De mode in vroegere tijden.
Wat de vrouw draagt.
71sle Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 11 October 1930
Vierde Blad
No. 21647
VOOR DE HUISVROUW.
DG HANDSCHOEN.
Het komt meermalen voor dat de nieuwe
mode zich kenmerkt, niet door haar ge
wone creaties, doch door de verschillende
details. Het is dan ook veel beter de be
treffende mode, uitgaande van deze details,
dan op andere wijze, te beoordeelen.
Als men dan aldus uitgaande van
verschillende details der garderobe pro
beert gevolgtrekkingen voor de nieuwe
mode te maken, dan zal het opvallen, hoe
veel groote veranderingen er tegenover
andere jaren gekomen zijn.
Laat men n.l. de lijn der vorige modé
de revue passeeren en beschouwt men de
nieuwste creaties met alle bijzonderheden i
van het voorgaande seizoen, dan zal men j
zien, dat het tot nog toe toch altijd om een
eenigermate sportieve lijn ging, waarvan
nu echter geen sprake meer is, of beter
gezegd, dat hiervan alleen sprake is, wan-
neer het betreffende kleedingstuk werke
lijk enkel en alleen voor sport dienst moet
doen. De algemeene modetendens is abso
luut vrouwelijk. Vrouwelijkheid" zal
hoogtij vieren.
Vanzelfsprekend merkt men dit allereerst
in de verschillende kleinigheden, die bij
onze kleeding te pas komen; zooals b.v.
garneeringen. Men ziet n.l. veel kant en
borduursel, naast fluweelen linten en der
gelijke, kortom effecten, welke langen tijd
niet in de mode waren en die ons naar
het eerste decennium van onze eeuw terug
voeren.
De talrijke details, die tot de elegante
verschijning der vrouw bijdragen, hebben
een absoluut vrouwelijk karakter.
De waaier in haar varieerende, capri-
cieuze vormen is weer op het tooneel ver
schenen; verder de mof, die hoe vreemd
het ook moge klinken, als laatste nontert
door de „groote huizen" gebracht wordt
en zelfs een groot succes blijkt te hebben.
De proote handschoenenmode is echter
het minst typeerende van deze vrouwelijke
tendens der mode.
Op slag heeft dit toiletonderdeel, dat tot
voor kort nog met een medelijdend lachje
werd besproken, zich weten te herstellen
en wel zoodanig, dat de elegante vrouw
bij eeen enkele gelegenheid meer zond°r
bandschoenen zal verschijnen. Deze mode
gaat. zelfs zoover, dat wij er langzamer
hand van doordrongen woTden, dat ,,onge-
handschoeDd" synoniem is aan „onge
kleed" en dus „niet-elegant."
Geen wonder, dat onder deze omstandig
heden de handschoenfabricatie, wat be
treft kleuren, model, aard van garneerin
gen en verdere bijzonderheden, tot he*
uiterste wordt opgevoerd waardoor we
werkeliik buitensrewoon fraaie creaties te
bewonderen krijgen.
Dat de verschillende ateliers en fabrie
ken een uitgebreid arbeidsveld gekregen
hebben, staat vast, want zoowel de spor
tieve handschoen als de chique exempla
ren, die men op de wandeling draagt, bic
den velerlei moeeli'khedeninteressanter
noe is de fabricatie der handschoenen die
's middags gedragen worden, afgezien nog
van de wonderschoone exemplaren waarmee
de elecranto vrouw zich 's avonds tooit.
Hieraan wordt wel buiteneewone zore be
steed. Men moet niet denken dat de mo
derne handschoen zich tevreden stelt mes
een goedp coune alleen doch zij weet met
voordepl gebruik le maken van de mede-
on d;verce qarce'Mnen, waardoor
verbluffend schoone effecten verkregen
worden.
Hierdoor komt het ook, dat men met
bontbezette en eeborduurde handschoe
nen niet laneer als curiositeit zal beschou
wen Ze zuller. beschouwd worden als on
derdeel van het toilet en naar harmonie
hierin zal iedere elegante vrouw streven
Enkele interessante modellen, die op de
schets z.iin afereheeld. moe-en dienen om u
een indruk te seven ^an deze veelbpspro
ken hard«ehopnermodc die niet zal nala
ten ziin «temppl te drukken op de alge
meene stiil, die wij in de toekomst kun
nen verwachten.
Dat een wandelhandschoen ook wel iets
anders kan hebben dan de afgezaagde, ba
nale knoopsluiting, laat U de eerste afbeel
ding al zien; veel variaties zijn denkbaar,
hetgeen blijkt uit de handschoen met kap,
waarin vetergaatjes zijn aangebracht, waar
leeren bandjes doorheen zijn gehaald die
samengeknoopt worden, terwijl de einden er
los bij blijven bungelen. Een dergelijke
handschoen wordt, in overeenstemming met
bijbehoorend mantelpak of bijbehoorende
mantel, in grijs of bruin gemaakt.
Ter afwisseling en tevens om iets origi
neels te brengen, verplaatsen sommige ont
werpers de mouwgarneering naar de man
chet van de handschoen en weten hiermee
eigenaardige en aparte effecten te bereiken.
Als voorbeeld hiervan ziet U allereerst een
handschoen waarop een persianervel ver
werkt is. Wil men echter bont sparen, het
geen bij. een kostbaar soort natuurlijk van
groot belang is, dan kan ook heel goed vol
staan worden door hiervan alleen een paar
streepen aan te brengen, waardoorheen het
leer van de kap zichtbaar blijft.
De handschoen voor den namiddag heeft
in den regel een langere tamelijk smalle
kap, waarop bonte leeren streepen worden
genaaid, waartusschen dan nog vaak een
monogram geproduceerd wordt Hierin zijn
ongelooflijk Charmante kleurencombinaties
te verkrijgen, b.v. zwart-wit-goud, zwart-
zilver-turquoise, wijnrood-beige-koper enz.
Niet zelden worden ook de dwarse leer-ap-
plicaties onderbroken door stiksteeken,
waardoor een mooi en elegant geheel ver
kregen wordt; weer iets origineels in dit
belangrijk mode-object.
Verder worden 's middags ook veel ge
borduurde- en handschoenen met verschil
lende applicaties gedragen. De dunne soe
pele leeren handschoen met ingezette punt-
motieven is zeer gewild.
In hoofdzaak ziet men 's avonds lange
handschoenen in zwart en wit, waarnaast
men echter ook als uiterste elegance en
voornaamheid exemplaren in de tint van
het betreffende avondtoilet aantreft. Als af
werking ziet men veel een kelk van kant ol
paardehaar. hetgeen ons weer doet denken
aan de „empirestijl", waaraan de komende
mode ons toch steeds meer en meer her
innert. W. U.
De kragen der mantels en mantelcostunms
zijn in hun rijkdom aan phantasie schier
zonder einde. Onder de talrijke typen die
de herfstmode ons brengt, maken die met
het kuoopeffect den meesten opgang, daar
dit weer eens iets heel anders is. En een
origineel idee wordt altijd met vreugde be
groet.
Zulke bontknoopen worden natuurlijk niet
echt geknoopt, doch opzij met haakjes
„onzichtbaar" gesloten.
Dergelijke effecten van bont kunnen
alleen bereik! worden met kortharige soorten
en daarom kiest men voor dit doel in hoofd
zaak persianer- en breitschwanz klauwen,
verder ..bever", murmel, hermelijn en
i alle goede imitaties hiervan.
o>rn
Een moeder van een 5-jarigen zoon, ge
wone lengte maat, vraagt om een pakje in
een leuk, eenvoudig breipatroon; zij bekent
eerlijk, dat zij wat oppervlakkig is. graag
gauw klaar wil wezen met haar werk en
niet zoo'n enorm geduldige, handige breister
is als haar moeder en diverse tantes, die
uren achtereen „zoet" kunnen zijn met een
solide breiwerk. En na al die bescheiden
opmerkingen verraadt zij mij. dat zij haar
baasje zoo graag in een „eigen werk" van
haar zou zien ronddribbelenl Ik begrijp er
alJes van. mevrouw; toevalllig heb ik juist
iets dat geknipt voor uw doel is. gevonden.
Het aardigste is oin zoo'n pakje in twee
kleuren wol te breien. Maar u kunt het na
tuurlijk ook in één tint maken. U heeft
noodig: 196 gram J. en J. Baldwin's Beehae
Kingfisher wol. of wat daarmee gelijk staat
in één kleur b.v. blauw, of champagnekleur,
beige; en 28 gram van dezelfde wol in een
andere kleur. Bij blauw staat geel leuk voor
de randen, manchetten en hals-afwerking;
bij beige óf donkerbruin óf zwart. Maar
voor de kleur kan i'k u heel moeilijk iets
raden; dat hangt van de oogen en het haar
van uw bengel af.
Voorts moet u 2 breinaalden No. 4 hebben
en een stekenhouder. Voor het broekje alleen
is 70 gram noodig. Zoudt u die er maar
niei meteen extra bij nemen? Een echte,
levendige jongen sliit 2 broekjes tegen 1
INLEIDING.
Onze geachte lezeressen zullen verrast
worden met een serie modeteekeningen,
daleerende na de „crinolines" van 1830. Die
periode immers is overbekend en men heeft
daarvan reeds zooveel gezien, geïmiteerd en
teruggebracht in de moderne avondjapon-
aen, dat dit geen nieuwtje meer is.
De mode na dien tijd is echter uit het
oog verloren Daarom publiceeren we een
serie te beginnen met het jaar 1835. Van
jaar tot jaar nu zult ge de veranderingen
bemerken, zoowel in stoffen als in modellen.
De eerste plaat is gedateerd 25 Juni 1835,
gemaakt naar de Fransche modeplaat „Petit
Courrier des Dames".
I Links: De hoed van grijze kant is van de
modiste Marie Séguin, die volgens de Pa-
rijsche modestatistieken een wereldreputatie
genoot!!! met rose roos en rose zijden linten
gegarneerd. De japon is van geruite taffetas
zijde gemaakt. Blauwe strepen met zwart
geruit op lichtgrijs fond; de pofmouwtjes
zijn van wit batist.
Rechts: Japon van zware mauve zijde met
grijzen gloed erin; het manteltje met de
lange voorpandjes is van een fijne witzijden
staf gemaakt. Hoed van witte kant met
i groen fluweel afgeboord en groene banden
j (eveneens van Marie Séguin).
De japonnen en de mantel waren van het
huis Levmerie, rue des petits Ohamps, Parijs,
i G. V.
voo^
X. ysfi
trui! Dan bespaart u uzelf tranen en getob
in geval dat de snuiter met een doorgesleten
I broek uw kamer binnenholll
De afmetingen van het truitje zijn: lengte
37 c.M., dus de lap wordt: 74 c.M.; breedte
voorpand en achterpand 32 c.M.; mouwtje
lang 24 c.M.; armsgat 22 3/4 c.M. Broekje
wijd 2 x 33 c.M hoog 28 c.M. Wanneer u
nu zóó breit, dat er 6 steken op de 2 1/2 c.M.
komen, dan krijgt u de afmetingen, die i'k
hier noemde. Wilt u liever andere maten,
dan kunt u die hieruit berekenen.
U begint het truitje le werken aan den
onderkant van den rug. Zet met de 2de soort
wol voor den rand 72 9teken op en brei 14
toeren lang het ribbetje; 2 r„ 2 averecht.
Breek dan uw draad ai en begin met de
lste soort wol. Brei 90 toeren recht en
averecht terug; dan bent u aan de achter
zijde van den hals toe.
Voor den hals moet u met den rechter
kant van het werk naar u toe 20 steken
met de lste 90ort wol breien; ga daar niet
mee verder; ook niet afbreken; hecht de
2de soort wol aan en brei 32 steken. Wan
neer u de eerste steek van de 2de soort
breit, moet u de eerste soort om de tweede
draaien om een opening tusschen de beide
kleuren te voorkomen.
Neem daarna een 2de kluwen lste soort
wol en brei 20 steken, draai weer de 2de
soort over de lste bij den eersten steek. In
den 2den toer 20 averecht in de eerste soort;
32 recht in de tweede; 20 averecht in de
eerste. Herhaal deze twee toeren driemaal.
Nu de voorkant: lste toer: 20 recht in
de eerste soort, 6 in de 2de soort en zet dan
deze op den stekenhouder; nu 20 steken af
kanten voor den achterkant van den hals;
A 6 recht in de tweede soort; 20 recht in
de eerste; omkeeren; 20 averecht in de
eerste soort, 6 recht in de tweede. Van A
af driemaal herhalen; aan het eind van den
laatsten toer aan de zijde van den hals 18
steken opzetten in de tweede soort
Nu 24 recht in de 2de soort; 20 recht in
de eerste; doorgaan tot er 8 loeren zijn na
den cpzettoer aan den voorkant; maak in
den 3d en toer een knoopsgat door den 4den,
5den en 6den steek vanaf den hals af te
kanten en in den volgenden toer er weer
drie op te zetten boven de afgekante
Nu moet u acht steken breien in de 2de
soort voor het belegje; de rest van den toer
met wol van de eerste soort; omkeeren;
averecht terug over de steken in de eerste
soort wol en recht over die in de tweede
soort Herhaal deze twee toeren 13 maal en
maak op gelijke afstanden nog 3 knoops
gaten. Kant dan de 8 steken in de 2de soort
af en zet voorloopig de steken van de
eer:te soort op een stekenhouder
Nu de rechfervoorkant. deze moet precies
zooals de linker worden gebreid, doch zonder
knoopsgaten Kant de 2de soort wol aan het
einde niet af maar brei recht over de eerste
schoudersteken heen Brei dan door tot de
voorkant van het truitje even lang is als
de achterkant; tel de toeren van de schou
derlijn af.
Voor dp mouwen moet u 52 steken opzeV
ten- brei den eersten toer in den achterkant
van de steken; dat geeft een sterigen rand
Brei daarna recht heen en averecht terug,
aan het begin en het eind van eiken 14den
toer 1 steek minderend, tot er nog 443 steken
over zijn. Als de mouw 20 c.M. lang is,
moet u 10 toeren het ribbetje 2 recht 2
averecht in de 2de soort wol breien. Daarna
afkan ten.
Met een warm ijzer en 'n vochtigen doek
moet u het werk aan den rechterkant opper
sen. Zet de mouwen in: het midden van de
mouw in één lijn met den eersten korten
toer van den voorkant. De zijnaden en de
mouwnaden in één lijn dichtnaaien. Aan de
voorzijde de 8 steken van de tweede soort
wol van den linkerkant op de overeenko
mende steken van den rechterkant naaien;
vier knoopen tegenover de knoopsgaten
zetten.
Het broekje wordt in twee precies gelijke
deelen gebreid. In het midden maakt u de
pijpjes aan elkaar; de naad van de pijpjes
aan den binnenkant.
Begin aan het middel 76 steken op te
zetten; brei 4 toeren het ribbetje 2 r., 2
aver., dan in den volgenden toer gaatjes
voor het elastiek maken: A 2 r, omslaan,
2 tezamen. Van A af herhalen tot het einde
van den toer Nog 4 toeren het ribbetje, ein
digend met den rechterkant van het werk
naar u toe. Dan: lste toer recht tot op 8 st.
na van het eind. omkeeren, aver, terug.
3de t. recht tot op 16 st. na van het eind;
omkeeren, aver, terug.
5de i recht tot op 24 st. na van het eind;
omkeeren, aver, terug.
7de t. recht tot op 32 st. na van het eind;
omkeeren, aver, terug.
9de t. recht lot op 40 st. na van het eind;
omkeeren. aver, terug.
11de t. recht tot op 48 st. na van het eind;
omkeeren, aver, terug.
13de t. recht tot op 56 st na van het eind;
omkeeren, aver, terug
15de t. recht tot op het eind. Dan door
gaan: recht heen. aver, terug, tot het werk
20Va c.M. lang is.
Nu het pijpje: om den anderen toer aan
begin en eind van den toer 1 st minderen,
tot het pijpje 6Va c.M. lang is; dan nog
2'/j c.M. zonder minderen breien en
afkanten.
Nóg zoo'n lapje breien, doch beide lapjes
moeten tegenovergestelde stukken zijn: dus
alle averecht in het lste stukje door recht
vervangen en omgekeerd. Dus luidt de lste
toer: averecht lot op 8 steken na, omkeeren,
recht terug, enz.
Ook dit net als het truitje oppersen en
dichtnaaien; de onderkant der pijpjes 2Va
c.M omslaan voor een zoom en onzichtbaar
j in den achterkant van het breiwerk vast
naaien. Alle naden en zoomen oppersen.
Door de gaatjes aan het middel een elastiek
rijgen
RECLAME.
H. P. H^KEEREWEe
BEGRAFENISSEN t-i est
AUTO-TRANSPORT
A.ilmnrkl 16 CREMATIE
De zwart-witte hoed
geldt als heel nieuw voor het seizoen en
zal in de verschillende modekleuren in
velerlei variaties te bewonderen zijn.
Natuurlijk is het hier niet in de eerste
plaats om practische exemplaren te doen,
doch om modellen die in den namiddag i
dienst zullen doen. Daarom is het materiaal
heel mooi. en wordt ook aan de uitvoering
hiervan buitengewoon veel zorg besteed.
Haarvilten en fluweelen hoeden zijn over
wegend. daar deze 't eleganst kleeden. Ook
is sprake van de duveüne-hoedenmode, die
zonder twijfel zeer apart is
De modellen voor den namiddag zijn bijna
alle half-breed. daar het eigenaardige zwart
wit contrast hierbij het best uitkomt.
Twee interessante modellen, die we als
voorloopers van deze mode kunnen beschou
wen hebben wij op het schetsje afgebeeld.