Zkfikad&& Q/iootH (Be&cAuct 71ste Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 8 October 1930 Derde Blad No. 21644 BINNENLAND. DE VLUCHT UIT DE POPPENKAST VAN JAN KLAASEN EN TRIJNTJE. FEUILLETON. De verloren Injectienaald. DE STORING OP DE 1071 M. GOLF. Welke maatregelen genomen zijn. De 298 M. goli binnenkort storingsvrij. In verband met de vele klachten over hinderlijke storing op de 1071 M. voor. den omroep kan het volgende worden medege deeld Zooals bekend ligt de golflengte van 1071 M. in den band, welke bij internationale overeenkomst welke ook Nederland on- derteekende voor andere doeleinden dan den algemeenen omroep beschikbaar is ge steld. Evenwel is door de Conferentie te Praag aan Noorwegen (aan welk land geen lange golf in den omroepband toegewezen kon worden) toegestaan de 1071 M. voor omroepdoeleinden te gebruiken echter on der voorbehoud, dat het de diensten waar voor de 1071 M. officieel is aangewezen niet stoort. Nu de nieuwe Noorsche zender te Oslo ook des avonds proefuitzendingen houdt op deze golflengte, wordt de Nederlandsche Omroep die vooTloopig des avonds met toestemming van den Minister op eigen risico op deze golflengte is blijven werken, uiteraard door dezen veel krachtiger zen der gestoord. Aan Noorwegen is telegrafisch gevraagd of het de bedoeling is de uitzendingen op deze golflengte te bestendigen. Indien dit het geval is zal de Nederlandsche Omroep, die een lange golf (1875 M.) te zijner be schikking heeft de 1071 moeten overlaten en over moeten gaan op de aan Nederland toegewezen korte golf van 298 M., die wel overdag, maar nog niet des avonds voor omroepdoeleinden is gebezigd. Dat bij incidenteele proefnemingen met de 298 M. des avonds verschillende storin gen optraden is te verklaren, wijl door het tot nu toe ongebruikt laten van deze golf in de avonduren andere stations daarop zijn gaan werken. De storende stations worden inmiddels opgespoord en de noodige maatregelen ge nomen om aan het ten onrechte gebruik maken van deze golf door anderen een 'einde te maken. De uitzendingen op 298 M. zullen dus binnenkort naar verwacht wordt storings vrij kunnen worden ontvangen, behoudens, dat de kwestie van de verbetering in de zendapparaten nog moet worden opgelost. Het spreekt overigens van zelf, dat de 1071 M. golf, welke aan ons land voor uitzendingen van zakelijken aard is toege wezen, daarvoor beschikbaar blijft en dat tegen eventueele storing op dat gebied ter stond maatregelen zouden worden genomen. Uit het vorenstaande blijkt, dat Neder land zich strikt wenscht te gedragen naar de op de Conferentie te Praag gemaakte afspraken. CURACAO EN UITGEWEKENEN UIT VENEZUELA. DE VLOOT VAN DE MAATSCHAPPIT „NEDERLAND" 15 schepen opgelegd. Naar wij vernemen zijn van de Stoom vaart Maatschappij Nederland thans de 14 volgende schepen opgelegd: Grotius, Borneo, Benkalis, Engano, Kambangan, Karimata. Krakatau, Madoera, Manoeran, Mapia, Moena, Rondo, Saparoea en Tji- manoer. Verder zal het stoomschip Karimoen van dezelfde maatschappij, dat dezer dagen uit Hamburg terugkeert na aankomst te Am sterdam eveneens opgelegd worden. De maatregelen tegen misbruik van asylrecht. Door den heer De Graaff, minister van Koloniën, is op de vragen van den heer IJzerman betreffende wijziging van de tot voor eenige jaren gevolgde gedragslijn tegenover de om politieke redenen uitge wekenen uit Venezuela, wien in Curasao asyl wordt verleend, o.m. het volgende ge antwoord. De gedurende de laatste jaren gevolgde gedragslijn is geheel dezelfde als die, welke vóór dien in acht werd genomen, met dien verstande nochtans, dat, ingeval de uitwij king naar Curasao verband houdt met eenig gepleegd misdrijf, dan wel het gevolg is van actief verzet of van samenspanning tegen het door de Nederlandsche Regeering er kend bewind in Venezuela, de betrokkene niet in Curasao wordt toegelaten, maar alda-ar slechts de gelegenheid verkrijgt om naar het land zijner keuze door te reizen. De voorstelling van zaken, gegeven in den vanwege een Venezolaansche vereeni- ging aan den Gouverneur van Curasao ge- richten brief, hierop neerkomende, dat ten aanzien van de onderscheidenlijk in April 1928 en in Augustus d.a.v. uitgeweken Ve- nezolanen gebroeders Carnevali en Drbina door de autoriteiten in gemeld gewest o«- noodig streng zou zijn opgetreden, strookt niet met de werkelijkheid. Luidens de ambtsberichten ten dezen zijn eerstgenoem de personen zelfs in die mate tegemoetko mend behandeld ,dat zij ter zake hun er kentelijkheid aan voormelde autoriteiten kenbaar hebben gemaakt. Ten opzichte van Urbina, aan wien reeds eerder, en lang vóór 1928, het verblijf in Curasao was ont zegd, omdat hij van het asylrecht misbruik had gemaakt ten einde samenzweringen tegen de Venezolaansche Regeering op touw te zetten, was het noodig bijzondere veiligheidsmaatregelen te treffen toen hij in gemeld jaar met een aantal volgelingen, na het mislukken van een poging tot op stand van Venezuela naar Aruba gevlucht zijnde, vandaar naar Curasao moest wor den overgebracht. Voor den ondergeteekende bestaat geen aanleiding om ten dezen den Gouverneur het volgen van.een gewijzigde gedragslijn aan te bevelen. NED. WERKLIEDENVERBOND „PATRIMONIUM." 621. Hoe viloog het vliegtuig door het luchtruim, hoog boven den Oceaan. In het lidht der gulden zonnestralen, zag men booten rookend gaan. De vrouw, die haar vrijheid had herkregen, verheugde zich om dezen tocht, ook al omdat Hein haar beloofd had, dat zij altijd blijven mocht. 622. Zoo waren ze dan allen weer bijeen, na hun vlucht uit de kist van Hein. Ze zaten samen op hun bankje. Jan natuurlijk naast zijn Trijn. De vrouw maakte voor hen nieuwe kleeren, ze had ze allen reeds gepast. Had Hein vroeger nieuwe kleeren geweigerd, nu had hij hen ermee verrast. De voortgezette vergadering. In de te Arnhem voortgezette vergadering van Patrimonium" is het jaarverslag van den secretaris, den heer G. Baas Kzn. goed gekeurd. Er bleek uit dat nieuwe afdeelin- gen zijn opgericht te Purmerend, Belling- wolde, Opende, Honselersdijk, Opperdoes. Pernis en Middelharnis Het aantal afdee- lingen bedraagt thans 197 met 13.272 leden. De afdeelingen waarvan een woningbouw vereniging uitgaat hebben tezamen 6449 woningen waarvoor een kapitaal van f 34.282.788 noodig geweest is. De rekening van den penningmeester, den heer M. H Lutter uit Groningen, sluit met een totaal bedrag van f. 20 034.43 De balans heeft een eindbedrag van f. 9944.57. De begrooting voor 1931 sluit in ontvang en uitgaaf op een bedrag van f. 12.200 Ook de begrooting werd goedgekeurd. Daarna volgde de bestuursverkiezing. Af tredend waren ditmaal de voorzitter de heer G. Smeenk en de heer W. J. Bossenbroek. Daar er geen (egencandidaten gesteld wa ren, werden zij bij enkele candidaatstelling gekozen verklaard. Vervolgens werden de door de afdeelingen ingezonden voorstellen en vraagpunten aan de orde gesteld. Verworpen werd een voorstel van Delft om de verbondsvergaderingen in Juli of Augustus te houden. Het ligt in de bedoe ling in 1932 de verbondsvergadering te houden in het daarvoor aangewezen tijd vak. d.w.z. in Maart of April en in 1931 niet saam te komen, tenzij daartoe dringende redenen mochten bestaan. Eveneens werd verworpen een voorstel- Hoorn om de jaarlijksche algemeene verga dering te vervangen door een verbondsraads- vergadering, samengesteld uit ringen, krin gen of districten, daar dit wijziging van do organisatievorm van het Verbond noodza kelijk zou maken, die momenteel onge- wenscht en practisch niet bereikbaar 19. Een voorstel-Amsterdam inzake de pro- pagandalectuur waarin de groote vragen van den tijd werden besproken en de chr. sociale beginselen werden uiteengezet, kon worden ingetrokken, daar deze reeds in be werking zijn. Naar aanleiding van een voorstel-Hoorn zal getracht worden een lichtbeeldenserie samen te stellen, waarin het werk van het Verbond, en de afdeelingen, voor zoover mogelijk, in beeld wordt gebracht. Daarna refereerde de heer H. Oudekerk, secretaris van den Ned. Chr. Landarbeiders- bond en lid van het Verbondsbestuur over: ,,De economische positie van het landbouw bedrijf en die der arbeiders." HET TWEEDE POSTVLIEGTUIG NAAR INDIE. De rente over Griekenland en Egypte. Zooals men weet heeft het 2e postvlieg tuig naar Indië de reis te Sofia moeten onderbreken omdat nog geen toestemming was gekregen (welke voor iedere vlucht noodig is) om over Turksch gebied te vlie gen. Aangezien deze vergunning gister avond nog niet was afgekomen, heeft de directie der K.L.M., naar de „Tel." meldt, de bemanning van het vliegtuig opdracht gegeven om heden uit Sofia te vertrekken en via Griekenland en Egypte koers te zet ten naar Nederlandsch-Indië. DE AANKLACHT TEGEN KAPITEIN BORREN. Het Tweede Kamerlid F. Vos heeft den ministers van justitie en van koloniën de volgende vragen gesteld: Is de aanklacht tegen kapitein Borren door de regeering gelast? Zoo ja, waarom is dan met dezen officier niet tevens zijn chef oud-gouverneur Fruvtier aangeklaagd? Is het juist, dat de heer Fruytier bij het vooronderzoek oorspronkelijk weigerde om op bepaalde vragen te antwoorden, daar hij daarover eerst ruggespraak met de regeering moest houden? Was hel de regeering bekend, dat deze oud-ambtenaar voornemens was deze hou ding aan te nemen, en had de regeering daaraan haar goedkeuring gehecht? RADIOSTRITD OP SCHOOL. De Amsterdamsche radio-schoolstrijd is geëindigd. In overleg met den wethouder van onderwijs is het kind naar een andere 9chool overgeplaatst. Het hoofd van die school had geen be zwaren tegen het vlaggetje, maar Jiij achtte het beter, gezien hetgeen is voorgevallen, dat geen vlaggetje het rijwiel zou versieren. Dit is thans ook geschied, zoodat de zaak hiermede is afgedaan. Intusschen heeft het hoofd van de andere schooi, waar het incident is ontstaan, nog eens verklaard dat hij het noodzakelijk acht, zulks in verband met maatregelen van orde, dat fietsers met vlaggetjes worden geweerd. Het feit, dat op een andere school reeds ruzie was geweest en vlaggetjes waren ver nield, had hem tot zijn besluit geleid. VERBLINDENDE RIT WIEL VERLICHTING. De K. N. A. C. schrijft ons: Bij het aanbreken van het seizoen waar in de verlichting alweder vroeg moet wor den ontstoken, treedt het probleem der verblindende rijwielverlichting, hoofdzake lijk het gevolg van een verkeerden stand van de lamp, waardoor de stralenbundel te veel opwaarts uitschijnt, opnieuw sterk RECLAME. 7820 op den voorgrond. Is de automobilist dooi} strenge voorschriften gebonden, de wiel rijder kan zijn licht vrijelijk laten schijnen en op deze wijze de oorzaak zijn van ern stige verkeersongelukken, die met een wei nig zorg voorkomen hadden kunnen wor den. Wie zich bij duisternis langs onze wegen begeeft, kan gemakkelijk constatee- ren op welke roekelooze wijze eigen veilig heid en die van andere weggebruikers in gevaar wordt gebracht. Bij de eerstvolgen de herziening van de Motor- en Rijwielwet zal aan deze belangrijke aangelegenheid dan ook zeker dc noodige aandacht worden besteed, doch uiteraarcj zal hiermede nog wel eenige tijd gemoeid zijn. In afwach ting van een dergelijke regeling heeft do K. N. A. C. zich tot de in aanmerking ko mende autoriteiten gewend met het ver zoek haar streven naar een veiliger verkeer te steunen door het nemen van maatrege len, waardoor voorloopig dit euvel zooveel mogelijk wordt verholpen. Voorts heeft de Club een beroep gedaan op de medewer king van den Bond van Rijwielhandelaren! Dé leden van dezen Bond tooh zijn in de eerste pla-ats in staat het gesignaleerde euvel te 'bestrijden, zoowel door een oor deelkundige montage van de lamp, als door voorlichting van hun cliënten. Behalve op het belangrijke vraagstuk der verblin dende rij wiel verlichting is nog op een tweede punt van niet minder groot belang voor de verkeersveiligheid de aandacht ge vestigd. We doelen bier op de roode reflec tor, welke achter aan het rijwiel moet zijn. bevestigd en volgens de voorschriften daarop vallende lichtstralen duidelijk zictit- baar rood moet terugkaatsen. Dat hieraan nog veel ontbreekt, kunnen we helaas nog dagelijks waarnemen. Hopenlijk mogen deze stappen er toe bij dragen, dat steeds meeT het besef levendig wordt, dat ieder weggebruiker de verplich ting heeft er toe mede te werken, datgene tp vermijden, wat het leven van anderen en eigen leven in gevaar kan brengen. VERSPREIDE BERICHTEN. Te Rotterdam is overleden, 72 jaren- oud, de heer S. J. R. de Monchy, lid van de commissionairsfirma M. en R. de Monchy en directeur van de Holland-China Handels- compagny. De overledene was voorts lid van den Raad van Toezicht der Ulrechtschc Hypotheekbank en commissaris van de Nederlandsche Katoenspinnerij te Hengelo. In de gisteren gehouden gemeente raadsvergadering te Dordrecht is een motie van afkeuring aangenomen in zake het beleid van den burgemeester betreffende het niet toestaan van een optocht, die in ver band met een concert van het Avro-orkest zou worden gehouden. Van ALICE CAMPBELL. Geautoriseerde vertaling uit het Engelsch door J. E. DE B. K. HOOFDSTUK. L Toen Esther aanbelde op No. 86 Roule.de Grasse, voelde ze die prettige soort toonee1- angst, een mengelmoes van vrees en opwin ding, die over ons komt, wanneer we ons in het onbekende wagen. Dit angstige gevoel was wellicht geheel en al onevenredig aan het prozaïsche van haar missie, want wat is er opwindends aan te solliciteeren voor het baantje van assistente bij een dokter, doch het valt niet te loochenen dat zij bij het opengaan van de voordeur het gevoel kreeg, dat er van alles kon gebeuren. Dat is de ma nier waarop de jeugd de dingen beziet. Gele genheid. kans, dat is een deur, die voor u openstaat Zoo had haar latijnsche leermeester haar in vroegere jaren den innerlijken zin van het woord verklaard. Esther glimlachte bij de herinnering en wenschte zich zelve geluk met het feit, dat zij niet terugkeerde tot haar werk in Amerika, maar het verkozen had. een deur open ziende, ook eens aan den anderen kant van die deur te gaan zien en onderzoeken. No. 86 was een conventioneele en deftige villa met mets dat eenigszins opviel, een villa zooals honderd andere. Heldere ven sters blonken in den zonneschijn, de stoep "was krijtwit, de koperen naamplaat op de deur glom en droeg het opschrift: Dr. Gre gory Sartorius, M.D. Bij het hek liet een hooge mimosa struik haar gele pluimen af steken tegen het blauw van den hemel. Mimosa in Februari 1 „Wat wenscht u, mejuffrouw?" Verschrikt draaide zij zich om en zag in de open deur de breede figuur van een knecht, hij zag er uit als een bandiet, het zwarte haar viel laag over zijn voorhoofd; vooruitstekende ruige wenkbrauwen kwa men tezamen boven onvriendelijk schitteren de oogen, die haar onderzoekend en vijandig aanstaarden. Met moeite schraapte zij de woorden van een Fransch zinnetje bij elkaar. Is de dokter thuis?" waagde zij eindelijk te zeggen, hopende dat het goed was zoo. Tot haar geruststelling begon de bandiet vriendelijk te lachen. „Mademoiselle gekomen voor baantje?" antwoordde hij in het Engelsch. „Komt u binnen." Door de ruime vestibule bracht hij haar in een salon, die er ongezellig en som ber uitzag. „Gaat u zitten," zei hij, vroolijk grinne- kend. „Ik ga het dokter zeggen." Het was duidelijk te zien, dat de salon een ontvangkamer voor de patiënten was. Rond kijkende vroeg Esther zich verbaasd af waarom de ontvangkamers bij geneesheeren altijd zoo niets aanlokkelijk) zijn, zoo on persoonlijk. Dit vertrek was al bijzonder saai en koud, ofschoon zij niet kon zeggen dat het smakeloozer en kaler was dan andere kamers. Het was gemeubeld in Franschen stijl uit een mengelmoes van tijdperken. Plotseling werd het Esther benauwd en angstig te moede. Doch waarom? Er was niets geen reden om de ontmoeting, die aan staande was, te vreezen. Ze kon geen ver klaring bedenken voor die bespottelijke angst, die haar plotseling overviel Ze kreeg op eens lust om, vóór de dokter kwam, het huis uit te rennen. Wat een onzinI Wat zou ze zich geschaamd hebben. Om zich zelve kracht te geven, nam zij het exemplaar van het ochtendblad, dat voor haar lag, en herlas de advertentie, die haar hierheen gevoerd had. Deze was klaar en duidelijk: Dr. Gregory Sartorius, Route de GTa9se no. 86, zoekt een ontwikkelde Engelsche jonge dame om hem bij den arbeid behulp zaam te zijn. Gediplomeerde verpleegsters genieten de voorkeur. Goed getuigschrift ver- eischt. Zich aan te melden tusschen twee en vier uur. Dat was nu juist wat ze zocht. Er was in Cannes geen overvloed van goede betrek kingen drie dagen van tevergeefsch zoeken hadden haar hiervan overtuigd. Zij hoopte dat dit nu iets goeds zou zijn; zoo niet, dan werd het weer New-York en koude sneeuw storm. En om verslagen te worden haatte zij. Een schaduw verduisterde de glazen deu ren. Zij sprong op, ietwat uit het veld ge slagen, omdat zij voelde dat de dokter haar misschien gedurende enkele seconden stil letjes had gadegeslagen. En weer was ze boos op zich zelve over het gevoel van drei gend onheil, dat haar overviel Anders was ze niet zoo zenuwachtig. Wat was hij groot. Dit was haar eerste-gedachte, toen hij in de deuropening haar stond op te nemen. Zwaar en plomp van bouw, met onhandige, lang zame bewegingen. Hij had de gebogen rug van den vorscher en zijn huid was donker en mat, zijn heele zware "persoon maakte den indruk van een kamergeleerde. Zijn laag voorhoofd, dat overging in een smallen sche del, was vreemd plat van vorm. Hij herin nerde Esther aan iets, maar ze wist niet aan wat. Hij stond met ietwat gebogen hoofd met kalm welgevallen haar aan te kijken, zonder een woord te zeggen. Ze kon hem hooren ademen. „Goede middag, miss Hij. zweeg en zag haar vragend aan. „Mijn naam is Rowe. Ik kwam naar aan leiding van uw advertentie, dokter Langzaam kwam hij naderbij, blijkbaar afkeerig van inspanning, welke traagheid ook zichtbaar was in de spieren van zijn uitdrukkingloos gelaat. Op velen zou hij den indruk maken van dof en dom te zijn, doch Esther wist dat dit niet waar was. Daar was leven in zijn kleine, diepliggende oogen, waarvan het wit geel getint was. Toen zij hem Ln de oogen keek. zag zij daarin een gToote dosis besloten wilskracht. „U bent Amerikaansche, naar ik zie." „Ik ben uit Canada. Ik kreeg mijn oplei ding in New-York." „Verpleegster dus. Waar hebt u uw oplei ding gekregen?" „In St. Lucas." Zij bemerkte dat dit een goeden indruk maakte Met zijn hand wees hij haar een zetel aan en nam zelf plaats in een leuning stoel, die kraakte onder zijn gewicht. Hij zuchtte; blijkbaar vond hij het komende on derhoud vervelend. „Wat doet u in Frankrijk?" „Ik kwam hier om een patiënte van mij, die niet graag alleen reist, gezelschap te hou den We bleven een week in Parijs, toen bracht ik haar hier. waar zij vrienden vond. met wie zij naar Algiers ging 't Was van <e voren afgesproken, dat ik slechts tot Can nes mee zou gaan. Ik ben nu een week hier geweest en zou naar New-York terug gaan als niet „Wel?" Esther glimlachte met die groote vrijmoe digheid, die een van haar grootste char mes was. „Wel dokter, ik ben nog nooit buitens lands geweest, misschien gebeurt het nooit weer. 't Lijkt me zoo suf. om, nu ik zoo ver gekomen ben, niet wat langer te blijven dan. twee weken, ik vind het hier zoo prettig. Maar om te kunnen blijven, moet ik werk hebben. Luieren is me te kostbaar." Hij scheen dit vanzelfsprekend te vinden, doch onbelangrijk en keek langs haaT heen als iemand die zich verveelt. „Ik begrijp dat. Nu over deze betrekking. Ik heb een verpleegster noodig van negen uur 's morgens tot 's namiddags zes; iemand die geheel zelfstandig is, die afspraken maakt, schrijfwerk doet, de telefoon bedient en natuurlijk assisteert bij onderzoek, alles heel gewoon." „Ja dokter; ik begrijp het." „Kunt u maehineschrijven?" „Een beetje, door het veel te doen zal het beter gaan." „K&nt u Fransch?" „Niet al te best, maar ik wil het leeren." „Met doet er niet veel toe, ik heb voorna melijk Engelsche patiënten. Hoe oud bént u?" Dit was een onpersoonlijke vraag. Hij kon net zoo goed gevraagd hebben naar der. ouderdom van haar grootmoeder in Ma nitoba. „Ik ben bijna zes en twintig." „U ziet er jonger uit, maar daar is tegen woordig niets van te zeggen. En nu de in lichtingen. wat kunt u me laten zien?" „Ik heb mijn diploma medegebracht en natuurlijk heb ik mijn pas." (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1930 | | pagina 9