A.S.C.-LUGDUNUM
LAND- EN TUINBOUW.
GENEESKUNDIGE BRIEYEN.
VOETANGELS EN KLEIDEN
OP BELASTINGTERREIN.
voetbal.
hockey.
wielrennen.
zeilen.
schieten.
dammen.
MORGENMIDDAG 2 UUR
TERREIN DE KEMPENAERSTRAAT. 69i
INVOERING VAN EEN
MAALGEBOD.
Een wetsontwerp spoedig te verwachten.
Naar wij vernemen, heeft de commissie-
Lovink geadviseerd een wetsontwerp in te
dienen, waardoor een dusgenaamd „maal-
gebod" wordt ingevoerd: er zal alleen meel
mogen worden gebruikt, waarvan een te
bepalen minimum uit binnenlandsch meel
moet bestaan. Gehoopt wordt, dat hierdoor
de prijs van het binnenlandsch graan zal
stijgen.
Van de zijde der maalindustTie en der
meelimporteurs worden hiertegen ernstige
bezwaren aangevoerd.
Dezer dagen is echter de beslissing ge-
Tallen, dat de Regeering het advies der Com-
missie-Lovink ten deze zal opvolgen. De
Indiening van het desbetreffend wetsont
werp is spoedig te wachten. „Msb."
DE RIJKSWATERSTAAT
STICHT ZELF EEN KWEEKERIÏ
Voor de beplanting van rijkswegen.
Naar „Het Volk" bij geruchte vernam, zou
minister Reymer hebben besloten, dat de
Rijkswaterstaat voortaan in eigen beheer de
heesters zal kweeken, die noodig zijn voor
de beplanting van rijkswegen. Bij navraag
werd aan het blad de juistheid van dit ge
rucht volledig bevestigd. Aanleiding tot deze
belangrijke beslissing moet zijn de omstan
digheid, dat het tegenwoordig steeds be
zwaarlijker wordt geschikte heesters voor
dat doel bij particuliere boomkweekers te
koopen, zoodat niettegenstaande de hooge
prijzen, noodgedwongen soms genoegen
moest worden genomen met materiaal, dat
niet beantwoordde aan de eischen. De heer-
schende ziekte ander de iepen, ten gevolge
waarvan reeds veel hout moest worden ge
veld en door nieuwe boomen van verschil
lende soort vervangen, is een voorname
oorzaak, dat de particuliere kweekerijen aan
de behoeite van den Rijkswaterstaat niet
kunnen voldoen.
De plaats der te stichten kweekerij is
reeds vastgesteld. Met het gemeentebestuur
van Amersfoort zijn onderhandelingen ge
voerd, die er toe hebben geleid, dat een aan
die gemeente toebehoorend terrein onder
Hoogland, voorloopig ter grootte van 5 hec
taren, kan worden gehuurd, zoodat met de
werkzaamheden binnenkort reeds een aan
vang zal worden gemaakt.
Het blad vernam verder nog, dat de tech
nische leiding van de te stichten kweekerij
is opgedragen aan het Staatsboschbeheer.
KON. NEDERL. LANDBOUW-
COMITE.
Vergadering te 's-Gravenhage.
In de vergaderzaal van de Eerste Kamer
vergaderde gisteren het Koninklijk Neder-
landsoh Landbouwcomité onder voorzitter
schap van den heer J. L. Nijsingh. In zijn
openingswoord wees deze op de groote
moeilijkheden van den tegenwoordigen tijd
yoor de leiders van landbouw-organisaties.
Zonder de hulp der regeering zal het niet
mogelijk zijn verzachting te brengen. Er is
overleg gepleegd met andere organisaties
en het is gelukt een z.g. groen front te
vormen, dat der regeering maatregelen
heeft geadviseerd. Inmiddels heeft de re
geering een commissie-Lovink ingesteld,
die al belangrijke adviezen aan de Regee-
ring heeft doen uitgaan. Het reeds in wer
king getreden suikerwe-tje is de vrucht van
een advies der commissie. Een tweede ad
vies geldt een maalgebod (men zie het des
betreffende bericht. Red. ,,L. D."),
waarvan, naar spr. hoopt, de tarweverbou-
wers spoedig de vruchten zullen plukken.
In de derde plaats is geadviseerd over
steun aan de aardappelteelt in de veen
koloniën; spr. hoopt, dat de veenkoloniën
spoedig geholpen zullen worden. Andere
onderwerpen zijn nog in studio.
Van al deze maatregelen is er nog slechts
éénhet suikerwetje, in het Staatsblad ver
schenen. Dat is een mager Tesultaat. Ten
opzichte van steunverleening of helpende
maatregelen, biedt de Troonrede geen
perspectief. Daartegenover vormt de aan
kondiging van allerlei maatregelen door
den minister van Arbeid een schril con
trast. Wel zeer missen wij, zeide spreker,
een zelfstandig landbouw-ministerie. Spr.
concludeert, dat de landbouwers in hechte
aaneensluiting hun heil moeten zoeken.
Het verslag van den secretaris werd goed
gekeurd, evenals de rekening en verant
woording.
Benoemd werden töt lid der financieelo
commissie, in de plaats van den heer Tj.
B. E. Kielstra te 's-Gravenhage, de hee*
A. J. Bom te Dinteloord; herbenoemd wer
den tot leden van de commissie voor hef
tentoomstellingswezen jhr. J. van Vreden-
burch te Cappellen en ir. H. Wibbens te
's-Gravenhage.
De heer J. E. Doornbos te Schildwolde
(Gr.) hield een inleiding over het coöpera
tieve element in de Nederlandsche aard-
appelmeel-industrie. Na eenige discussie
werd de volgende motie van den heer J.
Eerken, voorzitter van den Veenkolonialen
Boerenbond aangenomen
De alg. vergadering van Eet Kon. Ned.
Landbouwcomité, kennis genomen hébben-
de van den wanhopigen toestand, waarin
de veenkoloniale landbouwers komen té
verkeeren, is van meening, dat krachtige
pogingen in het werk dienen te worden ge-
stpld. opdat van regeeringswege zonder
verwijl maatregelen worden genomen om
dezen noodtoestand to verzachten, ver
zoekt het bureau van het comité zich te
dien einde tot do regeering te wenden om
in een mondeling onderhoud een en ander
nader toe te lichten.
MANDRAGORA ALRUIN.
In de geneesmiddelleer en -geschiede
nis is de mandragora wel het merkwaar
digste voorbeeld hoe de werkelijke eigen
schappen van een bepaalde artsenij in den
loop der tijden met mystiek en bijgeloof ver
mengd worden. Dit is met deze plant in zoo
danige mate het geval dat eeuwen lang men
eigenlijk alleen aan de wonderdadige wer
king der plant aandacht heeft geschonken
en dat eerst in den allerlaatsten tijd pogin
gen zijn in het werk gesteld, om haar waren
aard, beteekenis en eigenschappen aan het
licht te brengen.
Den grondslag van die overheerschende
mystiek hebben wij waarschijnlijk te zoe
ken in den eigenaardigen vorm van den
mandragora-wortel. Deze is in kleur en
grondvorm eenigszins te vergelijken met den
rammenas-wortel. Maar aan het bovenste
dikke gedeelte gaan al dadelijk twee vertak
kingen uit, waardoor een vorm ontstaat, die
veel doet denken aan den menschelijken
romp met schouders en armen. Die armen
zijn dan weer vertakt en er is meer fantasie
noodig om in deze vertakkingen hand en
vingers te onderkennen. Meer naar onder
splitst zich de romp in twee deelen en hier
is de overeenkomst met de van den romp
uitgaande beenen weer bijzonder groot. Van
dezen wortel gaat geen lange stengel uit,
maar slechts een kort gedrongen deel, dat
even boven de aardoppervlakte in vlak uit
gespreide bladeren overgaat. Zoodoende ver
toont het geheel inderdaad veel overeen
komst met een menschelijk figuur, waarvan
dat korte deel, het hoofd, getooid is met een
krans van bladeren en vruchten. De plant
groeit om de Middellandsche zee heen, zij
behoort tot de familie der nachtschaden (So-
iancheeën) en lijkt het meest op het bilzen-
kruid. De bladen zijn groot, eivormig, meest
gaafrandig en als de andere solaneeën be
haard, de bloem is vijfdeelig en de vrucht is
een bes. Een zwaardere soort heeft groen
witte, een lichtere soort paarsachtige bloe
men.
De meest wonderlijke verhalen waren
over de mandragora in omloop. De plant
was moeilijk to verkrijgen. Zij zou vluch
ten zoodra een mensch in de nabijheid
kwam. De deugden der plant waren zoo veie
en zoo groot, dat zij den onreinen mensch
vermeed. Alleen bevochtiging met urine van
een vrouw zou in staat zijn, haar op de
plaats te houden. Men moest de aarde om
de plant heen dan zoover weggraven, dat zij
bijna los lag, dan een touw er aan vastma
ken en dit bevestigen aan den halsband van
een hond. De hond werd door een stuk
vleesch weggelokt en trok dan de plant uit
den grond met het gevolg, dat het dier on
middellijk stierf. De plant zou bij dit los
rakken een zoo vreeselijken gil geven, dat
ieder, die dezen gil hoorde meteen stierf.
Daarom 9topte hij, die de plant verkrijgen
wilde, zich de ooren dicht. En op afbeeldin
gen ziet men den graver op een hoorn bla
zen, met de bedoeling door dat getoeter het
schreeuwen van de plant te overheerschen.
De plant zou het best groeien onder een
galg, waaraan een onschuldige opgehangen
was.
De verhalen over de plant zijn reeds zeer
oud. In een codex uit het begin der zesde
eeuw vinden wij een afbeelding van Dios-
curides, die een mandragorawortel laat tee
kenen, welke hem door de godin der ontdek
kingen, Heuresis, wordt voorgehouden. Er
werden mannelijke en vrouwelijke alruinen
onderscheiden. De mannelijke zijn van een
breederen bladerenkrans voorzien. Op de
oude afbeeldingen kon de teekenaar gemak
kelijk het verschil nog duidelijker doen uit
komen. Volgens Dioscurides heeft de man
nelijke plant, ook Morion genoemd, breede,
groote, witte en gladde bladeren, de vruch
ten zijn dubbel zoo groot als van de vrou
welijke, saffraangeel en ietwat scherp-wel-
riekend. De bladen van de vrouwelijke
plant daarentegen zijn klein en smal en heb
ben een leelijke, scherpe geur.
De steeds op den voorgrond tredende
eigenschap der plant is de slaapverwek
kende werkling. Deze wordt reeds gevonden
in een overoud Egyptisch opschrift over ie
vernietiging van het menschdom door de
goden. Op bevel van den oppersten god werd
een groote hoeveelheid mandrogora verza
meld. De wortels werden gemalen en met
bier vermengd, zoodat het vocht er uitzag
als menschenbloed. De met de vernietiging
van het menschengeslacht belaste godin
dronk van dezen drank, viel daarop in een
diepen slaap, zoodat zij geen mensch meer
herkennen kon. Op deze wijze werd de
menschheid gered.
Volgens een ander verhaal was omstreeks
200 jaar v. Chr. de Carthaagsche veldheer
Marhabal in strijd met Afrikaansche volks
stammen. Hij nam schijnbaar de vlucht,
maar liet in zijn legerplaats groote hoeveel
heden wijn achter, waarin mandragora ge
mengd was. Zijn list gelukte. De vijand, die
zich aan den wijn te goed deed, viel in een
diepen slaap en kon door den terugkeeren
den veldheer gemakkelijk overmeesterd
wonden.
Ook in de Decamerone vinden wij een
verhaal waarin de alruin een belangrijke rol
speelt.
Prof. Haberiing, aan wiens geschrift wij
veel van deze gegevens ontleenen, geeft
een aanhaling uit de „Faust" van Goethe,
waarin van de alruin en den zwarten hond
gesproken wordt. Wie van de mandragora-
geschiedenis niet op de hoogte is, zal de be
teekenis daarvan allicht ontgaan. In Romeo
en Julia komt een tirade voor, waarin Julia
spreekt van het „gekrijsch der Alruinen, die
men uitgraaft en bij wier kreet de menscli
buiten zinnen raakt".
Verder laat Shakespeare Suffolk in Hen
drik IV zeggen: ,,Als vloeken dooden kon
gelijk 't gesteun van de alruinen, dan zou
ik bittere woorden vinden die 't merg door
boren", Cleopatra vraagt mandragora te
drinken, opdat zij zoolang slapen moge als
haar Antonius van huis is. En Jago dreigt
Othello, dat noch wijn, noch mandragora,
noch alle slaapverwekkende sappen der
natuur hem den zöeten slaap van voorheen
zullen teruggeven.;
Eigenaardig is het, dat de artsen tot ia
do middeleeuwen voornamelijk suggestieve
kracht aan de mandragora poogden te ont
leenen. Zoo schreven zij voor, de vrucht
onder het hoofdkussen te leggen of er een
soort pleister van te maken en deze op 't
voorhoofd en op de slapen te leggen. Nog
later ging men er toe over, meer en meer
de tooverwerking van de alruin te huldi
gen. De wortel werd geheel naar den men
schelijken vorm gemodelleerd, zelfs van
kleeren voorzien en deze alruin-mannetjes
en vrouwtjes werden dan duur verkocht
wegens hun vele geheime krachten. Zij kon
den kinderzegen in huis brengen, het voor
radige geld vermeerderen enz. Geen won
der dat er spoedig bedrog in het spel kwam.
Men sneed dergelijke figuren uit beetwor
tels en poogde deze aau den man te bren
gen. Mandragora was ook een der bestand-
deelen, waarmee men in de middeleeuwen
sponsen drenkte, welke, voor den neus ge
houden, bij operaties gevoelloosheid zou
den veroorzaken, een voorlooper dus van
de thans gebruikelijke naTcosemethode.
In d^n laatsten tijd zijn wetenschappe
lijke proeven genomen om de werking van
mandragora te bepalen. Dat het een bij
zonderen invloed op het zenuwstelsel heb
ben moet, verwondert niet, omdat geble
ken is, dat de voornaamste bestanddeelen
zijnhyoscine, hyocyamine en atropine. Dit
verklaart zoowel de slaapverwekkende als
de zenuwprikkelende werking. Zoo blijft ten
slotte, ontdaan van alle mystiek, bijgeloof
en bedrog, de alruin beteekenis houden,
welke door nog verder onderzoek zonder
twijfel het menschdom ten goede kan
komen.
H. A. S,
Het labyrinth.
(Vervolg).
Zooals ik do vorige maal opmerkte, zijn er
verschillende uitspraken door den H. R. ge
daan, waaruit kan blijken, dat het in be
paalde gevallen niet zoo gemakkelijk is om
uit te maken of zekere effecten al dan niet
behooren tot iemands bedrijf, en zoo ja, of
ze deel uitmaken van het vaste of van het
vlottende kapitaal.
Nemen we tot verduidelijking eens eenige
voorbeelden.
Iemand had zijn geheele vermogen als
waarborg gesteld voor zijne bedrijfsschulden.
Indien we nu verder weten, dat een ge
deelte van het vermogen uit effecten bestaat
blijft het raadsel op te lossen, of deze effec
ten al dan niet tot het bedrijf van den be
trokken personen kunnen gerekend worden.
Alvorens de oplossing te vermelden eerst
nog een ander raadseltje: Iemand had tijde
lijk effecten uit privé-b.ezit in onderpand ge
geven als dekking voor bedrijfsschulden,
terwijl voorts het op deze effecten ontvan
gen voorschot in het bedrijf werd gestort.
Werden nu door deze transactie, bedoelde
effecten onderdeel van het bedrijf van ge
noemden persoon?
De Hooge Raad gaf in beide gevallen een
ontkennend antwoord, als motief aanvoe
rend, dat effecten, welke dienen, tot zeker
heid van bedrijfsschulden, daardoor nog niet
zelve in het bedrijf gebracht worden.
In beide gevallen werden de effecten dus
beschouwd al9 privé-eigendom, welks koers
verliezen niets hebben uit te staan met de
berekening van het zakelijk inkomen.
Het is niet wel mogelijk vaste regels te
geven om uit te -maken, of effecten al of
niet tot iemands privé of zakelijk bezit be
hooren, elk geval moet op zichzelf bezien en
beoordeeld worden.
Vermelden we thans nog een uitspraak,
welke betrekking had op de vraag of be-
drijfseffecten. te rekenen waren tot het vaste
of het vlottende kapitaal.
Een makelaar had aandeelen en obligaties
van verschillende ondernemingen gekocht
om personen, die bij die ondernemingen be
trokken waren, aan zijn zaak te binden.
Op deze effecten nu had de kooper een
aanzienlijk koersverlies geleden en toen
rees de vraag of dit koersverlies mocht
worden afgetrokken.
De Raad van Beroep, tot oordeelen geroe
pen, was van meening, dat koersverliezen
alleen d&n in mindering zouden mogen ge
bracht worden, indien deze effecten behoor
den tot appellant's handelsvoorraad of wel
waren aangekocht ter tijdelijke belegging
van kasgeld. De Raad van Beroep vond
echter, dat geen van beide gevallen zich
in het onderhavige proces hadden voorge
daan, op grond waarvan het College te
kennen gaf, dat koersverliezen op bedoelde
effecten niet in aftrek konden gebracht
worden.
De Raad sprak hierbij dus de meening
uit, dat de effecten wel te beschouwen
waren als bedrijfsobjecten, doch dat zij be
hoorden tot het vast kapitaal, in welk geval
zooals de vorige maal werd medegedeeld,
geen koersverschillen kunnen worden afge
trokken.
Onze makelaar achtte zich door deze uit
spraak niet bevredigend en ging in cassatie.
De Hooge Raad deed hierna een uitspraak,
welke merkwaardig genoeg is om hier te
vermelden.
Het hooge College stelde n.l. vast, dat de
opvatting van den Raad van Beroep, als
zoude met koersverlies, op effecten geleden,
alleen rekening gehouden mogen worden,
indien de effecten behooren tot een han
delsvoorraad van belanghebbende, dan wel
zijn aangekocht tot tijdelijke belegging van
kasgeld, inderdaad te erg is, wijl het toch
zeer goed mogelijk ware, dat belangheb
bende om zijn bedrijf als makelaar te kun
nen uitoefenen, ettelijke effecten onder zijn
bedrijfskapitaal moest hebben.
Voorts geeft het College te kennen, dat
aandeelen in een N.V., die men moet be
zitten, ten einde als commissaris van die
N.V. te kunnen optreden, welk commissa
riaat weer noodig is om de N.V. als klant
te kunnen behouden, tot het vaste kapitaal
behooren. Anderzijds zijn echter tot het
vlottend kapitaal te rekenen die aandeeden,
welke men neemt om klanten aan zijn
zaek te binden in door dezen op te
richten N.V.'s, ai verhindert niets, de aan
deelen weer van de hand te doen, wanneer
de N.V.'s tot stand zijn gekomen. In dit
laatste geval mogen dus koersdalingen als
verliezen worden afgetrokken.
Aangezien de makelaar het geluk had, dat
zijn effecten tot deze categorie konden ge
rekend worden, werd ten slotte het koers
verlies toch nog in mindering gebraoht. Uit
dit voorbeeld blijkt wel op overtuigende
wijze, over welk een fijn onderscheidings
vermogen men moet beschikken om be
paalde kwesties te kunnen ontwarren.
Vragen op dit gebied zullen gaarne door
onzen medewerker worden beantwoord.
A. S. C.—LUGDUNUM.
A. S. C. komt morgen in den wedstrijd
tegen Lugdunum in dé volgende opstelling
uit
Van Breen,
Josson, Lefrandt,
Brouwer, De Jongh, Stephanu9,
Janssen, v. d. Putten, Schmidt,
De Ruiter v. d. Leeden
DE L. V. B. STEEDS
VOORUITGAANDE.
Daar de vereeniging Alphen thans weer
officieel bij den L. V. B. is ingedeeld en
enkele vereenigingen nog met een extra
elftal hebben ingeschreven, blijven de
slerklecijfers van den bond steeds in stij
gende lijn gaan. De 35 thans bij den L.V.B.
aangesloten vereenigingem hebben nu ge
zamenlijk ingeschreven met 68 elftallen,
t.w. 18 elftallen voor de Zaterdagmiddag-
competitie en 50 elftallen voor de Zondag
competitie.
DE COMPETITIE.
Voorde competitie worden morgen gei
speeld Togo II-Leiden I en Leiden II—*
Togo ÜI.
LEZING MET LICHTBEELDEN
DOOR DEN HEER KATOEN.
Naar wij vernemen zal de heer W. Katoen
volgende week alhier een zijner welbekende
voetbal-lezingen met lichtbeelden houden.
De lezing, welke in „OoncoTd'ia" wordt ge
houden en het vorig jaar zoo'n prachtig suc
ces is geworden, zal ook nu zeker weer
groote belangstelling trekken.
Dag en uur zullen nader bekend worden
gemaakt.
AVONTUUR VAN EEN
AMSTERDAMMER IN
ENGELAND.
Een Engelsch blad maakt melding van het
avontuur van een Amsterdamschen jonge
man, genaamd H. D. van de Amsterdamsche
voetbalclub Swift (vierde klasse K.N.V.B)
in Engeland, die trachtte een plaatsje in
Sunderland te bemachtigen, maar op snelle
wijze ontgoocheld werd.
„Gewapend met den geest van zijn avon
tuurlijke voorvaderen aldus meldt het
blad wier schepen eens den Theems op
voeren. kwam een jonge Nederlander naar
Engeland. Hij wou gaan spelen voor Sun
derlandmaar de politie heeft z'n plan
nen verijdeld.
H. D. uit Amsterdam, hoopte ongetwijfeld
het voorbeeld van Keyzer te volgen, die
kwam, zag.en in het Arsenal-doel
terecht kwam. Tot de verbazing der Sunder-
land-leiders wandelde hij de kleedkamer der
spelers binnen en vroeg of hij een9 een proef
van z'n capaciteiten mocht afleggen. Door
zijn vurige beden en z'n introducties waaruit
bleek, dat hij voor het Amsterdamsche
Swift had gespeeld, kreeg hij verlof mee te
trainen.
Maar polilie-agenten sloegen zijn ver
wachtingen den bodem in. Toen hij in zijn
voetbalbroekje stond, vertelden zij hem, dat
hij Engeland was binnengekomen zonder
toestemming van de immigratie-autoriteiten.
Hij kon zich weer aankleeden, maar gaf nog
een liedje met „jodel-variaties" ten beste, tot
vermaak der agenten. Dat deed hij ook in
het politiebureau.
Daar werd verder uitgemaakt, dat D.
eerder al niet te Southampton had mogen
binnenkomen. Later was hij teruggekeerd
naar Engeland en toch binnengekomen.
Thans wacht hij op repatrieering.
Het blad vraagt zich af of Sunderland
misschien een „Keyzer" verloren heeft.
SWIFT.
Morgen houdt Swift een selectie-wedstrijd
over 60 K.M. voor den invitatie-wedstrijd
van „Hollandia" op 19 October. Als prijs is
er nog een zilveren lauwertak aan ver
bonden.
De B-klassers rijden 20 K.M.
Voor de juniores is er een sprint vastge
steld over 300 M.
Bijeenkomst te 9 uur aan het clublokaal,
staTt te halftien.
BRASEMPRITS EN DE
VRIES LENTSCH BEKER.
Hoewel nog niet van alle wedstrijden da
officieele uitslagen volledig bij het Centraal
Bureau voor Watersport zijn ingeleverd,
staat wel vast, dat in de Regenboog-klasse
de BrasempTijs dit jaar gewonnen is door
den heer C. van Staveren te Oude Wete
ring, en in de 12-voetsjollenklasse de Willem!
de Vries Lentsch Beker door den heer
P. J. J. Huybers te Rotterdam.
(Waterkampioen).
WEDSTRIJDEN
BURGEMEESTER de GIJSELAAR
Gistermiddag te halfvier had! ïn de theo
riezaal van het politiebureau alhier de
opening plaats van den 5den jaarlijkschen
onderlingen schietwedstrijd van de politie-
schietvereeniging „Burgemeester de Gijse-
laar" plaats.
Nadat de voorzitter, de heer Uitendaal, de
aanwezige dames en heeren en vooral jhr.
De Gijselaar en den commissaris van politie»
een hartelijk welkom had toegeroepen,
moest hij tot zijn spijt mededeelen, dat de
trouwe leden G. P. Kok en P. de Gunst,
door omstandigheden verhinderd waren aan
wezig te zijn.
Hij memoreearde vervolgens in het kort
het 5-jarig bestaan der Vereeniging en
wekte de leden op flink te oefenen om goede
schutters te worden, daar een paar der
beste schutters, wegens verandering vani
betrekking, de vereeniging hebben verlaten.
Hierna gaf hij het woord aan jhr. De Gijse
laar om den wedstrijd te openen.
Deze, het woord nemende, verklaarde
met genoegen dezen wedstrijd te willen'
openen.
Hij bracht dank aan den C. v. P., dat hij
de vereeniging in de gelegenheid had ge
steld, aan het bureau te kunnen schieten,
daar het plezierig is op eigen terrein te kun
nen oefenen.
Spr. deed vervolgens uitkomen het groote
nut voor politie-dienaren om goed te kun
nen schieten.
Vervolgens sprak hij den wen9ch uit daj£
de wedstrijd wederom aangenaam mocht
verloopen, zooals dit in de afgeloopen 5'
jaar steeds het geval is geweest en spr.
hoopte, dat de verschillende mooie prijzen]
met hooge punten mochten worden gewon
nen.
Nadat dfe aanwezige prijzen, waaronder
een verguld-zilveren medaille van jhr. De
Gijselaar, (door den Commissaris van
Politie en den heer P .de Gunst zijn nog
medailles toegezegd) waren bezichtigd, be
gaf men zich naar de schietbaan, alwaar
door den voorziter de eerse serie werd ge
schoten.
BEKERWEDSTRIJDEN CHR.
LETDSCHE DAMVEREENIGING.
De uitslag van de vijfde ronde is als volgtf
le klasse.
Van der Stelv. d. Wijngaard11!
Van den BoschVan Zwieten Sr. 20
KleinVan der Reek 20
KleerMeinema 20
GastelaarsOptendree9 20
Afgebr. partij
Gastelaarsv. d. Bosch 20
2e klasse.
OudshoornZwanenburg 20
ColpaJ. v. d. Wijngaard20
KwaadgrasSierag 02
J. B. v. d. Wijngaard-—v. Zwieten Jr. 02
De GraafTeunissen 20
TITDSCHRIFTEN.
De „Nederlandsche Sport" opgeheven.
Van de „Nederlandsche Sport", het blad
van Ellerman, Harms en Co., is gisteren
het laatste nummer verschenen.
Met dit sporttijdschrift verdwijnt een
blad, dat bijna een halve eeuw bestond en
vroeger gretig werd gelezen, toen de dag
bladen nog maar weinig sportnieuws bevat
ten. De uitgevers zijn echter nu tot de con
clusie gekomen, dat de dagbladen zooveel
sportnieuws met foto's geven, dat voor een
sportweekblad slechts weinig belangstelling
meer bestaat.
Met de .Nederlandsche Sport" verdwijnt
een stuk sportgeschiedenis, want vooral
vroeger toen het to tal isatorverbod nog niet
bestond, had de „Ned. Sport" veel aftrek.
Het bijblad „Hockey* zal nog geregeld
als afzonderlijk blad blijven verschijnen
met de off. bondsberichten.
RECLAME.
25.