behkajol&ó Cïmm OiacAetó
Wees niet mal, neem TOG AL
DE VRIJWILLIGE JAGERS
LEIDSCHE H00GESCH00L.
71sfé Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Maandag 22 September 1930
Derde Blad
No. 21631
BINNENLAND.
het in cultuur brengen
van den
wieringermeerpolder.
DE VLUCHT UIT DE POPPENKAST VAN JAN KLAASEN EN TRIJNTJE.
een zoeklicht
voor de reddingsbrigade
te wijk aan zeie.
reclame.
reclame.
zwitsersche officieren
in nederland.
h. h. van sitn f
de heer van vuuren
2* taar kamerlid.
FEUILLETON.
i
Richtlijnen voor de aanneming van
personeel.
Voor de aanneming van personen voor
het in cultuur brengen van de gronden in
den Wieringermeerpolder zijn door de di
rectie van den Wieringermeerpolder de
volgende richtlijnen vastgesteld.
Bij het in cultuur brengen van de Wie-
ringermeergronden zullen verschillende ca
tegorieën arbeidskrachten worden te werk
gesteld:
le. a. Landarbeiders wier gezin niet in
of niet in de nabijheid van den polder
woont.
Deze arbeiders worden ondergebracht in
barakken, boerderijen of andere woningen,
zooveel mogelijk bij het werk.
Zij worden uitsluitend betrokken door be
middeling van den Rijksdienst der Werk
loosheidsverzekering en Arbeidsbemidde
ling.
In de eerste plaats zullen voor plaatsing
in den Wieringermeerpolder worden aange
wezen de arbeiders uit de plaatsen, waar
een chronische plattelandswerkloosheid
heerscht.
Binnen enkele weken zullen een 500-tal
dezer arbeiders tewerkgesteld zijn, verdeeld
over vijf kampen, n.l. De Haukes, te Sluis
I (pl.m. 5 K.M. van de Haukes en van
Nieuwesluis), te Nieuwesluis, te Kolhom en
te Aartswoud. Een kamp zal worden bezet
met arbeiders uit Friesland, 1 kamp met
arbeiders uit Groningen, 1 uit Drenthe en
1 uit Overijsel en Gelderland.
De bezetting van het 5e kamp zal ver
moedelijk uit Brabant en Zeeland komen.
Behalve een vijftal barakken zullen dit
jaar, zoo mogelijk, nog een 50-tal arbeiders
woningen worden gebouwd, waarvan het
schuurgedeelte wordt ingericht voor het
onderbrengen van 6 kostgangers. Uit welke
streken deze bezetting zal komen is nog niet
vastgesteld.
Het is duidelijk, dat het diep winter is
voor deze woningen zullen kunnen worden
betrokken.
b. Landarbeiders, wier gezin in de nabij
heid van den polder woont.
Zij worden eveneens uitsluitend betrok
ken door bemiddeling van den Rijksdienst
der Werkloosheidsverzekering en Arbeids
bemiddeling.
Deze arbeiders worden slechts tot een
beperkt aantal aangenomen om te voorko
men, dat te veel arbeiders uit de omgeving
van den polder worden weggezogen en de
daar bestaande landbouwbedrijven worden
ontwricht.
2e. Landarbeiders wier gezin in den pol
der komt wonen.
Door de Wieringermeer-directie zullen
een 500-tal landarbeiderswoningen worden
gebouwd (pl.m. 50 in 1930, pl.m. 300 in
1931 en pl.m. 150 in 1932). Het ligt in de
bedoeling voor deze categorie de Landar-
beiderswet toe te passen, zoodat de arbeider
op den duur eigenaar wordt.
3e. Boeren of boerenzoons, die het voor
nemen hebben zich in de toekomst in den
polder als eigenaar, pachter .erfpachter enz.
te vestigen.
De boeren of boerenzoons, die landbouw
onderwijs hebben genoten, genieten de
voorkeur.
Zij zullen zooveel mogelijk bij de machi
nes ,bij het greppelen, draineeren enz. wor
den geplaatst. Degenen, die blijk geven van
buitengewone practische bekwaamheid en
leiderseigenschappen kunnen in aanmerking
komen voor onderbaas.
Zij die te ver van den polder wonen om
dagelijks huiswaarts te gaan, worden zoo
veel mogelijk groepsgewijze ondergebracht
als kostgangers in de te bouwen landarbei
derswoningen.
Inzake de plaatsing en de eischen, waar
aan de candidaten moeten voldoen, zal met
de landbouworganisaties overleg worden
gepleegd en voldoende worden gepubliceerd.
4e. Plaatsing als onderbaas, opzichter,
bedrijfsboer enz.
Velen wenschen plaatsing als onderbaas,
opzichter of bedrijfsboer.
Aangezien de uitvoering der werkzaam
heden gedeeltelijk wordt opgedragen aan de
Nederl. Heidemaatschappij, terwijl andere
werkzaamheden zullen worden aanbesteed,
wordt door de Wieringermeer-directie slechts
zeer weinig toezichthoudend personeel aan
gesteld.
Zoolang de Regeering niet beslist heeft
over de wijze waarop de gronden zullen
worden uitgegeven, kunnen evenmin be-
drijfsboeren worden aangesteld.
Wegens gebrek aan onderdak, kunnen
voorloopig slechts diegenen worden aange
nomen, die dagelijks naar hun woonplaats
kunnen terugkeeren.
Een interessante demonstratie te wachten.
Men schrijft uit Wijk aan Zee aan de
„N. R. Cfc."
De Reddingsbrigade alhier is dezer dagen
verblijd met een kostbaar geschenk, waar
door haar uitrusting thans van dien aard
is, dat zij ook bij nachtelijke scheepsrampen
de bemanning van de reddingboot uitne
mend terzijde zal kunnen staan. De N.V.
Philips-Gloeilampenfabrieken te Eindhoven
heeft haar namelijk in het bezit gesteld van
een buitengewoon sterk zoeklicht, dat op
bijzondere wijze is geconstrueerd. De bri
gade is daarmede in het bezit gekomen van
een installatie, die bij eventueele nachte
lijke schipbreuken voor de kust van onbe
rekenbaar nut zal kunnen zijn.
Teneinde het geschenk te demonstreeren
heeft de Reddingbrigade in samenwerking
met de Noord-Zuid-Hollandsche Redding
maatschappij en met den commandant van
het vliegveld De Kooy een demonstratie
georganiseerd, welke op Zaterdag 27 dezer
des avonds te 9 uur voor Wijk aan Zee zal
worden gehouden. Bij deze oefeningen
wordt in de eerste plaats verondersteld,
dat zich op dien avond voor Wijk aan Zee
een schip in nood bevindt. De nieuwe mo
tor-reddingboot van IJmuiden, de Neeltjé
Jacoba, fungeert als zoodanig en drijft 11
mijlen ten Noorden van de pieren, onge
veer U/2 mijl wit de kust, hulpeloos vond,
doordat het sohip in den storm zijn roer
verloren heeft.
Van de kust af heeft men den hopeloo-
zen toestand van het schip opgemerkt. De
noodklok wordt geluid en op dit alaimsein
brengt de bemanning de reddingboot in
zee. Ook de reddingbrigade begeeft zich
met haar hulpmateriaal naar het strand.
Het nieuwe zoeklicht wordt op het duin
opgesteld. Weldra rust de stralenbundel
op het schip, waardoor de bemanning van
do reddingboot koers kan houden. De
kracht van den stroom is echter oorzaak,
dat de reddingboot afdrijft en geen kans
heeft langszij van de Neeltj'e Jacoba te
komen. Een der schipbreukelingen springt
595, ik moet, dacht Jokko, Jan vinden, zoo alleen in het
sombere woud. Het is niet meer dan plicht te zoeken, naar
een vriend van wien men houdt. Langs de slapende roovers
ging hij, geluidloos sloop hij hen vooTbij, drukte de hand van
het arme Trijntje, zei: „Reken maar gerust op mij."
596. 'Jokko steeds aan zijn vriend Jan denkend, speurde
rond, naar iederen kant, was uilgedoscht als 'n heusche
roover, droeg een revolver in zijn hand. Hij liep lang door
het woud te dwalen, eindelijk schemerde weer de dag. Ik
wou zei Jokko overal speurend, dat ik mijn vriend Jan
Klaassen zag.
9183
tegen Rheumatiek,
Ischias, Spit, Jicht.
TOGAL-t*bl«tten bij alle apoth.en dros. fO.SO en f2.—. Voor langere kuren in kliniek verpakking f8.75 (veel voordeeliger)
overboord en tracht zwemmend de kust te
bereiken. De leden der reddingbrigade
brengen hun vlot in zee en smaken het ge
noegen dezen drenkelmg te redden. Inmid
dels is de positie van het in nood verkee-
rende schip zeer veel slechter geworden
en aangezien de pogingen van de redding
boot geen succes hebben, wordt telefonisch
aan het vliegveld De Kooy verzocht, een
vliegtuig te zenden, teneinde door het uit
brengen van een lijn te trachten, verbin
ding met de Neeltje Jacoba tot stand te
brengen. Een dergelijke poging uit de lucht
is destijds ook ondernomen bij de stran
ding van het Italiaansche stoomschip ,Sa-
lento" voor Zandvoort. Na eenigen tijd
zal een verlicht watervliegtuig uit De Kooy
arriveeren. De bestuurder, eveneens profi.
teerend van het zoeklicht, weet, na zich uit
de lucht voldoende georiënteerd te hebben,
inderdaad de gewenschte verbinding tus-
schen de kust en het in nood verkeerende
schip tot stand te brengen. Het kost nu
betrekkelijk verder nog weinig moeite de
schipbreukelingen veilig en wel aan land
te Inrijgen.
Voor deze interessante oefeningen be
staat in breeden kring gröote belangstel
ling. Deze bleek reeds uit de gaarne ver
leende medewerking van de Noord-Zuid-
Hollandsche Redding Maatschappij en van
den commandant van De Kooy.
Tot bijwoning van do demonstratie zijn
o.a. uitgenoodigd Prins Hendrik, de minis
ter van defensie, wiens komst reeds verze
kerd is, do directies der stoomvaart-maat
schappijen en vele andere autoriteiten op
scheepvaart-gebied en van het reddings
wezen. Omdat een dergelijke zoeklichtin
stallatie voor het geheele reddingswezen
nieuw is, zijn ook alle langs de Noordzee
kust gevestigde af deelingen en brigades
uitgenoodigd, alsmede de burgemeesters
der omliggende gemeenten en van de kust
plaatsen.
8153
De genoodigden zullen de oefeningen van
het terras der Dependance af op het duin
kunnen gadeslaan. Verder worden zeer
vele belangstellenden verwacht, die op het
strand een geschikt plaatsje zullen moeten
zoeken.
Olficieele toeschouwers bij de manoeuvres.
Gisteravond arriveerde te 21.57 aan het
S.S.-station te Den Haag een delegatie van
de Schweitzarische Offiziersgesellschaft,
welke a-ls gast van de Algemeene Vereeni-
ging van Verlofsofficieren der Nederland-
sche Land- en Zeemacht door deze vereen;-
ging zal worden ontvangen en rondgeleid
bij de in den loop dezer week te houden
herfst-manoeuvres van ons leger.
Deze delegatie 'bestaat uit luit.-kol. Wal
ter Wild, commandant van het 33e Infan
terie Regiment, majoor Hans Grossmann,
commandant van de Treinafdeelingen cn
kapitein Hermann Staerkle, commandant
van de 16e Mitrailleurafdeeling, zegt de
„Crb."
Een en ander moet beschouwd worden
als een tegenbeleefdheid voor het bezoek,
dat een viertal Nederlandsche reserve-offi
cieren, a'ls gasten van de Schweitzerischa
Offiziersgesellschaft, a-an de in het vorige
jaar gehouden manoeuvres van het Zwit-
sersche leger heeft gebraoht.
Verder zullen aankomen de kolonel Ph.
Heitz, alsmede de majoor L. Williman,
beroepsofficier, die als officieele militaire-
attaché's van de Zwitsersc-he regeering onze
manoeuvres zullen volgen.
Onmiddellijk na aankomst bood het be
stuur van de afdeeling 's-Gravenhage var
gemelde Nederlandsche vereeniging aan do
Zwitserschs kameraden een souper aan in
Hotel Centraal.
Te 's-Gravenhage is overleden, 76 oud, de
heer H. H. van Sijn, drukker en uitgever
te Rotterdam.
De heer Van Vuuren.
Zaterdag heeft de heer A. C. A. van Vuu
ren te Den Haag zijn 25-jarig jubileum als
lid der Tweede Kamer gevierd.
Het was de wensch van den jubilaris
geweest dezen dag zonder feestbetoon te
laten voorbijgaan. Toch heeft hij van veler
lei zijden belangstelling mogen ondervinden*
De R.-K. Kamerfractie zond hem een bloem
stuk, vergezeld van een schriftelijken geluk-
wensch; ook de Residentiebode had den heer
van Vuuren een bloemenhulde gezonden.
Voorts kwamen vertegenwoordigers van
de R.-K. Missen in Indië en in Surinam®
den heer van Vuuren hun gelukwenschen
aanbieden en overhandigde hem eenigo
geschenken.
DER
De jaien 1830 en 1831.
Naar het dagboek van den Oudjager
K. BOON.
9)
Tien volle dagen en nachten brachten wij
er door, gedurende al dien tijd gekleed en
gewapend, zonder eenige andere dekking
dan onze gewone kleeding. Hierbij kwam
nog, dat alle gelegenheid ontbrak ons le
reinigen of te verfrisschen, terwijl we, niet-
tenstaande herhaald poetsen en schoon
maken de wapens onmogelijk in den ver-
eischten toestand konden houden.
Wij marcheerden, door een gedeelte van
het tweede bataillon jagers vervangen, bui
ten Breda om. over Heusdenhout naar Ois-
terhout. Hier ontvingen de inwoners ons
met blijdschap, misschien wel omdat we
goed betaalden 1
Met Goetzée kreeg ik een biljet in de
Klapijstraat bij Dingena Kouwenberg een
maagd van 54 jaar die een kruideniers
winkel in het klein had.
De goede, oude vrouw ontving ons vrien
delijk en hartelijk. Het was prettig weer bij
een verwarmde kachel te zitten, terwijl we
ons verheugden in het vooruitzicht weer op
een goed bed te kunnen slapen, na nachten
van ontbering 1 Van te meer belang was dit,
Qmdat wij toen nog niet konden weten, dat
wij gedoemd waren om tot 7 Januari in Ois-
terhout te blijven.
We brachten eerst een bezoek aan onzen
vroegeren hospes, den koster Jan de Blaas
en diens oude hipshoudster Meintje. Zij
waren eenvoudig opgetogen, ons terug te
zienl
Het is niet in woorden uit te drukken,
welk een gelukkig gevoel het was, eindelijk
weer onze afgematte leden op een goed bed
te kunnen uitstrekken. Het was een zalig
heid, die slechts kan genoten worden na
voorafgegane ontberingen, zooals wij die
hadden doorleefd 1
Dienzelfden nacht arriveerde een vol
ledige batterij rijdende artillerie van acht
twaalf-ponders met de daarbij behoorende
kruiwagens. Behalve deze batterij en onze
kompagnie ongeveer 250 man sterk
lagen te Oisterhoul en in den omtrek 200
lanciers. De kanonniers bleven er slechts
enkele dagen. Zij waren gekomen van de
omstreken van Geerlruidenberg en mar
cheerden naar Groot Gundert aan den straat
weg van Breda naar Antwerpen.
2 December. Nadat, behalve een on
gewapend appèl, den eersten December in
volkomen rust was doorgebracht moest
Goetzée den daarop volgenden dag om drie
uur ter wacht en ikzelf om vijf uur voor
het piquet aantreden. Het laatste telde tien
man, onder commando van luitenant du
Moulin. Het had de bestemming om te pa
trouilleeren. waartoe dan telkens vijf man,
onder aanvoering van den luitenant of een
sergeant werden uitgezonden. De eerste pa
trouille waartoe ik behoorde, was de
minst onaangename, omdat zij tenminste
nog bij eenig daglicht werd gehouden. De
tweede, die omstreeks half elf aanving, bleek
echter niet zonder gevaar.
Op de hei ontdekten wij eenige beweging
in het kreupelhout. Onder geheimzinnige
stilte werd halt! gekommandeerd en
tevens bevolen het diepste stilzwijgen te
bewaren en ons niet te bewegen. Wij ver
borgen ons in een kuil, de geweren met
overgehaalden haan in de gevaarlijke rich
ting. Een korporaal ging met één jager op
verkenning.
Nauwkeurig onderzochten wij het kreu
pelhout, zagen toen plotseling op korten af
stand eenige kerels, die naar een verderop
gelegen bosch viuchtten. Een paar schoten
werden op goed geluk gelost maar onze ach
tervolging bleef zonder resultaat. Te midder
nacht kwamen wij weer te Oosterhout aan.
5 December. Na het morgenappèi
begaf ik mij met eenige vrienden naar het
klooster van St. Catharina en woonde de
Mis bij Wij passeerden ook de toentertijd
zeer bloeiende Fransche kostschool en de
Latijnsche school.
Des middags wandelden wij naar de
ruïne van het huis Ten Strije, dat o.a. ge
bruikt was in den Spaanschen tijd om de
Spanjaarden te beschieten. Later is het door
kruit in de lucht gesprongen: slechts een
gedeelte van de muur bleef er van over.
Ook werd de Ned. Herv. Kerk te Oisterhout
bezocht, een mooi gebouw met een fraaien
predikstoel en een welluidend orgel.
9 December. In den namiddag liet zich
aan ons corps voorstellen met den wensch
daarbij ingelijfd te worden, de heer C. L.
Hamilton, student aan de Hoogeschool le
Oxford. Hij was aanbevolen door een der
adjudanten van Z. H. Prins Frederik en op
zijn verzoek als student te Leiden ingeschre
ven, Met aller instemming nam men hem
op. zoodat deze Engelsche student dus vrij
willig jager der Leidsche Hoogeschool werd.
Helaas heeft hij zijn doel om fegen de Bel
gen te vechten niet mogen bereiken, daar
hij reed9 vóór den eersten Augustus 1831
uit den dienst werd ontslagen*
10 December. Dezen dag mar
cheerde de kompagnie Groningsche Ban
kiers, studenten der Groningsche Academie,
onder commando van kapitein van der
Brugghen, door Oisterhout. Het was een
korte, maar aangename ontmoeting met dit
corps, dat na een goed uur weer op marsch
ging naar Breda.
17 December onderscheidde zich door
een militaire wandeling naar Raamsdonk.
In den rusttijd stak ik met eenige vrienden
het Raamsdonkerveer over voor een bezoek
aan Geertruidenberg. Meermalen brachten
wij met onze kennissen, w.o. de beide Wijn-
malens, van Leeuwen Boomkamp, A. van
Simmmeren, Nuhout, van der Veen e.a. den
avond in hun of ons kwartier door. Warm
bier met brandewijn en suiker was daar
meestal de drank. Ook Dingena deed er zich
zóó le goed aan, dat zij er zingende de
vroolijkheid inbracht!
24 December. Dezen dag vóór het
Kerstfeest waren wij getuigen van een echt
militaire plechtigheid. Een onzer hoorn
blazers. G. H. Leenhard, had dien dag zijn
twaalf en halfjarigen diensttijd vervuld en
werd daarom, met alle daarbij in acht te
nemen formaliteiten, gedécoreerd.
31 December. Op Oudejaarsdag moest
ik klokke 3 uur ter wacht aantreden en
werd, bij gemis van een korporaal, voor den
lijd van 24 uur, die wij op wacht moesten
doorbrengen, aangesteld tot den hoogen en
gewichtigen rang van vice-korporaal! Ik
moest de schildwachten naar hun posten
brengen en nu en dan met vijf jagers pa
trouilleeren. Wij brachten den avond al
waren we op wacht vroolijk met elkaar
door en met een afscheidsgroet aan het oude
alsmede een welkomstgroet aan het
nieuwe jaar.
Tijdens ons verblijf ie Oisterhout ver
spreidde zich het gerucht, dat er een tocht
op handen was naar Maastricht, om deze
vesting van levensmiddelen te voorzien.
Het was ons innig verlangen, aan deze tocht
te mogen deelnemen, uit angst wellicht tot
dekking van Breda bestemd te blijven of
misschien in die vesting le zullen worden
opgesloten.
Daarom verzocht ons corps, bij monde
van den Kapjtein aan den Hertog van
Saxen Weimar, destijds Kommandant ad
interim van het mobile leger, om bij het
leger te velde te worden ingelijfd, teneinde
aan den tocht naar Maastricht deel te nemen
Wij ontvingen hierop van den Hertog
het volgende vereerende antwoord:
„De geruchten, die verspreid worden van
een expeditie naar Maastricht, zijn onge
grond. Niets i9 ten deze beslist of beraamd.
Wat betreft den wensch van de kompagnie
Jagers van de Leidsche Hoogeschool om, in
geval dezelve plaats had, daaraan deel te
nemen, aan deze wensch, welke zoo zeer de
vaderlandsliefde en de geestdrift kenschetst,
die de vrijwilligers, doch bijzonder de
Academische studeerende jeugd onderscheidt
zal voorzeker geredelijk worden voldaan, in-^
dien iets van belang mocht worden onder
nomen.
,,Ik verzoek U, Mijnheer de Kapitein de
Kompagnie te verzekeren, dat ik het door
Uw Edg. gedaan verzoek met belangstelling
heb vernomen en naar waarde weet te
schatten.
„De Generaal, komraandeerende ad
interim het mobile leger
Get. Van Saxen Weimar".
Juist toen wij dit antwoord ontvingen,
ging het gerucht wéér rond, zoodat we in
de verwachting der vervulling van onzen
wensch niet weinig werden versterkt dooi
de order om werkelijk den 7en Januari te
marcheeren.
(Wordt veryplgd).