Wat zij vergeten hadden 71ste Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Dinsdag 7 October 1930 Derde Blad No. 21643 Heropening Gevers-Deutz Bewaarschool te Oegstgeest. RADIONIEUWS. LAND- EN TUINBOUW. Taai en Sterk Kreymborg VRAGENRUBRIEK. RADIOPROGRAMMA. FEUILLETON. o Enorm uitgebreid. Gistermiddag had de plechtige heropening plaats van de verbouwde en opnieuw geres taureerde Gevers-Deutz Bewaarschool. In een der lokalen waren met het school bestuur, gevormd door den Kerkeraad der Ned. Herv. Gemeente, aanwezig als verte genwoordigers van het college van Regenten: mevr. v. d. Poll geb. Gevers en jhr. v. Tets van Goudriaan; van het Gemeentebestuur de Burgemeester, de heer A. J. van Gerre- vink en wethouder Rubenkamp, de heer J. G. M. van Griethuysen, de heer B. J. v. d. Meene, hoofd der Bijz. School Endegeester- straatweg, ds. A. J. Ruijs, mej. Kenbeek, hoofd der Gevers-Deutz Bewaarschool, de heer A. T. Kraan, architect, de aannemers en eenige genoodigden. Toen allen hadden plaats genomen las ds. T. J. Jansen Schoonhoven Markus 10 1316 en 9 37 en ging voor in gebed. Dan sprak hij ongeveer als volgt: Als voorzitter van den Kerkeraad der Ned. Herv. Gemeente is het mij een genoegen U allen bij de ingebruikneming van deze geheel herbouwde school een hartelijk welkom toe te roepen. Z. E. verzocht daarna allen op te staan om met diepen eerbied te herdenken mevr. Douairière ixevers van Kethel en Spa-land, die na het Wverlijden van de stichtster dezer school mevr. Gevers-Deutz van Assendelft van zoo groote beteekenis is geweest in het College van Regenten. Zij heeft deze school een buitengewoon goed hart toegedragen. Vervolgens riep spr. welkom mevr. v. d. PollGevers en jhr. v. Tets v. Goudriaan, als vertegenwoordigers van het college van Regenten en dankte hen namens het be stuur voor de betoonde medewerking. Zich richtende tot den burgemeester en wethouders, ziet hij in hun tegenwoordigheid een bewijs van actief medeleven met de be langen van de Oegstgeester inwoners. Spr. denkt dan terug aan den crisistijd in 1923, toen met door den gemeenteraad verleende subsidie een opheffing van de school is voor komen en brengt daarvoor hartelijk dank. Hierbij wordt betrokken de heer J. G. M. v. Griethuysen, die tijdens de vervulling van zijn burgemeestersambt bewezen heeft deze school en haar belangen een dankbaaT hart toe te dragen. Een bijzonder welkom roept spr. aan 3. Ruys toe. Dat hij nog langen tijd getuige moge zijn van een bloeienden vooruitgang der school aan welke hij zooveel van zijn kracht gegeven heeft. Tot den heer v. d. Meene roept spr. welkom als vertegenwoordiger van het Ghr. onderwijs Tot de school zelf komende schetst spr. in korte trekken de gebleken noodzakelijkheid der uitbreiding. Nadat in 1927 de leiding is opgedragen aan mej. Kenbeek is het aantal leerlingen steeds grooter geworden met als gevolg gebrek aan plaatsruimte. Een depu tatie van het bestuur bracht eenigen tijd daarna rapport uit over de gehouden bespre kingen van de Regenten-vergadering en nader werd meer en meer aangedrongen op uitbreiding, die dan ook eenmaal tot stand kwam. Spr. brengt daarom dank aan de afgevaar digden van den Kerkeraad, de heeren Vroom, van Riessen en v. d. Voet, en inzon derheid aan den heer van .Donkelaar die zoo verbazend veel aan deze school heeft gedaan en nog doet. Komende tot de uitvoerders zegt spr.: Wij prijzen ons gelukkig met een zoo energieken ondernemer als den architcet, den heer A. T. Kraan, onder wiens technische leiding de verbouwing is tot stand gekomen. Hij brengt hem dank voor de keurige uitvoering en be toonde toewijding. Aan den staf van mede helpers brengt spr. dank. t.w. de heeren W. Mulder, aannemer, Schippers, verfwerk, Arnold us, stucadoorswerk, Hol, electr. aan leg, Plaizier stoffeering, van Helden, lood- gieterswerk, A. E. v. d. Voet, centrale ver warming en H. Vroom, afd. meubilair. Hierna richt spr. zich tot het onderwijzend personeel, mej. Kenbeek, als hoofd, mej. Plaizier en een drietal helpsters. Wel zeer duidelijk is gebleken dat met U, mej. Ken beek, een gelukkige keuze is gedaan. Het door U geleverde werk is in hoofdzaak oor zaak dat tot uitbreiding moest worden over gegaan. Moge Hij, die de bron is van wijs heid en van liefde, U op Uw ingeslagen weg blijven helpen. In korte trekken brengt spr. het Zondagsschoolonderwijs in verband met dit schoolgebouw als een werk, dat uitgaat van dezelfde beginselen en dankt de leidsters w.o. mej. van Griethuysen voor hetgeen zij hebben verricht. De opzet van de stichting dezer school is beschreven als uitgaande van een positief Christelijken geest door opneming van kin deren van alle gezindten. Moge dit nieuwe gebouw een bron zijn en blijven voor de kinderen opdat zij dit plekje kunnen bewa ren in hun hart en tot eer van Hem, die gezegd heeft: Laat de Kinderkens tot Mij komen en verhindert ze niet, zoo eindigde spreker. Als volgende spreker trad op ds. A. J. Ruijs, die zeide dankbaar te zijn voor de ontvangen uitnoodiging. Uit eigen herinne ring gaf spr. een kort historisch overzicht van de school sedert zijn komst hier in de gemeente vanaf 1888 en herdacht daarbij hen, die in die jaren zoo krachtig hebben medegewerkt aan de opvoeding der jeugd en reeds zijn heengegaan. Inzonderheid herdacht spr. de stichtster, mevr Gevers-Deutz van Assendelft en mej. G. M. Huge, die zoo trouw en moederlijk leefde voor de kleinen. De beste jaren van haar leven heeft zij gegeven aan het bewaar - schoolonderwijs in Oegstgeest. Korten tijd is de school gesloten geweest en na overleg met Regenten, waarbij oud-burgemeester Van Griethuysen zijn volle medewerking verleende, is weer tot heropening over gegaan. Spr. denkt daarbij terug aan den arbeid van wijlen den heer A. Spruyt die daarna als tusschenpersoon arbeidde tus- Schen Kerkeraad en Regenten. Ook herdacht spr. het werk der Zondags school, waarbij nu wijlen Douairière Gevers van Kethel en Spaland geheel in den geest harer tante het innerlijk leven op de school deed voortgaan. Vervolgens herinnerde spr. aan het werk van den heer J. v. d. Voet en nu wijlen P. van Santen, die hem trouw ter zijde stonden. Spr. -uit, zijn groote blijd schap met de enorme uitbreiding dezer school en wenscht hiermede Regenten en Schoolbestuur van harte geluk en mej. Ken beek bekroning op haar werk en besluit met de woorden „Dat er wasdom kome van boven". Burgemeester van Gerrevink sprak na mens het Gemeentebestuur woorden van dank en waardeering voor dit groote tot stand gekomen werk en bracht ten slotte eerbiedige hulde aan de nagedachtenis van de stichtster dezer school. Wij hebben deze verbetering gezien en bemerkt, dat deze van een breede opvatting getuigde en biedt Regenten en bestuur namens het Gemeentebestuur hartelijke ge- lukwenschen aan. Jhr. v. Tets van Goudriaan dankte namens het college van Regenten allen die aan deze verbouwing hebben medegewerkt, inzonder heid den heer Kraan en hoopt dat de samen werking tusschen Regenten en School bestuur mag blijven voortbestaan als voor heen. Mej. Kenbeek dankte voor de tot haar ge sproken woorden en hoopte dat het werk in de school vele en goede vruchten moge voortbrengen. Met een kort woord dankte ds. Jansen Schoonhoven, waarna ds. Ruys eindigde met dankgebed. DE NIEUWE CHEF VAN HET PAUSELIJKE RADIOSTATION De „Osservatore Romano" bericht dat 3ls chef van het nieuwe Vaticaanstad radio station benoemd is Guiseppe Gianfranceschi S. J. van de Pont. Academie van weten schappen. VAN DE OLYMPIA-EXHIBITION De belangstelling van het publiek voor radio in Engeland schijnt nog niet te ver flauwen, integendeel. De eerste 6 dagen van de tentoonstelling draaiden er 170.000 bezoekers door het tourniquet van Olympia Het daggemiddelde was even 6000 hooger dan in 1929. Financieel is het succes dus enorm, hetgeen niet verwacht was oor spronkelijk. Opvallend is het dat in Nederland, waar de radiotentoonstellingen steeds zoo druk bezocht werden, ook dit jaar geen speciale radiotentoonstelling gehouden zal worden. De belangstelling van het publiek is wel aan wezig, doch de groote radiofabrieken hebben dit met hun besluit om daaraan niet meer deel te nemen onmogelijk gemaakt. pluimvee; IN DE STADSREN. Als hij 's morgens het eerste bezoek aan zijn kippen brengt, ziel de ware liefhebber met één oogopslag of alle exemplaren in orde zijn of dat er iets hapert. Blijft er een achter bij de voedering, dan is het noodig de oorzaak daarvan te ontdekken. Het kan vrees zijn voor de anderen of een onwelzijn. waar het gebrek aan eetlust een gevolg van is. Veelal is er onder een toom kippen een exemplaar dat door de overige min of meev onaangenaam behandeld wordt. Zulk een verstootene neemt men nu en dan afzonder lijk om wat bij te voeren, daar anders ach teruitgang, vooral in eierproduclie er een gevolg van zou zijn. Daarbij is het een nood zakelijke vereischte, dat er ruimte en gele genheid zich te bergen voor het ver volgde dier aanwezig is, dan duurt dé vijan delijkheid veel korter, dan wanneer die door de erg kleine ruimte telkens vernieuwd en aangewakkerd wordt. Gebrek aan eetlust is bij een afzonderlijk dier zelden te ver klaren, alsook het weer plotseling ophou den van die afwijking. Mag dan al het graan minder gretig genomen worden, dan zal toch groen, zacht voer en vooral dierlijk voed sel met minder tegenzin gebruikt worden. Wanneer echter alle dieren van den toom weinig eetlust toonen een paar dagen achter een, en als gevolg daarvan in conditie een weinig achteruitgaan, dan mankeert er iets aan de voedering en moet men ingrijpen door wijziging van voederstoffen, althans voor een paar dagen. Afgezien van de standaard-eischen naar ras en variëteit behooren gezonde hennen en hanen aan de volgende uiterlijke voor waarden te voldoen Frissche, zindelijke, ongehavende beve- dering, voorzien van een zekeren glans, speciaal bij de rassen, welke zich moeten kenmerken door hun metaalachtige lakglans als Minorca's. Austra*lorps. Hamburgers en Java Krielen. Verder moeten de beenen glad van schubben zijn, volkomen vrij van schim, melige uitslag, die het bewijs is van infectie door een zekere soort van schurfmijt. waar door soms vrij vlug de beenen als het ware met kalkachtige korsten overdekt zijn Het eerste verschijnsel van deze besmettelijke aandoening is te zien door het opstaan der beenschubben daar waar de teenen uit het loopbeen zich splitsen. Hoewel hier voorko men gemakkelijker is dan genezen, kunnen vaseline met wat creolin en zwavelbloen toch nog heel wat opknappen. Zoowel bij hennen als bij hanen behooren de teenen recht en goed verspreid te staan. Kromme teenen zijn een reden een fokhaan af te keuren. Kromme beenen nog meer. Veel zegt het oog. Het moet zuiver rond zijn, dus niet amandelvormig, hetgeen op slechte conditie wijst De kleur van de oogen wordt bepaald naar het ras en doet op den gezondheids toestand niets af. Ze moeten als het ware uitpuilen, mogen in de hoeken niet vochtig zijn. Schuimige oogen wijzen op een aan doening der ademhalingsorganen en moeten dan voortdurend gereinigd worden met zui ver water. De neusgaten vragen vooral onze aan dacht. Zij behooren volkomen droog te zijn, zelfs bij eenig drukken- met den vinger moet er geen vocht te voorschijn komen. Neus gaten waarop men aarde-deelen ziet gekleefd zijn al eenigzins verdacht. Schoonhouden is noodig. Bij openmaken van den snavel moet de keelholte blijken vrij te zijn van slijm of van roodheid en volstrekt niet bezet met aangroeisels. Een slijmerige keel kan een gevolg zijn van een lichte, maar ook van een meer gecompliceerde keelaandoening zelfs van diphterie. De kam en de lellen ziet men graag frisch rood, behalve bij Zijdehoenders en Sebrights, waar deze deelen blauw of donker purper zijn. Een geelachtige, bleeke ziekelijk paarse kleur van de kopversierse- len wijst op een meer of min abnormalen toestand, zooals bloedarmoede, ruien, lever ziekte, enz. De kam mag ook niet bepoederd schijnen of met zoogenaamde huilen en kan- kerplekken bezet wezen. Het is daarom wel goed nu en dan onzen dieren een weinig vaseline op de onbevederde kopversierselen te geven. Vooral bij vriezend weer doet hun dat goed. Bij aankoop en bij schifting is het goed bovenstaande wenken in acht (e nemen daar ze voor teleurstelling kunnen behoeden RECLAME. moet de hold van een olifant zijn om zóó zon der het minste letsel door het dik en dun der dichtbegroeide oerwou den met doornige strui ken te kunnen trekken. Zoo taai en sterk moet ook jongenskleeding zijn. Want jongens let ten er niet op, hoe hun kleeren het er af zullen brengen. De beste raad die wij U geven kunnen is: Neemt de sterkste jongenskleeding. Dat is bovendien ook de meest zuinige manier. U zult het ondervinden met onze Kreymborg-coupe. Die is niet alleen sterk van stof en sterk ge maakt, maar bovendien kwiek en chic van model en het oog wil toch ook wat hebben, nietwaar. Vergeet vooraJ niet onze kwaliteit met onze prijzen te vergelijken 1 Haarlemmerstr. 143 278 B. te L. U kunt U nog niet opgeven. Dat komt straks vanzelf in de courant. VOOR WOENSDAG 8 OCTOBER. Hilversum, 1071 M. Vóór 6 uur: 298 M. Uitsl. VARA.-uitzending 8.00 Gramo- foonpl. 10.00: Morgenwijding (VPRO.) 10.15: Voordracht 10.30: Ziekenuurtje 11.30: Gram.pl. 12.00: Concert. VARA.- Septet 2.15: Gramofoonpl. 2.30: Kin dervertellingen 3.00: Cursus: ..Maak-het- zelf!" 4.00: Vraaghalfuurtje voor kinde ren 4.30: Pianoconcert door Betsy van Praag 5.00: Concertorgelbespeling en gramofoonpl. 6.15: Lezing over den Alg. toestand in Europa 6.45: Saxophoonsoli 7.00: Gramofoonpl. 7.05: Vervolg Saxophoon-soli 7.-15: Gramofoonpl. 8.00: Concert. VARA.-Orkest. Rede van G. J. Zwertbroek 9.30: Spaansch concert. Marg. Couperus (zang), L. Contran (piano) 10.30: Vervolg orkestconcert 11.00: Persber.11.1512.00: Gramofoonpl. Huizen, 1875 M. Uitsl. NCRV.-uitz. 8.15—9.30: Gramofoon 10.30—11.00: Ziekendienst o. l.v. Ds. Kruyswijk 11,00 11.30: Gramofoon 11.3012.30: Orgel concert door M. F. Jurjaanz 12.302.00: Solistenconcert (sopraan, piano, viool, cello) 2.002.45: Concert door het Arnhemsch Instrumentaal Trio (piano, fluit, fagot) 2.45: Lezen van Ohrist. Lectuur 3.15 4.15: Vervolg Concert 4.155.00: Gra mofoonpl, 5.006.00: Kinderuurtje 6.006.45: Landbouwpraatje door H. Pilon 6.457.15: Halfuurtje voor de rijpere jeugd 7.157.45: Cursus electrotechniek 8.0010.00: Concert in de Geref. Kerk te Rotterdam. Solo-mannenkwartet „Sur- sum Corda" en het Delftsche Trio (piano, viool, cello). Sprekers: Ds. Knoop en Ds. Kuyper, M. J. Schreuder 10.00: Persber. 10.1011.30: Gramofoon. Daventry, 1554.4 M. 10.35: Morgen wijding 11.05: Lezing 12.20: Gramo foonpl 1.20: Orkestconcert 2.20: Con cert. G. Jones (alt), E. Hargraeves (tenor) 2.50: Uitz. voor scholen 3.15: Berichten 3.20: Lezing 3.50: Concert. Orkest. H. Kindier (cello) 5.05: Orgelspel door R. New 5.35: Kinderuurtje 6.20: Le zing 6.35: Nieuwsber. 6.55: Berichten 7.00: Zang door P. Molchanoff 7.20: Lezing 7.45: Lezing 8.05: „The Rid- geway Parade". III 9.20: Berichten 9.40: „The Imperial Conference" 9.55: Concert. K. Taylor (piano). Orkest 11.20: Dansmuziek 11.35—12.20: Dansmuziek. Parijs .Radio Paris" 1725 M. 12.50 2.20: Gramofoonpl. 405: Orkestconcert en soli 8.20: Concert. Orkest en solisten. Langenberg, 473 M. 473 M. 6.20 7.20: Gramofoonpl. 9.3510.35: Gramo foonpl. 10.40—11.20: Muziekuitz. voor scholen 11.30: Gramofoonpl. 12.25— 1.50: Orkestconcert, sopraan 4.505.50: Orkestconcert 7 20: Orkestconcert 8.20 Concert. Koor en solisten. Toespraak. Daar na tot 11.20: Dansmuziek. Kalnndboig, 1153 M. - 11.201.20: Or kestconcert 2.504.50: Orkestconcert en voordracht 7.20—8.20: Kamermuziek 8.509 10: Liederen-voordracht 9.30 10.30: Orkestconcert10.3011.50: Dans muziek. Brussel, 508.5 M. 5.20: Trio-concert 6.50: Concert 8.35: Orkestconcert m.m.v. zangeres. Zeesen, 1635 M. 5.056.20: Lezingen 6.206.50: Gramofoonpl. 9.5011.20: Lezingen 11.20—12.15: Gramofoonpl. 12.15—1.20: Berichten 1.201.50: Gra mofoonpl. 1-503.50: Lezingen 3.50 1.50: Concert 4.50—7.20: Lezingen 7.20: Dansavond 9.20: Berichten en Orkestconcert. Intermezzo: Zang door Anita Hellwig. door ELI SE WESSELINK—RUTGERS. 2) SLOT. „Voor den oorlog?" „O neen alleen maar voor de industrie en voor auto's, luchtschepen en zoo wat meer „Waarom komt u dat dan juist hier doen?' „U bent een slimmerd, ik zie wel, dat ik zóó niet van u afkom. Wij mosh.i zoc geheimzinnig doen, omdat wij niet willen, dat anderen die hetzelfde zoeken, onze ge heimen zou Jen kunnen stelen Want op die manier zouden wij het werk doen en een ander zou met de vruchten ervan gaan 9trijken. Dat begrijpt u toch zeker wel?" „Jawel. Maar ik heb het niet erg op die duivelskunsten van tegenwoordig begTepen". „Het zijn heusch geen duivelskunsten, dat moei u niet deuken „Het zijn mijn zaken ook niet", bromde de oude vrouw, blijkbaar niet overtuigd van de onschuld van de bedoelingen harer meesters. „Ik krijg mijn geld en zal er mij niet mee bpmoeien. „Mooi! En wij rekenen er ook op, dat u tegenover anderen uw mond zult houden." „Het zijn mijn zaken niet," herhaalde de vrouw schouderophalend, terwijl zij op stond. Zij vroeg verder niets meer en bediende de beide mannen met onveranderlijke vriendelijkheid en zorg. Alleen voor de maaltijden en voor wat heen en weer loopen in den zoogenaamden tuin verlieten zij de werkkamer, waar zij des nachts op hun meegebrachte veldbed den sliepen. Urenlang stonden zij over hun werkbank gebogen, aan een kleinen dynamo de be weegkracht voor hun werktuigen ontlee- nend. Dikwijls ook waren zij met een distilleer kolf en retorten in de weer, onbegrijpelijke formules raadplegend en volgens een voor uit vastgesteld systeem zoekend en wer kend. Zij hadden niet wijzer geoordeeld, de oude vrouw niet te vertellen, dat zij een nieuwe springstof wilden bereiden, die alle vroe gere in kracht overtrof. De proeven, waar bij hevig geknal en gesis onvermijdelijk was, namen zij alleen des avonds, als hun gedienstige naar haar dorp was afgedaald. „Wie loopt daar?" riep Pierre Denis op een middag verschrikt uit, naar een der ramen van de werkkamer snellend. Mare Lemoine schoot eveneens toe. Beiden zagen een mannenfiguur in een groep hoornen verdwijnen. Haastig doorzochten zij den naasten om trek, echter zonder een menschelijk liezen te ontdekken. „Is er iemand aan de deur geweest?" vroeg Lemoine aan de oude Bretonsche. „Ja, een mijnheer, die vroeg, wat u hier uitvoerde. Schilderen, heb ik gezegd. „„Mooi," lachte Mare, „dat is braaf van u. Zeg het maar tegen iedereen, die hier komt neuzen. Wij kunnen geen pottenkij kers gebruiken." „En vooral niemand in huis laten", waarschuwde Pierre Denis. „Waar denkt u aan. mijnheer „Was het een stadsche heer?" „Tenminste niet hier uit de streek. Dat hoorde ik wel aan zijn praten." ,,Zij hebben onze verblijfplaats dus blijk- blaar gevonden," prevelde Lemoine. „Wij zullen dubbel voorzichtig moeten zijn." Sinds dien dag gebeurde er echter niets meer, dat de achterdocht van de beide mannen gaande maakte. Een maand later drukten zij elkander in oplaaiende geestdrift de hand. De laatste, beslissende proef was gelukt. Met een paar onschuldig uitziende, kleine, witte korreltjes hadden zij een oud 9tuk muur achter in den tuin tot puin verpul verd. even gemakkelijk als de hand van een kind een stukje koek tot kruimels knijpt. Hun vreugde kende geen grenzen. „Wij moeten onmiddellijk op ingrediën ten uit", sprak Lemoine levendig „Ons laatste snippertje is verbruikt. Maar de juistheid van onze formules is bewezen. Zoodra wij een nieuwe hoeveelheid hebben gefabriceerd kunnen wij ons succes be kend maken en demonstreeren. Jongen, dit is de kroon op ons werk. Wij zullen rijk worden en onze namen zullen over de ge- heele wereld worden genoemd. Zij gaven de oude vrouw vacantie. sloten eigenhandig deuren en luiken af en klau terden langs een rotsig binnenpad omlaag naar het dorpje, waar zij den trein naar de hoofdstad konden nemen. Des avonds zij konden niet vóór den volgenden morgen weder vertrekken, genoten zij van het lang ontbeerde Pa- rijsche straatleven. Op de Place de I'Opéra keken zij naar de nieuwsberichten, in verlichte reuzen letters langs den hoogen dakrand van een kantoorgebouw schuivend. „Beursberichtenijij een aanslag op denze „.Beursberichtenuitslagen van wed strijden een aanslag op den gezant van een bevriende Oostersche natieeen brand in Bretagne, een hooggelegen land huis in de buurt van Morlaise. Onbewoond. Blusschen onmogelijk' Verder zagen zij niets. Als aan den grond genageld bleven zij staan. „Het kan niet", steunde Pierre Denis, „het kan niet". „Het moet een ander huis zijn. Je hebt immers alles uitgedraaid. Er kan niets zijn gaan smeulen.' ,>Neen, neen, onmogelijk. Ik heb niets vergeten. Ik weet zeker, dat ik niets ver geten heb." „Ik heb zelf ook alles nagekeken. Neen, wij hebben niets vergeten. Het kan niet. Wij hebben niets vergelen." Maar toch sneldep zij naar een auto-ver- huurderij en reden als waanzinnigen door den donkeren nacht naar het Westen. Het daglicht was reed? aangebroken, toen zij het stadje bereikten, waar zij kort te voren hun autotocht naar het gebergte had den aanvaard. Zi] ontbeten in een klein hotel. „Weet u iets naders omtrent den brand van een landhuis in de buurt?" vroegen zij den eigenaar. „O ja", vertelde de man. „Het was een oud huis, dat lang heeft leeggestaan. Den duivelskunstenaar noemde men den man, die het liet bouwen. Hij beoefende geheime wetenschappen, meende men. Het huis werd opeens verhuurd aan twee heeren uit Parijs Heel het dorp sprak er over. Ook zij werden voor duivelskunstenaars gehou den, Het laiidvolk daar is zoo dom. zoo dom Als er een koe stierf, was het do schuld van die twee. Als er een kind ziek werd, hadden die twee het gedaan. Zij moesten verjaagd worden met al hun ge- heimzinnigen, knallenden, rookenden rom mel, zeiden de boeren De heeren gingen een dag weg en de dorpelingen maakten van de gelegenheid gebruik om den brand in de oude kast te steken. Menschen- levens wilden zij niet op hun geweten heb ben, maar de opwinding in het dorp was zoo groot, dat er wel een uitbarsting moest vólgen. Dat alles is mij gisteren verteld door een van de dorpsbewoners, die hier toevallig in de stad moest zijn. De daders zijn natuurlijk niet bekend. Die liggen op het kerkhof." Gebroken, vernietigd, leunden de beide mannen in hun stoel terug. Wegl Hun formules, hun werktuigen, alles wegl Het werk van maanden en maanden ver woest I Zij wisten thans, wat zij vergeten hadden. Zij hadden vergeten, rekening te houden met de domheid, de achterlijkheid van het Bretonsche landvolk, met het bijgeloof, dat in die streek nog hoogtij viert. DM hadden zij vergeten!

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1930 | | pagina 9