IN OEN REGEN. z CORRESPONDENTIE. In den regen rijd ik Broertje. Fijn vindt dat die kleine man! Veilig is hij door zijn hoedje, Maar kletsnat woid ik er van! *6 Rik-tik-tik 1 zoo plast de regen Op mijn hoofd en op mijn rug! Van mijn vlechtje drupt een droppel, Daarom keer ik gauw terug! Moeder zei: „Je kon het welen! „Want de lucht was zwart als roet! „Ga dus nimmer bij zulk weertje „Zonder jas en zonder hoed!" HETTY BOREL. „Neen," zei Suze, „als ik weer tlhuis kom ik profbeeren voor allen lief te zijn, maar s wel heel moeilijk, als ik het maar i." Wel Suze," zei Rika, „als ik wel eens :tldrietig ben, als ik het zoo druk héb, denk ik altijd aan Anna, die ook hier de krans komt. Zij heeft geen moeder sl|er. Of aan dat zieke meisje bij ons in straat, dat altijd op bed moet liggen nooit werken kan. Dan ben ik o zoo blij, ik voor mijn moedertje werken mag." loo was er langzaam aan een verande- g in Suze ontstaan. Zij mopperde niet er bij alles en iedere kleinigheid bracht ar niet meer uit haar humeur. Met groote jdschap merkte juffrouw Marks die ver- dering op. Sens toen het 's middags naai'krans geweest (Suze maakte kleertjes voor broertjes of zusjes van de meisjes) en ie voor alle meisjes erg vriendelijk was (veest, zei juffrouw Marks 's avonds: Wel, Suze, begin je nog niet naar huis verlangen?" (In al dien tijd had Suze lg maar eenmaal haar moeder gezjenj. 'Jze kreeg een kleur. „Moeder schrijft nog Is van Uhuis komen, tante," zeide zij. „Wie weet," zei tante, en haar oogen hten geheimzinnig, „wie weet hoe gauw dat doen zal." „0, maar tante," zei Suze, „u weet toch waarom moeder mij hier gestuurd heeft en. ik pruttel toch nog dik- jls?" Ja, Suze," zei tante, nu ook heel ernstig, laar nu zie je in, hoe verkeerd dat van is, en nu strijd je er tegen en omdat je ernstig meent, zul je ook die slechte voonte overwinnen." Met een kleur van pleizier keek Suze ite aan, die haar lachend toeknikte. Den anderen dag, toen Suze aan het odschappen doen was, kwam er een tele- w am van Suze's huis. Tante schrok. Met bevende vingers lakte zij het open. „Moeder ernstig ziek. Kom dadelijk thuis" )nd er. Even dacht juffrouw Marks na. Toen was ar plan gemaakt, Neen, zij zou Suze niet ^en laten gaan. Toen Suze thuis kwam, ond er Teeds een handkoffer voor haar pakt Voorzichtig deelde juffrouw Marks haar t slechte nieuws mede. Suze baadde in haar tranen. „0," snikte zij, „door mijn eigen schuld moest ik van huis, en nu moet ik zóó weer terug. Och, was ik toch maar anders geweest." Kalm legde tante haar de hand op het hoofd. „Luister Suze," zed ze, ,,'t is wel erg naar dat moeder ziek is, maar nu wil jij immers ook al je best doen om moeder te helpen?" Toen vertelde tante haar, dat zij met haar mee zou gaan. Nog dienzelfden dag gingen zij. Karei was aan het station. Met eiken trein was hij gaan zien of zijn zusje niet meekwam. Hij vertelde aan juffrouw Manks, dat het heerlijk was, dat zij meekwam. Moeder was wel erg ziek, maar kon tbij een zorgvuldige verpleging best beter wor den, had d© dokter gezegd. „Bn daarvoor komen nu Suze en ik samen zorgen," zei juffrouw Manks. Twijfelachtig keek Karei naar Suze. Zou zij daaraan mee kunnen helpen? Suze zag het wel, maar gaf hem toch niet, zooals zij vroeger zou gedaan hebben, een van haar boo ze blikken. Toen zij thuis kwamen, mocht Suze maar heel even bij moeder. Maar moeder had haar toegelachen en gefluisterd: „Ik ben blij, dat je er bent, kind." Dat waren angstige dagen. Gelukkig, dat tante er was, dacht Suze dikwijls. Gewillig deed zij alles wat haan gezegd werd, en zij was bepaald vindingrijk om kleine zus af te leiden en bezig te houd<w als zij naar moeder wilde. Toen kwam de dag, dat de dokter moeder buiten gevaar verklaarde. Nu mocht Suze al en toe eens bij moeder komen praten en ook kleine zus mocht wel eens heel even binnenkomen. Na een paar weken werd moeder voor het eerst weer door vader de huidkamer binnengeleid. Allen zetten zich om de feestelijk versierde tafel Suze zat naast moeder. „Nu ga ik zachtjes aan mijn koffer weer eens pakken," zei tante. „Gaat Suze dan ook weer mee?" vToeg Karei. Suze keek van tante naar moeder en van moeder naar tante. „Neen hoor," zei moeder, terwijl zij Suze naar zich toetrok," wij kunnen onze Suze niet meer missen, want nu voortaan wil zij ons „zonnestraaltje" zijn. PR1ANCINE. Eerst maar weer even een woordje aan alfen te samen in antwoord op de vraag die in de meeste brieven staat: hoe of ik het hier nu heb verder. Ik kan ditmaal nieï schrijven zooals de vorige week, dat ik de laatste dagen steeds buiten ben geweest in de bosschen en steeds volop heb genoten van de lekkere gezonde boschlucht want ten eersle is he( weer al vele dagen regenachtig, veel wind en soms erg frisch en ten tweede was ik eenige dagen ongesteld en te bed zoodat ik daarna dubbel voorzichtig moest zijn met uitgaan. Maandagsmorgens scheen de zon weer en ben ik weer even uitge weest. want toen was hel ook niets koud. Ziezoo nu eens gauw beginnen aan alle aparte antwoorden Henny en Marietje Langver, zijn jullie 2 zusjes of 2 nichtjes. Hendrika Sylvia Vermeer, natuurlijk mag je weer mee gaan doen, ik had je heusch. nog niet vergeten, had je er in den zomer niet zooveel zin in en trouwens in al die weken dat je uit logeeren was, kon je niet meedoen. Greta en Willem Bavelaar, ja zeker gaat maar samen meedoen en Willem mag ook gerust met de grooteren meedoen. Dat raad sel van den kapper heeft er al eens inge staan, dat is mij al dikwijls toegezonden. Willie en Lenie Schilp, we gaan als het mooi weer is, altijd naar de bosschen, maar niet pic-nic houden, de maaltijden gebrui ken we altijd in hel hotel. Het was een brief der vorige week, dien ik nu kreeg, dus zorg daf je brief er bijtijds is. Arie de Kort, de eerste 6 dagen dat ik hier logeerde, was het altijd mooi weer, maar daarna bijna iederen dag wat regen. Neen in Doorn ben ik nu niet geweest, vroeger heib ik er wel eens gelogeerd. Jopie Leget ik vind het hier heerlijk in Leersum, ik wou alleen maar dat het wat minder regende, het is de laatse dagen zoo buiig en frisch. Koos en Lydia Slootweg, ik feliciteer Lydia nog wel met haar verjaardag, ik hoop dat zij een erg prettigen feestdag had. Wat naar van hel been van Koos, doet het veel pijn als je loopt. Saar Bekooy, al weer een jarige, net hier voor feliciteerde ik ook al. Heb je een vtoo- lijken verjaardag gehad en veel naar je zin gekregen? Wist je hel al vooruit, dat je van je zusje een porlemonnaie zou krijgen? Marietje en Francien den Hoed. de eerste dagen dat ik hier was, ja toen was het zulk mooi weer, ik was 's morgens en 's middags en soms zelfs 's avonds buiten, ik word dan gereden, want wandelen is nog veel te ver moeiend voor mij. Na die mooie dagen volgde veel regen en was het frisch, zoodat hier in het hotel zelfs de kachel brandde. Wat hebben jullie genoten met de Oranjefeesten. Gerard de Geus je gaf mij een heel aar dige beschrijving van de feestelijkheden in Wassenaar. Nu dat eene spel als de auto's telkens tegen elkaar botsen, daar zou ik heusch ook geen zin in hébben, want dat zal toch wel een erge schok geven telkens. Kees je had misschien nog nooit vuurwerk gezien en is het wel vreemd al die knallen en die regen van vonken en dat geknetter? Je bent toen heel laat naar bed gegaan, hoor. Leni Prins, neen Zondag was hel akelig weer. toen ben ik heelemaal niet uitge weest, wel Maandag even gereden. Je schreef dat Riek Koppier mij ook een brief had ge schreven, maar ik heb niets ontvangen van haar. ik hoorde in lang niets van haar. Wel gezellig zoo met je drieën vriendinnen te zitten schrijven en dan samen de brieven weg te brengen. Claziena Spaargaren, je vraagt of ik veel van beesten houd, ja heel veel. Bij mijne ouders l'hui9 vroeger hadden we altijd een hond, een poes. en soms duiven, konijnen, van alles wat. In wat voor soort betrekking ga je nu, vertel er mij eens over, of heb je du voorlaan niet zooveel tijd meer? Adrie Bouw, dat boek Loula Almerus' dat ken ik wel en dat vind ik hee! mooi. Ben je naar het vuurwerk in Wassenaar geweest en waren er wel 69 stukken, dat is veel hoor, dan duurde hel zeker ook wel heel lang. Wat heb jij altijd aardige plaatjes op je papier.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1930 | | pagina 17