71 «te Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 18 September 1930
Vierde Blad
No. 21628
GEMEENTEZAKEN.
Directie en Administr. 2500
Redactie1507
DE REKENING OVER 1929.
Ter toelichting van de Rekening van de
Inkomsten en Uitgaven dezer gemeente over
jet jaar 1929, "waarvan wij de voornaamste
cijfers reeds vermeldden, geven B. en W. nog
ié volgende toelichting
Blijkens die rekening hebben de ontvang
en van den gewonen dienst bedragen de
jofli van f. 7.775 408.96''a
de uitgaven van den ge
wonen dienst de som van 7.535.842,02
zoodat deze dienst een
[«tig kassaldo heeft opge-
>verd van f. 23|9.596.941',2
De ontvangsten van den
apitaaldienst hebben be-
'ragen de som van f. 8 4?14-.CM35.4r9
de uitgaven van den
apitaaldienst de som v. 11.969.702.92Va
zoodat de kapitaaldienst
elurt met een nadfeelig
lot van f. 3.5ö5.637.43V2
De begrooting van den gewonen dienst
Terd oorspronkelijk vastgesteld in ont
vangst en in uitgaaf op f. 7.606.002. In den
'cop der jaren 1929 en 1930 werd zij zoowel
in ontvangst als in uitgaaf verhoogd met
[179.814.52, waardoor het eindcijfer werd
jdbradht op f. 7.785.816.52.
Voor Afdeel ing. II „Kaïpilaaldienst" wer
den aanvankelijk de ontvangsten op
f. 6.653.464 en de uitgaven op f. 6.532.893
feraamd, al zoo sluitende met een geraamd
batig slot van f. 120.571.
De kapitaaldienst werd naderhand zoo-
fél in ontvangst als in uitgaaf verhoogd
net f. 10.462.538.30, zoodat de ontvangsten
Terden gebracht op f. 17 116.022,30 en de
uitgaven op f. 16.995.431.30.
Ter toelichting van den gewonen dienst
talken B. en W. nog het volgende op:
Het voordeelig kassaldo van den gewonen
dienst ad f. 239.596.94Va
moet wegens bij het sftui-
ien van den dienst 1929 te
ontvangen gelden, dat dienst
jaar betreffende, worden
verhoogd met 20.138 46V2
f. 259.735 41
Daarentegen moet in min
dering worden gebracht een
kdrag van 47.570.79*/a
wegen? onbetaalde reke
ningen en onverwelkt ge-
Heven credieten.
Het voordeelig exploitatie
saldo bedraagt dus 212.164.61 Vs
Hierbij moet evenwel in aanmerking ge-
sameji worden, dat, ten einde de begrooting
van den dienst 1929 sluitend te maken,
rerd beschikt over een gedeelte ad f 160.729
"in het batig saldo van den dienst 1927.
In verband met later aangebrachte wij
dingen ter regeling van nog te betalen en
0 vorderen sommen, bedraagt de som. die
•erkelijk uit vroegere diensten werd geno-
f. 153.868.22V».
Het voordeelig exploitatiesaldo van den
ewonen dienst 1929 zou dus op 212 164.615
- f. 153.868.225 f. 58 296.39 kunnen
vorden vastgesteld, ware het niet, dat als-
-og moet worden betaald een bedrag van
pi.m. f. 18.000.wegens, ingevolge de artt.
•01 en 102 deT Lager Onderwijswet, over
1027 verschuldigde uibkeeringen in de kos-
fti van het bij-zonder lager onderwijs.
Bovengenoemde som, welke ten laste van
feil dienst 1929 had behooren te komen,
ion daarop niet worden verantwoord in
Terband met de omstandigheid, dat de ge-
üeenterekening over 1927 nog niet door Ge
muteerde Staten is vastgesteld.
Het werkelijk voordeelig exploitatiesaldo
'•an den dienst 1929 bedraagt dus ten Slotte
58.296.39 f. 18.000 f. 40.296.39.
Het verschil tusschen begroeting en reke-
Ling van het jaar 1929 is in hoofdtak een
iavolg hiervan, dat eenige groote uitgaaf
posten belangrijk beneden de raming zijn
Ufo] even.
&>o vereischte het aandeel der ge
beente in de kwade posten betreffende de
directe belastingen, waarvoor een be
drag van f. 220.000.was uitgetrokken,
netto uitgaaf van f. 135.409.13, d.i.
84.590.87 minder.
-roor ondersteuning van werkloozen werd
1 32.347.71 minder uitgegeven dan geraamd
*as.
Het verliessaldo van den Reinigings- en
Ontsmettingsdienst dat geraamd was op
j. 243.171.—, bedroeg f. 217.611.07 of
25.559.93 minder.
Verder ging de opbrengst van verschil
lende belastingen de raming met plm. f.
"7.000.te boven.
De winst van de Gasfabriek over 1929
n f. 66.371.33Va beneden de raming ge
bleven, daarentegen bedroeg die van de
Hectriciteitsfabriek f. 73.251.83Vs meer,
jcodat de totale winst de raming met
^6.880.50 overtreft.
Tenslotte wordt nog opgemerkt, dat de
jfodere ontvangst wegens plaatselijke in
komstenbelasting, welke werd geraamd op
t 83.160.slechts f. 25.630.24 bedraagt,
daarin nog is begrepen de lagere ontvangst
plm. f. 22.000.in verband met de
^rhocging van den kinderaftrek, waartoe
13 de Raadsvergadering van 4 Maart 1929
*6»d besloten.
Terwijl dus de gewone dienst van 1929
'buiten beschouwing latende de ontvangsten
Jt vroegere diensten) sluit men een voor-
folig exploitatiesaldo van f. 40.296.39, be
joeg dit saldo van den dienst 1927
48.905Vs ©n van den dienst 1928 f.
bo7.244.69Vs
Het dienstjaar '29 is derhalve f 8,608,801/$
ongunstiger dan 1927 en 116.94E.30Vs en-
gunstiger dan 1928.
Dat het nadeelig verschil tusschen den
dienst van 1927 en dien van 1929 slechts
f. S.608.80Vs bedraagt, niettegenstaande
laatstgenoemd dienstjaar werd belast met
eene hoogere uitgaaf ad 158.716.121/2 we
gens rente en aflossing van geldleeningen,
is in hoofdzaak toe te schrijven aan de
omr-tandigheid dat over 1929 f. 60.898.96Vs
meer werd ontvangen aan winst van de
Lichtfabrieken en f. 96 645 0.- minder werd
uitgegeven voor ondersteuning van werk
loozen.
Met betrekking tot het verschil tusschen
de diensten 1928 en 1929 kunnen de vol
gende factoren worden genoemd.
Door den dienst 1928 werd aan inkom
stenbelasting netto f. 53.123.08 meer ont
vangen. Voorts kwam aan dat dienstjaar
ten goede een buitengewone ontvangst van
f. 40.910.05 wegens terugstorting in ge
gemeentekas van over 1922, 1923 en 1924
door de besturen van bijzondere scholen te
veel genoten vergoeding, ingevolge de art.
100 en 101 der Lager Onderwijswet. Verder
werd over 1929 f. 57.750.meer betaald
voor aflossing van geldleeningen.
Daarentegen werd in 1929 f. 24,558.93
meer ontvangen aan winst van de Licht
fabrieken.
Voor een meer gedetailleerde opgave van
de verschillen tusschen de rekening en de
begrooting, wat betreft den gewonen dienst,
verwijzen B. en W. naar een overzicht, dat
hoefdstuksgewijze is samengesteld.
Hoofdstuk I (Vroegere diensten). Het ba
tig saldo, oorspronkelijk geraamd op f.
160.729—, bedraagd f. 185.004.42V2, d.i.
dus f. 24.275.42V2 meer.
Hoofdstuk II (Algemeen Beheer). Het na
deelig saldo, oorspronkelijk geraamd op
f. 102.303— bedraagt f. 103.284.381/3, d.i.
dus f. 981.381/3 meer.
Onder de uitgaven is echter begrepen
een bedrag van f. 4.871.93 wegens betaling
van den ïsten termijn van de kosten van
het ontwerpen van het uitbreidingsplan.
Aangezien de kosten van bedoeld plan
van den dienst 1928 op dien van 1929
waren overgebracht en derhalve tot een
vorig dienstjaar behooren, sluit Hoofdstuk II
feitelijk met een „voordeelig" saldo van
f. 4.871.93 f. 981.381/2 f. 3.890.541/a
Dit gunstig verschil is in hoofdzaak een
gevolg van overschotten op verschillende
uitgaafposten.
Hoofdstuk III (Openbare Veiligheid). Het
nadeelig saldo, oorspronkelijk geraamd op
f. 604.987.—, bedraagt f. 614.766.63, d.i,
f. 9.779.63 ongunstiger.
De kosten van brandblussching en van
aanschaffing en onderhoud van brandblusch-
middelen vereischten hoogere uitgaven van
respectievelijk f. 7.712.61 Va en f. 4.373.99V2,
terwijl de uitbreiding van de straatverlichting
een piet-voorziene uitgaaf van f. 4.136.29
tengevolge had.
Voorts vereischte de aanschaffing van
een nieuwe auto ten behoeve van den Eerste
Hulpdienst een buitengewone uitgaaf van
f. 5.000.—.
Daarentegen leverden verschillende andere
uitgaafposten overschotten op.
Hoofdstuk IV (Volksgezondheid). Het na
deelig saldo, oorspronkelijk geraamd op
f. 21.140.—, bedraagt f. 14.074.53, <Lï.
f. 7.065.47 voordeeliger.
Verschillende uitgaafposten bleven be
neden de raming.
Voorts overtrof het aandeel in de winst
van de N.V. „Leidsche Duinwater-Maat
schappij" de raming met f. 2.810.60.
Daarentegen moesten andere uitgaafposten
worden verhoogd.
Voorts werd aan „bijdragen van particu
lieren in de kosten van verpleging enz. van
minvermogenden" f. 879.62 minder ont
vangen dan geraamd was.
Hoofdstuk V (Volkshuisvesting). Het na
deelig saldo, oorspronkelijk geraamd op
f. 1Ó3.884.bedraagt f. 76.846.54V», d.i.
f. 28.037.45V2 gunstiger.
De aflossing van de „R.V.S." van het
restant ad f. 500.500.van de met haar
gesloten geldleeningen had een mindere be
taling aan rente van f. 21.815.50 tengevolge.
Van het Rijk is ontvangen aan bijdragen
in het exploitatie-tekort op woningcomplexen
f. 146.147.08, terwijl aan de vereenigingen
werd uitgekeerd f. 195 087.80, zoodat ten
laste van de gemeente bleef f. 48.940.72,
welk bedrag f. 4.484.28 lager is dan de
daarvoor op de begrooting geraamde som
van f. 53.425.
Voorts is o.a. van invloed geweest een
meerdere ontvangst ad f. 2.611.62V» wegens
teruggaaf door de Vereeniging tot Bevor
dering van den Bouw van Werkmanswo
ningen van de veel genoten bijdrage over
het exploitatiejaar 1928/1929 ten behoeve
van het plan der 53 woningen aan Levendaal
Geeregracht en Zijdgracht.
Hoofdstuk VI (Openbare Werken). Het
nadeelig saldo, oorspronkelijk geraamd op
f. 5.73.689.—, bedraagt f. 592.754.811/2,d.i,
f. 19.065.811/2 hooger.
Hoofdstuk VII (Eigendommen niet voor
den openbaren dienst bestemd)). Dit hoofd
stuk sluit met. een batig slot van
f. 42.131.22. d.i. f. 17.367.22 meer dan de
oorspronkelijk geraamde som van f 24.754.
Aan rente van tijdelijk belegd kasgeld
werd f. 20.477.33 meer ontvangen. Voorts
bleven eenige uitgaafposten beneden de
raming.
Hoofdstuk VIII 2 (Openbaar gewoon
lager onderwijs). Het nadeelig saldo, oor
spronkelijk geraamd op f. 197.990.be
draagt f. 202.045.54Va en is dus f. 4.055.541/a
hooger.
Aan ..jaarwedden der onderwijzers"
moet f. 16.186.95Vs meer worden uitgegeven
dan geraamd was, terwijl de kosten van
onderhoud van schoolgebouwen de raming
met f 2.294.37 overtroffen. Voorts bleef de
ontvangst aan „schoolgelden" f. 2.353.76 be
neden de raming.
Hier slaat echter tegenover, dat aan
Rijksbijdrage voor verplichte onderwijzers
f. 10.756.38 meer werd ontvangen, dan ge
raamd was en dat enkele uitgaafposten over
schotten opleverden.
Hoofdstuk VUT 3 (Openbaar vervolg
onderwijs). Het nadeelig saldo bedraagt
f. 6.165.601/*, d. i. f. 1.670.39V'a gunstiger
dan oorspronkelijk was geraamd.
Aan „belooning der onderwijzers" werd
f. 1.135.92 minder uitgegeven, terwijl ook
eenige andere uitgaafposten overschotten
opleverden.
Hoofdstuk Vin 4(Openbaar uitgebreid
lager onderwijs). Het nadeelig saldo, oor
spronkelijk geraamd op f. 37.501.bedraagt
f. 31.901.29VV dus f. 5.599.701/* minder,
welk resultaat in hoofdzaak een gevolg is
van de omstandigheid, dat aan Rijksbijdrage
krachtens art. 56 der Lager Onderwijswet
f. 5.298.41 meer werd ontvangen dan ge
raamd was
Hoofdstuk VIII 5 (Openbaar buitenge
woon lager onderwijs). Het nadeelig saldo,
oorspronkelijk geraamd cp f. 12.526.be
draagt f. 13.930.21 Va-
Aan vergoeding van het Rijk werd
f. 2.496.03 minder ontvangen dan geraamd
was. Daarentegen bleven eenige uitgaafpos
ten beneden de raming.
Hoofdstuk VIII 6 (Openbaar voorberei
dend lager onderwijs). Het nadeeljg saldo,
oorspronkelijk geraamd op f. 56 736.be
draagt f. 54.130.07. d.i. dus f. 2.605.93 gun
stiger.
Aan „jaarwedden" werd f. 2.572.34 min
der uitgegeven dan geraamd was. Ook
eenige andere uitgaafposten bleven beneden
de raming
Aan „jaarwedden werd evenwei f. 535.87
minder ontvangen, dan was uitgetrokken.
Hoofdstuk VIH 7 (Bijzonder gewoon
lager onderwijs). Het nadeelig saldo, oor
spronkelijk geraamd op f. 255.882.be
draagt f 212.060.77. d.i. f. 13.821.23 minder.
Hoofdstuk VIII 8 (Bijzonder vervolg
onderwijs). Op dit hoofdstuk hebben geen
ontvangsten en uitgaven plaats gehad, zoo
dat het nadeelig saldo, dat oorspronkelijk
op f. 6.200 was geraamd, „nihil" bedraagt.
Hoofdstuk VIII 9 (Bijzonder lager onder
wijs). Het nadeelig saldo, oorspronkelijk ge
raamd op f.26 598, bedraagt 1.27.437.90,
d i. f. 839.79 hooger.
Eenige uitgaafposten zijn beneden de ra
ming gebleven, terwijl eenige geraamde ont
vangsten niet werden ontvangen.
Hoofdstuk VIII 10 (Bijzonder buitenge
woon lager onderwijs). Het nadeelig saldo,
oorspronkelijk geraamd op f 475. bedraagt
f. 325.
Hoofdstuk VIII 11 (Bijzonder voorberei
dend lager onderwijs). Het nadeelig saldo,
oorspronkelijk geraamd op f. 52 250 is
f 4.950.391/» hooger omdat de ten behoeve
van de bijzondere bewaarscholen over 1929
uitgekeerde subsidie's hooger waren dan de
hiervoor op de begrooting uitgetrokken
sommen.
Hoofdstuk VTII 12 (Lager Onderwijs niet
vallende onder de 1 t/m 11). Het nadee
lig saldo, oorspronkelijk geT. op f. 62.013,
bedraagt f. 61.398.02.
De subsidie voor de vereeniging „School
kindervoeding", geraamd op f. 25.725, be
droeg f. 2.502.201/* minder.
De schoolgelden van de kweekschool voor
onderwijzers en onderwijzeressen brachten
evenwel f, 828.83 minder op dan geraamd
was, terwijl de Rijksbijdrage voor die school
f, 918.01 beneden de raming bleef.
Hoofdstuk VIII 13 (Middelbaar onder
wijs). Het nadeelig saldo, oorspronkelijk ge
raamd op f. 164.954, bedraagt f. 164.215.41,
d. i. f. 738.59 gunstiger.
Aan jaarwedden van leeraren en leerares-
sen" moest f. 5.013.811/* meer worden uit
gegeven dan geraamd was en voor „kosten
van instandhouding van de schoolgebou
wen" f. 1.942.61 meer.
Daarentegen overtrof de ontvangst aan
„schoolgelden" de raming ad f. 24.500 met
f. 1.717.98, terwijl de subsidie van het Rijk
voor de hoogere burgerschool met 5-jarigen
cursus, geraamd op f. 13.000, f. 14.000 of
f. 1.000 meer bedroeg. Bovendien bleven ver
schillende uitgaafposten beneden de raming.
Hoofdstuk VIII 14 (Hooger onderwijs).
Het nadeelig saldo, oorspronkelijk geraamd
op f. 52.326.bedraagt f. 51.268.41, d.i.
f. 1.057.59 gunstiger.
Aan schoolgelden voor het Gymnasium
werd f. 1.310.09 meer ontvangen dan ge
raamd was en aan bijdragen van andere
gemeenten in de kosten van (het Gymasium
f. 1.823.51 meer.
Daartegenover moesten eenige uitgaafpos
ten worden verhoogd.
Hoofdstuk VIII 15 (Nijverheidsonder
wijs). Het nadeelig 9aldo, oorspronkelijk ge
raamd op f. 88.116.bedraagt f. 90.414.87,
d. i. f. 2.298.87 ongunstiger.
Aan bijdragen van andere gemeenten m
de kosten van scholen voor het nijverheids
onderwijs werd f. 4.220.41 minder ontvan
gen dan geraamd was.
Voorts moesten de subsidie's van verschil
lende inrichtingen met in totaal f. 3.469.75
worden verhoogd, terwijl aan bijdragen aan
andere gemeenten in de kosten van het
lager nijverheidsonderwijs f. 1.447.14 meer
moest worden uitgekeerd, dan geraamd was.
Daarentegen was de terugontvangst ter
zake van te veel genoten subsidie door
Nijverheidsscholen f. 6.382.36 hooger dan de
raming en werd aan andere gemeenten
f. 510.07 minder uitgekeerd in de kosten van
middelbaar nijverheidsonderwijs.
Hoofdstuk VIII 16 (Onderwijs, Kunsten
en Wetenschappen, niet vallende onder de
t/m. 15). Het nadeelig saldo, oorspronke
lijk geraamd op f. 54.126.bedraagt
f. 52.803.49 1/2, d.i. f. 1.322.50 1/2 lager.
Aangezien echter de bijdrage ad f. 3.000.
in de restauratiekosten van de Pieterskerk
op den dienst 1930 wordt overgebracht, sluit
16 feitelijk met een nadeelig 9lot van
f. 1.677.49 1/2.
De uitkeering van eene bijdrage aan het
„Nationaal Lorentz Comité" vereischte eene
buitengewone uitgaaf van f. 1000.terwijl
de ontvangst ter zake van het bezichtigen
van het Stedelijk Museum „de Lakenhal"
f. 643.70 beneden de raming bleef.
Hoofdstuk IX 1 (Ondersteuning aan
behoeftigen). Het nadeelig saldo, oorspron
kelijk geraamd op f. 477.754.bedraagt
f. 482.404 75, hetgeen f. 4.650.75 ongunstiger
is. Bovendien moet 'n bedrag van f. 10.000
wegens nog aan vereenigingen voor zieken-
huisverpleging over 1929 uit tp keeren bij
dragen op den dienst 1930 w'orden over
gebracht, zoodat het nadeelig saldo feitelijk
f. 14.650.75 ongunstiger is.
Ve'P9dhillende uitgaafposten moesten wor
den verhoogd of verlaagd.
Hoofdstuk IX 2 (Ondersteuning aan
werkloozen). Het nadeelig saldo, oorspron
kelijk geraaipd op f. 115.000,bedraagt
f. 82.652.29, hetgeen f. 32.347.71 gunstiger is.
De ondersteuning van werkloozen, waar
voor een bedrag van f. 115.000.was uitge
trokken, vereischte eene uitgaaf van
f. 72.837.97 of f. 42.162.03 minder. Daaren
tegen bedroegen de ten laste van de ge
meente gekomen kosten van werk verschaf
fing „Leidsche Hout", waar\oor op de he-
grooting geen zelden waren uitgetrokken,
over 1929 f. 9.814.32,
Hoofdstuk X (Landbouw). Het nadeelig
saldo, oorspronkelijk geTaamd op f. 1.945.
bedraagt f. 4.802,54 of f. 2.857.54 meer, het
geen voornamelijk veroorzaakt wordt, door
de kosten ad f. 2.766.54 van den bouw van
een tweeden afzonderingsstal voor riek en
van ziekte verdacht v&s op het terrein van
de veemarkt, waartoe in don loop van 1929
werd besloten.
Hoofdstuk XI (Handel en Nijverheid),. Het
nadeelig saldo, oorspronkelijk geraamd op
f.J70.743.—bedraagt f. 72.432.51 1/2, d. i.
dus f. 1.689.51 1/2 ongunstiger. Bovendien
moet nog een bedrag vap f- 11.815.11, we
gens aandeel der gemeente in de subsidie's
aan werkloozenkassen, op den dienst 1930
worden overgebracht, zoodat het nadeelig
saldo v. Hoofdst. XI feitelijk f. 13.504.62 1/2
bedraagt.
Het aandeel der gemeente in de subsidie's
aan werkloozenkassen vereischt over 1929
eene uitgaaf van f. 44.997.71, d. i. f. 14.997.71
meer dan oorspronkelijk was uitgetrokken.
Deze Ihoogere,«uitgaaf is een gevolg van de
langdurige vorstperiode in het begin van
1929.
Daarentegen bleven eenige andere uit
gaafposten beneden de raming.
Hoofdstuk XII (Belastingen). Het batig
saldo, oorspronkelijk geraamd op f. 2.184.028
bedraagt f. 2.281 001 43, d.i. f. 96.973.43
meer.
Het aandeel ig de kwade posten, betref
fende de directe belastingen, dat was ge
raamd op f. 220.000.bedraagt netto
f 135.409 13 of f. 84.590.87 minder.
Voorts werd meer ontvangen dan geraamd
was aan:
Opcenten hoofdsom grond
belasting f. 8.019.06
Opcenten hoofdsom personeele
belasting 8.090 03
Opcenten hoofdsom dividend en
tantièmebelasting 6.0-47.21
Opcenten hoofdsom vermogens
belasting 1.738.68
Belasting op tooneeWertooningen
en andere vermakelijkheden 4.949.70
Terwijl aa^i gewetensgelden
werd ontvangen 8.775.11
f. 37,619.79
Zooals reeds werd medegedeeld blee-f de
opbrengst van de gemeentelijke inkomsten
belasting f. 25.630.24 beneden de op de be
grooting uitgetrokken som.
Hoofdstuk XIII 1 (Gasfabriek). He4 batig
saldo, oorspronkelijk geraamd op f'. 353.086
bedraagt f. 254.863.54 d. i. f. 98.222,46 min
der.
De winst, geraamd op f. 328.855.be
draagt f. 262,483.66 1/2 of f. 66.371.33 1/2
minder. Voorts werd aan rente pl.m.
f. 13.500.minder ontvangen, aangezien m
1929 geen nieuwe kapitalen aan dè Gasfa
briek werden verstrekt. Tenslotte werd
wegens rente van in rekening-courant bij
den gemeente-ontvanger gedeponeerde gel
den f. 18.241.78 meer betaald dan geraamd
was.
Hoofdstuk XIII 2 (Electriciteitsfabriek).
Het batig saldo, oorspronkelijk geraamd op
f. 687.377.—bedraagt f. 749.505.86 1/2 of
f. 62.128.86 1/2 meer.
De winst geraamd op f. 520.290.be
draagt f. 593,541.83 1/2 of f. 73.251.83 1/2
meer, terwijl de ontvangst aan retributie de
raming ad f. 113.250.met f. 11.077.50
overtreft.
Daarentegen bteef de ontvangst aan rente
pl.m. f- 16.000.beneden de raming, aan
gezien in 1929 door de Electriciteitsfabrjek
minder nieuw kapitaal werd opgenomen,
dan waarop was gerekend.
Voorts werd aan rente van in rekening-
courant bij den gemeente-ontvanger gedepo
neerde gelden f. 5.963.40 meer betaald dan
geraamd was.
Hoofdstuk XIII 3 (Gestichten „Ende
geest", „Voorgeest" en „Rhijngeest"). Het
batig saldo, oorspronkelijk geraamd op
f. 77.571.—, behaagt f. 90.958 86 1/2, d. i.
f. 13.387.86 1/2 m'eer.
De winst overtreft de raming ad f. 75.000
met f. 13.571.24.
Hoofdstuk XITI 4 (Openbaaj- Slachthuis).
Het batig saldo, oorspronkelijk geraamd op
f. 52.412.—, bedraagt f. 33.417.67 d. i.
f. 18.994.33 minder.
De winst, geraamd op f. 50.000.bedroeg
f. 9.521.70 minder, terwijl de rente van in
rekening-courant bij den gemeente-ontvan
ger gedeponeerde gelden voor de gemeente
eene hoogere uitgaaf vereischte v. f. 9.499.45
Hoofdstuk XIII 5 (Grondbedrijf). Het
nadeelig saldo, oorspronkelijk geraamd op
f. 16404, bedraagt f7.404:29.
Aangezien echter nog aan het Grondbe
drijf een gedeelte, groot f. 4.687.421/* van
het verlies over 1929 moet worden uitge
keerd, welk bedrag ten laste van den dienst
1930 wordt gebracht, bedraagt het nadeelig
saldo van h feitelijk f. 11.991.711/*, d. i.
f. 4.412 28Va lager dag geraamd was.
De door het Grondbedrijf aan de gepieente
betaalde rente en aflossing overtreffen de
raming met respectievelijk f. 5.622.94 en
f. 3.942.10, d. i. te zamen f. 9.565.04.
Daarentegen is bet verliessaldo van de
gewone inkomsten en uitgaven f. 4.587.421/»
hoc/ger dan de raming.
Hoofdstuk XITI 6 (Reinigings- en Ont
smettingsdienst). Het nadeelig saldo, oor
spronkelijk geraamd qp f. 241.0^?, bedraagt
f. 216,460.50, d. i, f. 24;614.o0 gunstiger.
De verlie-ssaldo's van d§n reinigings-:
4ienst, den ontsmettingsdienst en van de
vuilverbranding bleven respectievelijk
f. 11.639.85, f'636.811/» en f. 13.283.207* be
neden de raming.
Hoofdstuk XIII 7 (Keuringsdienst van
Waren voor het district Leiden). Het nadee
lig saldo, oorspronkelijk geraamd op
f. 8.677, bedraagt f. 8.331.07.
De bijdrage der gemeente aan den Keu
ringsdienst, geraamd op f. 9.665 bedroeg
f. 8.788.82, dus f. 876.18 minder. Daaren
tegen moest aan rente van bij den gemeerwte-
ontvanger in rekening-courant gedeponeerde
gelden f. 532 worden uitbetaald, terwijl
deze uitgaaf voor „memorie" was geraamd.
Hoofdstuk Xm 8 (Gemeentelijke Bank
T*an Leening). Het nadeelig saldo, oorspron
kelijk geraamd op f. 9.176, bedraagt
f. 8.663.72, d.i. f. 512.28 minder.
Het verliessaldo, geraamd op f. 13.817 be
draagt f. 13.511.12. Bovendien bleven eenige
uitgavqp beneden de raming.
Hoofdstuk XIII 9 (Gemeentelijk Wapen-
bureau). Dit hoofdstuk sluit met een nadee
lig saldo van f. 148.01, terwijl oorspronke
lijk een batig saldo van f.95 was geraamd
De rekening van het waschbureau sloot
met een nadeelig saldo van f. 114.83
Voort? werd aan rente van bij den ge
meente-ontvanger gedeponeerde gelden
f. 33.13 betaald.
Hoofdstuk XIV (Kasvoorzieningen). Het
nadeelig saldo, oorspronkelijk geraamd op
f.61 250, bedr. f. 55.081.15 dus f. 6.168.85
minder.
Aan rente van tijdelijk ter voorziening Ln
de behoefte aan kasgeld opgenomen gelden,
waaryoor een bedrag van f. 61.250 was uit
getrokken, werd' uitgegeven 1.55.(^1.15,
waarin begTepen f. 36.997.11 wegens uitbe
taalde rente aan het „Stadhuisfonds".
Hoofdstuk XV (Overige inkomsten en uil
gaven). Het nadeelig saldo, oorspronkelijk
geraamd op f. 5.496, bedraagt f. 2.871.44 d i.
f. 2.624.56 minder.
Op dit hoofdstuk is onder de ontvangsten
verantwoord het bedrag van f. 3.507.8(iA/?,
waarvan tengevolge van den Stadhuis
brand de specificatie onmogelijk kon worden
aangegeven.
Daarentegen is onder de uitgaven opge
nomen eert bedrag van f. 883.3Ö1/» in ver
band met de aanvulling van de aan eenige
ambtenaren, tot h«t doen vap kleine uit
gaven uit de gemeentekas verleende voor
schotten, welk© bij den Stadhuisbrand ge
heel of gedeeltelijk zijn verloren gegaan.
Hoofdstuk XVI (Onvoorziene UitgavenV
Voor onvoorziene uitgaven was op de begroo
ting f.50 000 uitgetrokken; bij Raadsbesluit
van 30 Juni 1930 werd de post verhoogd
met f. 6.980.451/*.
Afgeschreven werd op andere hoofdstuk
ken f. 46.047.46.
Tot slot (aten B. en W. volgen een over
zicht waaruit blijkt, welk bedrag (hans voor
buitengewone weTken, kapitaaluittrekkin
gen aan bedrijven etc. moet worden ge
leend. sluitend met een b'edrag van
f. 4.093.650.731/*.
Voorts willen B .en W. op de begroeting
voor 1930 overbrengen aan gewone uitga
ven 47.570.79V6, aan kapitaalsuitgaven
f. 914.911'. 14, waartegenover aan gewone
ontvangsten f. 20.138.46V6, aan kapi.fcaals-
onivangsten f. 144.689.62.
Met het verschil op dén kapitaalsdienst
f. 770.221.52) moet de post geldleening
worden verhoogd (slechts een administra-
tuur begrootingsregeling).
Teneinde het nadeelig vèrschil ad
f. 27.432.33 (f. '47.570.79% f. 20.138.461%)
tusschen de nog uit te geven en de nog
te ontvangen gelden het dienstjaar 192*
betreffende, niet op het dienstjaar 1930 te
doen drukken moet votgn. 2: Gedeelte van
het (vermoedelijk) batig saldo van den ge
wonen dienst van het dienstjaar 1929,
thans voor „memorie" uitgetrokken met
f. 27.432.33 worden verhoogd.
Voorts stellen B. en W. voor van het
batig saldo van den dienst 1929 een bedrag
van f. 52.000 te bestemmen ter doering van
de npg door de gemeente over de jaren
1926 en 1927 aan de besturen van de bij
zondere scholen te betalen vergoedingen
ingevolge de artt. 101 en 192 der Lager
Onderwijswet 1920.
Indien de Raad dienovereenkomstig be
sluit zal volgn. 2 der ontvangsten „Gedeelte
van het (vermoedelijk) batig saldo van den
gewonen dienst van het dienstjaar 1929",
alsnog met f. 52.000 moeten worden ver
hoogd, welk bedrag op den post voor „On
voorziene Uitgaven" moet worden gereser
veerd ten einde te zijner tijd naar do be;
trekkelijke begrootingSposten te kunnen
worden Overgebracht.
Voorts maken B. en W. van deze gele
genheid gebruik mede te deelen, dat de
kosten v#,n den bouw van een noordelijk
pompstation er vap aansluiting van de
wijken I, II, III-, IV, V ep VIÏI aan de
centrale rioleering, waarvoor in totaal eep
bedrag van f. 534.700 is beschikbaar ge^
steld, een uitgaaf vam f. 560..601.20 «uilen
vereischen. De kosten van aansluiting van
de wijken II. IV, V en VIII zullen name
lijk resp. f. 12.000, f. 12.000, f. 15.000 en
f. 9000 of tezamen f. 48.000 meer bedragen'
dan geraamd was; terwijl daarentegen die
van den bouw van het noordelijk pomp
station f. 6.108.80 beneden de raming zijn"
gebleven en op de voor aansluiting van
de wijken I en III uitgetrokken sojnmen
överschotten van f. 15.C00 en f. 1500 mó
gen worden verwacht. De totaal overschrij
ding bedraagt dus ten slotte f. 48.000
f. 22.608.80 f. 25.391.20, welke alsnog op
de begrooting dient te worden geregeld.
ONZE TELEFOONNUMMERS:
(op 2 lijnen)