DE OVERVAL OP CURACAO.
LAND- EN TUINBOUW.
De advocaat-fiscaal eischt 5 dagen gevangenisstraf.
De verdediger bepleit vrijspraak.
Gelijk in 'tkort nog is vermeld is voor "het
Hoog Militair Gerechtshof de zaak behandeld
tegen kapitein Borren, bekend van den over
val op Curacao.
Het Hoog Militair Gerechtshof was voor
deze zaak a-U volgt samengesteld: president
mr. dr. C. J. H. Schepel; leden: vice-admi-
raal J. H. O. graaf van den Bosch, inr. G.
van Slooletn Azn., vice-admiraal B. Schreu-
ders, luit.-gen. M. Belzer en gen.-majoor E.
A. D. E. Carp (plaatsvervangend lid), advo
caat-generaal jhr. mr. P. A. J. van den Bran
dmier. griffier de Isfce luitenant der jaigers
mr. J. Tuinstra.
Als raadsman van den beklaagde trad op
mr. J. H. Rolandus Hagedoorn.
Kapitein Borren is zeer langdurig in ver
hoor genomen, terwijl verschillende getuigen
uitvoerige verklaringen hebben afgelegd.
Gelijk men weet werd kapitein Borren ten
laste gelegd, dat hij had nagelaten de noo-
dige maatregelen te nemen, die er toe had
den kunnen leiden, dat de overval was afge
slagen. Hierop is telkens liet antwoord ge
komen. dat aan de ifiogelijkheid van zoo'n
overval nooit is gedacht, niettegenstaande er
een 3000-tal Venezolanen waren, voor het
grootste deel ongure elementen. Verdachte
had bovendien gedacht tevoren wel eenige
waarschuwing te zullen ontvangen, indien
er ooit gevaaT zou dreigen.
Pres.: „Waar is het nu uit voortgekomen.
Öat aü deze maatregelen niet zijn geno
men?" De commissie-Hoorweg antwoordt
daarop, dat de heer Borren alles opofferde
aan zijn politietaak, die hij voortreffelijk
vervulde, maar met verwaarloozing van zijn
militaire taak. Dat leek spreker een juiste
conclusie, waarbij echter dient te worden
opgemetkt, dat het ook voor de politie een
eerste vereischle was, dat het fort met de
verdedigingsmiddelen behoorlijk liewaaJkt
werd. Zonder deze verdedigingsmiddelen was
immers ook de politie lam gelegd. Het rap
port der commissie-Hoorweg zegt ook. dat
de heer Borren na den overval niets geleerd
heeft en op denzelfden voet is voortgegaan.
Verdachte betoogde, dat hij niet voldoende
manschappen had, niet voor zijn recherche-
en ook ndet voor zijn vreemdelingen-dienst.
Advocaat-fiscaal: Heeft u daarover nooit
met den procureur-generaal gesproken?"
Verdachte: „Er is herfiaaldelijk gespro
ken met den procureur-generaal en er is
sprake geweest van een geheel nieuwe
vreemdelingen-verordening. De procureur-
generaal meende echter, dat dit te ingrijpend
was en wilde liever wachten tot eenige
veranderingen gewijzigd moesten worden."
De samenwerking met de burgerpolitie was
volgens verdachte zeer slecht, hetgeen hij
grootendeefls aan onhefkwaamheid der bur
gerpolitie weet.
Getuige De Ridder, voorganger van kapt.
Borren, verklaarde, dat de taak van den
commandant was orde en rustverstoring te
voorkomen. Over de mogelijkheid van een
overval is wel eens vaag gesproken.
President: ,.Was onder uw commando
zulk eeD overval ook mogelijk geweest?"
Getuige: ..Zoon overval had toen ook kun
nen slagen."
Generaal-majoor A. H. Bennewitz hand
haafde de conclusies van zijn rapport, dat
kapitein Borren vele groote militaire fouten
heeft begaan welke de oorzaak van het sla
gen van den overval zijn geweest. Hij heeft
niet zijn taak als militair bevelhebber aan
gevoeld. Ook heeft hij niet gedacht aan dc
mogelijkheid van een overval, wat veroor
zaakt werd, doordat hij geen tropeneTvaring
had. Een Indisch militair zou 't niet over
komen zijn. In een tropisch land is de eerste
taak zijn post veilig le stellen.
De houding van een troep is wal de com-
F~r^-lant ervan maakt.
Het requisitoir.
Nadat nog verschillende getuigen waren
gehoord was het woord aan den adv-fiscaal
jhr. mr. v. d. Brandeler voor het houden van
zijn requisitoir.
Spr. wees er op, dat reeds in 1902 de toen
malige gouverneur schreef aan de Regeering,
dat het oog op Curasao gevestigd moest blij
ven, omdat het een geschikte basis zou zijn
voor opstandige Venezolanen. Welke de oor
zaken zijn geweest of welke middelen had
den kunnen worden genomen om den over
val te voorkomen, daarvoor is door de Regee
ring een commissie benoemd, die er geen
gras over heeft laten groeien, doch half
Augustus reeds haar werk aanving en reeds
op 2 Oct. haar rapport gereed had. Een woord
van welverdiende hulde mag aan de heeren
Hoorweg en Bennewitz niet worden ont
houden. Komende tot de tenlastelegging, ging
spr. na welke taak aan kap. Bcrren was
opgedragen en welke middelen hij had om
die taak uit te voeren. Herhaaldelijk is door
opvolgende gouverneurs bij de Regeering ge
klaagd over de onvoldoende sterkte en de
onvoldoende paraatheid van de weermacht
en den zeer onvoldoenden toestand van de
politie, die gerecruleerd werd uit de land
macht, die niet veel bijzonders was en uit
de inwoners van Curacao, die heelemaal
niets bijzonders waren. Het waren allemaal
kleurlingen van het minste gehalte deT be
volking.
Aan plannen tot verbetering van dien teo-
siand heeft het niet ontbroken. Tenslotte
is de Regeering in 1924 in beginsel gekomen
lot het besluit, dat de burgerpolitie zou wor
den opgeheven en dat mil politie zou worden
ingevoerd. Helaas kwam hier een angel tus-
schen in: de bezuiniging.
Het standpunt der weerloosheid van Cu-
oagao was in zooverre juist, dat de deskun
digen het erover eens zijn dat Curacao door
de landmacht niet te verdedigen is. Maar
het is daarom nog niet waar, dat de militaire
po li tie troepen geen taak als weermacht had
den te vervullen. Wat zou er gebeurd moeten
zijn als een vijand tegen Curacao optrok.
Had de mil. politie dan met de handen om
hoog moeten staan of zich als burger moeten
verkleeden? Men voelt; de mil. troepen had
den wel degelijk een mil. taak te vervullen.
En wanneer nog wordt uitgeschakeld de
mogelijkheid van een aanval van buiten,
dan spreekt het nog vanzelf, dat rekening
moest worden gehouden met de eigenaardige
ligging van het eiland bij de kust, waar roe
rige, rumoerige, revolutionnaire bewegingen
mogelijk waren en met den bijzonderen aard
der bevolking. Men kan dan ook de militaire
taak van de mil. troepen niet uitschakelen.
Kap. Borren werd gekozen om de Regeering
voor te lichten over de reorganisatie der po
litie. Hij had reeds vele jaren dienst gedaan
bij de politietroepen en zette reeds in 1919
als luitenant in een aanschrijving uiteen wat
naar zijn oordeel de laak van de mil. politie
was Het was hem dan ook volkomen bekend
wat de taak der mil. politie was. Hij werd
uitgekozen omdat de Regeering vertrouwen
in hem had. Hij had een flink en energiek
karakter en werd beschouwd als een be
kwaam officier, hetgeen de heer Hoorweg
hier thans heeft bevestigd. Als commandant
van de politietroepen op Curacao heeft hij
de in hem gestelde verwachtingen niet be
schaamd. In Mei 1925 werd hij aangewezen
en, na de politie in verschillende steden le
hebben bestudeerd, is hij in October naar
Curacao vertrokken, waar hij het com
mando overnam van kap. de Ridder. Het is
wel merkwaardig, dat de heer de Ridder
thans verklaarde, dat daarbij over militaire
zaken eigenlijk niet is gesproken. Het lag
niet op den weg der Regeering om kap. Bor
ren op zijn militaire laak te wijzen; hij ging
erheen als kapitein, als militair, er was dan
ook geen kwestie over dat hij een mililaire
taak had te vervullen. Juist voer de politie
taak echter moest gesproken worden. Daarin
ligt dus niets vreemds. Trouwens kap. Bor
ren erkent zelf, dat het militair karakter
nooit verloren mocht gaan. Op denzeifden
dag van den overval had hij nog een onder
houd gehad met den gouverneur over de ge
ringe „sterkte" der militaire troepen. Hij
klaagde daaiover en over de ongeschoold
heid der uit Nederland gezonden troepen.
Nog sterker sprak hij zich uit in een schrij
ven van 23 Aug. 1928 aan den gouverneur
waarin hij schreef, dat de troepen vóór alles
geoefend moesten worden als een compag
nie infanterie. En nu was het hem bekend,
dat bij min. beschikking de reglementen
voor Ned. Oost-Indië ook van toepassing wa
ren verklaard voor het leger in Curacao.
Het is onaannemelijk, dat kap. Borren, zoo
als hij verklaart, daarvan niet op de hoogte
was on dat hij geen tijd gehad had om die
reglementen te bestudeeren. Dat is geen
excuus.
Een groote grief is. dal hij geen instruc
ties gekregen heeft van den gouverneur.
Spr. betwist dit. Naar aanleiding van den
brief van 10 Nov. heeft hij overleg gepleegd
met den gouverneur. Ilij had dus zijn in
structie en wist dal hij zich daarnaar te
gedragen had Maar gesteld, dat hij geen
instructie had, dan behield hij toch zijn Uak
als militair bevelhebber met den plicht zijn
troep op te werken tot gehoorzaamheid,
tucht, mil. geoefendheid. Zelf had hij die
taak in zijn hoofd en zijn hart. zooals blijkt
uit de toelichting tot het ontwerp van den
Kol. Raad, waarin hij schreef, dat het mil-
karakter nimmer uit hel oog mocht worden
verloren.
Waren er goede manschappen uil Neder
land gevonden, dan was alles wel goed ge
gaan. De moeilijkheid bestond echter juist
voor de Regeering in het verkrijgen van he-
hooriijk personeel. En nu was het voor
'kap. Borren altijd een groote moeilijkheid
om met deze menschen te werken. Het ge-
lal was niet eens voldoende, laat staan het
gehalte. In 1927 waren er 58 man en drie
officieren op Curacao, een marinebodem was
c*r niet. In het najaar van 1927 seinde de
gouverneur tweemaal om versterking.
Toen kwam 1 April 1928. toen de reorga
nisatie in werking trad en kap. BoTren in
trad als hoofd van de politie, maar.al
tijd als kapitein van het leger. Hij stuitte
op verzet bij den Kol. Raad. die er niets van
moest hebben. Men had er den eigenaardi-
gen toestand n.l. oude gevestigde Hollan
ders en de vele Israëlieten, die in de socië
teit de macht hekleedden en het was een
doorn in hun oog, dat de politiemacht in
handen van kap. Borren zou komen. Het is
dan ook merkwaardig, dat deze zooveel tot
stand heeft gebracht. Ook spr. heeft lof voor
den arbeid van kap. Borren. Dat is inder
daad uitstekend geweest, vooral gezien den
tegenstand, die hij moest overwinnen. In
één jaar heeft de toestand zich zoo ontwik
keld. dat er een verschil van dag en nacht
was. vergeleken hij vroeger. De bevolking
erkende tenslotte dan ook, dat het werk. dat
tot stand was gebracht, goed werk was.
Maar bij a! dat goede ging het militair ge
deelte van den (aak te loor. Spr. erkent de
onvoldoende sterkte. De politietroepen, die
tot 75 man waren opgeklommen, bleven nog
45 man beneden de sterkte en toch was de
vorming van 4 brigades van 40 man noodig
voor een goede uitoefening van den dienst.
Door het onvoldoende aantal kwam er van
de oefen troep niets terecht en daalde het
militaire karakter. Herhaaldelijk heeft de
gouverneur aangedrongen op het zenden
vaD twee brigades. Dat was hoog noodig.
daar de Balaafsche zich uitbreidde, de ves
tiging van vreemdelingen daardoor toenam
en daarmee het aantal verdachte indivi
duen.
In Jan. 1929 ontbraken nog in de sterkte
1 sergeant en 36 minderen.
Gen. Brantjes had dan ook steeds aange
drongen op het zenden van onderofficieren,
geoefende mannen dus. De geoefendheid als
politie kwam in de tweede plaats. Dat
kwam van kap. Borren.
De sterkte op den dag van den overval
was absoluut onvoldoende, n.l. 3 officieren
en 136 man, waarvan 41 voor den dienst
absoluut ongeschikt waren. Het is dan ook
niet te verwonderen, dat aan de troepen
ernstige gebreken kleefden. Het is echter de
vraag of kap. Borren daarmee zich kan ver
ontschuldigen van de aanklacht het fort, het
kampement niet behoorlijk in staat van ver
dediging te hebben gebracht
De advocaat-fiscaal wees er voorts op, dat
beklaagde zich zoo goed mogelijk door de
moeilijkheden wist heen te werken, welke
zich bij de reorganisatie voordeden. De for
matie van de troepen was absoluut onvol
doende voor de veiligheid van Curagao. De
politietaak voor beklaagde was zeer moeilijk
met een tekort aan personeel, maar toch
blijft het de vraag of dat hem kan vrij
pleiten van een tekort aan militaire ge
oefendheid. Ook het toezicht door beklaag
de was onvoldoende en spreker critiseert het
dag en nacht openlaten van de poort, even
als de onvoldoende bewapening. Uit alles
blijkt gemis aan paraatheid Spreker con
stateert derhalve een tekort in het beleid
van beklaagde en hij vindt het onbegrijpe
lijk, dat hij zoo weinig zijn gedachten heeft
laten gaan over wat plicht was en alzoo
groote gevaren deed ontstaan. Beklaagde
was bovendien gewaarschuwd.
De eisch tegen kapitein Borren luidde ten
slotte- vijf dagen gevangenisstraf, wegens
het feit, dat het als bevelvoerend officier
aan zijn schuld le wijlen is, dat een bezette
plaats, alsmede een deel der krijgsmacht
door den vijand overvallen is.
De verdediging.
De verdediger, mr. Rolandus Hagedoorn,
memoreerde de detacheering van kapitein
Borren om de militaire politie op Curagao
te reorganiseeren. De instructie hiervoor
werd per brief van het ministerie van Ko
loniën gegeven. Kapitein Borren kwam in
een volstrekt andere betrekking op Cura
gao. Waar hij voortdurend in contact stond
met gouverneur Brantjes, die hem opdracht
gaf, was het vanzelfsprekend, dat hij niet
naar een instructie vroeg. Het doen opgaan
van het garnizoen in de militaire politie was
zijn eigenlijke taak.
Was Borren moreel verantwoord met de
inrichting der politie? Was er meer behoefte
aan politie dan aan militairen? Curagao
was absoluut onverdedigbaar teger. een
buitenlandschen vijand. Er was geen ma
teriaal voor aanwezig. Vroeger zond men
wel eens oorlogsschepen. Toen Borren kwam
was er een garnizoen van 86 man. Hef was
loen een uiterst onordelijke toestand op
Curagao. Het wa9 vanzelfsprekend, dat ka
pitein Borren preventief ging w_erken in
plaats van repressief. Zijn taak was echter
tweezijdig: militair en politioneel, en daar
om te zwaar voor één man.
De term van bezette plaats, door den ad
vocaat-fiscaal gebezigd, bewijst, dat hij het
fort als fortificatie heeft laten vallen.
Tegenover de bewering, dat Urbina vrij
in hel fort rondliep om te 9pionneeren, wijst
pl er op, dat later is gebleken dat hij niet
wist waar de munitie geborgen was.
Pl. memoreerde de pogingen van bekl.
om troepen versterking te krijgen op Cura
gao, maar het dep. van Koloniën hield de
zaak steeds sleepende en hier ligt de grond
oorzaak van alles. Dit heeft het prestige
van onze koloniën aangetast
Ten aanzien van de taak van kapitein
Borren zei pl. dat men zijn werk te veel
van militair-technisch standpunt heeft be
keken. Overal zijn achteraf fouten aan te
wijzen. Dat kan na iederen veldslag gedaan
worden. De kwestie is echter: zijn de ver
zuimen zoodanig, dal zij onder bereik van
he! strafrecht vallen? Een verbod in engen
zin dat overtreden zou zijn is niet geble
ken. Is er een grove onachtzaamheid ge
weest? De adv.-fiscaal zegt van ja, omdat
hel fort niet voldoende bewaakt was.
Hier is de vraag of aangetoond is. dat het
al of niet hebben van voldoende bewape
ning en mannen den overval wel of niet
zou hebben doen slagen. Dit is niet aange
toond.
Kwalijk genomen wordt, dat zijn politie-
menschen geen scherpe sabels hadden.
Maar hadden zij dan 2 sabels op moeten
hebben? Want als politieman mogen zij
geen scherpe 9abel hebben.
Dp open poort had men ook bij den voor-
gangpr van kapitein Borren. Schuld in slraf-
rechtelijken zin is er niet. De gouverneur
was de superieur van Borren en wanneer
deze de open poort sanclionneert is de gou
verneur als opperbevelhebber verantwoor
delijk.
Gemis aan tropenervaring is kapt. Borren
verweten, maar dit is geen gebrek aan zorg
maar aan bekwaamheid Dit kan op zich
zelf geen schuld zijn.
Na den overval is men plotseling wakker
geworden op Curagao. Als de minister in de
Kamer zegt: „er is geen gevaar meer te
duchten", stuurt men toch twee oorlogssche
pen met 400 man. MaaMoen er vroeger ge
waarschuwd is, deed men niet9. Het garni
zoen zal nu uilsluitend uit mariniers be
staan en de militaire politie zal alleen po
litiedienst doen. zooals kapt. Borren het
altijd gewild heeft. Waarom wordt voor het
zoeken naar de aansprakelijkheid voor den
overval de opperbevelhebber, de gouverneur
uitgeschakeld.
Volgens het bewuste artikel is de schild
wacht, 1. c. de planton, de directe schuld
aan den overval. Hij was even van zijn pos<
weggegaan Hier had men na moeten gaan
of de commandant van de wacht dan wel
dp planton de schuld had.
Hoe is men er toe gekomen kapitein Bor
ren verantwoordelijk te stellen? Want hij
had juist gezegd, dat er een planton moest
staan Een grove of ernstige nalatigheid
moet men kunnen aanloonen om schuld te
I kunnen vaststellen. Maar nooit heeft iemand
1 aan een overval gedacht.
Nu heeft men kunnen lezen, dat het dep.
van Koloniën Rio Canario in bezit heeft ge
nomen en daarvoor 3 ton heeft betaald. Dat
is nu mogelijk, terwijl vroeger alleen het
toezicht op het kamp wegens de kosten on
mogelijk was. Wat de kwestie van het pam
flet betreft, dit heeft noch kapitein Borren
noch anderen eenige bezorgdheid ingeboe
zemd. Men kende de groote monden der
Venezolanen.
In het requisitoir ligt een groote leemte,
vervolgde pl., dat over het karakter van
artikel 95 van hel militair strafrecht gezwe
gen wordt.
Het karakteristieke is. dat het ten laste
gelegde delict niet anders dan in geval van
oorlog of gelijkgesteld conflict kan voorko
men. Hier was het een relletje van tachtig
man, uitgegroeid tot een paar honderd man,
en dat op een burgerij van 46.000 man, die
zich er geheel buiten hield. Het was dus
ook geen burgeroorlog. Hoe is dan art. 74
toe te passen, dat alleen op oorlog of daar
mede gelijkgestelden toestand slaat?
Veroordeeling is op grond van dit artikel
dan ook ten eenenmale uitgesloten.
De volgelingen van Urbina konden niet
als opstandelingen in den zin der wet wor
den beschouwd.
Resumeerendo zegt pl. dat le niet be
wezen is dat hier een fort was; 2o. niet
bewezen is dat kapt. Borren verantwoorde
lijk is, dan wel de gouverneur of de wacht
commandant of planton; 3o. evenmin is
bewezen, dat een strafrechtelijk verzuim is
gepleegd; 4o jg niet bewezen, dat de over
val voorkomen had kunnen worden; 5o.
kan niet gesproken worden van opstande
lingen in den wettelijken zin; 6o. dat het
delict niet anders dan in oorlog kan worden
ten laste gelegd
Pl. besloot met de hoop uit te spreken,
die naar hij meende door heel Nederland
wordt gedeeld, dat bekl zal worden vrijge
sproken.
Na re- en dupliek wend de behandeling
gesloten. Het Hof zal 14 Oct. uitspraak doen.
sions" uit de nieuwe tairiefwet van de Ver.
Staten van N.-Amerika, verlaging van het
invoerrecht op bloembollen, met name van
tulpen, te verkrijgen, .zal worden gesteund.
Aan de e.k. algemeene vergadering in De
cember zal een voorstel worden voorgelegd
om de statuten aan te vullen met een bepa
ling, waardoor met royement ais lid der
vereeniging bedreigd wordt, hij, die gelegen
heid geeft aap een niet-Hd om van de rech
ten van het lidmaatschap gebruik te maken
en ziel; aan de verplichtingen daarvan te
onttrekken.
In verband met het voorkomen van bol-
lenmaten en ziftplaten, die niet de juiste
maat aangeven, zal meer bekendheid gege
ven worden aan het feit, dat het secretariaat
der vereeniging beschikt over een nauwkeu
rige maat, waarmede elk lid of belangheb
bende zijn maat kan vergelijken.
Tot hel aanbrengen van een kunstverrich
ting in de open nissen van de beurszaal (de
z.g. open kamertjes) woTÓt besloten.
Nog werd van gedachten gewisseld over
een denkbeeld van den Rijkstuinbouwconsu-
lent te Hoorn om voor de huiten het eigen
lijke bloembollendistrict gelegen gebieden,
zoo mogelijk in het leven te roepen een vrij
willige keuringsdienst van partijen bloem
bollen op gezondheidstoestand en zuiverheid.
Als resultaat dezer keuring 9telt men zich
voor een certificaat ai te geven voor par
tijen, die aan zekere jaarlijks vast te stellen
eischen voldoen. Het denkbeeld zal vooraJ
wat de uitvoerbaarheid betreft, nader onder
oogen worden gezien.
DE MATAFTO-HISTOREE.
In samenwerking mol drie dierenartsen,
de heeren dr. R. H. van Gelder, directeur van
Meca en Meba le Amsterdam, diens Utrecht-
sche collega S. Stuurman en de Naardensche
dierenarts H. Ier Beek, heeft de heer Ph.
Benjamins te Weesperkarspel, bekend door
zijn reis naar Spanje en zijn daar opgedane
bevindingen, een wetenschappelijke proef ge
nomen met Mataflo, dwz. hij heeft te Eder-
veen negen onbesmette kalveren gekocht en
vijf daarvan door de dierenartsen laten be
handelen met het „middel". Paama zijn ze,
na eenige dagen, alle negen hesmei en.
alle negen even ziek geworden. Hhld.
MODERNE
VOGELVERSCHRIKKERS
Men meldt ons dat op de Landbouw Hooge-
scbool te Wageningen en wel speciaal op
de boerderij „Het Groenewoud" zeer belang
rijke proeven worden genomen met een
instrument om rogels te verjagen.
Het toestel, geconstrueerd door de N. S. F
(N.V. Nederland9che Seintoestellen Fabriek)
beslaat uit een spoel, die periodisch kan be
krachtigd worden vanuit het liohlnet, welke
spoel bij ingeschakelden stroom twee af
geknotte kegels (van plaatijzer) aantrekt,
terwijl deze kegels bij uilschakeling weder
om in hun ouden stand terugkomen.
Deze beweging veroorzaakt een roffelend
lawaai. Bovendien zijn er nog een vijftal
blikken plalen aangebracht, die bij aange
trokken kegels ontspannen en zich daarna
weer spannen, hiermede een knetterend ge
luid voortbrengend.
Hot onderbreken van den stroom ge
schiedt vanaf de boerderij door middel van
een schakelwals, waardoor diverse toestel
len (er staan er 5 in bedrijf) om beurten
kunnen worden ingeschakeld
Het voorloopig resultaat bleek een succes
te zijn. De vraag blijkt echter of hetzelve
vooral ton opzichte van de brutale musschen
van biijvenden aard zal zijn.
Het een en ander geschiedt onder groote
belangstelling en medewerking vaD de
autoriteiten der Landbouw Hoogeschool,
Plantenziektenkundigen- en Ornitologischcn
dienst.
De oplossing van hel vraagstuk zou dan
ook in een dringende behoefte voorzien. Men
denke slechts aan fruittuinen, vooral kersen-
boomgaarden enz., terwijl wal de landbouw
betreft, er zelfs streken zijn in ons land,
waar graanbouw door overlast van mus
schen niet meer mogelijk is.
Waar men bang is, dal de musschen aan
het geluid zullen wennen, worden ook nog
proeven genomen met een toestel, waarbij
een nagemaakte sperwer zich beweegt langs
een draad zonder einde. De sperwer is spe
ciaal gekozen, daar deze vogel de grootste
vijand van de musschen is. heigeen duide
lijk gedemonstreerd wordt door een ander
voorwerp langs de lijn le bewegen, waarbij
de muschen rustig bleven zitten, terwijl zij
bij vertoon van den sperwer onmiddellijk
de vlucht namen.
BLOEMBOLLENCULTUUR.
Het hoofdbestuur besloot, volgens hel
„Weekblad" de regels voor de naamgeving
welke op het Internationaal Tuinbouwcon-
gres te Londen en het Int. Botanisch Congres
te Cambridge zijn vastgesteld, met name wat
de naamgeving van tuin-varieteiten betreft,
van toepassing le verklaren bij de goedkeu
ring van namen van nieuwe variëteiten, in
gezonden op de bioemenkeuringen en bijeen-
komste der Commissie voor de Nomencla
tuur. In verband hiermede zal aan bedoelde
regels bekendheid worden gegeven o.m. door
opneming ervan in het orgaan en het jaar
boekje.
De poging welke gedaan wordt om onder
gebruikmaking van de z.g. „flexible prori-
Vraag. Heb een Azelia, die mooi heeft
gebloeid, hoe is de verdere behandeling?
Mej. G. M. te L. Antw. Uw plant
moet, om een volgend jaar te bloeien, in
dezen zomer buiten hebben gestaan en bloem
knop hebben gevormd. In elk geval moet
ze nu langzamerhand naar binnen in een
opgestookt luchtig vertrek. De plant kan
niet veel kachelwarmte verdragen en moet
in den winter matig gegoten.
Vraag. Hoe een palm te behandelen en
hoe en wanneer te verpotten?
C. A. de J. te B. Antw. Uw plant
moet dageljjks gegoten en eens in de week
in een emmer water gezet, opdat de pet-
aarde en pot door en door vochtig worden.
In den winter matig warm houden en ééns
in de week de bladeren met lauw water en
spons stofscboon maken. Laat haar even
door een bloemist in uw woenplaats ver
potten.
Vraag. Moet een in den tuin staande
Hortensia nu opgepot en binnen gebracht?
Hoe verder te handelen?
v. G. te A. 3. d. R. Antw. Dat is
goed' de plant dient dan zoo koud mogelijk
te worden overwinterd; b.v. in een kelder
of vorstvrije kamer, 't Blad mag er desnoods
afvallen. In 't voorjaar loopt de plant uit
en gaat dan bloeien. Zoodra de bloemknop
zichtbaar wordt, geeft u veel water en af
en toe verdunde mest.
Vraag. Hoe te handelen met eon Bromelia?
v. G. te A. a. d. R. Antw. Deze
planten behooren 's winters thuis in een
warme kas en gaan in de huiskamer spoedig
rotten. Toch gelukt bet wel, als o de planten
goed in 't licht plaatst en niet veel water
geeft. In het bekende werk over Kamer
planten van den heer E. Th. Witte, wordt
uitvoerig over dit geslacht geschreven, Is
in eiken boekhandel verkrijgbaar.
Vraag. Hoe moeten geraniums en fuchsia's
behandeld en gestekt?
O. te den H. intw. Door ztfscheuten
oven onder een blad af te snijden en deze
scheuten voor de helft te plaatsen in potten
met zanderigen grond, zullen deze daarin
gemakkelijk wortelen. De potten binnen
plaatsen en matig vochtig houden. In den
winter vooral koel kweeken en goed in 't
licht zetten en weinig water geTen. In Maart
iedere stek afzonderlijk in een pot plaatsen
es geregeld gieten.
Vraag. Bloeit een Clivia wel eens twee
maal in één jaar?
Mevr. v. d. S. te L. Antw. Dat komt
wel meer voor, maar is al evenmin regel
als wenschelijk. De plant slaat dan n.l. wei
eens een jaar over. Een regelmatige bloei
is te prefereeren. Een bloei in een volgend
jaar is evenwel lang niet uitgesloten.
Vraag Hoe en wanneer moet een
Angora-konijn geknipt worden? Hoe is de
behandeling van het dier?
T. (e U. le L.
Antw Informeer u eens bij den boek
handel. Ongetwijfeld za! er een werkje op
dit gebied beslaan.
Vraag: Wat is de beste tijd om rozen
lo planten en te verplanten?
B. (e L.
Antw. Dit kan 't best in November
gedaan. De grond kan gedurende den win
ter tegen de wortels aansluiten en de her-
groei in het voorjaar js meeT zeker. Indien
dit niet mogelijk is. kan ook in Maart ge
plant als de grond niet te nat is. Najaars-
aanplant verdient m. i. voorkeur
Vraag: Wat zijn de namen van bloeien
de heesters voor een kleine luin? Welke
kunnen in de schaduw?
B. Ie L.
An tw Tol de eerste rubriek behooren:
Jasmijn, Weigelia. Rhododendron, Sering,
Goudenregen, Horiensea, tot de tweede
Kerria, Lijsterbes, Radijstmompje, Vlier.
Vraag: Welk gewas is geschikt om een
grasrand le vervangen?
B te L.
Antw.. U kunt hiervoor bet best ver
schillende sterke raste planten gebruiken.
Deze moeten ééns per jaar opgenomen en
gescheurd worden, terwijl de jonge doelen
opnieuw worden geplant. Hiervoor is ge
schikt de grasanjelier, verder Antennaria
Tomentosa. Staehylanata, erna Wilt li
ccn heestergewas dan kan de lage Buxus
diens! doen. Deze is "venwei veel duurder
van aankoop en moei jaarlijks geknipt wor
den.
Vragen op luinbouwgebied aan de Redac-
j tie onder motto „Tuinbouw"
I 3-4