LANDDAG VAN DEN
NATIONALEN BOND JET MOBILISATIEKRUIS"
TE ALPHEN AAN DEN RIJN.
DE VRIJWILLIGE JAGERS
LEIDSCHE H00GESCH00L.
71ste Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Maandag 29 September 1930
Derde Blad
No. 21637
FEMIII FTPH.
DER
Een grootsche dag! Talrijke autoriteiten
Bezoek van Z.K.H. Prins Hendrik.
De landdag te Alphen is een groot succes geworden. Hierbove-n begeven J,. E. Deckers,
minister van Defensie en burgemeester Lovink zich naar de tribune.
Zaterdag kenmerkte onze gemeente zich
wederom in een bijzondere drukte, wat
toegeschreven moet worden aan de dooi
den Nationalen bond „Het Mobilisatiekruis"
kring Rijnland, alhier op het terrein van de
voetbalvereeniging „A. V. V." gehouden
landdag. Onze gemeente, die door de winkel
week toch reeds in een feestdos was gelooid
schonk Zaterdag in haar geheel een
feestelijk gezicht, want ook van de gemeen
tegebouwen wapperde ter eere van het ko
ninklijk bezoek de fdissche driekleur op
vroolijke wijze. Om half drie had op het
gezellig ingerichtte en met bloemen en pal
men versierde Huis der gemeente de offi-
cieele ontvangst plaats van de talrijke auto
riteiten en genoodigden. Onder de vele auto
riteiten merkten wij o.m. op de gemeente
raadsleden, het bestuur van den Kring Rijn
land en de volgende leden van het eere
comité tw Oud-generaal Snijders, W. H.
v. Terwisga, luit.-gen. b. d. resp. eere-voor-
zitter en voorzitter van den Nationalen bond
van het Mobilisatiekruis. R. B. A. N de
Quay, luit.-gen. b.d., Inspecteur der burger
wachten, Mr. R. Tilman. voorzitter, Ned.
Bond v. vrijw burgerwachten, oud-minister
van Dijk, de predikanten ds. H. W H. van
Andel, ds. Johs. Stehouwer, de deken en
pastoor J. M. Hellegers, W. J. Boxce, bur
gemeester van Zevenhoven, J. E. Bodden-s
Hosang, burgemeester van Woubrugge, J. W.
Geesink, burgemeester van Nieuwveen, P.
Hoogenboom, budgemeester van Zwammer-
dam, M. J. E. Kwint, burgemeester van Kou
dekerk. Jhr. K. W. L. de Muralt, burge
meester van Ter Aar, A. Verheul, burge
meester van Benthuizen en Moercappe en
L .H. J. M. Vosters. burgemeester van Al
kemade, benevens lal van andere autoritei
ten. Te ongeveer half drie arriveerde Z.E.
Mr. Dr L. N. Deckers, de minister van de
fensie. Nadat deze aan de verschillende
autoriteiten door den voorzitter van den
kring „Rijnland" de heer D. ten Cate-Brou-
wer, was voorgesteld sprak de burgemees
ter dr. H. J. Lovink een welkomstrede.
Rede van Dr. Lovink.
Na de aanwezigen welkom gebeeten te
hebben wees hij er op dat reeds om het feit
van den landdag zelf, welke demonstreert
hoe in deze omgeving het hart warm klopt
voor vorstenhuis en vaderland het gemeen
te bestuur er een eer in stelt hier aanwe
zig te zijn Maar daarnaast, ook. omdat aan
de gemeente door dezen landdag de eed te
beurt valt dat zij straks binnen hare gren
zen zal zien om Hoogstderzelver sympathie
te toonen met het doel van Uwe Organisatie
Zijne Koninklijke Hoogheid den Prins der
Nederlanden en omdat spr. daardoor, thans
reeds hier, mag begroeten Z. E. den Minis
ter van Defensie, de Excellenties: generaal
Snijders, luitenant-generaal Van Terwisga,
oud-Minister van Oorlog. Van Dijk en zoo
veel andere aan ons volksleven leiding ge
vende personen.
Een dag als deze voert de herinnering lenig
naar de jaren 19141918, toen door den
oorlog rondom ons de onzijdigheid van ons
land groot gevaad liep. Dat zijn jaren ge
weest om nooit te vergeten.
Gelukkig kan tegenover deze opoffering
uit die jaren gesteld worden milde tegemoet
koming van Regeeringswege en hartelijk
samenleving van superieuren en burgerbe
volking. waardoor het verblijf d<jr gemobi-
liseerden onder de wapenen, zooveel moge
lijk werd veraangenaamd.
En ook bij den terugblik op de mobilisatie
jaren als geheel behoeft het oog aan het
eind niet te blikken in donkeren nacht. Deze
jaren toch lieten ons een nationaal bezit
zien aan geestelijke waarden dat onder
Gods zegen voor alle tijden de waarborg is
van de vrijheid van ons volksbestaan. Ver
klaarde de Regeering bij monde van Min.
Cort van der Linden bij de mobilisatie van
onze strijdkrachten: „Wij zijn gereed en
besloten onze onzijdigheid en moet het ons
volksbestaan te handhaven met al onze
krachten. Ons voegend naar Gods wil wach
ten wij vastberaden en koelbloedig af wat
de toekomst ons brengt", ons volk heeft en
niet het minst onze gemobiliseerden hebben
met daden bezegeld dat een zelfde wil hen
bezielde. Treffend is in deze jaren gebleken
hoe H.M de Koningin meeleefde met de
nooden van Haar volk en hoe dat volk als
één man zich stelde rondom den troon en
opkwam voor de vrijheid van zijn volksbe
staan.
Het herinneringskruis, ingesteld door
het Nationaal Comité Herdenking Mobili
satie 1914, houdt voor onze gemobiliseerden
uit de jaren 19141918 levendig de ge
dachte dat zij toen in benauwende om
standigheden voor het Vaderland, zich ga
ven voor zijn veiligheid.
De dragers van het kruis, die hier dezen
dag samen komen, is het er om te doen om
ook door dezen landdag nader te komen en
nader te brengen het doel van den Nat Bond
Het Mobilisatiekruis n.l., om het gevoel van
eenheid en saamhoorigheid in vaderlands-
nevenden geest aan te kweeken.
Spr. gelooft, dat het programma, hetwelk
daarvoor werd ontworpen, alles geeft wat dit
doel kan bevorderen.
Hij spreekt den wensch uit dat niet slechts
het resultaat van dezen dag tot bevrediging
zal leiden, maar dat ook de invloed van de
beginselen van Uw organisatie, onder de
oud-gemobiliseerden steeds sterker zal
maken hun band aan Vorstenhuis en Vader
land.
De Minister van defensie, dr. Deckers,
bracht hierna namens het bestuur van den
kring „Rijnland" als voorzitter van het eere
comité in welgekozen bewoordingen dank
aan den burgemeester en het gemeente
bestuur voor de bijzondere wijze van ont
vangst. Deze ontvangst heeft mij echter,
aldus Zijne Excellentie, niet verwonderd. Wij
welen de aard en de opvattingen van de be
woners der Rijnstreek. Het is echter geen
beleefdheidsformule, doch deze ontvangst
heeft onze verwachtingen echter overtroffen.
Spr. eindigde met den wensch dat het de
gemeente bij voortduring onder leidiing van
den sympathieken ervanenrijken en wereld
wijzen burgemeester dr. Lovink goed zal
gaan.
Nadat vervolgens de champagne aan de
hooge gasten was rondgediend en een minia
tuur kistje sigaren en sigaretten met daarin
aangebrachte foto's van onze gemeente was
aangeboden, begaf men zich naar het terrein
aan de van Boetselaerstxaat. Begrijpelijker
wijs had de stoet veel bekijks Overal hadden
zich talrijke nieuwsgierigen langs de straten
opgesteld Ook op het terrein, waar de tri
bune zeer fraai met de vaderlandsche kleu
ren, oranje, palmen en bloemen was versierd
heerschte reeds een ongekende drukte. Dui
zenden hadden zich reeds op het terrein op
gesteld toen men daar aankwam. Op de ge
reserveerde plaatsen in de tribune merkten
wij ook o.m. op verschillende leden van de
winkelweekcommissie. Nadat de gasten allen
plaals hadden genomen, besteeg de voor
zitter van den kring „Rijnland" het ook met
vlaggendoek versierde spreekgestoelte om tot
de eigenlijke opening vaii den landdag over
te gaan. De voorzitter, de heer D. ten Cate
Brouwer, sprak hierna het volgende:
Rede van den heer ten Gate Brouwer.
Wanneer ik als voorzitter van den Kring
„Rijnland" van onzen Bond dezen Landdag
met een kort, toepasselijk woord zal openen,
dan verzoek ik U er wel van overtuigd te
willen zijn, dat ik deze eenvoudige plechtig
heid voor mij persoonlijk betracht als een
zeer hooge eer. En dat ik dat doe met een
hart van vreugde.
Als een hooge eer betracht ik het, dat ik
op een Landdag van eenvoudige oud-gemo-
biliSeerden, wier eenigste pretentie is, dat zij
goede vaderlanders willen zijn, kan begroe
ten zoovele hooge autoriteiten uit den lande
en over eenige oogenblikken zelfs Z. K. H.
den Prins der Nederlanden. Met vreugde is
mijn hart vervuld, omdat ik als Voorzitter
van den Kring „Rijnland" van den Natio
nalen Bond „Het Mobilisatiekruis" er trotsch
op ben, dat deze Landdag gedragen wordt
door de sympathie van zoovele duizenden be
woners uit onze Rijnstreek.
U. Hooggeachte Excellentie Minister van
Defensie, betuig ik mijn hartgrondigen dank.
dat gij heden wel in ons midden wilt zijn.
Het is ons bekend Excellentie, dat uw ge
wichtige en moeilijke arbeid, juist in dezen
tijd, dikwijls noopt weg te blijven daar,
waarheen Gij als Gij de stem van uw hart
volgde, toch gaarne zoudt henengaan. In dit
licht bezien. Excellentie, is Uwe aanwezig
heid op onzen Landag voor onzen Kring wel
een zeer hooge eer.
Dat ook onze oud-opperbevelhebber, Zijne
Excellentie Generaal Snijders, wederom in
ons midden wil zijn, is voor ons een reden
tot groote blijdschap. Reeds 12 jaren. Hoog
geachte Excellentie, zijn verloopen sinds we
naar onze haarsleden terugkeerden, maar
nog niet is verminderd de groote eerbied, de
bijzondere hoogachting, die wij, oud-gemo
biliseerden, U. onzen oud-opperbevelhebber,
toedragen. Uwe aanwezigheid op onzen
Landdag stellen de vele honderden oud ge
mobiliseerden .vereenigd in onzen Kring, op
zeer hoogen prijs.
Ook U. hooggeachte bondsvoorzitter, excel
lentie generaal van Terwisga. begroeten wij
met groote vreugde. Ik mag deze gelegen
heid wel aangrijpen om namens den kring
„Rijnland" U hartelijk dank te brengen voor
den belangrijken van U ondervonden steun
bij het organiseeren van dezen Landdag.
De kring „Rijnland" spreekt den wensch
uit, dat uw excellentie ons nog vele jaren
in onzen arbeid tot voorlichting en steun
wil zijn.
Voorts dank ik onzen hooggeachten burge
meester dr. Lovink. voor den zoo spontaan
verleenden belangrijken steun. Ook de
andere leden van het eerecomité onzen har-
tel ijken dank.
Nadat spr. 't ontstaan en de groei van den
kring Rijnland van den Bond Het Mobilisatie
kruis uitvoerig had geschetst, wees spr. er
op, hoe men behoefte gevoelt op bepaalde
lijden bijeen te komen en daarbij uit te noo-
digen alle medeburgers, die, evenals wij,
hun borst gaarne willen sieren met onze
nationale kleuren en die met ons in het
openbaar getuigenis willen afleggen van
onze onvergankelijke liefde, voor vorsten
huis en vaderland Men meene niet dat dit
iets te maken heeft met een militairisme
dat ten oorlog voert. Wij, oud-soldaten, we
ten beter dan anderen wat oorlog beteekent.
Wanneer wij sprongsgewijze de tiralleurli-
nie vooruit brengen tegen het moordend
vuur van de mitrailleurs in, dan weten wij
dat de dood ons elke duizendste seconde
bespringen kan. Neen, wij verafschuwen
den oorlog en wij bidden en hopen dat het
werk van den Volkenbond rijpe vruchten
zal dragen. Wij wenschen niets liever dan
vreedzaam te mogen arbeiden aan de natio
nale welvaart van ons vrij en onafhankelijk
land en volk. Wij wenschen als oprechte
burgers het staatsgezag te handhaven en
als goede onderdanen trouwe wachters te
zijn rond den troon van onze geëerbiedigde
Koningin, maar en dit bovenal, nooit zullen
wij gelaten toezien, dat een begeenge hand
zich uitstrekt naar ons grondgebied of onze
onafhankelijkheid zou bedreigen. Wij willen
Neerland houden, vrij, onafhankelijk en on
geschonden. Dat zijn onze wenschen, dat is
ons streven en daarvoor zullen wij ten allen
tijde op de bres staan. Dit is het wat wij wil
len en wij weten dat Gij deze onze wen
schen kent. En dan zult gij, hooggeachte
aanwezigen, het kunnen begrijpen dat het
voor ons, bestuurders van den kring ..Rijn
land" vandaag een dag is van groote
vreugde Vreugde omdat gij in zoo groote
getale hebf gevolg willen geven aan onze
uitnoodiging op dezen voor onzen kring zoo
gewichtigen dag met ons te zijn. Vreugde
omdat het doel van onzen bond het hart en
de sympathie mocht winnen van zoovele
burgers van onze nijvere Rijnstreek, maar
vreugde bovenal omdat door uwe sympathie
een feestdag van oud-gemobiliseerden mocht
worden tot een dag van meer dan gewone
beteekenis, waarop wij dankbaar hebben
mogen ervaren, dat, hoezeer onze wegen ook
dikwijls uiteenloopen, onze aanhankelijk
heid aan ons vorstenhuis, onze liefde voor
ons vaderland ons ten 9lotte toch weer sa
menvoegt tot een volk van Nederland.
Spr. eindigde ten slotte met „Leve onze
Koningin, heil ons Vaderland!"
Aankomst Z. K. H. Prins Hendrik
De heer ten Cate Brouwer had nog niet
uitgesproken, of men vernam den aantocht
van Z K. H. den Prins der Nederlanden.
Overal kwam meer beweging en het publiek
raakte in een ware spanning.
De Prins werd aan den ingang van het
terrein door het ontvangst-comité bestaande
uit den burgemeester, de heeren D. ten Cate
Brouwer, D. Alkemade en den secretaris de
res.-luit. L. Verleun verwelkomd en vervol
gens terwijl de muziekcorpsen „Arti et Reli-
gioni" en „Leo XIII" inzetten met het Wil
helmus, naar de gereserveerde tribune ge
leid. Nadat Z.K.H. plaats had genomen wer
den door de duizenden aanwezigen w.o. tal
rijke uit omliggende plaatsen, vol geestdrift
het Wilhelmus gezongen, hetgeen een zeer
plechtig moment was. De voorzitter van het
H.B. van den Nat. Bond Het Mob. Kruis
sprak hierna de volgende rede:
Rede van generaal Terwisga.
Toen het bestuur van den kripg-Rijnland
v. d. Nationalen bond „Het Mobilisatie
kruis" mij verzocht heden het woord tot u
te richten heb ik geaarzeld. Wil daaruit nu
niet de gevolgtrekking maken alsof het mij
j niet hoogst aangenaam zou zijn, u te kun-
nen begroeten en met u samen te kunnen
zijn. Het is mij een bijzonder genoegen
een deel van onzen bond te zien Maar het
I aantal afdeelingen van den bond is zoo
groot en gelukkig in veel afdeelingen
worden bijeenkomsten georganiseerd, de een
al interessanter dan de andere, zoodat het
bijwonen van afdeelingsbijeenkomsten de
eigenaardige bezwaren der consequenties
heeft en een bondsvoorzitter zich dus te dien
aanzien beperking moet opleggen.
Intusschen heb ik overwegende dat
vandaag hier iets bijzonders aan de orde is
mijn aarzeling overwonnen. Voor deze
bijeenkomst heeft het bestuur van „Rijn
land" de hekken wijd open gezet. Daardoor
wordt de gelegenheid geboden om datgene
wat wij leden van den bond denken
en voelen, voor te leggen aan anderen, dio
nog geen lid van den bond zijn, terwijl hun
gelegenheid wordt gegeven ons nationaal
J werken te leeren begrijpen en daardoor ge
voelen de beteekenis van volkskracht en bij
ons willen blijven ter versterking daarvan.
Dat mooie door mij in deze bijeenkomst ge
zien, heeft mij bijna zou ik zeggen on
weerstaanbaar hierheen getrokken.
Hulde daarom aan het bestuur, dat tot
dezen breeden opzet heeft besloten.
zekere verwachting van dingen, die komen
kunnen
We hielden echter toch niet op, elkander
moed in te spreken en bereidden ons intus
schen op het ergste voor....
De jaren 1830 en 1S31.
Naar het dagboek van den Oudjager
K BOON.
(Nadruk verboden).
16)
Maar toen een van ons haar onzacht
beetpakte en in de hoek zette, onder be
dreiging dat ze zou worden doodgeschoten,
al9 zij maar één kik gaf, bleef ze, zoolang
we in het huis waren onbewogen en in on
veranderde houding sprakeloos staan.
De man weigerde hal9tarrig een deur te
openen zoodat onmiddellijk weer het bevel
klonk „in 't gelid,,.
Een schot uit vier geweren op 't slot en
de deur sprong met een geweldigen slag
open! Wij vonden er echter niets dan een
secretaire, die door de schoten verschrik
kelijk was vernield.
Verzameld op een plein bij de Kerk, kwam
bij een van ons het denkbeeld op van ver
laad en hij vroeg: „Zijn we eigenlijk wel in
Beringen?"
De gids had zich tijdens het gevecht uit de
voeten gemaakt. Misschien had de gids ons
wel naar een plaats gebracht in de nabij
heid van den vijand. Op hetzelfde oogen-
blik hoorden we een sterk geweervuur
en we beloofden elkander plechtig ons leven
zoo duur mogelijk te verkoopen en ons nooit
over te geven.
Zoover kwam het echter niet: we hoorden
later, dat Daine's vluchtende grenadiers,
door ongeveer 1300 man in de flank waren
aangevallen op ruim twee honderd na, die
zich achtpr het kreupelhout hadden weten te
verbergen, verslagen waren
Dit verschrikkelijke moordtooneel had
slechts één k anderhalf uur geduurd.
Onze positie was onder de gegeven om
standigheden, alles behalve benijdenswaar
dig. Het is veel geruster, midden in den
strijd te zijn, dan in de stille en on-
Vtucht van Daine en zijn leger
Maar daar klonk potseling welluidende
i muziek.... Generaal Meyer had het krach-
tige vuren gehoord.... hij miste slechts 80
j jagers.
Dat vuur, riep hij kolonel Stoecker toe, is
voor zulk een kleine macht te sterk. De jon
gens zijn verloren! r,ep hij en met gegwin-
den pas trok hij op Beringen aan, met volle
muziek trok de colonne het dorp binnen!
Men speelde het geliefde Wilhelmus, dat ik
nooit met zulk een hoog gevoel van blijd
schap en dankbaarheid gehoord heb a's
toen
De legermacht trok ons voorbij.... De
generaal was de eerste, die met zijn
sabel hulde bracht, het geen gevolgd werd
door alle hoofdofficieren der onderscheidene
bataillons. Met geschouderd geweer en
order een luid en herhaald geroep van
„Leve de Leidsche Jagers" trokken zij
voorbij.
Toen het anders deel van onze kom-
pagnie hoorde, wat wij vóór en welke ver
woestingen wij in Beringen hadden aange
richt;. volgden de hartelijkste gelukwen-
schen!
Met de Groningsche jagers onder kolonel
Valkenburg en de jagers van kapitein Rook-
maker werd ons de ruimte rond het kerk- 1
gebouw aangewezen-, wij trokken in de leeg
staande huizen.
LWij legden ons tijdig op het strooieger
ter ruste, niet dan na lange gesprekken over
de roemvolle inneming van Beringen.
Misschien lagen we zoo een paar urea,
toen sergeant Matthieu binnentrad en uit
riep: „Verraad! Verraad!" Hij werd gevoigd
door een jager, die ons toeriep: „Jongens 1
we zijn verloren! De Belgen hebben de stad
ingenomen en in brand gestoken!"
Tegelijkertijd hoorden we een luid alarm
van trompetten, hoorns en trommen, een
verward geschreeuw en geroep en zagen
daarbij een hemelhooge vlam!
In eenige oogenblikken stond alles onder
de wapenen en in slagorde. Gelukkig bleek
het gerucht valsch: de brand, die dien nacht
te Beringen dertien gebouwen in de asch
legde, was waarschijnlijk door onvoorzich
tigheid bij het verlaten van de huizen ont
slaan.
Behalve een paar bataillons, waaraan was
opgedragen den brand te blusschen, moesten
alle troepen de stad ruimen. Ook onze kom-
pagnie marcheerde naar buiten. Op eeriigen
afstand van de stad werd halt gehouden en
de meesten van ons legden zich op den
blauwzandachtigen grond maar weer lor
ruste. Juist toen ik goed sliep, werden we
weer opgetrommeld om den marsch voort te
zetten naar het dorp Courselle, een half uur
van Beringen af, waar ons een nat, pas ge
ploegd land voor den verderen nacht als
bivak werd aangewezen.
6 Augustus. Doodvermoeid van alle
avonturen waren we ingeslapen. Nauwe
lijks was echter de zon weer aan den
hemei, of we werden door de reveille wak
ker geblazen en marcheerden weer naar
Beringen terug. We bezichtigden de ver
woestingen: de schade was buitengewoon
groot.
Na een voortreffelijken maaltijd, klaar
gemaakt van heel wat ingrediënten, die we
in het dorp hadden gevonden, gekruid door
een heerlijk wijntje, sliepen we voor liet
eerst in België goed.
7Augustus. Aan het hoofd der colonne
trokken we dezen dag naar Lummen en
genoten het voorrecht daar den Prins
van Oranje en Prins Frederik te ontmoeten.
Zij werden gevolgd door een kleine staf en
begeleid door een detachement Landers.
Op de hartelijkste wijze bracht de Prins
van Oranje ons hulde en dank voor ons- ge
drag bij Beringen, met de toevoeging dat aan
de koninklijke tafel een dronk gewijd was i
De Prins van Oranje
aan de Leidsche jagers. Z. M. vereerde kor
poraal van der Vlies met een handdruk..
Op onzen
hoorden we
marsch naar het dorp Herck
een aanhoudend zwaar kanon-