DE PI AS
muiJdier droeg, op den grond en sprong in
het zadel, terwijl hij tegen Dick zei:
„Da bij je broertje zitten I"
Hij vuurde de beide muildieren op alle
mogelijke manieren aan en zij liepen wer
kelijk hard.
Het geluid van het schot had zijn vijan
den echter gewaarschuwd In de verte klon
ken ten minste verscheidene schoten en een
half dozijn gewapende ruiters verscheen
weldra op den anderen oever.
Delvikkig voor Langridge en de beide jon
gens waren de Mooren slechte schutters. Zij
schoten in het wilde zonder echter één van
drieën te treffen, terwijl Langridge al ver
scheiden mannen had neergelegd.
Plotseling werden de rui Iers aan den
overkant door den rotsachtigen oever ge
noodzaakt een grooten omweg te maken en
waren zij uit het gezicht verdwenen Lang-
ridge keek met woeste oogen om zich heen
en ontdekte een overhangend stuk rots. Hij
wenkte de jongens en begon van losse stee-
nen een verschansing te maken
Ongeveer een kwartier hadden zij daar
aan gewerkt en reeds groote vorderingen
gemaakt toen zij plotseling aan alle kanten
omringd waren door de Mooren, die van
hun paarden gestegen waien en kwamen
aanhollen
Langridge verweerde zich als een razende
en schoot er dapper op los, maar ten
slotte werd hij toch evenals de beide
jonzens gevangen genomen.
Het was blijkbaar de bedoeling hen in
handen te hebben en niet hen te dooden.
Zij werden aan handen en voeten vastg°-
bonden en in hot zand geworpen.
De aanvoerder een ruw uitziend man,
kwam on Langridcre af en zei-
..Eindelijk hebben wij je dus, verrader!
En nu zal er een eind aan je spionneeren
komen!"
(Wordt vervolgd).
door AMBER.
Els en Ans waren wat de andere kinde-
Tcn op school noemden dikke" vriendinnen.
Dat waren ze nu al twee jaar lang en in
dien tijd was hun vriendschap eerder loe-
genomen dan omeekeerd.
Fn hei g°kke was. daf ze toch al vier jaai
ïn dezelfde kla? zaten Maar die eer5>'e Iwee
jaar hadden ze zich nauwelijks met elknat
bemoeid Niet dat ze toen ruzie met elkaar
hadden, dat ook niet. Maar ze hadden .een
voudie niet op elkaar gelet", zooals Ans het
lafer eens noemde
Doch toen was Els verhuisd en schuin
tegenover Ans in dezelfde =Hraat komen wo
nen. Dat was het begin geworden»van hun
vriendschap Fersf ei neen ze samen van
school naar huis. Dat gebeurde zoo vanzelf
En daar ze plezier in eikaars gezelschap
kregen, duurde het niet heel lang. of ze
haalden elkaar ook af om samen naar
school te gaan. Wie het eerst klaar was
met ontbiiten of koffiedrinken, ging de
andere afhalen
Maar ook bii het gezamenlijk van en naar
school gaan zou het niet blirven De twee
meisje^ kwamen al gauw bij elkaar aan
huis hielpen elkaar met hun werk en trok
ken er 's zomers samen met de fiets op uit.
Dezen zomer troffen ze het echter al heel
slecht De eerste paar dagen van dp vacantie
ging het nog maar daarna was er een regen,
periode aangebroken, zooals we in Holland
's zomer= gelukkig niet d'kwiil*» beleven Als
je 's morgens opstond regppde het al als
je 's avonds naar bed ging regende het nog
en den volgenden ochtend regende het weer
Ans en Fis hadden er zich tot dusver
niet zoo héél vee! van aangetrokken 's Mor.
gens blevpn ze meestal thuis en lazen wat
en 's middags zocht de eene de andpref of
de andere de eene"* op Dan deden ze een
spelletje vooral in dammen waren ze
allebei noga! knap of maakten het zich
op *en andpre manier gezellig.
Maar alles begint of liever eindigt met
vervelend fp worden en zoo kregen Els
en Ans ten slotte ook genoeg van dat
eeuwige in huis zitten.
Ze hadden mist een spelletje gedamd en
Els die gewonnen had. stelde voor: „Zul
len we nu nog eens doenwie het éérst zijn
steenen kwijt is?"
„Hè, nee", vond Ans. „We worden zelf
nog danisteenen op het laatst."
En ze stond loom op, rekte zich eens uit,
geeuwde uitgebreid en slenterde naar hei
raam.
„Moet je zoo'n regen zien; dat gaat mi
al dagenlang zoo door" vervolgde ze. „Het
lijkt de zondvloed wel Weet jij nog hoe
zonneschijn er uit ziet?"
„Jawel, maar ik zou het toch ook wel
weer eens willen zien!"
„O zool" zei Ans, die merkte, dat ze steun
vond bij haar vriendin Het begint mij ten
minste knapjes te vervelen Kijk die plas
sen eens op straat! Het lijkt wel of die
nooit meer zullen verdwijnen."
..Oh!" schrokken de meisjes toen tege
lijk. want een keurig oud mijnheertje, die
onder zijn parapluie blijkbaar een beetje
liep ie soezen, was bijna in een grooten,
tamelijk diepen plas aan den overkant van
de straat gestapt. Op het laatste oogenblik
merkte hij het echter nog en wist hij. met
enkele snelle, schichtige pasjes, ziin voeten
nog juist voor nat worden te bewaren.
De twee vriendinnen schoten in den lach.
„Dat scheelde niet vepl". merkte Els op
en tegelijkertijd riep Ans uit: O maar nu
weef ik ineens iets vreeseliik leuks!"
„Wat dan?" vroeg de wat kalmere Els,
eenigszins verbaasd over deze plotselinge
uitbarsting.
„Een nieuw spel. kind Zelf bedacht Nu
nel. We gaan doen: wie het meest in dien
grooten plas aan den overkant trappen. Jij
wedt biivoorbepld op de mannen en ik op
de vrouwen En dan „turven" we allebei
eerlijk hoe de stand is. De wedstrijd duurt
premes een uur."
„Hm", zei Fis „Ik vind het ook wel een
grappig idee. Maar dal van die mannen en
dip vrouwen lükl me niet eerlük Dan zou ik
het zeker winnen, want met dit nare weer
ziin er nu eenmaal meer mampn op straat.
En bovendien kan het een man ook niet
zoo veel schelen om in een plas te trappen
als een vrouw
„Ja je hebt gelijk: het gaat niet", gaf Ans
teleurgesteld toe ..Dan gaan we ons maar
weer verder vervelen."
Wplnee Ik heb een ander idee Ik wed
bijvoorbeeld od de menschen. die van links
en iij on die van rechts komen"
„Ja. dat is werkeliik een schi'lerend idee",
mprVte Ans enthousiast op. ..Hoe verzin je
he» zoo?"
„De hoofdzaak heb jij anders verzonnen",
zei Fis bescheiden. Fn lafpn we dan nog
afspreken dat het duidelijk moet gespet
terd hebben, vóór iemand een winpunt mag
opschrijven.
.Uitstekend En dan blijf jij dus hij de
lir.ksche en ik hij de rechtsche menschpn?
Mooi! ïk zal even wat papier en twee pot-
looden halen
De meisjes wachtten fhans op de dingen,
die komen zouden. Maar die lieten op zich
wachten De eerste twee minutpn kwam er
zelfs niemand over het trottoir aan den
overkant Maar hpt weer lokte dan ook niet
bepaald uit tot het maken van een wan
deling
Eindelijk naderde echter van links
een voetganger, een man met een pet en een
pijp in zijn mond.
„Hoera, voor mij!" juichte Els
„Kun je begrijpen! wacht nog maar even
met hoera roepen! plaagde haar vriendin.
De man loopt natuurlijk op meters afstand
lanes den plas heen!"
En dat kwam uit ook.
„He. jammer!" zuchtte Els. „Maar wacht
daar komt weer iemand voor mij aan."
Het was een straatjongen, die met een
bos nat haar voor uit zijn pet en zijn handen
in zijn zakken, vroolijk fluitend door de
straat stapte, zonder zich van den regen
iels aan te trekken.
Zoodra hij den plas in het oog kreeg,
grinnikte hij epns. nam een aanloopje en
sprong er pardoes midden in, zoodat het
wafer hem om de ooren spatte.
„Ik geloof wel daf dat een punt voor mij
is", zei Els rustig, „of vond jij soms. dat het
niet genoeg spetterde?"
„Nauurlijk wel. mallei De stand is dus
10 voor jou Fn ik vind het een eenig
spel Wacht, dnar komt tets voor mij!"
Inderdaad kwam thans van rechts een
dame onder een parapluie aanwandelen, die
aandachtig de huisnummers bestudeerde.
Rliikhaar wilde ze daar ergens in de buurt
kennissen opzoeken, waar ze niet al te
dikwijls kwam. Door dat kijken naar de
huisnummers, lette zij echter niet zoo goed
op. zoodat ze nog juist in het randje van den
grooten plas stapte.
..Dat is dus 11," juichte Ans.
En zoo ging met wisselende kansen, het
spel door, tot bij 66 de stand weer gelijk
was. Het vastgestelde uur was toen bijna
om: er ontbraken nog maar drie minuten
aan.
..Wie nu nog een punt in de wacht sleept,
wint het natuurlijk" zuchtte Ans Ik vind
hpt een reuze-spannend spel Dat doen we
nog eens meer
..Stil. daar komt iemand van mijn kant",
zei de ander.
Maar hef werd niets De „iemand" van
Fis' kant een meneer in een regenjas liep
als een verstandig man om den plas heen,
mei hef gevolg dat Els hem zoo on'o-
gicjoh mogelijk! voor ..slommerd" uit
schold Maar hii hoorde er natuurlijk niets
van en liep kalm verder.
Nog maar één minuutconstateerde Ans.
Fn toen gebeurde het!
Van den rechterkant naderde weer een
miinhepr in een regenjas die echter een
slap in plaats van een bolhoedje op had.
Voorloopig liep hii recht op den plas af,
maar Ans vreesde toch dat hii dien al
lang gezien had Toen hii er echtPT «dak
bi: wae keek hii plotting omhoog, om te
zien of Pr eindelijk niet eens een ^fukre
blauw aan den hemel kwam Fn dat op
koken werd hem noodlottig, want daardoor
merkte hii niel« van den plas en plaatste
er zijn voet midden in
„Oewonnen'" juichte Ans.
,.Ja, eerlijk gewonnen", stemde Els toe.
„Maar hef kwam ie ook toe omdat je dat
eenige spel verzonnen had Ré ik hoop dat
die plas er morgen ook nog maar is dan
deen we het nog eens.