71ste Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 11 October 1930
Derde Blad
No. 21647
B BuifM Weekoverzicht.
S^ET EEN HOUTBOOT
NAAR ARCHANGEL.
Het 121/ 2-jarig bestaan van den
Ned. Chr. Bouwarbeidersbond te Alphen.
Donkere wolken.
Droeve gebeurtenissen brengen somwijlen
mader tot elkaar, wie bezig waren uiteen te
gaan! De juistheid daarvan is bewezen bij
!he't ongeluk, den Engelsöhen luohtdienst
overkomen, toen bet groote luchtschip de
ft 101, de trots der Engelsche luchtvaart,
iboven Fransdh gebied verging. Toen daar
gdheel Engeland in diepen rouw werd ge
dompeld, doordat met het luchtschip, dat
door de vtaimmen werd verleerd, de bloem
der deskundigen het leven liet, toen is van
Fransche zijde een medeleven, een mede-
dragen in het leed van den vroegeren bond
genoot getoond zonder weerga. Van hoog tot
Jaag heeft men zich tot het uiterste inge
spannen om maar te doen uitkomen, hoezeer
•men aanvoelde de ramp, die Brittannië zoo
onverwacht had overvallen. Onverwacht,
want er is o.i. geen reden voor het ge
schreeuw, dat zich in enkele Engelsche pers
organen heeft doen hooren, alsof het een
wonder zou zijn geweest, wanneer de tocht
naaT Ind&ë zonder ongelukken was verloo-
pen. Zouden al die hooggeplaatslen, ai die
deskundigen, al die andere leden der be
manning zich dan zoo zorgeloos hebben ge
waagd aan dat avontuur? Neen, zoo sim
plistisch zien wij de oorzaak van deze
catastrophe niet, gelukkig.... Frankrijk
toonde zich in die oogenblikken van zware
beproeving voor het Engelsche volk een
waar vriend en dat kan niet nalaten diepen
indruk te wekken aan de overzijde van het
Kanaal, waar over het algemeen de stem
ming voor Frankrijk aardig was bekoeld,
om niet te zeggen afgekoeld. Zoo brengt de
droeve ramp der R. 101 beide Kanaal-landen,
die steeds meer van elkaar vervreemdden,
weer dichter tot elkaar, dank zij een zuivere
gevoelsuiting, vrij van iedere berekening of
wat ook!
Zoo'n toenadering is in de gegeven om
standigheden voor ons werelddeel schallen
waard; te wenschen ware, dat deze zich
ook verder zou' voortplanten, want het is
(noodig, hard noodig
Toenadering, vér-gaande toenadering zal
'er toch noodig zijn om een oorlogsramp af
"te wenden, die ons werelddeel ineen zou doen
storten. Hoezeer de gemoederen reeds weer
zijn opgehitst en bereid te grijpen naar het
zwaard, hèt is wel droevig aan den dag ge
treden, toen bij Briand's terugkeer te Parijs
uit de Valkenbondsstad manifestaties tegen
'deze vredesfiguur bij uitnemendheid optre
den der politie noodzakelijk maakten! Ge
lukkig is Briand's ongesteldheid, een lichte
verkoudheid, geen diplomatieke ziekte,
doch zijn positie is niettemin ernstig ge
schokt, helaas.
De directe oorzaak van deze noodlottige
omwenteling des geestes blijft de uitslag der
verkiezingen in Duitschland, die bovendien
voor andere landen blijkbaar het sein is ge
weest om zich ook nieuw te orienteeren.
Duitschland zelf is meer dan ooit een poli
tieke chaos, waarbij de middenpartijen, het
Centrum alleen uitgezonderd, alle in de
smeltkroes zich bevinden. De Duitsche
Staatspartij, de combinatie van democraten
en Jong-Duitschers, is hopeloos uiteengeval
len na een bestaan van nauwelijks drie
maanden; bij de Duitsche Volkspartij is men
aan het dringen of de partij verder naar
rechts of naar links moet zwenken en spe
ciaal de aanhang der rechterzijde weert zich
geducht. Zonder het Centrum is evenwel
geen enkele meerderheid mogelijk en dat
vormt het groote beletsel voor een rechtsche
regeering. waaraan de nationaal-socialisten
deel zouden hebben of steun zouden kunnen
verleenen Een. naar links georienteerde re
geering schijnt volslagen uitgesloten en
dientengevolge is te verwachten, dat vol
gende week, als de nieuwe Rijksdag heeft
te beslissen over het program van het kabi
net Brüning, de regeering. in de minderheid
zal blijven en dientengevolge president Hin
denburg den Rijksdag op reces zal zenden
en Brüning zal doen voortregeeren met be
hulp van de reeds toegepaste noodverorde
ning. Doch deze gang van zaken zou tevens
bbteekenen een verdere afneming van ver
trouwen in Duitschland en derhalve Europa
veel schade doen. Dat dit inzicht ook in
Duitschland zelf ingang zal vinden, is de
laatste stroohalm, waaraan men zich da&r
in regeeringskringen vastklampt. O. i. echter
een ijdele hoop
En Oostenrijk begint hetzelfde beeld te
vertoonen als Duitschland; de huidige re
geering is geheel onder invloed van de
Heimwehren, waarvan een der vurigste lei
ders, graaf Starhemberg, als minister van
binnenlandsche zaken in het kabinet blijk
baar de lakens uitdeelt.
Graaf Starhemberg.
Ter afweer vormen thans de middenpar
tijen een apart blok onder aanvoering van
den tot aftreden gedwongen vorigen bonds
kanselier Schober. Dientengevolge is de
waar.-c hi,nl;kheid groot, dat brj de komende
verkiezingen ook in Oostenrijk een parlemen
taire meerderheid moeilijk zal zijn te ver-
krijgen.
Hoewel niet officieel aldus aan te duiden,
zou men toch kunnen spreken van een
dictatuur, die beide landen tegemoet gaan.
En wat gebeurt er in Spanje? Men hoort
slechts weinig daarover, doch dat is juist
voor dat land gevaarlijk. En Portugal eu
Polen?
Een lichtpunt temidden van deze donkore
schaduwen over ons werelddeel vormt het
feit, dat do Balkanlanden tenminste in prin
cipe de idee van een Balkanbond hebben
aanvaard. Italië ziet inmiddels zijn invloed
daar uitgebreid, doordat de „eenzaamste"
vorst, n.l. koning Boris van Bulgarije zich
heeft verloofd met Prinses Giovanna van
Italië, een verloving, die reeds lang in de
maak was, doch door godsdienstige oor
zaken totdusver verhinderd.
Hoe aanstekelijk overigens onrust werkt,
ziet men in Zuid-Amerika. Sinds daar in
Peru de opstand slaagde, volgde Argentinië
waar de regeering eveneens werd verdreven
en nu is de beweging overgeslagen naar
3razilië, waar de strijd thans in vollen gang
is met de opstandelingen in het voordeel.
Aan het hoofd der opstandige beweging staat
de bij de presidentsk<mze verslagen candi-
daat, uit het. Zuiden, die desnoods niet zal
terugdeinzen voor een splitsing van het
uitgestrekte rijk.
II (Slot).
BIJ DE DWANGARBEIDERS.
Reeds bij een tweede bezoek aan de stad.
gedurende den tijd, dat wij nog op de reede
liggen, zie ik iels van de toestanden der
dwangarbeiders. Bij mijn zoeken naar de
Karl Liebknechtstraat, waar het postkantoor
moet uithangen, wordt mij plots door sol
daten het oversteken van de straat belet.
Een grauwe stoet nadert. ITet is geen troep
jong-communisten, op weg naar hun oefen
school. om tot recruten voor het arbeiders-
leger gedrild te worden; daarvoor loopen zij
te langzaam.
Als zij dichterbij komen, blijkt het
een transport politieke gevangenen, dwang
arbeiders te zijn. Oude, gebogen boeren,
eenige geestelijken, allen met een weinig
goed in een bundel op den rug, sleepen
zich moeizaam zoort. Naast hen gaan de
jongeren, steeds bereid om de ouderen te
9teunen Er achter en opzij, als slavendrij
vers, met een revolver in de hand en voort
durend aandrijvend tot grooter spoed, toopen
de soldaten. De voorbijgangers durven nau
welijks naar den troep kijken, laat staan
hun sympathie betuigen. Men leeft hier als
op een vulkaan; een menschenleven betee-
kent zoo weinigl
Van overal worden deze menschen weg
gehaald, als vee in wagens geladen, en naar
Archangelsk of Siberië gedeporteerd, waar
zij vaak' eerst na dagen reizen aankomen
Menschen, die een geheel ander klimaat
gewend zijn. worden hierheen verbannen, om
gedurende den harren winter, onvoldoende
gekleed en gevoed, hard en lang te weTken,
waarbij zeer velen omkomen Op Solovetzki,
dat eiland der verschrikking in de Witte
Zee. waar de ergste politieke tegenstanders
heen gestuurd worden, sterven jaarlijks 40
pCt. van hen!
Wat krijgen deze ongelukkigen. die op de
houtvelden van Archangelsk werken, ook te
eten en te drinken? Warm voedsel wordt
gewoonlijk niet verstrekt, soms ééns per
week een bord soep. Verder eten zij slechts
hun droog zwart brood; zij krijgen water
te drinken, dat. in zuiveren toestand, in to
taal onvoldoende hoeveelheid wordt aange
voerd. Daardoor worden zij wel gedwongen
rivierwater met al het vuil en afval van de
stad er in. te gebruiken, waardoor weer velen
aan typhus en andere besmettelijke ziekten
te gronde gaan.
Op een middag krijgen we het bericht dat
we den volgenden dag gaan laden, waar
voor ik uit jolijt een rondje geef (dat echter
achteraf voorbarig blijkt, want een week
later hebben we nog geen stuk hout in).
Dan 9toomen we op naar één der laad
plaatsen.
Voor zoover het oog reikt hoopen zich
stapels hout naarst elkaar, ruw en bezaagd.
Er tusschen door loopen houten wegen (de
grond is zóó moerassig, dat men er tot over
de enkels in wegzakt); op enkele hoeken
slaan tonnen water, waarbij' gerookt mag
worden wegens het groote brandgevaar is
het rooken op de velden zelf nl verboden.
Hier en daar op hooge stellages, staan alarm
klokken. om in geval van brand en...
opsland te kunnen alarmeeren.
En op en bij de houtvelden werken de
gevangenen, massa's gevangenen. Langs den
oever balanceeren zij zich op de balken,
die in de rivier drijven en duwen den gan
sehen dag de. uit de vlotten losgemaakte,
stammen hij elkaar, die door grijpers om
hoog gebracht en op den wal gestapeld wor
den. om in de houtzagerij of uit de hand op
maat gezaagd te worden.
Vijftigduizend dwangarbeiders en arbeid
sters, zelfs jongens van 15 tol 10 jaar wer
ken hier in de moordende hitte van den
Noord-Russischen zomer. Twaalf uur per
dag moeten zij arbeiden en is de hun op
gedragen taaie nietvolbracht, dan moeien
ze doorwerken. Zijn ze te ziek en te zwak
om iets uit te voeren, toch moeten zij naar
de houtstapels Oude boeren zwoegen met
te zware lasten: vrouwen en meisjes schil
len den gamscben dag het hout, steeds maar
weer, allen zonder eenige kans op verbete
ring in hun ellendigen toestand.
Met en bij hen werken spionnen: plan
nen voor opstand kunnen dus niet gemaakt
worden, daar de menschen elkaar onmoge
lijk kunnen vertrouwen. Ja. als zij hun
mede-slachtoffers verraden, wanneer die
probeeren weg te komen als verstekelingen
met vrepmde 9ehepen. of van opvarenden
van die schepen elpn aannemen, dan wordt
hun straf s<jms met een paar maanden ver
minderd.
Dat is dus de opvoedkunde van de Sovjets:
deze menschen, die zij. al lichamelijk ver
zwakt hebben, ook nog moreel naar bene
den te halen, door hun verraad te beloonen!
's Winters werken al deze ongelukkigen,
wier éenige misdaad is, dat ze het niet eens
zijn met de communistische denkbeelden
in de bossehen. om het hout te hakken, dat
zomers uitgevoerd zat worden. Van al die
dwangarbeiders zijn er deze winter v ij f t i g
procent van honger en koude omgekomen
Het gebeurde dat zij dertig tot veertig imr
achter elkaar moesten door werken, zonder
rusttijd, met slechts enkele oogenblikken
pauze om te eten! Maar och, raken de ar
beidskrachten op, dan wordt wel weer een
nieuwe razzia gehouden worden weer andere
mannen gedeporteerd, gezinnen aan den
honger prijsgegeven endan zijn er weer
genoeg om hout te hakken.
We zien hier de zeldzaamste typen: Duit-
schers uit Wolga-republiek, Slaven, Mongo
len, menschen uit Turkestan en andere Zuid-
Siberische gebieden. Dag-in, dag-uit sloven
ze hier tusschen het hout, 9dhillen het,
zagen het, dragen het naar de karren of
j transporteeren de zware balken op hun rug
uit de lichters naar de zeeschepen, bewaakt
door soldaten, mannelijke en vrouwelijke.
Dp laatste zijn lang niet lief: één harer heeft
op een dag vijf gevangen, die probeerden te
ontvluchten, neergeschoten.
„Voor het laden van de schepen gebruï
ken we nu meer gewone arbeiders", ver
telt me .iemand, als ik vraag waarom er
zoo langzaam geladen wordt, „en die kun
nen we niet zoo gauw in voldoende hoe
veelheid bij elkaar krijgen. De andere
krachten werkten te langzaam, we scho
ten niet op. Dit jaar verliezen we zeker
met den uitvoer; de door de Sovjet ge
charterde schepen worden door haar be
taald, en nu er zoo veel te wachten lig
gen, kost ons dat een hoop geld."
De waarheid wat betreft de arbeiders
is echter, dat Amerika als eerste, en ver
scheiden andere staten daarna, geen hout
meer wilden ontvangen, dat door dwang
arbeiders geladen werd, zoodat voor die
staten nu geladen moet worden door ge
wone arbeiders, die veel duurder zijn en
het bovendien vertikken, om langer dan
8 uur per dag te werken.
„Wat voor menschen waren dat dan
vroeger vraag ik onnoozel, „menschen
die dit werk niet gewend zijn en ik
denk daarbij aan enkele geestelijken en
gestudeerden, die ik zag sjouwen of over
wie ik een en ander gehoord heb.
„Gevangen boeren, die het best kunnen."
„Om politieke redenen gevangen geno
men
„Nee, wegens diefstal, ze zijn te dom
voor politiek", en met diefstal bedoelt
hijniet geneigd te zijn je boerderij of
j vee waarvoor je lang gezwoegd hebt, zoo
maar aaD deD staat af te staan.
Met enkelen spreek ik, maar alleen vae
hen,,die Ruitsch kennen, kom ik wat meer
bijzonderheden te weten-
Een oude man uit Turkestan, die, naar
zijn trekken en fijn-besneden gezicht te
oordeélen, in zijn land ierfiand van hoo-
gen rang is. drie jaren dwangarbeid. Ee.i
geestelijke uit St Petersburg... vijf jaren
lang hout sjouwen: of hij dat volhoudt?
Bij een paar boeren heb ik meer suc
ces. Ze komen uit de Duitsche Wolga-repu
bliek, vanwaar kortgeleden zooveel doops
gezinden wegtrokken.
„Waarom bent u eigenlijk gevangen ge
nomen V' vraag ik.
„Dat weet. ik niet, ik geloof, omdat ik
te ijverig werkte en .omdat ik vroeger wat-
bezat. Mijn vee was me, al lang afge
nomen."
„En waar zijn uw vrouw en kinderen
.Daar hoor ik niets meer van, ik ge
loof dat ze in de bosschen werken. Ik
ben nu al vieT maanden hier, maar heb
vijf jaar dwangarbeid gekregen. De toe
stand is verschrikkelijk; we krijgen droog
brood te eten en wat thee, meer niet. Ook
de hygiënische toestand is slecnt: door
den omgang met de Russen krijgen we veel
ongedierte, waar wij niet aan gewend zijn,
en dat vaak besmettelijke ziekten veroor
zaakt. Soms kc-mt het Roode Kruis, en
worden onze kleeren uitgestoomd, maar,
daar we maar één stel kleeren hebben, moe
ten we dan naakt, en in de open lucht,
wachten tot ze gereinigd zijn. Nu het warm
is, kunnen we gelukkig nog eens een bad
nemen in de rivier."
De ander, die ai langer hier is, vertelt
me: „Van de ploeg waarmee ik in de bos
schen Wérkte dezen winter, zijn er driedui
zend omgekomen.. Redding door pen op
stand is niet te verwachtenorganiseeren
is onmogelijk en door de censuur weten
de menschen in het Noorden niet wat er in
het Zuiden gebeurt. Alleen op de volken
van West-Europa is onze hoop gevestigd."
Arme kerel, denk ik, dan zal je lang kun
nen wachten, West-Europa is bezig zich te
ontwapenen, en ziet zelfs niet het gevaar
van dit railitairistische Rusland.
We probeeren hem op te beuren en ver
tellen dat er weer een opstand is in de
Oekrajine, misschien dat die nu wel eens
stand houdt Mistroostig schudt hij het
hoofd die opstanden zijn al zoo vaak ge
probeerd...
Even later tracht ik nog eens iemand
aan het praten te krijgen.
„Fprechen Sie Deutsch
Hij knikt ontkennend, maar wijst op zijn
vriend die iets verder werkt.
Vol bitterheid lucht deze meteen zij?
gemoed: „Ik ben een Oostenrijker, kom
uit Bohemen. In 1917 werd ik krijgsge
vangen gemaakt en met anderen in een
kamp ondergebracht. Na de revolutie en
het sluiten van den vrede kreeg ik echter
mijn vrijheid niet terug, maar werd zonder
eenigen vorm van proces, zonder voor
eenige rechtbank te verschijnen, tot dwang
arbeid verplicht. Reeds 13 jaar werk ik nu
zoo, eerst in Siberië, de laatste jaren hier,
maar hoe lang het nog duurt, weet ik niet.
En zoo zijn er nog veel krijgsgevangenen
hier. Af en toe is het niet uit te houden,
word je gek... gek van verdriet..., van
woede, van... van machteloosheid!"
Zenuwachtig loopt hij heen en weer,
kijkt meteen of .we soms bespied worden.
Een geanimeerd herdenkingsfeest.
Hierboven het bestuur:
Zittend van links naar rechts de heeren: P. Vonk, 2e seer, C. Koren, voorzitter,
J. v. Wijngaarden, le penningm., P. v. d. Laarse, 2e penningm. Staande van links
naar' rechfs; Ph. Dys. A, Vonk, H. de Bruin, G. Blom (algem. adjunct) en P. C.
de Jong, leden der feestcommissie.
Op zeer vroolijke wijze werd gisteravond
in hel gebouw „Concordia" door de leden
met hun ega's het 12i/o jarig, bestaan her
dacht van de afd. Alphen a. d. Rijn van
den Ned. Chr Bouwarbeidersbond.
Onder de aanwezigen merkte wij o..m. op
i den bondsvoorzitter den heer H. J. Terwey
en de afgevaardigden van den Chr. Bestu
renbond alhier. Na het gemeenschappelijk
zingen van ps. 6S, 10 „Geloofd zij God
met diepst ontzag" en het lezen van psalm
127 door den voorzitter opende deze de
bijeenkomst met gebed. Do voorzitter, de
heer C. Koren heette hierna alle aanwezigen
hartelijk welkom, in 't bijzonder den bonds
voorzitter die niettegenstaande zqn
omvangrijke arbeid aan de uitnoodiging ge
volg had gegeven en de afgevaardigden
van de Chr. besturenbond. Ook het oud-lid
de heer Vierbergen heette spr. in bijzonder
welkom. Het bestuur had niet na kunnen
laten ook den heer Vierbergen op dezen
avond uit te noodigen. Tevens memoreerde
spr. het feit van het 10-jarig jubileum van
de heeren J. van Wijngaarden en A. Stichter
in hun resp. functie's van penningmeester
en secretaris hen dankende voor hun v.eel
on\yattende arbeid met den wensch dat zij
met Gods kracht nog lang met véél ïust
en ijver hun taak in het belang en groei
der afdeeling zullen mogen vervullen. Na
mens de afdeeling bood spr. hierna den
heer Stichter een fraai rookstel aan. Na
voorts ook de bestuursleden de heeren Vonk
en v. d. Laarse in welgekozen bewoordingen
dank te hebben gebracht voor hun veel
omvattende werkzaamheden wat zij verrich
ten voor het T.B C.-fonds en brandstoffen-
vereeniging eindigde spr. met een opwekkend
propagandawoord om tot lid der afdeeling
toe te treden en dezen avond in^ alle op
zichten zou mogen slagen tot groei en bloei
der afdeeling. (applaus).
De voorzitter deed hierila nog voorlezing
van een ingekomen brief van het oud-lid
den heer J. B. Snel inhoudende bericht van
verhindering en felicihriie's voor de afd.
De 2e secretaris de heer P. Vonk verkreeg
hierna gelegenheid tot het uitbrengen van
zijn verslag. In het algemeen gaf deze een
historisch- overzicht van het ontstaan, op
richting en verdere ontwikkeling van de af
deeling hoe deze werd opgericht met aan
vankelijk 29 leden en thans niet minder dan
ruim 90 leden telt. Tevens gewaagde spr. in
het einde van zijn zeer uitvoerig verslag
van de prettige samenwerking tusschen le
den en bestuur der N G B.
De voorzitter bracht hierna dank aan den
secretaris voor zijn zeer uitvoerig verslag
waarop de le secretaris de heer A. Stichter
aan de afdeeling dank bracht voor het fraai
aangeboden cadeau met den wensch dat de
aangename samenwerking nog vele jaren tot
groei on bloei der afdeeling bestendigd zal
moee blijven
Nadat hierna door de aanwezigen gemeen
schappelijk staande het eerste couplet van
het bondslied was gezongen en ververschin-
gen waren rondgediend verkreeg de bonds
voorzitter het woord.
Ook deze snr bracht de jubilarissen den
heeren J v Wijngaarden en Stichter een
woord van dank voor hun arbeid voor dé
afd. en noemde het vooral een zeldzaam feit
dat de penningmeester onafgebroken 10 jaar
zijn funotip on de meest correele wijze
heeft vervuld. Als we 100 van deze pen
ningmeester? in onze afdelingen hadden,
aldus spr., zouden wij zeker 2 bedienden
minder noodig hebben op ons kantoor te
Utrecht.
Ook den voorzitter den heer C. Koren die
zich zelf in zijn openingswoord had verge
ten te noemen dat hij sinds de oprichting
ais voorzitter van de afd. had gefungeerd
bracht spr bijzondere woorden van dank
voor hetgeen door deze zoowel in goede al?
moeilijke jaren steeds voor de afd. en tot
opbouw van den bond heeft gedaan met den
wensch dat ook hij nog vele jaren onder
Gods zegen in het belang der bond en af
deeling zal gespaard moge blijven.
Tevens gaf spr. z.n spijt te kennen over
het feit, dat de afd., die oorspronkelijk
reeds in 1908 door de Ghr. timmerlieden-
verg. was opgericht in 1909 weer teniet was
gegaan, waardoor een afd. in Alpihen reeds
veel langer had kunnen bestaan. Tevens
gaf spr. een opsomming van de namen die
op heden sinds de oprichting nog lid van
de afd. zijn, 'Voorts- besprak spr. den vraag
omtrent de moeilijkheden die wij op het
oogenblik, gelet op de economische toestan
den ook met onze organisatie weer tegemoet
gaan. Spr. hoopte dan ook dat het ledenaan.
tal spoedig zal klimmen tot 3 cijfers omdat
wij schouder aan schouder ook deze moei
lijkheden door kunnen komen en trachten
te overwinnen. Ook bracht spr. nog het
vraagstuk der 3e klasse indeeling naar vo
ren, en deelde mede, dat momenteel alle
pogingen worden aangewend tot herstel en
tot plaatsing o.a. ook van de afd. Alphen in
een tussdhenklasse. Spr. eidigde tenslotte met
den wensch, dat de Rijnstreek, die toch
voor onze organisatie, over zooveel invloed
beschikt, ook tegenover de andere en mo
derne organisatie, steeds meer en meer zal
moge ontwikkelen, omdat nog vele leden
van den Chr, Bouwarbeidersbond hiervan
de vruchten zullen mogen plukken, (applaus)
De plaatselijke voorzitter bracht de voor
zitter hierna dank met den wensch dat deze
nog lang voor den hond zal mogen blijven
gespaard mede tot verheffing der afdeeling
Alphen aan den Rijn.
Achtereenvolgens verkregen hierna nog
het woord de heer Geerlof als afgevaar
digde van den Chr. Besturenbond die de
wenschen aan de jubileerende afd. van den
N.C.B. overbracht en de heer Vierbergen,
al? oud lid, die een algemeen propaganda
woord sprak en op bijzondere wijze eenige
ervaringen schetste van de werkzaamheden
en ondervindingen van een propagandist.
Spr. releveerde hierbij een geval van een
lid behoorende feitelijk tot de meubel
makersorganisatie hoe deze eerst alle
mogelijke principieele bezwaren maakte,
tegen een organisatie doch bij bedreiging,
van een staking in zijn vak op bezoek
zijnde bij een kennis door een radiorede
waarbij o.m. dien avond sprak de bekende
evangelist K. Baas Gzn. toen an afloop
dezer rede per radio werd bekend gemaakt
da! tusschen de Meubelmakerspalroonsbond
en betrekkelijke organisatie'9 overeenstem
ming was bereikt, wat belangrijke voor
dooien medebracht, den doorslag gaf dat
deze persoon uit eigen beweging tot lid
zijner organisatie toetrad.
Nadat vervolgens door de heeren H de
Bruin en A. Vonk op zeer verdienstelijke
wijze een gedicht was gedeclameerd om
trent het ontstaan en ontwikkeling der af
deeling en verdere bijzonderheden compli
menteerde het oudste lid, de heer de Vries,
namens de leden het bestuur nog met het
12V--iarig bestaan der afdeeling, waarna
het officieele gedeelte van het programma
was afgewerkt.
Het verdere gedeelte van den avond
werd opgeluisterd door muziek van den or
ganist A. Snel. zang en voordrachten,
waarbij het er recht gezellig en geanimeerd
aan toe ging Vooral ook de zang van het
mannenkwartet en eenige ledpn tevens
leden van het mannenkoor „Kunst na Ar
beid" met de door hun zeer verdienstelijk
vertolkte nummers „Vertrouwen" en de be
kende „Spijskaart" verwierven veel bijval.
Kortom hel geheel was een recht gezpllige
en goed gpslaagde avond, waarop de afdee
ling met succes kan terugzien!!
„Maar kan de Oosbenrijksche regeering
er dan niets aan doen Ach, ik vergeet
op dat oogenblik dat Bohemen nu bij
Tsjecho-Slowakije behoort, welks regeering
misschien weinig voelt voor soldaten die
onder Oostenrijksche' vlag vochten.
„Nee, niets."
„En weet uw familie dat u hier bent V'
„Ja, verleden jaar kreeg ik nog een
brief, maar ook zij kunnen me niet hel
pen. Och, kon ik maat wegkomen; een
vriend van me is het gelukt naar Amerika
te ontsnappen."
Ik geef hem wat sigaretten, die hij
alleen achter een houtstapel durft aan te
nemen. En even later loopt hij weg, „man
achtet auf uns."„.
En zoo zijn er hier duizenden en duizen
den gevallen, elk op zich zelf een in-droeve
tragedie. En eiken dag komen er nieuwe»
bij, en niemand die zich hier meer durft
te verzetten tegen deze tyrannie... tegen
deze zegeningen van den heilstaat.
Een maand later, öp een nacht, vertrek
ken we.
Uit barakken klinkt weemoedig gezang
over de blauw-liehte Dwina.
.Westen! Waakt!