAADSELS. OPLOSSINGEN. CORRESPONDENTIE. der en grootmoeder hem straks overal zou den zoeken, had Yanic niets begrepen van alles, wat het elfje tot hém zeide. Zonder zijn klompjes mee te nemen, was hij naar huis gehold, en reeds eenigszins voelde hij zich gerust gesteld, toen hij moeder en grootmoeder daar in slaap vond. Nog niet denkende aan zijn klompjes, kroop hij da delijk in zijn bed en sliep door, totdat moeder hem den volgenden dag kwam wek ken. Denkende, dat hij gedroomd had, sprong Yanic uit bed. Maar acht, nergens vond hij zijn klompjes! 't Was geen droom! Was hij dan zóó ongehoorzaam geweest? Daar zag grootmoeder op eens den knoop in Yanic's kruinharen. Zij gaf een gil van schrik en daarna kermde zij: ,.Ach, onze jongen is bij de bosch-elfjes geweest! Wat zal er nu met hem gebeuren Ach, laten wij toch vanavond, vóórdat de weidevrouw in haar wazig nevel-kleed over het weiland zweeft, onze hut sluiten met stevige gren dels, opdat de booze elfen-koningin niet kan binnenkomen, om onzen jongen van ons weg te nemen!" Dien dag zaten twee vrouwen van alles te bedenken, waardoor zij de elfjes buiten Öe hut konden houden. Alle kieren en reten stoDten zrj dicht. Nauwelijks was het uur van middernacht gekomen, of daar kwamen werkelijk de bosch-elfjes, met hun koningin over het weiland gezweefd en wel recht op de hut af. „Wij zijn gekomen uit het bosch!" riep de elfen-koningin de beide vrouwen toe, die in de hut angstig bjjeen zaten. „Wg willen met Yanic dansen! De knoop in zijn kruinharen is het bewix- dat hij ons toebehoort! Kom, brengt hem hier!" „Mijn kleinzoon krijgt ge niet; hij slaapt reeds!" was het luid geroepen antwoord der grootmoeder. „En nooit meer zult gij hem in uw macht krijgen!" Deze woorden schenen de elfen-koningin zóó vertoornd te hebben, dat zg boos uit riep: ,,'t Is goed! Gij kunt den jongen hou den. doch op voorwaarde, dat gij voor ons allen een kleedje weeft. Een kleedje, fijn ais spinrag zult gij voor ons weven. En denk er wèl aan, dat morgen tegen middernacht het werk, dat ik u thans opdraag, gereed moet zrjr/ Als wrj het ragfijne weefsel niet zien hangen over de heg, nemen wjj uw klein- zood mee en nimmer ziet ge hem terug!" Radeloos van droefheid hadden de twee vrouwen deze woorden aangehoord. „Hoe konden zrj, die zóó arm waren, zoo iets weven?" vro^<ren zh zich af. Heel den nacht zaten zij schreiende bijeen, ea terwijl Yanic rustig sliep, bedachten zij van alles, waardoor zij den jongen vit de macht der bosch-elfen konden houden. En ziet, Yanic zelf vond een oplossing voor dit moeilijke geval, want toen hü den volgen den morgen ontwaakte en daarna de hut uitliep, bemerkte hij, dat de heg, die aan twee kanten het weiland omzoomde, bijna geheel overdekt was met lange, zilverwitte draden, die ook in massa's over het wei land zweefden. Hij riep toen zijn moeder en grootmoeder toe: ,.0, komt u eens zien, wat een mooie fijne draden daar zweven 1" Verheugd over wat zrj zagen, verzamelden toen Yanic's moeder en grootmoeder de dra den en weefden daarvan, heel den dag, fjjne elfonkleedjes, die zjj, nog lang vóór midder nacht,- over de heg uitspreidden. Door deze kleedjes aan te trekken, had den toen voor altijd de bosch-elfjes hun macht over de menschen verloren, zegt de sage. Want in de zilverwitte draden, die overal neerzweefden, zagen de bewoners der streek een Godsgeschenk, besterad om de streek van de booze bosch-elfjes te verlos sen. En omdat zij dachten, dat het de Heilige Maagd was, die hen deze draden had gezonden, noemden zij ze: „De draden vaD Onze Lieve Vrouw." En ook soms wel: „Maria-draden Doch wij kennen óók deze draden, en wij weten, dat zij niet rechtstreeks uit den hemel, doch wèl van de spinnen komen. Vooral tegen den herfst zien wij ze veel. Daarom noemen wij ze dan ook herfstdraden! TANTE JOH. RAADSELS VOOR ALLEN OM UIT TE KIEZEN, DE GROOTEREN 4, DE KLEINEREN 3. I. Ingezonden door Johan- en Hendrik Mulder. Mijn eerste deel is rond In elk geval; En 2 3 is rond Zoo net een kleine bal, En 4 met 5 te zaam gevat Is even rond en even plat Als 6; als je nu één van alles maakt Dan heb je weer een ronde zaak. Nu raad maar raak. II. Ingezonden door Greta en Willem Bavelaar. Een spreekwoord van 6 woorden, het be gint met een E en eindigt op g. 4, 5, 18, 22, 17, 9 een geldstuk, 1, 8, 21, 7 een zwemvogel. 14, 15, 16 zit aan je hoofd, 19, 23, 12, 2, 6 dient ter verwarming Get ter 12 is ch en is als één letter gerekend), 7, 11. 24 is het tegendeel van nacht, 13, 10. 5, 24 het tegendeel van langzaam. III. Ingezonden door Jo van Egmond. Welke gom plakt niet? IV. Ingezonden door Cor Vogelaar. Een visch van 6 letters, 2 lettergrepen, verander de 3e letter en dan word ik een man, waar zoowel dames als heeren en kin deren heengaan. V. Ingezonden door Willy Verbrugge. Met g ben ik kleverig, met b gevaarlijk, met d niet knap, met T een jongensnaam. VI. Ingezonden door Joh. Comelissen. Mijn geheel is een straat in. Leiden van 10 letters, 3. 5, 7, 6 een voertuig, 1, 2, 10, 4, 8 een zuivelproduct, 9, 2, 3 een ander woord voor gevangenis. VII. Ingezonden door Greta Lamme. Een spreekwoord van 8 woorden het be gint met De en eindigt op r. e, e, e, e, e, e, e, d, h, 1, r, i, s, z, g, d, 1, s, d, s, t, 1, r, o, o, o, a. VIII Ingezonden door N. N. Met b zit ik om een kuip, met r het uit einde van een tafel, met h een lichaamsdeel met 1 wonen we in, met m een bergplaats. OPLOSSINGEN DER RAADSELS UIT HET VORIGE NUMMER. 1. Naarden, Hoorn. 2. Rust roest. 3. Hansworst. 4. Maar één, want zoodra hij een ei had gegeten, was hij niet nuchter meer. 5. Een blaasbalg. 6. Paddestoelen. 7. Klem melk. 8. Geldstuk. OPLOSSING VAN DEN REBUS UIT 'T VORIGE NUMMER. De vuurtorenwachter zag op do Noord zee een stoomboot in nood veTkeeren. Daar in zeer vele brieven vandaag de zelfde vraag voorkomt, antwoord ik daar eventjes in het algemeen op, om niet telkens hetzelfde antwoord te moeten schrijven* Naar aanleiding van mijn antwoord ver leden week, aan een raadsel nichtje, dat 8 jaar meedeed en nu moet ophouden en aan welk nichtje ik schreef, dat zij dus 8 van de 10 jaar dat ik raadseltante ben, mee deed, vragen velen mij: hè bent u al 10 jaar raadsel tan te? Neen, ik ben het nu nog niet, maar wel spoedig. Half December zoo tegen Kerstmis wordt het 10 jaar dat ik de Leidsche Raadseltante werd. Ja de tijd vliegt voorbij en toch is het mij ook of ik het al veel langer ben, ik zou het heel leeg en saai vinden zonder mijne raadseljeugd, het is nu een stukje van mijn leven ge worden. Ziezoo nu begin ik met de vele aparte antwoorden Dirk Binnekamp, vandaag is het hier heel mooi zonnig weer, ik heb er vanmorgen erg van genoten- iik hoop hetzelfde voor jou. Suzo van Polanen. zoo was die brief van jou, jammer hoor. Nu in November geef ik gauw weer prijsraadsels,; ik hoop dat je ze dan goed hebt en kunt meeloten. Ohris Berg, dat raadsel van dat varken kan alleen mondeling, want dan zegt men maar vlug alles achter elkaar en zet geen komma's. Gerard en Dorus de Geus, ja zeker ik vind het een keurig geschreven brief van D., die pas in de 23e klasse zit; ik zie we! dat hij erg zijn best doet. Dat begrijp ik. dat het 's avonds heerlijk is als de kachel brandt, vooral als het zoo'n groote kamer is. Mijn kachel brandt gelukkig ook al, ik zou het veel te koud hebben, omdat ik meestal maar stil zit. Hoe aardig dat feest omdat de school 50 jaar bpstaal Francien en Marietje den Hoed ja ik knap wel wat op, hoor, maar ik kan nog lang niet alles, ik ga bij mooi zonnig najaars weer wel wat rijden. Karwei is werk, heb je ook nooit gehoord dat men zegt: dat is een heel karwei en dat beteekent: dat is een heel werk. Joke Wijk, als je weinig tijd hebt behoef je er nooit een brief bij te 9chrijven, dat vind ik best hoor. Adrie Bouw, dat was een buitenkansje dat Dirk je brief gepost had nadat jij hem klaar hadt. Mag je zelf naar Leiden om je prijs te halen, of gaat er iemand anders om? Greta en Willem Bavelaar, ja zeker heeft de winter veel gezelligs, als men 's avonds met elkaar in de warme kamer zit en in den winter zijn zoovele feestda gen. Dat raadsel van dat bed heeft er ook al eens ingestaan. Marie Langver je hoeft alleen de oplos singen der raadsels op te 9ohrijven, niet de raadsels zelf er bij. Die anecdote heeft er al ingestaan, en dat raadsel is heel onduidelijk en geen antwoord er bij, wat bedoel je er mee? Marie en Leo van Veen, o, zoo Leo wel? wanneer? Ja Marie altijd maar blijven hopen en trouw meedoen. Hennie en Gonnie Geijp, 2 nieuwelingen die mij welkom zijn. Hoe oud zijn jullie? Ja nu is het mooi weer, daar ben ik blij om, als de zon schijnt. Mar Bh a Schimmel als het mooi zonnig weer is, ga ik 's morgens uit een uurtje rijden, dat vind ik heerlijk, de lucht doet mij goed. Frans en Rika Piena, nu regent het ge lukkig niet steeds, de laatste dagen ben ik 's morgens altijd een uur uit geweest. Abram Wijnnobel, als je dit leest, is het al Woensdag geweest en heb je dus je prijs al kunnen halen. Het is zeker een erg mooi boek; de prijzen zijn altijd zulke mooie boeken. Willy de Neys, zoo ga je nu naaien lee- ren en heb je er zooveel plezier in En pret tig om dan voortaan je eigen kleeren te kunnen naaien. Zoo had je later nog het woord karwei nog gevonden, toen je brief al was verzonden Marietje Laterveer, ben je zóó verlan gend naar een fiets? en krijg je die over een jaar? Tel de maanden dan maar af,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1930 | | pagina 15